Rappelabele toezeggingen Buitenlandse Zaken (Rappel juli 2015)



Dit is het rappel tot 13-07-15.

 




Toezegging Vergadering Parlementaire Assemblee en werklast EHRM (32.125 en 32.123 V) (T01191)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Kox, toe na de verkiezingen een vergadering van de Parlementaire Assemblee bij te zullen wonen. De minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Strik, toe dat hijzelf of de minister van Buitenlandse Zaken – afhankelijk van de werklast en prioriteiten - een vergadering van de Parlementaire Assemblee bij zal wonen.

zie ook


Kerngegevens

Nummer T01191
Status deels voldaan
Datum toezegging 20 april 2010
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Parlementaire Assemblee
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2009-2010 (32.125)
Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2010 (32.123 V)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1134

De heer Kox (SP): Morgen worden de voorstellen van Jagland besproken. Is de minister daar zelf bij of is daar iemand anders van onze regering bij? Mij is opgevallen dat de huidige secretaris-generaal van de Raad van Europa buitengewoon bij de tijd is en buitengewoon inspirerend werkt, maar ook choquerend kan werken. Een opmerking van hem die op mij veel indruk maakte, was dat tegenwoordig bij heel veel organisaties wordt gesproken over synergie, maar dat bij deze organisatie sprake is van -- ik vertaal het maar even in het Nederlands -- "nynergie": ongeveer alles werkt tegen elkaar in; wat het ene orgaan doet, wordt door het andere orgaan gesaboteerd. Er moet daar dus opgeruimd worden. In die zin begrijp ik dat regeringen en ministers niet altijd klaar staan met een zak geld om problemen op te lossen bij de Raad van Europa. De Raad van Europa moet eerst zelf een hoop problemen oplossen, maar op het eind van de dag zullen toch middelen beschikbaar moeten zijn om al het werk te kunnen verrichten dat de Raad van Europa inmiddels, zeker in de afgelopen vijftien jaar, op zijn bordje heeft gekregen. Misschien is het goed dat wij samen -- de Nederlandse delegatie, de Eerste Kamer en de minister -- nadenken over de list die wij moeten verzinnen om anderen tot een redelijkere opstelling te krijgen. Misschien is het goed als de minister op korte termijn naar Straatsburg komt. Wij zien daar altijd graag ministers verschijnen om de assemblee toe te spreken. Dan zou de minister daarop kunnen wijzen. Het geluid van een minister en een regering dat het geld mag kosten als het goed is en als het geld moet kosten, zouden wij daar best kunnen gebruiken. Ik ondervraag altijd alle ministers op dit punt. Het zou mij genoegen doen als ik de Nederlandse minister zou kunnen ondervragen en als die dan zegt: ja natuurlijk, dat weet je toch? Dat zou erg nuttig kunnen zijn.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1136

Mevrouw Strik (GroenLinks): Toen nog staatssecretaris Albayrak is eerder uitgenodigd voor de junisessie van de Parlementaire Assemblee om haar vreemdelingenbeleid uit te leggen. Het zou geweldig zijn als de minister van Justitie die uitnodiging kan overnemen. Wellicht dat hij dan de kans krijgt om de zaak verder uit te leggen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Minister Verhagen: Ik dank de heer Kox, ook voor de waarderende woorden over de communicatie. Hoewel ik werd gesouffleerd en op het goede pad werd gezet door zijn fractiegenoot die mij de suggestie aan de hand deed, was ik al van plan om naar de Raad van Europa te gaan. Dat was al min of meer gepland in mijn agenda. Ik was van plan om naar Straatsburg toe te gaan. Toen kwam ik in de omstandigheid dat ik niet alleen meer minister van Buitenlandse Zaken was, maar ook minister voor Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris van Europese Zaken. Daarbij zullen er op korte termijn verkiezingen van de Tweede Kamer plaatsvinden en ben ik door mijn partij geschikt bevonden om op de kandidatenlijst te staan. Derhalve is mijn agenda ietwat druk geworden. Ik heb Straatsburg nog steeds staan, maar ik hoop daar na de verkiezingen van 9 juni heen te kunnen gaan. Ik ben het met de heer Kox eens dat het van belang is dat er ook ministers komen. Ik zal dus zo snel mogelijk na de verkiezingen bekijken hoe mijn nieuwe agenda

eruitziet.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Als minister!

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Minister Verhagen: Dan zijn er eerst heel lange onderhandelingen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

De voorzitter: Wij zullen het erbij schrijven op het toezeggingenlijstje.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Verhagen: Dat is goed!

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Voorzitter. Ik heb nog een aantal vragen liggen waaronder de vriendelijke opwekking van mevrouw Strik om een inhoudelijk verhaal in Straatsburg te komen houden, maar die is inmiddels ingehaald door de vraag van de heer Kox aan minister Verhagen om geld naar Straatsburg te komen brengen. Ik begrijp nu hoe de volgorde van prioriteiten is. Ik wacht even op het moment waarop deze reacties op een, voor degene die de Handelingen maakt, hoorbare vorm worden uitgesproken.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

De heer Kox (SP): Staatssecretaris Albayrak zou eind juni bij de aanbieding van twee rapporten over migratie en vluchtelingen aanwezig zijn. Als de minister daar de regering zou willen vertegenwoordigen – hij is bij wijze van spreken al genoteerd, want er is al genoteerd dat Nederland een spreker zal leveren – is hij van harte welkom. Als hij minister Verhagen dan ook nog meeneemt die wellicht ook nog iets over geld kan zeggen, zullen zij een geweldig populair duo zijn. Ik meen dat de aanwezigheid van de minister – en nu ben ik serieus – eind juni bij de behandeling van die rapporten op prijs zal worden gesteld.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Ik dank de heer Kox voor deze toelichting. Ik tast nu even in het duister of voor mevrouw Strik de prioriteiten ook zo liggen. Zij knikt ja. Ik zal uiteraard rekening houden met de agenda. Minister Verhagen heeft al gezegd dat hij de taken van onze vroegere collega's Koenders en Timmermans heeft moeten overnemen. Ik heb de taken moeten overnemen van onze vroegere collega's Albayrak en Ter Horst. Dus ik kom in een combat des générosités met collega Verhagen wat betreft de werklast en de prioriteiten, maar u mag uit onze reacties in combinatie afleiden dat voor ons beiden de Raad van Europa zeer hoog genoteerd staat.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Overzicht belemmeringen grensoverschrijdende arbeid en maatregelen (33.877) (T01907)

Algemene Europese Beschouwingen 15 april 2014 - De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries (PvdA), toe de Kamer een brief te doen toekomen met een overzicht van de bestaande praktische belemmeringen op het punt van grensoverschrijdende arbeid in buurlanden en de maatregelen die het kabinet hiertegen wenst te nemen.

Algemene Europese Beschouwingen 19 mei 2015 - De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden De Vries en Schrijver (PvdA), toe de Kamer voor het zomerreces te informeren over de uitvoering van de motie Schouten c.s. over initiatieven om werken over de grens makkelijker te maken (TK, 34.000 XV, nr. 35) en de motie Schouten c.s. over een economische agenda voor de grensregio's (TK, 34.000 XIII, nr. 36).


Kerngegevens

Nummer T01907
Status voldaan
Datum toezegging 15 april 2014
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden Prof.mr. N.J. Schrijver (PvdA)
prof.mr. K.G. de Vries (PvdA)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Algemene Europese Beschouwingen
grensoverschrijdende arbeid
staat van de Unie
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)
Staat van de Europese Unie 2014 (33.877)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, 15 april 2014, nr. 27, item 3, blz. 17-18.

De heer De Vries (Pvda)

Ik eindig dicht bij huis. Een onderwerp dat jaren geleden hoog op de agenda stond, was de grensoverschrijdende samenwerking tussen landen als Nederland en Duitsland, Nederland en België enzovoorts. De leden van mijn fractie constateren dat er nog steeds grote belemmeringen zijn. Een voorbeeld: voor veel Nederlandse werknemers is het ingewikkeld en mede daarom niet aantrekkelijk om over de grens te gaan werken, alhoewel met name in Duitsland voldoende werkgelegenheid beschikbaar zou zijn, ook voor Nederlandse werknemers. De problemen die men tegenkomt hebben te maken met sociale wetgeving, met regelingen voor medische ongeschiktheid en dergelijke. Kan de minister de Kamer een overzicht toezeggen van nog steeds bestaande belemmeringen en daarbij aangeven hoe het kabinet die uit de weg wil ruimen? Ik dring er niet op aan dat dat vandaag allemaal gebeurt, maar ik zou het wel graag op korte termijn tegemoetzien.

Handelingen I 2013-2014, 15 april 2014, nr. 27, item 8, blz. 37-38

Minister Timmermans

Er is gevraagd of ik de praktische belemmeringen kan aangeven die er op het punt van de grensoverschrijdende samenwerking nog zijn. Ik zal de Kamer een brief sturen om te kijken in hoeverre ik op die vraag kan antwoorden. De Kamer weet dat deze zaak mij zeer raakt, simpelweg gezien de plaats waar ik woon en de zaken waar ik mee te maken heb. Ik zal kijken of ik aan dat verzoek kan voldoen. De Kamer krijgt van mij in ieder geval een brief op dit punt. Ik hoop dat ik daarin een totaaloverzicht kan maken.

Handelingen I 2014-2015, 19 mei 2015, nr. 31, item 12, blz. 23

De heer Schrijver (PvdA)

(...) De minister heeft een aantal belangrijke voorbeelden genoemd waardoor Europa dichter bij de burgers zou kunnen zijn, onder ander bij de aanpak van wat hij de "urban issues" noemde, de stedelijke beslommeringen. De minister heeft echter niets gezegd over het punt dat collega De Vries naar voren bracht om in de grensregio's het grensoverschrijdende verkeer van werknemers te vergemakkelijken. Dat is ook vaak een steen des aanstoots in nogal wat Europese grensregio's. Misschien kan de minister dat alsnog in zijn beantwoording meenemen?

Handelingen I 2014-2015, 19 mei 2015, nr. 31, item 12, blz. 34

Minister Koenders:

Dan kom ik op de grensoverschrijdende samenwerking. Het onderwerp grensarbeid heeft in de afgelopen periode binnen de agenda voor grensoverschrijdende samenwerking (GROS, want er is overal een afkorting voor in Europa) veel aandacht gekregen. Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit was een prioritair onderwerp toen Nederland voorzitter was van de Benelux. Dat heeft onder andere geleid tot betere informatievoorziening voor grensarbeiders en betere digitale toegang, zoals al genoemd. De komende jaren wordt eraan gewerkt om onze arbeidsmarkt beter te laten aansluiten op die van onze buurlanden. Er is nu een Benelux-aanbeveling over grensarbeid. Nogmaals, het gaat ook om een motor binnen de Europese Unie.

Hierover zijn twee moties-Schouten ingediend bij de begrotingen voor SZW en Economische Zaken voor 2015. BZK, EZ en SZW maken nu een inventarisatie van de precieze belemmeringen. Tevens is gevraagd op welke wijze grensoverschrijdend ondernemerschap gestimuleerd kan worden en welke experimenteerruimte gemeenten willen om een grensoverschrijdende arbeidsmarkt te stimuleren. Het parlement zal voor de zomer over de uitvoering van beide moties geïnformeerd worden.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over toetreding EU tot EVRM (33.877) (T01941)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kox (SP), toe de Kamer op de hoogte te houden van ontwikkelingen ten aanzien van de toetreding van de Europese Unie tot het EVRM.


Kerngegevens

Nummer T01941
Status openstaand
Datum toezegging 15 april 2014
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen EVRM
staat van de Unie
toetreding
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2014 (33.877)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 27, item 3 - blz. 19

De heer Kox (SP):

Ik hoor ook graag wanneer de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens eindelijk zou kunnen plaatsvinden. We wachten daar eigenlijk al veel te lang op. Of zijn er nieuwe beren op de weg verschenen?

Handelingen I 2013-2014, nr. 27, item 8 - blz. 35

Minister Timmermans:

Nederland hecht aan toetreding van de Europese Unie tot het EVRM. We werken daar hard aan. De Commissie heeft advies gevraagd aan het EU-hof. Dat advies wordt over een paar maanden verwacht, na de zomer. Om de toetredingsakkoorden te optimaliseren, zullen we ook interne toepassingsregels moeten opstellen. Dat ligt stil tot het advies van het hof beschikbaar is. Samen met een aantal andere lidstaten hebben we er bij de Commissie op aangedrongen om daarmee toch door te gaan, ondanks het feit dat we nog op het advies van het hof zitten te wachten. Ik zal de Kamer goed op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dat vlak.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Initiatieven regering grensoverschrijdende samenwerking (34.139) (T02084)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Van der Linden (CDA), toe de Kamer schriftelijk te informeren over de initiatieven die de regering neemt op gebied van grensoverschrijdende samenwerking. 


Kerngegevens

Nummer T02084
Status voldaan
Datum toezegging 3 maart 2015
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden drs. P.R.H.M. van der Linden (CDA)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen grensoverschrijdende samenwerking
Kamerstukken Nederlands EU-voorzitterschap 2016 (34.139)


Uit de stukken

Verslag van een mondeling overleg 2014-2015, nr. 34 139 B, blz. 11

De heer Van der Linden (CDA):

Mijn laatste punt is heel specifiek. Luxemburg maakt een groot punt van de grensoverschrijdende samenwerking. De Minister spreekt van de grote stad. Ik zou graag horen dat hij ook spreekt over grensoverschrijdende agglomeraties. Als je iets zichtbaar wilt maken voor de burger en als wij grote verhalen vertellen over Europa, vragen zij zich af hoe de dagelijkse dingen zijn geregeld, bijvoorbeeld het erkennen van diploma’s. Dan spoelt de support voor Europa als het ware als drijfzand weg op grond van de dagdagelijkse ervaringen. Ik zou me kunnen voorstellen dat Nederland het initiatief neemt om een pilotproject op te zetten in de EU-regio voor het regelen van een aantal van dit soort zaken. De vicevoorzitter van de Commissie en de voorzitter van het Europees parlement zijn grensbewoners die de problematiek heel goed kennen. Als de Nederlandse regering wat dit betreft een initiatief neemt, zou dat in ieder geval iets zijn wat zichtbaar is. Misschien kan zij dat samen met Luxemburg doen.

Verslag van een mondeling overleg 2014-2015, nr. 34 139 B, blz. 15.

Minister Koenders:

(...) We zullen het punt van de grensoverschrijdende samenwerking even opschrijven. We zijn natuurlijk met een aantal zaken bezig, ook op het terrein van de diploma’s. Daar kom ik dus bij u op terug.


Brondocumenten


Historie