Dit wetsvoorstel wijzigt de gehele spoorwegwetgeving door bestaande wetten met betrekking tot spoorwegen in te trekken en te vervangen.

Hiermee worden de publiekrechtelijke verantwoordelijkheden en verplichtingen van de minister, de uitvoeringsorganisaties, de vervoerders en andere betrokkenen geregeld.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 25 april 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 april 2003 zonder stemming aangenomen. GroenLinks en OSF is daarbij aantekening verleend. Tijdens de behandeling is de Motie-Wolfson (PvdA) c.s. inzake een meerjarig herstelplan voor achterstallig onderhoud aan infrastructuur en rollend materieel en voor een sociaal veiligheidsbeleid (27.482, 27.216, EK nr. 145f) ingediend. De motie is op 6 mei 2003 met algemene stemmen aangenomen.

Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met het voorstel Concessiewet personenvervoer per trein (27.216).


Kerngegevens

ingediend

6 november 2000

titel

Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgelegd


Hoofdlijnen

  • Het voorstel regelt:
    • een strikte scheiding tussen enerzijds de zorg voor de infrastructuur en anderzijds het leveren van vervoersproducten op die infrastructuur;
    • dat het vervoer wordt verzorgd door de marktpartijen in concurrentie;
  • De zorg voor de infrastructuur, het verdelen van de capaciteit ervan, de randvoorwaarden voor het gebruik en de veiligheid is de verantwoordelijkheid van de overheid;
  • De uitvoerende overheidstaken zullen worden opgedragen aan een zelfstandige uitvoeringsorganisatie. Voor een overgangsperiode zullen deze taken worden uitgevoerd door voormalige onderdelen van het NS-concern;
  • Het voorstel heeft vrijwel uitsluitend betrekking op het hoofdspoorwegnet en bevat slechts enkele technische wijzigingen voor de tram, metro en particuliere spoorlijnen.

Documenten

25