T01342

Toezegging Beleidsbrief cyberwarfare (32.500 V / 32.500 X)



De Minister van Defensie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Russell (CDA), toe de Eerste Kamer een beleidsbrief te doen toekomen betreffende cyberwarfare.


Kerngegevens

Nummer T01342
Status voldaan
Datum toezegging 15 februari 2011
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden mr. P.W.L. Russell (CDA)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen cyberwarfare
NAVO Strategisch Concept
Kamerstukken Begrotingsstaten Defensie 2011 (32.500 X)
Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2011 (32.500 V)


Uit de stukken

Handelingen I 2010/11, nr. 18, item 2, blz. 5

De heer Russell (CDA):

Ook krijgt een betrekkelijk nieuw fenomeen als de cyberwarfare terecht aandacht. De CDA-fractie in de Tweede Kamer heeft er bij monde van het lid Knops bij de behandeling van de vorige twee defensiebegrotingen al aandacht voor gevraagd. Hij heeft daarover een motie ingediend. Kan de minister van Defensie aangeven hoe Nederland en de NAVO aan dit belangrijke onderwerp invulling geven? In hoeverre werkt Nederland samen met andere NAVO-landen? In hoeverre kiest het kabinet ook voor een interdepartementale aanpak? Voorkomen moet worden, zo vindt de CDA-fractie, dat straks alle 28 lidstaten los van elkaar aan een eigen cybersecurity gaan werken. Dat vereist bundeling van krachten, zoals bij het raketschild. Worden naast defensieve capaciteiten ook offensieve capaciteiten overwogen? De vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken is ook hoe cyberwarfare zich verhoudt tot artikel 5 van het NAVO-verdrag? Dat heeft zoals bekend, vooralsnog, betrekking op een "gewapende aanval". Maar blijft dat zo, na een digitaal "Pearl Harbor"? Zo'n scenario is zeker niet denkbeeldig.

Handelingen I 2010/11, nr. 18, item 7, blz. 43-44

Minister Hillen:

Ik kom toe aan cyber, een onderwerp dat op het ogenblik heel hot is: iedereen praat erover. Maar strikt genomen is het nog niet erg gedefinieerd. Binnen de NAVO, en ook binnen Nederland zijn we bezig dat te ontwikkelen. De Kamer krijgt binnen een paar weken van dit kabinet een nota, geschreven door de betrokken ministeries, waarin een eerste inventarisatie is gemaakt van datgene wat volgens ons bij cyber op de agenda moet staan. Ik doel op cyber in termen van cybercrime, gericht op het binnenland en op cyber, gericht op het buitenland en op de Defensieveiligheid. Bij cyber denken wij niet alleen in termen van defensief, maar ook in termen van offensief. [...] Wat is de architectonische achtergrond van de manier waarop de ombuigingen plaatsvinden? Ik kan nog niet vooruitlopen op de beleidsbrief die geschreven wordt, maar het zal erop neerkomen dat je toch gaat proberen, je voor te bereiden op de oorlog van morgen, en niet die van gisteren nog eens over te doen. Bij je investeringen en bij de keuzes die je gaat maken, probeer je je te verplaatsen in datgene wat morgen aan de orde zal zijn. Je probeert je daar te versterken, of je probeert te bedenken wat aan de orde kan komen. Daarbij moeten we er wel rekening mee houden --en dan gaat het niet alleen om cyber, maar ook om andere zaken -- dat de ontwikkelingen razendsnel gaan, ook qua bewapening.


Brondocumenten


Historie