Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/0130(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0240/2006

Ingediende teksten :

A6-0240/2006

Debatten :

PV 04/09/2006 - 18
CRE 04/09/2006 - 18

Stemmingen :

PV 05/09/2006 - 9.3
CRE 05/09/2006 - 9.3
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0334

Aangenomen teksten
PDF 392kWORD 76k
Dinsdag 5 september 2006 - Straatsburg
Belasting van personenauto's *
P6_TA(2006)0334A6-0240/2006

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de belasting van personenauto's (COM(2005)0261 – C6-0272/2005 – 2005/0130(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2005)0261)(1),

–   gelet op artikel 93 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0272/2005),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie vervoer en toerisme (A6-0240/2006),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement 30
Overweging 1
(1)  De belasting van personenauto's kan een belangrijk aanvullend instrument ter bevordering van milieudoelstellingen zijn, met name met betrekking tot de vermindering van broeikasgasemissies, en het is daarom passend in de belastinggrondslag van zowel de registratiebelasting als de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting een CO2-parameter op te nemen. Teneinde de door de Gemeenschap en haar lidstaten in het Kyoto-protocol aangegane verbintenissen na te komen, dient de voorgestelde parameter die rechtstreeks betrekking heeft op de CO2-uitstoot, in de verbintenisperiode 2008-2012 in de belastinggrondslag van de belastingen op personenauto's te worden opgenomen. Aangezien het strategische doel van de Gemeenschap om de CO2-uitstoot van personenauto's te verminderen, uiterlijk tegen 2010 moet zijn verwezenlijkt, dient de CO2-parameter uiterlijk op 31 december 2010 onverkort van toepassing te zijn.
(1)  De belasting van personenauto's kan een belangrijk aanvullend instrument ter bevordering van milieudoelstellingen zijn, met name met betrekking tot de vermindering van broeikasgasemissies, en het is daarom passend in de belastinggrondslag van zowel de registratiebelasting als de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting een verontreinigings- en brandstofefficiëntieparameter op te nemen. Teneinde de door de Gemeenschap en haar lidstaten in het Kyoto-protocol aangegane verbintenissen na te komen, dient de voorgestelde parameter die rechtstreeks betrekking heeft op de CO2-uitstoot, in de verbintenisperiode 2008-2012 in de belastinggrondslag van de belastingen op personenauto's te worden opgenomen. Aangezien het strategische doel van de Gemeenschap om de CO2-uitstoot van personenauto's te verminderen, uiterlijk tegen 2010 moet zijn verwezenlijkt, dient de CO2-parameter uiterlijk op 31 december 2010 onverkort van toepassing te zijn.
Amendement 2
Overweging 2
(2)  De derde pijler van de communautaire strategie ter beperking van de CO2-uitstoot door personenauto's en ter verbetering van het brandstofrendement, die in 1996 door de Raad werd goedgekeurd, omvat fiscale maatregelen en is de enige pijler die nog ten uitvoer moet worden gelegd op communautair niveau.
(2)  De derde pijler van de communautaire strategie ter beperking van verontreinigende emissies door personenauto's en ter verbetering van het brandstofrendement, die in 1996 door de Raad werd goedgekeurd,omvat fiscale maatregelen en is de enige pijler die nog ten uitvoer moet worden gelegd op communautair niveau.
Amendement 3
Overweging 3
(3)  De lidstaten moeten worden aangemoedigd om gecoördineerde fiscale stimuleringsmaatregelen toe te passen voor personenauto's die aan strengere emissiegrenswaarden voldoen dan die welke zijn verplicht bij Richtlijn 98/69/EG (Euro 4) met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad, teneinde het op de markt brengen van personenauto's die aan de op EU-niveau vast te stellen toekomstige vereisten (Euro 5) voldoen, te bevorderen.
(3)  De lidstaten moeten worden aangemoedigd om gecoördineerde fiscale stimuleringsmaatregelen toe te passen voor personenauto's die aan strengere emissiegrenswaarden voldoen dan die welke zijn verplicht bij Richtlijn 98/69/EG (Euro 4) met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad, teneinde het op de markt brengen van personenauto's die aan de op EU-niveau vast te stellen toekomstige vereisten (Euro 5) voldoen, te bevorderen. Naast de met deze richtlijn ingevoerde CO2-parameter kunnen de lidstaten in hun nationale stelsels voor de belasting van motorvoertuigen een gedifferentieerde belasting op basis van verontreinigende emissies en de Euro-classificatie invoeren.
Amendement 4
Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis) Het is zaak dat de lidstaten zich onthouden van dubbele belastingheffing bij de belasting op de registratie van personenauto's, en daarbij met name letten op de situatie van EU-burgers die na een verblijf van meer dan twee jaar in een andere lidstaat naar hun land van herkomst terugkeren.
Amendement 5
Overweging 3 ter (nieuw)
(3 ter) De lidstaten dienen er ook toe aangemoedigd te worden gecoördineerde fiscale stimuleringsmaatregelen toe te passen voor personenauto's, teneinde het op de markt brengen van personenauto's en voertuiguitrusting te bevorderen die voldoen aan de vereisten inzake energiebesparing en energie-efficiëntie, ongeacht of er fossiele brandstof, zoals benzine, diesel of LPG, alternatieve brandstof, zoals biobrandstof, aardgas of waterstof, of elektrische energie, met inbegrip van hybride aandrijvingen, als energiebron wordt gebruikt.
Amendement 6
Overweging 3 quater (nieuw)
(3 quater) De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om naast de invoering van een CO2-parameter bij het vaststellen van de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting en de registratiebelasting te blijven differentiëren op basis van de soort schadelijke stof, op grond van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen1 (Euro-normen).
___________________
1 PB L 76 van 6.4.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/76/EG van de Commissie (PB L 206 van 15.8.2003, blz. 29).
Amendement 7
Overweging 4
(4)  Fiscale stimuleringsmaatregelen moeten kunnen worden toegepast in de vorm van fiscale differentiatie, waarbij de belastingen op personenauto's variëren in verhouding tot de uitstoot van de hoeveelheid CO2 (in gram) per kilometer per auto.
(4)  Fiscale stimuleringsmaatregelen moeten kunnen worden toegepast in de vorm van fiscale differentiatie van belastingen op personenauto's op basis van verontreinigende emissies, zoals stikstofoxides en roetdeeltjes, alsook op basis van de uitstoot van CO2, gemeten in gram per kilometer per auto, en het brandstofverbruik, berekend in liters per 100 kilometer, in overeenstemming met de parameters zoals vastgelegd in Richtlijn 1999/100/EG van de Commissie van 15 december 1999 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 80/1268/EEG van de Raad betreffende de emissie van kooldioxide en het brandstofverbruik van motorvoertuigen1.
___________
1 PB L 334 van 28.12.1999, blz. 36.
Amendement 9
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis) De belastingdifferentiatie die door de tenuitvoerlegging van deze richtlijn tot stand komt, moet in aanmerking worden genomen in de aanstaande herziening van Richtlijn 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's1, zodat aan toekomstige autobezitters consistente informatie wordt verstrekt.
___
1 PB L 12 van 18.1.2000, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
Amendement 10
Overweging 6
(6)  Op de interne markt moeten fiscale obstakels voor het vrije verkeer van personen en hun persoonlijke eigendom, waaronder personenauto's, worden opgeheven. Doel van onderhavige richtlijn is de verwijdering van deze obstakels door middel van een herstructurering van de belastingen op personenauto's, zonder de lidstaten te verplichten nieuwe belastingen in te voeren.
(6)  Op de interne markt moeten fiscale obstakels voor het vrije verkeer van personen en hun persoonlijke eigendom, waaronder personenauto's, worden opgeheven. Doel van onderhavige richtlijn is de verwijdering van deze obstakels door middel van een herstructurering van de belastingen op personenauto's, zonder de lidstaten te verplichten nieuwe belastingen in te voeren en met inachtneming van het beginsel van budgettaire neutraliteit.
Amendement 12
Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis) De afschaffing van de registratiebelastingen heeft een gunstige uitwerking op de verkeersveiligheid en het milieu, daar zij leidt tot snellere vernieuwing van het autobestand. Verlaging van de aanschaffingskosten vormt een stimulans voor het vervangen van oude voertuigen door veiligere, minder vervuilende, zuinigere voertuigen. Het beginsel om het gebruik en de milieugevolgen van een voertuig te belasten, sluit aan bij het basisbeginsel van het communautaire milieubeleid dat de vervuiler de kosten van milieuschade moet dragen.
Amendement 13
Overweging 10
(10)  Het is dienstig dat, in voorkomend geval, de restitutiesystemen voor de registratiebelasting en de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting onverwijld worden ingesteld om eventuele verstoringen en een uiteenlopende fiscale behandeling van personenauto's te voorkomen.
(10)  Het is dienstig dat, in voorkomend geval, de restitutiesystemen voor de registratiebelasting en de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting onverwijld worden ingesteld om eventuele verstoringen en een uiteenlopende fiscale behandeling van personenauto's te voorkomen. De aan de betaling van registratiebelasting verbonden transactiekosten dienen te worden teruggedrongen door een centrale on line oplossing te bedenken voor de berekening, restitutie en betaling van de registratiebelasting op auto's bij verhuizing tussen de lidstaten.
Amendement 40
Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis) In het belang van het behoud van klassieke en oldtimer voertuigen doet niets in deze richtlijn iets af aan het recht van de lidstaten om voertuigen van ten minste 20 jaar oud vrij te stellen van motorrijtuigenbelasting.
Amendement 14
Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis) Gezien de nauwe samenwerking tussen diverse lidstaten en landen van de Europese Economische Ruimte/Europese Vrijhandelsassociatie (EER/EVA-landen) wordt met het oog op de versterking van de samenwerking, met name op het gebied van milieubescherming, aanbevolen de relevante voorschriften uit te breiden tot bedoelde EER/EVA-landen.
Amendement 15
Overweging 14
(14)  Daar de doelstellingen van een betere werking van de interne markt op het gebied van personenauto's en de effectieve inzet van fiscale maatregelen voor de uitvoering van de communautaire strategie ter vermindering van de CO2-uitstoot van personenauto's niet voldoende door de afzonderlijke lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,
(14)  Daar de doelstellingen van een betere werking van de interne markt op het gebied van personenauto's en de effectieve inzet van fiscale maatregelen voor de uitvoering van de communautaire strategie ter vermindering van de verontreinigende emissies van personenauto's niet voldoende door de afzonderlijke lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,
Amendement 16
Artikel 1, alinea 1
In deze richtlijn worden de regels vastgesteld voor de berekening van de belastingen op personenauto's op basis van hun CO2-uitstoot.
In deze richtlijn worden de regels vastgesteld voor de berekening van de belastingen op personenauto's op basis van hun verontreinigende emissies, zoals de CO2-uitstoot.
Amendement 17
Artikel 4, titel
Differentiatie volgens CO2-uitstoot
Differentiatie volgens CO2-uitstoot, brandstofverbruik en verontreinigende emissies
Amendement 20
Artikel 5, lid 1, alinea 1 bis (nieuw)
De Commissie legt voor 31 december 2006 een studie voor over het gewicht dat aan andere mogelijke factoren dient te worden toegekend bij de bepaling van de grondslag voor de personenautobelasting.
Amendement 21
Artikel 5, lid 2
2.  Tegen 31 december 2010 moet ten minste 50% van de totale opbrengsten van de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting door de CO2-parameter van deze belasting worden gegenereerd.
2.  Tegen 31 december 2010 moet ten minste 50% van de totale opbrengsten van de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting op basis van CO2-uitstoot, brandstofverbruik en verontreinigende emissies worden gegenereerd.
Amendement 22
Artikel 9, alinea 1 bis (nieuw)
Om de aan de betaling en restitutie van registratiebelasting verbonden transactiekosten terug te dringen, stellen de lidstaten een gezamenlijke, centrale on line oplossing in voor de berekening, restitutie en betaling van registratiebelasting en stellen deze ter beschikking aan EU-inwoners die van de ene naar de andere EU-lidstaat verhuizen.
Amendement 23
Artikel 10, lid 2
2.  Voor de vaststelling van de restwaarde van een personenauto met het oog op de toepassing van lid 1 mogen de lidstaten verschillende methoden hanteren, zoals taxaties, expertises of het gebruik van een vaste afschrijvingstabel.
2.  Voor de vaststelling van de restwaarde van een personenauto met het oog op de toepassing van lid 1 mogen de lidstaten verschillende methoden hanteren, zoals taxaties, expertises of het gebruik van een vaste afschrijvingstabel. De belanghebbende partijen, waaronder consumentenorganisaties, worden volledig en regelmatig betrokken bij wat een volledig transparant proces dient te zijn.
Amendement 24
Artikel 10, lid 3, letter a)
a) de tabel wordt vastgesteld op basis van algemene en objectieve criteria, die worden vastgelegd;
a) de tabel wordt vastgesteld op basis van algemene en objectieve criteria, die worden vastgelegd, naar behoren worden gepubliceerd en regelmatig worden bijgewerkt;
Amendement 25
Artikel 13
Tot 31 december 2015 wordt de registratiebelasting, voor zover zij werd gehandhaafd, gedifferentieerd volgens het aantal gram CO2 dat een personenauto per kilometer uitstoot.
Tot 31 december 2015 wordt de registratiebelasting, voor zover zij werd gehandhaafd, voor elke individuele personenauto geleidelijk progressief gedifferentieerd op basis van CO2-uitstoot en verontreinigende emissies, gemeten in gram per kilometer, en brandstofverbruik, berekend in liters per 100 kilometer, in overeenstemming met de parameters zoals vastgelegd in Richtlijn 1999/100/EG.
Amendement 28
Artikel 15
De lidstaten delen de Commissie de grondslag en de hoogte van de registratiebelasting en de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting mee die van toepassing zijn op 1 januari van elk jaar, alsook na iedere wijziging in de nationale wetgeving.
De lidstaten delen de Commissie de grondslag en de hoogte van de registratiebelasting en de jaarlijkse motorrijtuigenbelasting mee die van toepassing zijn op 1 januari van elk jaar, alsook na iedere wijziging in de nationale wetgeving. Bovendien stellen de lidstaten de Commissie in kennis van alle maatregelen die zij hebben genomen om de belasting op bedrijfsvoertuigen te differentiëren op basis van de brandstofefficiëntie. De Commissie steunt de uitwisseling van beste werkwijzen door on line een vergelijkend verslag te publiceren over de aanpak in de verschillende lidstaten.
Amendement 29
Artikel 16
Uiterlijk op 1 januari 2011 en vervolgens om de vijf jaar brengt de Commissie, na raadpleging van de lidstaten, bij de Raad en het Europees Parlement verslag uit over de toepassing van deze richtlijn.
Uiterlijk op 1 januari 2011 en vervolgens om de vijf jaar brengt de Commissie, na raadpleging van de lidstaten, bij de Raad en het Europees Parlement verslag uit over de toepassing van deze richtlijn en evalueert zij in het bijzonder de toepassing van de artikelen 4 en 5.

(1) Nog niet in het PB gepubliceerd.

Juridische mededeling - Privacybeleid