Bijna een eeuw lang, van 1815 tot 1904, was de troon van de vorst een van de belangrijkste blikvangers in de zaal van de Tweede Kamer. Zijn aanwezigheid gaf de ruimte een monarchaal tintje en bood de koning gelegenheid bij elke vergadering aan te schuiven. Toch was de functie ervan vooral symbolisch. Hoewel Willem I de Kamer zag als zijn persoonlijke adviesorgaan, liet hij zich daar zelden zien. Datzelfde gold voor zijn opvolgers. Alleen bij de opening van de Staten-Generaal begaven zij zich naar de vergaderzaal, om vanaf hun koninklijke zetel de troonrede voor te lezen.
De troon verstoft
De overige dagen van het jaar bleef de troon leeg. Op negentiende-eeuwse prenten is te zien dat Kamerleden soms dankbaar gebruikmaakten van deze gelegenheid, door op de verhoging van de troon plaats te nemen en daarvandaan naar de sprekers te luisteren. Het was een eersterangs plek in een zaal die berucht was om zijn slechte akoestiek. Aan het begin van de twintigste eeuw kwam er een einde aan deze praktijk. Na de restauratie van de grafelijke zalen moest de troon plaatsmaken voor een spreekgestoelte. Hij verdween uiteindelijk in een van de kelders van het Binnenhof.
Een nieuwe troon
Voortaan vond de voordracht van de troonrede plaats in de Ridderzaal op een nieuwe en imposante troon, die door architect Pierre Cuypers ontworpen was. Aanvankelijk stond de troon achter in de zaal, tegen de korte zijde. Dit leidde echter tot klachten over de slechte verstaanbaarheid van het staatshoofd. Bovendien wekte deze opstelling de indruk dat de Kamerleden te gast waren bij de vorst, in plaats van andersom. Enkele jaren later werd de troon daarom verplaatst naar de rechterzijde van de zaal, tegenover de zetel van de Voorzitter. Tot op heden is dit de plek waar de vorst het parlement toespreekt.
Koning van het trappenhuis
Sinds 1964 staan de oorspronkelijke tronen van Willem III en Wilhelmina weer in het Kamergebouw. Sinds enkele jaren zijn ze te bewonderen in het centrale trappenhuis van Binnenhof 1a. Iedereen die tegenwoordig de trap naar boven neemt, kan dan ook even ervaren hoe het is om koning te zijn door stiekem in een vorstelijke zetel plaats te nemen.
Levensgroot portret
Een belangrijke blikvanger in de zaal van de Eerste Kamer is het meer dan levensgrote portret van Koning Willem II. Koning Willem II heeft zelf opdracht gegeven voor dit schilderij, nadat zijn directe bemoeienis met de Kamerleden was geëindigd. Eerste Kamerleden werden vóór de grondwetswijziging in 1848 voor het leven benoemd door de Koning. Sinds 1848 worden zij door de Provinciale Staten gekozen. Om toch nog 'aanwezig' te zijn in de Eerste Kamer gaf Koning Willem II opdracht aan de schilder J.A. Kruseman voor het portret. Hij schonk het aan de Kamer met de woorden: "Ik kan niet bij u komen, daarom wil ik u mijn portret geven, dan ben ik altijd bij u".