Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Door het Parlement aangenomen teksten
DOC 110k PDF 139k
Dinsdag 7 juni 2005 - Straatsburg Definitieve uitgave
Samenwerking met betrekking tot terroristische misdrijven *
P6_TA(2005)0217 A6-0160/2005

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende informatie-uitwisseling van informatie en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard (15599/2004 – C6-0007/2004 – 2004/0069(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement ,

–   gezien de tekst van de Raad (15599/2004),

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0221)(1) ,

–   gelet op artikel 34, lid 2, letter c) van het EU-Verdrag,

–   gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0007/2004),

–   gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie juridische zaken (A6-0160/2005),

1.   hecht zijn goedkeuring aan de tekst van de Raad, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in de ter raadpleging voorgelegde tekst;

5.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Raad voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement 1
Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis) Het is noodzakelijk een grote mate van vertrouwen te creëren tussen de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten onderling en met Europol en Eurojust; het ontbreken hiervan heeft tot dusverre een efficiënte uitwisseling van informatie belemmerd. Deze maatregelen dienen o.a. het volgende te omvatten:
- invoering van gemeenschappelijke normen voor gegevensbescherming in het kader van de derde pijler onder het gezag van een onafhankelijke gemeenschappelijke controle-autoriteit;
- verstrekking aan de politiediensten van een handboek met goede praktijken waarin hun verantwoordelijkheden en taken op het gebied van gegevensbescherming op eenvoudige en praktische wijze uiteen worden gezet;
- invoering van minimumnormen voor strafrecht en strafprocesrecht;
- verlening van algemene jurisdictie aan het Hof van Justitie in het kader van de derde pijler;
- waarborging van volledige parlementaire controle.
Amendement 2
Overweging 5
(5)  Aangezien de doelstellingen van het voorgestelde optreden door de lidstaten alleen niet voldoende kunnen worden bereikt en zij derhalve, gezien de noodzakelijke wederkerigheid, beter door de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te bereiken.
(5)  Aangezien de doelstellingen van het voorgestelde optreden door de lidstaten alleen niet voldoende kunnen worden bereikt en zij derhalve, gezien de noodzakelijke wederkerigheid, beter door nauwere samenwerking tussen de lidstaten en door de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te bereiken.
Amendement 3
Overweging 5 ter (nieuw)
(5 ter) Dit besluit past mutatis mutandis hetzelfde niveau van gegevensbescherming toe als in het kader van de eerste pijler is vastgesteld door Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens 1 en het stelt in het kader van de derde pijler een gemeenschappelijke controle-autoriteit in, belast met de bescherming van gegevens van persoonlijke aard die volledig onafhankelijk haar taken vervult en rekening houdend met deze specifieke eigenschap de Europese instellingen moet adviseren en met name moet bijdragen aan de homogene toepassing van de nationale regels die ter uitvoering van dit besluit worden vastgesteld.
___________
1. PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
Amendement 4
Overweging 5 quater (nieuw)
(5 quater) De lidstaten zijn vastberaden verdere stappen te ondernemen voor een snelle ratificatie van alle internationale verdragen en protocollen inzake de bestrijding van terrorisme, waaronder ook de protocollen tot wijziging van het Europol-Verdrag, en zij zullen zich ervoor blijven inzetten dat de desbetreffende internationale instrumenten in verband met terrorismebestrijding universeel door derde landen worden geratificeerd, en dat door die landen hulp en technische steun bij de uitvoering van die instrumenten wordt geboden.
Amendement 5
Artikel 1 bis, titel (nieuw)
Artikel 1 bis
Uitwisseling van informatie betreffende strafbare feiten van terroristische aard tussen politiediensten en andere wetshandhavingsautoriteiten
Amendement 6
Artikel 1 bis, lid 1 (nieuw)
1.  Elke lidstaat ziet erop toe dat alle relevante informatie die met betrekking tot strafbare feiten van terroristische aard die bij zijn politiediensten en andere wetshandhavingsautoriteiten berust of zonder gebruik van dwangmiddelen voor hen toegankelijk is, overeenkomstig dit besluit aan de politiediensten en andere bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van andere lidstaten kan worden verstrekt.
Amendement 7
Artikel 1 bis, lid 2 (nieuw)
2.  Elke lidstaat ziet erop toe dat voor het verstrekken van informatie aan de politiediensten en andere bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van andere lidstaten geen striktere voorwaarden worden toegepast dan de op nationaal niveau toepasselijke voorwaarden voor het verstrekken van en verzoeken om informatie.
Amendement 8
Artikel 1 bis, lid 3 (nieuw)
3.  De informatie wordt op verzoek van een politiedienst of andere bevoegde wetshandhavingsautoriteit, overeenkomstig het nationale recht verstrekt, in het kader van een onderzoek naar strafbare feiten van terroristische aard.
Amendement 9
Artikel 2, titel
Uitwisseling van informatie betreffende strafbare feiten van terroristische aard
Verstrekking van informatie betreffende strafbare feiten van terroristische aard aan Europol en Eurojust
Amendement 12
Artikel 2, lid 4, letter d bis (nieuw)
d bis) gegevens over veroordelingen wegens strafbare feiten van terroristische aard en over de specifieke omstandigheden van deze strafbare feiten; indien veroordelingen in eerste aanleg herroepen worden in (hoger) beroep, worden deze veranderde gegevens door de aangezochte staat onverwijld te worden doorgegeven aan de verzoekende staat;
Amendement 13
Artikel 2, lid 4, letter d ter (nieuw)
d ter) opgelegde straffen en relevante informatie over de tenuitvoerlegging ervan;
Amendement 14
Artikel 2, lid 4, letter d quater (nieuw)
d quater) ontzettingen die met de veroordeling gepaard gaan;
Amendement 15
Artikel 2, lid 4, letter d quinquies (nieuw)
d quinquies) gerechtelijke antecedenten;
Amendement 16
Artikel 2, lid 4 bis, letter c)
c) gegevens over definitieve veroordelingen wegens strafbare feiten van terroristische aard en de specifieke omstandigheden van deze strafbare feiten;
c) gegevens over veroordelingen wegens strafbare feiten van terroristische aard en de specifieke omstandigheden van deze strafbare feiten; wanneer veroordelingen in eerste aanleg herroepen worden in (hoger) beroep, worden deze veranderde gegevens door de aangezochte lidstaat onverwijld doorgegeven aan de verzoekende lidstaat;
Amendement 17
Artikel 2, lid 4 bis, letter c) bis (nieuw)
c bis) opgelegde straffen en relevante informatie over de tenuitvoerlegging ervan;
Amendement 18
Artikel 2, lid 4 bis, letter c) ter (nieuw)
c ter) ontzettingen die met de veroordeling gepaard gaan;
Amendement 19
Artikel 2, lid 4 bis, letter c) quater (nieuw)
c quater) gerechtelijke antecedenten;
Amendement 20
Artikel 2 bis (nieuw)
Artikel 2 bis
Verificatie en uitwissing van informatie over strafbare feiten van terroristische aard
(1)  Europol en Eurojust verifiëren om de drie jaar of de krachtens artikel 2 verstrekte gegevens actueel zijn.
(2)  Na drie jaar worden de krachtens artikel 2 verstrekte gegevens door Europol en Eurojust gewist voorzover zij geen verband houden met lopende onderzoeken.
(3)  Bij uitzondering kan deze termijn worden verlengd. Europol en Eurojust zorgen ervoor dat zij over een passende procedure beschikken om deze uitzonderingsgevallen te beoordelen.
Amendement 21
Artikel 3 bis (nieuw)
Artikel 3 bis
Bevoegdheid van het Hof van Justitie
Iedere lidstaat aanvaardt de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, dat bevoegd is om bij wijze van prejudiciële beslissing een uitspraak te doen over de rechtsgeldigheid en de uitlegging van het onderhavige besluit, overeenkomstig artikel 35, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Amendement 22
Artikel 4
Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om te waarborgen dat de verzoeken om rechtshulp en de verzoeken om erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen van een andere lidstaat met betrekking tot strafbare feiten van terroristische aard met spoed worden behandeld en voorrang krijgen.
Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat alle relevante gegevens die voorkomen in documenten, dossiers, bestanden, voorwerpen of andere bewijsstukken die tijdens een strafrechtelijk onderzoek of een strafrechtelijke procedure in verband met strafbare feiten van terroristische aard in beslag genomen zijn of verbeurd verklaard, met inachtneming van de nationale wetgeving en de desbetreffende internationale rechtsinstrumenten onmiddellijk toegankelijk zijn voor of worden doorgegeven aan de autoriteiten van andere betrokken lidstaten, wanneer desbetreffende gegevens noodzakelijk worden geacht om daar een onderzoek in te leiden, alsook wanneer daar onderzoek loopt dan wel vervolging is ingesteld in verband met strafbare feiten van terroristische aard.
(Artikel 2, lid 5 vervalt bijgevolg.)
Amendement 23
Artikel 4, alinea 1 bis (nieuw)
Indien informatie niet onverwijld kan worden verstrekt, geeft de bevoegde autoriteit onmiddellijk een indicatie van de termijn waarbinnen deze kan worden verstrekt; deze termijn kan niet langer zijn dan 12 uur of, ingeval van informatie die formaliteiten vereist of voorafgaand contact met andere autoriteiten, 48 uur in dringende gevallen en 10 werkdagen in andere gevallen.
Amendement 24
Artikel 4, alinea 1 ter (nieuw)
De in alinea 1 bis vastgestelde termijnen beginnen te lopen vanaf de ontvangst van het verzoek om informatie door de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat.
Amendement 25
Artikel 4 bis (nieuw)
Artikel 4 bis
Spontane uitwisseling van informatie
Onverminderd de toepassing van de artikelen 2 en 3, verstrekken de politiediensten of andere bevoegde wetshandhavingsautoriteiten, zonder dat hen daarom werd verzocht, informatie aan de politiediensten of andere bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van andere betrokken lidstaten indien er serieuze feitelijke redenen zijn om aan te nemen dat deze informatie kan bijdragen aan voorkómen, onderzoeken of opsporen van misdrijven of criminele activiteiten die verband houden met een strafbaar feit van terroristische aard.
De verstrekking van informatie overeenkomstig de eerste alinea, wordt beperkt tot hetgeen als relevant en noodzakelijk wordt beschouwd voor het succesvol voorkómen, onderzoeken of opsporen van het betrokken misdrijf of de betrokken criminele activiteit.
De serieuze feitelijke redenen om over te gaan tot spontane uitwisseling van informatie overeenkomstig de eerste alinea, worden duidelijk gemotiveerd aangegeven door de desbetreffende politiediensten of de andere bevoegde wetshandhavingsautoriteiten.
Amendement 26
Artikel 4 ter (nieuw)
Artikel 4 ter
Weigering om informatie te verstrekken
De politiediensten of andere bevoegde wethandhavingsautoriteiten mogen slechts weigeren informatie te verstrekken, indien deze aantonen dat er serieuze feitelijke redenen zijn om aan te nemen dat:
a) de verstrekking van de informatie de wezenlijke veiligheidsbelangen van de aangezochte lidstaat zou schaden,
b) de verstrekking van de informatie het welslagen van een lopend onderzoek in gevaar zou brengen,
c) de gevraagde informatie duidelijk niet in verhouding staat tot of relevant is voor de doeleinden waarvoor deze wordt gevraagd.
Amendement 27
Artikel 4 quater (nieuw)
Artikel 4 quater
Beginselen inzake inzameling en verwerking van de gegevens
1.  De informatie, met inbegrip van gegevens van persoonlijke aard, die wordt uitgewisseld of meegedeeld uit hoofde van dit besluit moet:
a) juist, adequaat en relevant zijn voor het doel, waarvoor zij wordt ingezameld en achteraf wordt verwerkt;
b) uitsluitend wordt ingezameld en verwerkt met als doel de uitvoering van wettelijke taken mogelijk te maken.
Gegevens betreffende aspecten van het privéleven alsook gegevens betreffende niet verdachte personen mogen slechts in geval van absolute noodzaak en onder strikte voorwaarden worden ingezameld.
2.  De integriteit en de vertrouwelijkheid van de uit hoofde van het onderhavige besluit meegedeelde gegevens, worden in alle fasen van de uitwisseling en de verwerking gewaarborgd.
De informatiebronnen worden beschermd.
Amendement 28
Artikel 4 quinquies (nieuw)
Artikel 4 quinquies
Recht van toegang van de betrokken persoon tot de gegevens
De persoon op wie de ingezamelde gegevens betrekking hebben moet:
a) worden geïnformeerd over het bestaan van gegevens die op hem betrekking hebben, behalve in geval van ernstig beletsel;
b) kosteloos toegang hebben tot de gegevens die op hem betrekking hebben en het recht hebben onjuiste gegevens te corrigeren, behalve wanneer deze toegang een risico inhoudt voor de openbare veiligheid of de openbare orde, of inbreuk kan maken op de rechten en de vrijheden van derden, dan wel lopende onderzoeken kan belemmeren;
c) in geval van misbruik van de gegevens in de zin van dit artikel, kosteloos over een recht van verzet beschikken dat hem de mogelijkheid biedt de wettelijkheid te herstellen, en, in voorkomend geval schadevergoeding te ontvangen in geval van niet-naleving van de in dit artikel genoemde beginselen.
Amendement 29
Artikel 4 sexies (nieuw)
Artikel 4 sexies
Gemeenschappelijke controleautoriteit belast met de bescherming van de persoonsgegevens
1.  Er wordt een gemeenschappelijke controleautoriteit ingesteld, belast met de bescherming van persoonsgegevens, hierna "autoriteit" genoemd.
De autoriteit heeft raadgevende bevoegdheid en is onafhankelijk.
2.  De autoriteit is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de door iedere lidstaat aangewezen controleautoriteit(en), een vertegenwoordiger van de voor de instellingen opgerichte controleautoriteit(en), de Europese controleur voor gegevensbescherming en de communautaire organen, alsook een vertegenwoordiger van de Commissie.
Ieder lid van de autoriteit wordt aangewezen door de instelling of de autoriteit(en) die hij vertegenwoordigt. Wanneer een lidstaat meerdere controleautoriteiten heeft aangewezen, benoemen deze een gemeenschappelijke vertegenwoordiger. Hetzelfde geldt voor de autoriteiten die voor de communautaire instellingen en organen zijn opgericht.
3.  De autoriteit neemt haar besluiten bij eenvoudige meerderheid van de vertegenwoordigers van de controleautoriteiten.
4.  De autoriteit kiest een voorzitter. De duur van zijn mandaat bedraagt twee jaar. Het mandaat is hernieuwbaar.
5.  De autoriteit wordt bijgestaan door het Secretariaat voor de gemeenschappelijke controleautoriteiten belast met gegevensbescherming, ingesteld door Besluit 2000/641/JBZvan de Raad van 17 oktober 2000 1 .
_____________
1. PB L 271 van 24.10.2000, blz. 1.
Het secretariaat wordt binnen de kortst mogelijke termijn overgeheveld naar de Commissie.
Amendement 30
Artikel 4 septies (nieuw)
Artikel 4 septies
Taken van de gemeenschappelijke controleautoriteit belast met de bescherming van de persoonsgegevens
1.  De autoriteit heeft tot taak:
a) de behandeling van alle vraagstukken met betrekking tot de uitvoering van de nationale bepalingen die ter uitvoering van het onderhavige besluit worden vastgesteld;
b) het adviseren van de Commissie over het beschermingsniveau in de Europese Unie;
c) advies te verstrekken over alle voorstellen tot wijziging van het onderhavige besluit, alle voorstellen voor aanvullende of specifieke maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden van natuurlijke personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens, alsook over alle andere voorstellen voor Europese wetgeving die een impact hebben op deze rechten en vrijheden;
d) advies te verstrekken over de Europese gedragscodes.
2.  Indien de autoriteit vaststelt dat tussen de wetgevingen en praktijken van de lidstaten verschillen ontstaan die een risico kunnen inhouden voor de gelijkwaardige bescherming van personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens in de Europese Unie, stelt zij de Commissie hiervan in kennis.
3.  De autoriteit kan op eigen initiatief aanbevelingen formuleren over alle vraagstukken betreffende de bescherming van personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens in de derde pijler.
4.  De autoriteit doet haar adviezen en aanbevelingen toekomen aan de Commissie.
5.  In het kader van de uitoefening van haar taken, beschikt de autoriteit over een inspectiebevoegdheid en een effectieve handelingsbevoegdheid, op grond waarvan zij in voorkomend geval alle nodige maatregelen kan nemen om gegevens die in strijd met de artikelen 9 bis en 9 ter zijn ingezameld te corrigeren, tijdelijk of definitief de verwerking ervan te verbieden of ze te wissen.
6.  Iedereen kan bij de autoriteit een verzoek om bescherming van zijn rechten en vrijheden ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens indienen.
De betrokken persoon wordt in kennis gesteld van het aan zijn verzoek gegeven gevolg.
7.  De Commissie informeert de autoriteit over het gevolg dat zij aan de adviezen en aanbevelingen van de autoriteit heeft gegeven. Zij stelt daartoe een verslag op, dat zij ook aan het Europees Parlement en de Raad doet toekomen. Dat verslag wordt openbaar gemaakt.
8.  De autoriteit stelt jaarlijks een verslag op over de stand van de bescherming van natuurlijke personen ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens in de derde pijler, en doet dat verslag toekomen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Dat verslag wordt openbaar gemaakt.
Amendement 31
Artikel 4 octies (nieuw)
Artikel 4 octies
Verslagen van Europol en Eurojust
Europol en Eurojust brengen jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.

(1) Nog niet in het PB gepubliceerd.

Laatst bijgewerkt op: 22 februari 2006 Juridische mededeling