Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/0805(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0187/2006

Ingediende teksten :

A6-0187/2006

Debatten :

PV 13/06/2006 - 18
CRE 13/06/2006 - 18

Stemmingen :

PV 14/06/2006 - 4.1
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0256

Aangenomen teksten
PDF 389kWORD 142k
Woensdag 14 juni 2006 - Straatsburg
Europees tenuitvoerleggingsbevel en overbrenging van gevonniste personen *
P6_TA(2006)0256A6-0187/2006

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden met het oog op de aanneming van een kaderbesluit van de Raad inzake het Europees tenuitvoerleggingsbevel en de overbrenging van gevonniste personen tussen de lidstaten van de Europese Unie (7307/2005 – C6-0139/2005 – 2005/0805(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het initiatief van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (7307/2005)(1),

–   gelet op artikel 34, lid 2, onder b) van het EU-Verdrag,

–   gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0139/2005),

–   gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0187/2006),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Raad de tekst dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden;

5.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.

Door de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement1
Titel
Kaderbesluit van de Raad inzake het Europees tenuitvoerleggingsbevel en de overbrenging van gevonniste personen tussen de lidstaten van de Europese Unie
Kaderbesluit van de Raad inzake de wederzijdse erkenning van strafrechterlijke vonnissen houdende vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen, met het oog op tenuitvoerlegging daarvan in de Europese Unie
Amendement 2
Overweging 5
(5)  In hun relaties, die worden gekenmerkt door een bijzonder, wederzijds vertrouwen in de rechtsstelsels van de overige lidstaten, dienen de lidstaten verder te gaan dan de bestaande instrumenten van de Raad van Europa op het gebied van overbrenging met het oog op tenuitvoerlegging. Als principiële verplichting voor de tenuitvoerleggingsstaat moet worden vastgelegd dat hij zijn onderdanen en de rechtmatig permanent op zijn grondgebied verblijvende personen die in een andere lidstaat onherroepelijk tot een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel zijn veroordeeld, onafhankelijk van hun instemming dient over te nemen, voorzover bepaalde redenen tot afwijzing niet voorhanden zijn.
(5)  In hun relaties, die worden gekenmerkt door een bijzonder, wederzijds vertrouwen in de rechtsstelsels van de overige lidstaten, dienen de lidstaten verder te gaan dan de bestaande instrumenten van de Raad van Europa op het gebied van overbrenging met het oog op tenuitvoerlegging en erkenning door de tenuitvoerleggingsstaat van beslissingen door de autoriteiten van de beslissingsstaat. Niettegenstaande de noodzaak dat de rechten van gevonniste personen voldoende moeten worden gewaarborgd, dient hun rol in de procedure, in de vorm van de vereiste voor hun toestemming om een vonnis door te geven aan een andere lidstaat met het oog op de erkenning en tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie, niet meer van doorslaggevend gewicht te zijn.
Amendement 3
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis) Het wederzijdse vertrouwen in de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in strafrechtelijke aangelegenheden moet worden versterkt door maatregelen op Europees niveau, ten behoeve van een betere harmonisatie en wederzijdse erkenning van de strafrechtelijke beslissingen, en moet leiden tot Europese wetgeving en praktijken op het gebied van het strafrecht.
Amendement 4
Overweging 6
(6)  De overbrenging van gevonniste personen naar de staat waarvan zij onderdaan zijn, de staat waar zij rechtmatig verblijven of de staat waarmee zij andere nauwe banden hebben om daar hun veroordeling te ondergaan, bevordert hun maatschappelijke herintegratie.
(6)  De overbrenging van gevonniste personen naar de staat waarvan zij onderdaan zijn of de staat waarin zij rechtmatig permanent verblijven om daar hun veroordeling te ondergaan, bevordert hun maatschappelijke herintegratie.
Amendement 5
Overweging 7
(7)  Dit kaderbesluit beoogt ?de grondrechten te eerbiedigen en te voldoen aan de beginselen die worden erkend bij artikel 6 van het Verdrag en zijn weergegeven in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name in hoofdstuk VI. Niets in dit kaderbesluit belet dat de tenuitvoerlegging van een beslissing kan worden geweigerd indien er objectieve redenen bestaan om aan te nemen dat de sanctie is opgelegd met het oog op bestraffing van een persoon op grond van zijn geslacht, ras, godsdienst, etnische afstamming, nationaliteit, taal, politieke overtuiging of seksuele geaardheid, of dat de positie van die persoon kan worden aangetast om een van deze redenen.
(7)  Dit kaderbesluit beoogt? de grondrechten te eerbiedigen en te voldoen aan de beginselen die worden erkend bij artikel 6 van het Verdrag en zijn weergegeven in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name in hoofdstuk VI. Niets in dit kaderbesluit belet dat de tenuitvoerlegging van een beslissing kan worden geweigerd indien er objectieve redenen bestaan om aan te nemen dat de sanctie is opgelegd met het oog op bestraffing van een persoon op grond van zijn geslacht, ras, godsdienst, etnische afstamming, nationaliteit, taal, politieke overtuiging of seksuele geaardheid, of dat de positie van die persoon kan worden aangetast om een van deze redenen. Bij de toepassing van dit kaderbesluit moeten ook de bepalingen inzake de procedurele rechten in strafprocedures zoals vastgelegd in het desbetreffende kaderbesluit van de Raad, worden gerespecteerd .
Amendement 6
Artikel 1, letter a)
a)  "Europees tenuitvoerleggingsbevel": een door een bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat gegeven beslissing met het oog op de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk vonnis dat door een rechter van die staat aan een natuurlijke persoon is opgelegd;
a) "vonnis": een onherroepelijke gerechtelijke beslissing of een onherroepelijk gerechtelijk bevel van de beslissingsstaat houdende een sanctie opgelegd aan een natuurlijke persoon;
Ten gevolge van dit amendement moet de tekst overal dienovereenkomstig worden aangepast.
Amendement 7
Artikel 1, letter b)
b) "sanctie": een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel die wegens een strafbaar feit voor een beperkte of onbeperkte periode door een rechter is opgelegd in een strafprocedure;
b) "sanctie": een vrijheidsstraf of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel die wegens een strafbaar feit voor een beperkte of onbeperkte periode is opgelegd in een strafprocedure;
Amendement 8
Artikel 1, letter c)
c) "beslissingsstaat": de lidstaat waarin een Europees tenuitvoerleggingsbevel is gegeven;
c) "beslissingsstaat": de lidstaat waarin een vonnis in de betekenis van dit kaderbesluit is gewezen;
Amendement 9
Artikel 1, letter d)
d) "tenuitvoerleggingsstaat": de lidstaat waaraan een Europees tenuitvoerleggingsbevel is toegezonden met het oog op tenuitvoerlegging.
d) "tenuitvoerleggingsstaat": de lidstaat waaraan een vonnis is toegezonden met het oog op erkenning en tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie.
Amendement 10
Artikel 2, lid 2
2.   Niettegenstaande artikel 4 kan iedere lidstaat, indien zijn interne organisatie zulks vereist, een of meer centrale autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor het administratief toezenden en in ontvangst nemen van het Europees tenuitvoerleggingsbevel, en die de bevoegde autoriteiten bijstaan.
Schrappen
Amendement 11
Artikel 2, lid 3
3.  Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de ontvangen informatie ter beschikking van alle lidstaten en van de Commissie.
3.  Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de ontvangen informatie ter beschikking van de betrokken lidstaten.
Amendement 12
Artikel 3, lid 1
1.  Met dit kaderbesluit wordt beoogd de regels vast te stellen volgens welke een lidstaat een door een rechter van een andere lidstaat opgelegde sanctie erkent en op zijn grondgebied ten uitvoer legt overeenkomstig artikel 1, onder b), ongeacht of met de tenuitvoerlegging reeds een begin is gemaakt.
1.  Met dit kaderbesluit wordt beoogd de regels vast te stellen volgens welke een lidstaat een vonnis erkent en de opgelegde sanctie ten uitvoer legt, ongeacht of met de tenuitvoerlegging reeds een begin is gemaakt.
Amendement 13
Artikel 3, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Dit kaderbesluit is alleen van toepassing op de erkenning van vonnissen en de tenuitvoerlegging van sancties in de betekenis van het kaderbesluit. Het feit dat, naast de bedoelde sanctie ook een boete en/of een beslissing tot confiscatie werd opgelegd die nog niet is betaald, verhaald of ten uitvoer gelegd, belet de toezending van een Europees tenuitvoerleggingsbevel niet. De erkenning en tenuitvoerlegging van dergelijke boetes en beslissingen tot confiscatie in een andere lidstaat geschiedt op basis van de instrumenten die tussen de lidstaten van toepassing zijn, met name Kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties1 en Kaderbesluit 2005/.../JBZ van ... inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie2.
_____________
1 PB L 76 van 22.3.2005, blz. 16.
2 PB L ...
Amendement 14
Artikel 3, lid 3, letter a), inleidende formule
a)  De volgende artikelen van dit kaderbesluit zijn tevens van toepassing op de tenuitvoerlegging van sancties waarbij de persoon, ingevolge een voorwaarde overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, wordt teruggezonden naar de uitvoerende lidstaat om daar de vrijheidsstraf of de tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel te ondergaan die hem is opgelegd in de uitvaardigende lidstaat:
a)  De volgende artikelen van dit kaderbesluit zijn tevens van toepassing op de tenuitvoerlegging van sancties waarbij de persoon, ingevolge een voorwaarde overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, wordt teruggezonden naar de uitvoerende lidstaat om daar de sanctie te ondergaan die hem is opgelegd in de uitvaardigende lidstaat:
Amendement 15
Artikel 3, lid 3, letter a), streepje 3
–  Artikel 4, leden 3 tot en met 6: Toezending van het Europees tenuitvoerleggingsbevel;
  Artikel 4, leden 1, 3 bis, 4, 5 en 6: Toezending van het vonnis en het certificaat,
Amendement 16
Artikel 3, lid 3, letter a), streepje 5
–  Artikel 8: Erkenning en tenuitvoerlegging van een Europees tenuitvoerleggingsbevel en termijnen;
–  Artikel 8: Erkenning en tenuitvoerlegging van het vonnis;
Amendement 17
Artikel 3, lid 3, letter b), streepje 2,
–  Artikel 8: Erkenning en tenuitvoerlegging van een Europees tenuitvoerleggingsbevel;
–  Artikel 8: Erkenning en tenuitvoerlegging van het vonnis;
Amendement 18
Artikel 3, lid 3, letter b), tweede alinea
De staat die het Europees aanhoudingsbevel heeft gegeven, verstrekt de tenuitvoerleggingsstaat de in een Europees tenuitvoerleggingsbevel opgenomen gegevens. De bevoegde autoriteiten treden rechtstreeks met elkaar in contact over met deze alinea verband houdende aangelegenheden.
De staat die het Europees aanhoudingsbevel heeft gegeven, verstrekt de tenuitvoerleggingsstaat het vonnis vergezeld van een certificaat als bedoeld in artikel 4. De bevoegde autoriteiten treden rechtstreeks met elkaar in contact over met deze alinea verband houdende aangelegenheden.
Amendement 19
Artikel 4, titel
Toezending van het Europees tenuitvoerleggingsbevel
Toezending van het vonnis en het certificaat
Amendement 20
Artikel 4, lid -1 (nieuw)
-1.  Een vonnis kan, vergezeld van een certificaat als bedoeld in dit artikel, worden toegezonden aan één van de volgende lidstaten:
i) de staat waarvan de gevonniste persoon onderdaan is of de staat waar hij of zij rechtmatig permanent verblijft;
ii) de staat waarvan de gevonniste persoon onderdaan is en waarheen hij of zij wordt uitgezet wanneer hij of zij ten gevolge van het vonnis of van een uit het vonnis voortvloeiende administratieve beslissing uit detentie wordt ontslagen;
iii) de staat waarvan de gevonniste persoon onderdaan is of de staat waar hij of zij rechtmatig permanent verblijft en die hem of haar op basis van een Europees aanhoudingsbevel aan de beslissingsstaat heeft overgeleverd, op voorwaarde dat de betrokken persoon, na te zijn gehoord, wordt teruggezonden naar de tenuitvoerleggingsstaat teneinde daar de sanctie te ondergaan die hem of haar in de beslissingsstaat is opgelegd;
iv) de staat waar de gevonniste persoon verblijft, waarvan hij of zij onderdaan is of rechtmatig permanent verblijft, wanneer deze instemt met de erkenning en tenuitvoerlegging van het vonnis;
v) de staat waar hij of zij rechtmatig permanent verblijft, tenzij hij of zij zijn of haar verblijfsvergunning ten gevolge van het vonnis of van een uit het vonnis voortvloeiende administratieve beslissing heeft verloren of zal verliezen; of
vi) de staat die instemt met de toezending van het vonnis tesamen met het certificaat met het oog op de erkenning en tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie.
Voorafgaand aan de toezending van het vonnis overweegt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat zorgvuldig het advies van de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat via gepaste middelen in te winnen. Deze raadpleging is verplicht wanneer het vonnis overeenkomstig de in lid 1 genoemde criteria aan twee of meer lidstaten kan worden toegezonden.
De tenuitvoerleggingsstaat kan de beslissingsstaat op eigen initiatief verzoeken hem het vonnis vergezeld van een certificaat toe te zenden.
Amendement 21
Artikel 4, lid 1
1.   Een Europees bevel tot tenuitvoerlegging van een in artikel 1, onder b), bedoelde sanctie kan worden toegezonden aan de in artikel 2, lid 1, bedoelde autoriteiten van een lidstaat waarvan de natuurlijke persoon aan wie de sanctie is opgelegd, een onderdaan is of waarin deze rechtmatig permanent verblijft of waarmee hij andere nauwe banden heeft.
1.   Met het oog op erkenning en tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie zendt de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), derde streepje, het vonnis of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, tesamen met het certificaat, rechtstreeks aan de bevoegde autoriteit in de tenuitvoerleggingsstaat toe, op zodanige wijze dat het schriftelijk kan worden vastgelegd en de tenuitvoerleggingsstaat de echtheid ervan kan vaststellen. Het origineel van het vonnis, of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, en het origineel van het certificaat worden de tenuitvoerleggingsstaat op diens verzoek toegezonden. Alle officiële communicatie vindt tevens rechtstreeks tussen de bedoelde autoriteiten plaats.
Amendement 22
Artikel 4, lid 2
2.  Een Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt niet toegezonden indien de persoon aan wie de sanctie is opgelegd, rechtmatig permanent verblijft in de beslissingsstaat, tenzij de gevonniste persoon met de overbrenging instemt, of de beslissing dan wel een ingevolge deze beslissing genomen bestuursrechtelijke beslissing een bevel tot uitzetting of uitwijzing, dan wel een andere maatregel bevat krachtens welke het de betrokkene niet is toegestaan om op het grondgebied van de beslissingsstaat te blijven nadat hij de sanctie heeft ondergaan.
Schrappen
Amendement 23
Artikel 4, lid 3
3.  Het feit dat, naast de in artikel 1, onder b), bedoelde sanctie op grond van het feit dat ten grondslag ligt aan het Europees tenuitvoerleggingsbevel, ook een boete werd opgelegd die nog niet door de gevonniste persoon is betaald, belet de toezending van een Europees tenuitvoerleggingsbevel niet. De tenuitvoerlegging van de boete in een andere lidstaat berust op de desbetreffende bepalingen die tussen de lidstaten van toepassing zijn.
Schrappen
Amendement 24
Artikel 4, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Het certificaat, waarvan het modelformulier in bijlage staat, wordt ondertekend door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, die verklaart dat de inhoud juist is.
Amendement 25
Artikel 4, lid 4
4.  Het Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat rechtstreeks aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat toegezonden op zodanige wijze dat zij schriftelijk wordt vastgelegd en de tenuitvoerleggingsstaat de echtheid daarvan kan vaststellen. Ook alle ambtelijke mededelingen worden rechtstreeks door deze bevoegde autoriteiten uitgewisseld.
4.  Het vonnis wordt door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat rechtstreeks aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat toegezonden op zodanige wijze dat het schriftelijk wordt vastgelegd en de tenuitvoerleggingsstaat de echtheid ervan kan vaststellen en het kan gegevens bevatten in eender welke vorm met betrekking tot het gevangenisdossier van de persoon aan wie de sanctie is opgelegd. Ook alle ambtelijke mededelingen worden rechtstreeks door deze bevoegde autoriteiten uitgewisseld.
Amendement 26
Artikel 4, lid 5
5.  De beslissingsstaat zendt het Europees tenuitvoerleggingsbevel met betrekking tot een persoon aan slechts één tenuitvoerleggingsstaat per keer toe.
5.  De beslissingsstaat zendt het vonnis, tesamen met een certificaat, aan slechts één tenuitvoerleggingsstaat per keer toe.
Amendement 27
Artikel 4, lid 6
6.  Indien de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onbekend is met de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, wint zij, onder meer langs de contactpunten van het bij Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ van de Raad opgerichte Europees justitieel netwerk, de nodige inlichtingen in bij de tenuitvoerleggingsstaat.
6.  Indien de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onbekend is met de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, wint zij, langs de contactpunten van het bij Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ van de Raad opgerichte Europees justitieel netwerk, de nodige inlichtingen in bij de tenuitvoerleggingsstaat.
Amendement 28
Artikel 4, lid 7
7.  Wanneer een autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat die een Europees tenuitvoerleggingsbevel ontvangt, niet bevoegd is om dit te erkennen en de voor de tenuitvoerlegging vereiste maatregelen te nemen, zendt zij het Europees tenuitvoerleggingsbevel ambtshalve aan de bevoegde autoriteit toe en stelt zij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat hiervan in kennis.
Schrappen
Amendement 29
Artikel 5, titel
Mening van en kennisgeving aan de gevonniste persoon
Mening van en kennisgeving aan de gevonniste persoon en het (de) slachtoffer(s)
Amendement 30
Artikel 5, lid 1
1.  Wanneer de gevonniste persoon zich in de beslissingsstaat bevindt, moet hij, indien mogelijk, in de gelegenheid worden gesteld om zijn mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken voordat een Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt gegeven. Behoudens artikel 4, lid 1, tweede volzin, is zijn instemming niet vereist voor de toezending van een Europees tenuitvoerleggingsbevel. Zijn mening moet evenwel in aanmerking worden genomen bij de beslissing of het Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt gegeven, en zo ja aan welke tenuitvoerleggingsstaat het dient te worden toegezonden.
1.  Wanneer de gevonniste persoon zich in de beslissingsstaat bevindt, moet hij in de gelegenheid worden gesteld om zijn mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken voordat een Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt gegeven. Behoudens artikel 4, lid 1, tweede volzin, is zijn instemming niet vereist voor de toezending van een Europees tenuitvoerleggingsbevel. Zijn mening moet evenwel in aanmerking worden genomen bij de beslissing of het Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt gegeven, en zo ja aan welke tenuitvoerleggingsstaat het dient te worden toegezonden.
Amendement 31
Artikel 5, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. De slachtoffers van het misdrijf worden eveneens in kennis gesteld van het bestaan van de aanvraag tot erkenning en overdracht van de tenuitvoerlegging van het vonnis, alsook van het resultaat van deze procedure, met inbegrip van het bevel tot overbrenging van de gevonniste van de beslissingsstaat naar de tenuitvoerleggingsstaat.
Amendement 32
Artikel 5, lid 2
2.  Wanneer de gevonniste persoon zich in de beslissingsstaat bevindt, stelt de bevoegde autoriteit van die staat hem in kennis van de gevolgen van overbrenging naar de tenuitvoerleggingsstaat. Wanneer de gevonniste persoon zich in de tenuitvoerleggingsstaat bevindt, wordt die kennisgeving door de bevoegde autoriteit van die staat gedaan, indien zulks in het belang van het recht is.
2.  Wanneer de gevonniste persoon zich in de beslissingsstaat bevindt, stelt de bevoegde autoriteit van die staat hem in kennis van de gevolgen van overbrenging naar de tenuitvoerleggingsstaat. Wanneer de gevonniste persoon zich in de tenuitvoerleggingsstaat bevindt, wordt die kennisgeving door de bevoegde autoriteit van die staat gedaan.
Amendement 33
Artikel 6
Artikel 6
Schrappen
Vorm en inhoud van het Europees tenuitvoerleggingsbevel
1.  Het Europees tenuitvoerleggingsbevel bevat de in het formulier in de bijlage bedoelde informatie. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat bevestigt de juistheid van de inhoud en ondertekent het.
2.  Het Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt vertaald in de officiële taal of één der officiële talen van de tenuitvoerleggingsstaat. Iedere lidstaat kan bij de aanneming van dit kaderbesluit of op een later tijdstip in een bij het secretariaat-generaal van de Raad neder te leggen verklaring meedelen dat hij een vertaling in één of meer andere officiële talen van de instellingen van de Unie aanvaardt.
Amendement 34
Artikel 8, titel
Erkenning en tenuitvoerlegging van een Europees tenuitvoerleggingsbevel
Erkenning van het vonnis en tenuitvoerlegging van de sanctie
Amendement 35
Artikel 8, lid 1
1.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat erkent een overeenkomstig artikel 4 toegezonden Europees tenuitvoerleggingsbevel zonder verdere formaliteiten en neemt onverwijld de nodige maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging ervan, tenzij zij beslist zich te beroepen op een van de in artikel 9 genoemde gronden tot weigering van de erkenning en de tenuitvoerlegging.
1.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat erkent een overeenkomstig artikel 4 toegezonden vonnis zonder verdere formaliteiten en neemt onverwijld de nodige maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging ervan, tenzij zij beslist zich te beroepen op een van de in artikel 9 genoemde gronden tot weigering van de erkenning en de tenuitvoerlegging.
Amendement 36
Artikel 8, lid 2
2.  Ingeval de duur van de sanctie niet verenigbaar is met de fundamentele rechtsbeginselen van de tenuitvoerleggingsstaat, kan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat besluiten de sanctie aan te passen aan de maximumstraf voor een strafbaar feit waarin de wet van die staat voorziet.
2.  Ingeval de duur van de sanctie niet verenigbaar is met het recht van de tenuitvoerleggingsstaat, kan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat besluiten de sanctie ten uitvoer te leggen overeenkomstig het maximale strafniveau waarin de wet van die staat voor het strafbare feit voorziet.
Amendement 37
Artikel 8, lid 3
3.  Ingeval de aard van de sanctie onverenigbaar is met het recht van de tenuitvoerleggingsstaat, kan de bevoegde autoriteit van die staat de sanctie door een rechterlijke of bestuursrechtelijke beslissing aanpassen aan de straf of maatregel die volgens zijn eigen wet voor soortgelijke strafbare feiten is voorgeschreven. Deze straf of maatregel moet zoveel mogelijk overeenstemmen met de in de beslissingsstaat opgelegde sanctie; dit betekent dat de sanctie niet in een geldboete kan worden omgezet. Zij mag de in de beslissingsstaat opgelegde sanctie niet verzwaren.
3.  Ingeval de aard van de sanctie onverenigbaar is met het recht van de tenuitvoerleggingsstaat, moet de straf of maatregel zoveel mogelijk overeenstemmen met de in de beslissingsstaat opgelegde sanctie; dit betekent dat de sanctie niet in een geldboete kan worden omgezet. Zij mag de in de beslissingsstaat opgelegde sanctie verzwaren noch verlichten.
Amendement 38
Artikel 8, lid 4
4.  Indien het Europees tenuitvoerleggingsbevel tevens betrekking heeft op feiten die niet onder artikel 7, lid 1, vallen en de tenuitvoerleggingsstaat op grond van artikel 9, lid 1, onder b), weigert het Europees tenuitvoerleggingsbevel voor die feiten te erkennen en ten uitvoer te leggen, moet hij de beslissingsstaat verzoeken hem mee te delen welk deel van de sanctie betrekking heeft op die feiten. Na ontvangst van die informatie kan de tenuitvoerleggingsstaat het in de mededeling van de beslissingsstaat aangegeven deel op de sanctie in mindering brengen.
4.  Indien het vonnis tevens betrekking heeft op feiten die niet onder artikel 7, lid 1, vallen en de tenuitvoerleggingsstaat op grond van artikel 9, lid 1, onder b), weigert het vonnis voor die feiten te erkennen en ten uitvoer te leggen, moet hij de beslissingsstaat verzoeken hem mee te delen welk deel van de sanctie betrekking heeft op die feiten. Na ontvangst van die informatie kan de tenuitvoerleggingsstaat het in de mededeling van de beslissingsstaat aangegeven deel op de sanctie in mindering brengen.
Amendement 39
Artikel 9, lid 1, inleidende formule
1.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat kan weigeren het Europees tenuitvoerleggingsbevel te erkennen of ten uitvoer te leggen, indien:
1.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat kan weigeren het vonnis te erkennen en de sanctie ten uitvoer te leggen, indien:
Amendement 40
Artikel 9, lid 1, letter a
a) voor dezelfde feiten tegen de betrokkene een beslissing is gegeven in de tenuitvoerleggingsstaat, of in een andere staat dan de beslissings- en de tenuitvoerleggingsstaat, op voorwaarde dat, in het laatste geval, deze beslissing ten uitvoer is gelegd, ten uitvoer wordt gelegd of naar het recht van de staat van veroordeling niet langer ten uitvoer kan worden gelegd;
a) het in artikel 4 bedoelde certificaat onvolledig is of duidelijk niet met het vonnis overeenstemt;
Amendement 41
Artikel 9, lid 1, letter a bis (nieuw)
a bis) niet is voldaan aan de in artikel 4 genoemde criteria;
Amendement 42
Artikel 9, lid 1, letter a ter (nieuw)
a ter) de tenuitvoerlegging van de sanctie in strijd zou zijn met het beginsel ne bis in idem;
Amendement 43
Artikel 9, lid 1, letter b
b) het Europees tenuitvoerleggingsbevel in een geval als bedoeld in artikel 7, lid 3, betrekking heeft op feiten die naar het recht van de tenuitvoerleggingsstaat niet strafbaar zijn; terzake van retributies en belastingen, douanerechten en deviezen evenwel mag de tenuitvoerlegging van een Europees tenuitvoerleggingsbevel niet worden geweigerd op grond van het feit dat de tenuitvoerleggingsstaat niet dezelfde soort retributies of belastingen heft, of niet dezelfde soort regelgeving inzake retributies, belastingen, douanerechten en deviezen kent als de beslissingsstaat;
b) het vonnis in een geval als bedoeld in artikel 7, lid 3, betrekking heeft op feiten die naar het recht van de tenuitvoerleggingsstaat niet strafbaar zijn; terzake van retributies en belastingen, douanerechten en deviezen evenwel mag de tenuitvoerlegging van een vonnis niet worden geweigerd op grond van het feit dat de tenuitvoerleggingsstaat niet dezelfde soort retributies of belastingen heft, of niet dezelfde soort regelgeving inzake retributies, belastingen, douanerechten en deviezen kent als de beslissingsstaat;
Amendement 44
Artikel 9, lid 1, letter c
c) de tenuitvoerlegging van de beslissing naar het recht van de tenuitvoerleggingsstaat verjaard is, voorzover het Europees tenuitvoerleggingsbevel betrekking heeft op feiten die naar het recht van die staat onder zijn rechtsmacht vallen;
c) de tenuitvoerlegging van de sanctie naar het recht van de tenuitvoerleggingsstaat verjaard is en betrekking heeft op feiten die naar het recht van die staat onder zijn rechtsmacht vallen;
Amendement 45
Artikel 9, lid 1, letter c bis (nieuw)
c bis) de gevonniste persoon krachtens de wet van de tenuitvoerleggingsstaat immuniteit geniet, zodat de tenuitvoerlegging van de sanctie niet mogelijk is;
Amendement 46
Artikel 9, lid 1, letter d
d) het Europees tenuitvoerleggingsbevel gegeven is tegen een natuurlijke persoon die naar het recht van de tenuitvoerleggingsstaat vanwege zijn leeftijd nog niet strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld kon worden voor de feiten waarvoor het Europees tenuitvoerleggingsbevel werd gegeven;
d) de sanctie is opgelegd aan een persoon die naar het recht van de tenuitvoerleggingsstaat vanwege zijn leeftijd nog niet strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld kon worden voor de feiten op grond waarvan het vonnis werd gewezen;
Amendement 47
Artikel 9, lid 1, letter e
e) op het tijdstip waarop het Europees tenuitvoerleggingsbevel overeenkomstig artikel 4, lid 1, door de bevoegde autoriteit werd ontvangen, nog minder dan 4 maanden van de sanctie moeten worden ondergaan;
e) op het tijdstip waarop het vonnis door de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat werd ontvangen, nog minder dan 6 maanden van de sanctie moeten worden ondergaan;
Amendement 48
Artikel 9, lid 1, letter f
f) de betrokkene niet instemt met de toezending van het Europees tenuitvoerleggingsbevel en dit bevel is gegeven met het oog op tenuitvoerlegging van een sanctie die bij een bij verstek gewezen beslissing werd opgelegd, op voorwaarde dat de betrokkene niet persoonlijk is gedagvaard of niet anderszins in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van de procedure die tot de bij verstek gewezen beslissing heeft geleid, dan wel dat de betrokkene een bevoegde autoriteit er niet van in kennis heeft gesteld dat hij de beslissing niet betwist;
f) het vonnis bij verstek werd gewezen, tenzij het certificaat aantoont dat de persoon persoonlijk is gedagvaard of via een bevoegde vertegenwoordiger krachtens de nationale wet in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van de procedure die tot de bij verstek gewezen beslissing heeft geleid;
Amendement 49
Artikel 9, lid 1, letter g
g) de natuurlijke persoon aan wie het Europees tenuitvoerleggingsbevel is opgelegd niet het staatsburgerschap van de tenuitvoerleggingsstaat bezit, niet rechtmatig permanent in die staat verblijft, en er evenmin nauwe banden mee heeft.
Schrappen
Amendement 50
Artikel 9, lid 2
2.  In de in lid 1, onder a), f) en g), bedoelde gevallen overlegt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, voordat zij beslist een Europees tenuitvoerleggingsbevel niet te erkennen of niet ten uitvoer te leggen, op passende wijze met de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, indien nodig met het verzoek onverwijld alle noodzakelijke aanvullende gegevens te verstrekken.
2.  In de in lid 1, onder a), a bis), a ter) en f), bedoelde gevallen overlegt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, voordat zij beslist het vonnis niet te erkennen of een sanctie niet ten uitvoer te leggen, op passende wijze met de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, indien nodig met het verzoek onverwijld alle noodzakelijke aanvullende gegevens te verstrekken.
Amendement 51
Artikel 9, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. De erkenning van het vonnis door de tenuitvoerleggingsstaat kan worden opgeschort wanneer het in artikel 4 bedoelde certificaat onvolledig is of kennelijk niet met het vonnis overeenstemt.
Amendement 52
Artikel 10, titel
Beslissing over het Europees tenuitvoerleggingsbevel en termijnen
Beslissing over de tenuitvoerlegging van het vonnis en termijnen
Amendement 53
Artikel 10, lid 1
1.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat beslist zo spoedig mogelijk en in ieder geval uiterlijk binnen 3 weken na ontvangst van het Europees tenuitvoerleggingsbevel of het dit bevel ten uitvoer legt.
1.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat beslist zo spoedig mogelijk of zij het vonnis erkent en de sanctie ten uitvoer legt en stelt de beslissingsstaat van deze beslissing in kennis, evenals van elke beslissing met betrekking tot de sanctie overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 3.
Amendement 54
Artikel 10, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Tenzij een grond tot opschorting bestaat overeenkomstig artikel 9, lid 2 bis, wordt de uiteindelijke beslissing over de erkenning van het vonnis en de tenuitvoerlegging van de sanctie binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van het vonnis en het certificaat genomen.
Amendement 55
Artikel 10, lid 1 ter (nieuw)
1 ter. In andere gevallen wordt, behalve wanneer een grond tot opschorting overeenkomstig artikel 9, lid 2 bis, bestaat, de uiteindelijke beslissing over de erkenning van het vonnis en de tenuitvoerlegging van de sanctie binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het vonnis en het certificaat genomen.
Amendement 56
Artikel 10, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Indien het in specifieke gevallen niet mogelijk is binnen de in lid 1 bis en lid 1 ter gestelde termijnen een beslissing te nemen over de erkenning van het vonnis en de tenuitvoerlegging van de sanctie, stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onverwijld in kennis van dit feit en van de redenen daarvoor. In dit geval kunnen de bedoelde termijnen met 30 dagen worden verlengd.
Amendement 57
Artikel 11, lid 1
1.  Indien een persoon tegen wie een Europees tenuitvoerleggingsbevel is gegeven, zich in de beslissingsstaat bevindt, wordt hij zo spoedig mogelijk naar de tenuitvoerleggingsstaat overgebracht op een tijdstip dat de bevoegde autoriteiten van de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingsstaat in onderlinge overeenstemming vaststellen.
1.  Indien een gevonniste persoon zich in de beslissingsstaat bevindt, wordt hij naar de tenuitvoerleggingsstaat overgebracht, uiterlijk dertig dagen nadat de tenuitvoerleggingsstaat de uiteindelijke beslissing over de erkenning van het vonnis en de tenuitvoerlegging van de sanctie heeft genomen.
Amendement 58
Artikel 11, lid 2
2.  De persoon wordt niet later dan 2 weken na de definitieve beslissing betreffende de tenuitvoerlegging van het Europees tenuitvoerleggingsbevel overgebracht.
Schrappen
Amendement 59
Artikel 11, lid 3
3.  Indien onvoorziene omstandigheden de overbrenging van de persoon binnen de in lid 2 gestelde termijn in de weg staan, nemen de bevoegde autoriteiten van de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingsstaat onmiddellijk contact met elkaar op en stellen zij in onderlinge overeenstemming een nieuwe datum voor de overbrenging vast.
3.  Indien onvoorziene omstandigheden de overbrenging van de persoon binnen de in lid 1 gestelde termijn in de weg staan, nemen de bevoegde autoriteiten van de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingsstaat onmiddellijk contact met elkaar op. De overbrenging vindt plaats zodra deze omstandigheden niet langer bestaan. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat daarvan onmiddellijk in kennis, en in onderlinge overeenstemming wordt een nieuwe datum voor de overbrenging vastgesteld. In dit geval vindt de overbrenging plaats binnen 10 dagen nadat de nieuwe datum aldus is vastgesteld.
Amendement 60
Artikel 12, lid 1
1.  Iedere lidstaat staat de doortocht over zijn grondgebied toe van een gevonniste persoon die naar de tenuitvoerleggingsstaat wordt overgebracht, mits aan deze lidstaat informatie is verstrekt over:
1.  Iedere lidstaat wordt in kennis gesteld van de doortocht over zijn grondgebied van een gevonniste persoon die naar de tenuitvoerleggingsstaat wordt overgebracht en wordt door de beslissingsstaat voorzien van een kopie van het certificaat.
a) de identiteit en de nationaliteit van de persoon tegen wie het Europees tenuitvoerleggingsbevel is gegeven;
b) het bestaan van een Europees tenuitvoerleggingsbevel;
c) de aard en de wettelijke kwalificatie van het strafbaar feit dat ten grondslag ligt aan het Europees tenuitvoerleggingsbevel;
d) de omstandigheden waaronder het strafbaar feit is gepleegd, met inbegrip van tijd en plaats.
Amendement 61
Artikel 12, lid 2
2.  Het verzoek om doortocht, alsmede de in lid 1 bedoelde gegevens, kunnen worden toegezonden op elke wijze die een schriftelijke melding oplevert. De lidstaat van doortocht geeft op dezelfde wijze kennis van zijn beslissing, die bij voorrang en uiterlijk 1 week na ontvangst van het verzoek moet worden genomen.
2.  Het verzoek om doortocht, alsmede het in lid 1 bedoelde certificaat, kunnen worden toegezonden op elke wijze die een schriftelijke melding oplevert. De lidstaat van doortocht geeft op dezelfde wijze kennis van zijn beslissing, die bij voorrang en uiterlijk 1 week na ontvangst van het verzoek moet worden genomen.
Amendement 62
Artikel 12, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. De lidstaat van doorreis kan de gevonniste persoon slechts zolang in hechtenis nemen als voor de doortocht over zijn grondgebied noodzakelijk is.
Amendement 63
Artikel 12, lid 3
3.  Een verzoek om doortocht is niet vereist wanneer het vervoer door de lucht plaatsvindt en er geen tussenlanding is voorzien. In geval van een onvoorziene tussenlanding verstrekt de beslissingsstaat evenwel de in lid 1 bedoelde gegevens.
3.  Een verzoek om doortocht is niet vereist wanneer het vervoer door de lucht plaatsvindt en er geen tussenlanding is voorzien. In geval van een onvoorziene tussenlanding verstrekt de beslissingsstaat evenwel de in lid 1 bedoelde gegevens binnen 48 uur na de onvoorziene tussenlanding.
Amendement 64
Artikel 13, lid 1
1.  De tenuitvoerlegging van een Europees tenuitvoerleggingsbevel wordt beheerst door de wet van de tenuitvoerleggingsstaat, op dezelfde wijze als een sanctie die door die staat wordt opgelegd. De autoriteiten van de tenuitvoerleggingsstaat zijn, behoudens de leden 2 en 3, bij uitsluiting bevoegd de procedures betreffende de tenuitvoerlegging en alle daarop betrekking hebbende maatregelen te bepalen, met inbegrip van de gronden voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
1.  De tenuitvoerlegging van een vonnis wordt beheerst door de wet van de tenuitvoerleggingsstaat. De autoriteiten van de tenuitvoerleggingsstaat zijn, behoudens de leden 2 en 3, bij uitsluiting bevoegd de procedures betreffende de tenuitvoerlegging en alle daarop betrekking hebbende maatregelen te bepalen, met inbegrip van de gronden voor vervroegde of voorwaardelijke invrijheidstelling.
Amendement 65
Artikel 13, lid 2
2.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat brengt elke periode van vrijheidsbeneming die in de beslissingsstaat of in een andere staat is ondergaan in verband met de sanctie waarvoor het Europees tenuitvoerleggingsbevel is gegeven, in mindering op de totale duur van de vrijheidsbeneming die in de tenuitvoerleggingstaat moet worden ondergaan.
2.  De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat brengt de volledige periode van vrijheidsbeneming die de gevonniste persoon heeft ondergaan in verband met de sanctie waarop het vonnis betrekking heeft, in mindering op de totale duur van de vrijheidsbeneming die in de tenuitvoerleggingstaat moet worden ondergaan.
Amendement 66
Artikel 13, lid 3
3.  Tenzij door de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingsstaat anders is overeengekomen, kan voorwaardelijke invrijheidstelling alleen worden toegekend indien de gevonniste persoon in de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingstaat in totaal ten minste de helft van de sanctie heeft ondergaan.
3.  Tenzij door de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingsstaat anders is overeengekomen, kan voorwaardelijke invrijheidstelling alleen worden toegekend indien de gevonniste persoon in de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingstaat in totaal ten minste de helft van de sanctie heeft ondergaan of een sanctie van een zekere duur die verenigbaar is met het recht van de beslissingsstaat en de tenuitvoerleggingsstaat.
Amendement 67
Artikel 14, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Lid 1 is van toepassing op overgebrachte personen wanneer zij zich op het grondgebied van lidstaten van doorreis bevinden.
Amendement 68
Artikel 15, lid 1
1.  Zowel de beslissingsstaat als de tenuitvoerleggingsstaat kunnen amnestie of gratie verlenen.
1.  Amnestie of gratie kan door de beslissingsstaat, in overleg met de tenuitvoerleggingsstaat, of door de tenuitvoerleggingsstaat worden verleend.
Amendement 69
Artikel 17, letter b
b) iedere weigering van erkenning of tenuitvoerlegging van het Europees tenuitvoerleggingsbevel, overeenkomstig artikel 9, met opgave van de redenen voor die weigering;
b) iedere, gedeeltelijke of gehele, weigering van erkenning van het vonnis of tenuitvoerlegging van de sanctie, overeenkomstig artikel 9, met opgave van de redenen voor die weigering;
Amendement 70
Artikel 17, letter c
c) de aanpassing van de sanctie overeenkomstig artikel 8, lid 2, of artikel 8, lid 3, met opgave van de redenen voor die aanpassing;
c) iedere beslissing met betrekking tot de sanctie overeenkomstig artikel 8, lid 2, of artikel 8, lid 3, met opgave van de redenen voor die aanpassing en rekening houdend met de verschillen in de wetgeving van de betrokken lidstaten;
Amendement 71
Artikel 17, letter d
d) de gehele of gedeeltelijke weigering van tenuitvoerlegging van het bevel op de in artikel 8, lid 4, artikel 13, lid 1, en artikel 15, lid 1, bedoelde gronden - met opgave van de redenen voor die weigering - en, in geval van gedeeltelijke weigering van tenuitvoerlegging op de in artikel 8, lid 4, bedoelde grond, een verzoek om mededeling van het deel van de sanctie dat betrekking heeft op de bedoelde feiten;
d) de gehele of gedeeltelijke weigering van tenuitvoerlegging van de sanctie op de in artikel 13, lid 1, en artikel 15, lid 1, bedoelde gronden - met opgave van de redenen voor die weigering;
Amendement 72
Artikel 17, letter e
e) het feit dat de betrokkene zijn veroordeling nog niet heeft ondergaan, zonder opgave van redenen;
Schrappen
Amendement 73
Artikel 17, letter g bis (nieuw)
g bis) het gegeven dat het vonnis erkend en aanvaard is.
Amendement 74
Artikel 17 bis (nieuw)
Artikel 17 bis
Talen
Het certificaat, waarvoor een standaardformulier is opgenomen in de bijlage, wordt vertaald in de officiële taal of één der officiële talen van de tenuitvoerleggingsstaat. Elke lidstaat kan bij de aanneming van dit kaderbesluit of later, in een bij het secretariaat-generaal van de Raad neergelegde verklaring, meedelen dat hij een vertaling in één of meer andere officiële talen van de Unie aanvaardt.

(1) PB C 150 van 21.6.2005, blz.1.

Juridische mededeling - Privacybeleid