Gevallenen en slachtoffers voormalig Nederlands-Indië herdacht



De Voorzitter van de Tweede Kamer, Anouchka van Miltenburg, en de Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, hebben vandaag een krans gelegd bij de Indische plaquette in de hal van het Tweede Kamergebouw, ter nagedachtenis aan de gevallenen en slachtoffers tijdens de Japanse bezetting in voormalig Nederlands-Indië.

In haar toespraak stond de Voorzitter van de Tweede Kamer stil bij het uitblijven van erkenning, waar militairen die streden in Nederlands-Indië lang mee te maken hebben gehad. "Het contrast is groot. In 1945 werden ónze bevrijders letterlijk op het schild gehesen, en de militairen die tegenwoordig worden uitgezonden kunnen rekenen op onze onvoorwaardelijke waardering en het grootste respect. Voor de militairen die streden in Nederlands-Indië was dat anders. Over hun inzet bij de verdediging van het Nederlands Koninkrijk in de Tweede Wereldoorlog wordt niet zo vaak gesproken", zei Van Miltenburg. "Gelukkig is er met de jaren erkenning gekomen, en hebben we beseft hoe moeilijk het moet zijn geweest. Voor de militairen die bij thuiskomst 'iets uit te leggen' hadden, maar ook voor de mensen in het verzet en de 300.000 Nederlandse staatsburgers die na 1949 gedwongen werden om Indonesië te ontvluchten."

De Voorzitter sprak de overtuiging uit dat 15 augustus 1945 - de capitulatie van Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog voor Zuidoost-Azië en het Koninkrijk der Nederlanden - nooit zal worden vergeten: "Er zijn momenten die nooit uit onze geschiedenisboeken zullen verdwijnen. Iedereen die vandaag aanwezig is, is direct of indirect onderdeel geweest van zo'n moment. En ieder van u gedenkt vandaag z'n eigen verhaal. Als we de boeken erop naslaan, zien we dat de geschiedenis van Indonesië zwaar en beladen is. Maar wat ook een plek in die boeken verdient, is dat alle militairen en burgers die zich in Nederlands-Indië hebben ingezet, dat deden omdat de politiek dat van hen vroeg. En daarvoor verdienen ze onze onvoorwaardelijke waardering en het grootste respect."

De voorzitter van de 'Stichting Herdenking 15 augustus 1945', Jan Kees Wiebenga, ging aan het begin van de herdenking in op het oorlogsjaar 1944 in Nederlands-Indië, de samenhang tussen de herdenking op 4 mei en 15 augustus en het thema dat dit jaar aan de herdenking is verbonden, 'het besef uit Indië te komen'. "Dit thema roept veel gedachten op. Om te beginnen aan de veelvormige samenleving, die zich sinds de komst van de Nederlanders rond 1600 heeft ontwikkeld in het reusachtige eilandenrijk in Zuid-Oost Azië (...) En dan, vanaf 8 december 1940, de oorlog. Het 'besef uit Indië te komen' was er ook bij de militairen die er vanuit Nederland heen werden gezonden, in de gewelddadige en politiek onrustige periode die op de oorlog volgde. Na het einde van de oorlog tot in de jaren '60 vertrokken honderdduizenden uit het land dat hen zo dierbaar is. Zij zullen het besef uit Indië te komen altijd met zich meedragen."

Op 15 augustus zullen de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer namens de Staten-Generaal een krans leggen bij het Indisch monument aan de Prof. Teldersweg in Den Haag; de NOS zal hier verslag van doen.


Deel dit item: