Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/0310(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0447/2007

Ingediende teksten :

A6-0447/2007

Debatten :

PV 16/01/2008 - 9
CRE 16/01/2008 - 9

Stemmingen :

PV 17/01/2008 - 6.2
CRE 17/01/2008 - 6.2
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0015

Aangenomen teksten
PDF 353kWORD 144k
Donderdag 17 januari 2008 - Straatsburg
Oprichting Europese politiedienst (Europol) *
P6_TA(2008)0015A6-0447/2007

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2008 over het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) (COM(2006)0817 – C6-0055/2007 – 2006/0310(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie (COM(2006)0817),

–   gelet op artikel 30, lid 1, onder b), artikel 30, lid 2 en artikel 34, lid 2, onder c) van het EU-Verdrag,

–   gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0055/2007),

–   gelet op het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie, op grond waarvan de Raad door het Parlement is geraadpleegd,

–   gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie constitutionele zaken (A6-0447/2007),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   is van mening dat het in het Commissievoorstel vermelde financiële referentiebedrag in overeenstemming moet zijn met het maximumbedrag van rubriek 3a van het financieel meerjarenkader 2007-2013 en met het bepaalde in punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IIA) van 17 mei 2006(1);

3.   herinnert eraan dat het door de Begrotingscommissie uitgebrachte advies niet vooruitloopt op de uitkomst van de procedure, als omschreven in punt 47 van het IIA, die geldt voor de oprichting van de Europese Politiedienst;

4.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

5.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

6.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel;

7.   verzoekt de Raad het Parlement opnieuw te raadplegen in het kader van het verdrag van Lissabon, als het besluit van de Raad tot oprichting van Europol tegen juni 2008 niet is goedgekeurd;

8.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement 1
Visum 1 bis (nieuw)
Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1 (Financieel Reglement), en met name op artikel 185,
______________
1 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).
Amendement 2
Visum 1 ter (nieuw)
Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer1, en met name op punt 47.
______________
1 PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
Amendement 3
Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)  De Raad heeft het kaderbesluit over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken nog niet goedgekeurd. De inwerkingtreding van het kaderbesluit is van fundamenteel belang voor Europol om aan zijn mandaat te kunnen voldoen in een juridisch kader dat de gegevensbescherming van de Europese burgers volledig waarborgt. Het is derhalve absoluut noodzakelijk dat de Raad het kaderbesluit zo spoedig mogelijk goedkeurt.
Amendement 4
Overweging 4 ter (nieuw)
(4 ter)  In zijn Aanbeveling aan de Raad betreffende Europol: Versterking van de parlementaire controle en uitbreiding van de bevoegdheden1 van 13 april 1999 deed het Europees Parlement het verzoek Europol in het institutionele kader van de Europese Unie op te nemen en te onderwerpen aan democratisch toezicht door het Parlement.
____________
1 PB C 219 van 30.7.1999, blz. 101.
Amendement 5
Overweging 4 quater (nieuw)
(4 quater)  In zijn Aanbeveling aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel van de Europese Unie1 van 30 mei 2002 en in zijn Aanbeveling aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol2 van 10 april 2003, deed het Europees Parlement het verzoek Europol een communautaire basis te verschaffen.
_____________
1 PB C 187 E van 7.8.2003, blz. 144.
2 PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 588.
Amendement 6
Overweging 5
(5)  De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting.
(5)  De oprichting van Europol als orgaan van de Europese Unie dat wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie geeft het Europees Parlement meer zeggenschap over en democratisch toezicht op Europol, omdat het betrokken is bij de vaststelling van de begroting, met inbegrip van de personeelsformatie, en bij de kwijtingsprocedure.
Amendement 7
Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis)  De oprichting van Europol vraagt om een interinstitutioneel akkoord waarin de basisvoorwaarden voor de Europese regelgevende agentschappen worden vastgelegd, teneinde de bestaande en toekomstige agentschappen zodanig te structureren dat duidelijkheid, transparantie en rechtszekerheid worden bevorderd.
Amendement 8
Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis)  Na de uitbreiding van de operationele bevoegdheden van Europol zijn enkele verbeteringen ten aanzien van de democratische verantwoording nog steeds noodzakelijk.
Amendement 9
Overweging 13
(13)  Er moet een gegevensbeschermingsfunctionaris worden aangesteld die op onafhankelijke wijze toeziet op de wettigheid van de gegevensverwerking en op de naleving van de bepalingen van dit besluit inzake de verwerking van persoonsgegevens, waaronder de verwerking van persoonsgegevens over het Europol-personeel, dat wordt beschermd door artikel 24 van Verordening (EG) nr. 45/2001.
(13)  Er moet een gegevensbeschermingsfunctionaris worden aangesteld die op onafhankelijke wijze toeziet op de wettigheid van de gegevensverwerking en op de naleving van de bepalingen van dit besluit inzake de verwerking van persoonsgegevens, waaronder de verwerking van persoonsgegevens over het Europol-personeel, dat wordt beschermd door artikel 24 van Verordening (EG) nr. 45/2001. Bij de uitvoering van zijn taken zou de gegevensbeschermingsfunctionaris moeten samenwerken met de krachtens het Gemeenschapsrecht aangestelde gegevensbeschermingsfunctionarissen.
Amendement 10
Overweging 14
(14)  Naast de vereenvoudiging van de bepalingen betreffende bestaande gegevensverwerkingssystemen dient Europol ook meer mogelijkheden te krijgen om andere gegevensverwerkingsinstrumenten te ontwikkelen en te beheren ter ondersteuning van zijn taken; dergelijke instrumenten moeten worden ingevoerd en onderhouden volgens algemene gegevensbeschermingsbeginselen, maar ook volgens nauwkeurige voorschriften die worden vastgesteld door de Raad.
(14)  Naast de vereenvoudiging van de bepalingen betreffende bestaande gegevensverwerkingssystemen dient Europol ook mogelijkheden te krijgen om andere gegevensverwerkingsinstrumenten te ontwikkelen en te beheren ter ondersteuning van zijn taken; dergelijke instrumenten moeten worden ingevoerd en onderhouden volgens in het Gemeenschapsrecht en in Verdrag van de Raad van Europa nr. 108 van 28 januari 1981 tot bescherming van personen met beterkking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens verankerde algemene gegevensbeschermingsbeginselen en volgens nauwkeurige voorschriften die worden vastgesteld door de Raad, in overleg met het Europees Parlement.
Amendement 11
Overweging 19
(19)  De mogelijkheden van Europol om samen te werken met derde landen en derde partijen moeten worden gerationaliseerd om voor consistentie met het algemene beleid van de Unie op dit punt te zorgen, en wel door middel van nieuwe bepalingen over de manier waarop deze samenwerking in de toekomst moet verlopen.
(19)  De mogelijkheden van Europol om samen te werken met derde landen en derde partijen moeten worden gerationaliseerd om voor consistentie met het algemene beleid van de Unie op dit punt te zorgen, en om te waarborgen dat derde landen en instanties zorgen voor een adequaat niveau van bescherming van persoonsgegevens, en wel door middel van door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement vast te stellen nieuwe bepalingen over de manier waarop deze samenwerking in de toekomst moet verlopen.
Amendement 12
Artikel 1, lid 1
1.  Bij dit besluit wordt de Europese Politiedienst, hierna "Europol" genoemd, opgericht als een orgaan van de Unie. Europol is gevestigd in Den Haag, in Nederland.
1.  Bij dit besluit wordt de Europese Politiedienst, hierna "Europol" genoemd, opgericht als een orgaan van de Unie. Dit orgaan wordt ingesteld in de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement en punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA). Europol is gevestigd in Den Haag, in Nederland.
Amendement 13
Artikel 5, lid 1, letter a)
a) het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van gegevens en inlichtingen die door de autoriteiten van de lidstaten of door derde landen of andere openbare of particuliere instanties worden verstrekt;
a) het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van gegevens en inlichtingen die door de autoriteiten van de lidstaten of door derde landen of andere openbare of particuliere instanties worden verstrekt; informatie afkomstig van particulieren wordt rechtmatig verzameld en verwerkt alvorens naar Europol te worden doorgezonden, in overeenstemming met de nationale wetgeving tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens1, en Europol krijgt slechts per geval toegang daartoe voor gespecificeerde doeleinden en onder gerechtelijke controle in de lidstaten; aanvullende waarborgen worden door Europol vastgesteld na overleg met de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming en het gemeenschappelijk controleorgaan;
______________
1 PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
Amendement 14
Artikel 6, lid 2
2.  In het geval een gemeenschappelijk onderzoeksteam wordt ingesteld om gevallen van eurovalsemunterij te behandelen, kan een Europol-functionaris worden aangewezen als onderzoeksleider, onder de directe verantwoordelijkheid van de leider van het team. Indien er een verschil van mening bestaat tussen de aldus aangewezen Europol-functionaris en de leider van het team, prevaleert de mening van de leider van het team.
2.  In het geval een gemeenschappelijk onderzoeksteam wordt ingesteld om gevallen van eurovalsemunterij te behandelen of de in artikel 5, lid 2 genoemde taken te verrichten, kan een Europol-functionaris worden aangewezen als onderzoeksleider, onder de directe verantwoordelijkheid van de leider van het team. Indien er een verschil van mening bestaat tussen de aldus aangewezen Europol-functionaris en de leider van het team, prevaleert de mening van de leider van het team.
Amendement 15
Artikel 8, lid 2
2.  De nationale eenheid vormt de schakel tussen Europol en de bevoegde nationale autoriteiten. De lidstaten kunnen echter directe contacten tussen bepaalde bevoegde autoriteiten en Europol toestaan, onder door de lidstaten vastgestelde voorwaarden, die kunnen inhouden dat de nationale eenheid daar vooraf bij moet worden betrokken.
2.  De nationale eenheid vormt het enige contact tussen Europol en de bevoegde nationale autoriteiten. De lidstaten kunnen evenwel rechtstreeks contact tussen hun aangewezen bevoegde autoriteiten en Europol toestaan, onder de door de betrokken lidstaat bepaalde voorwaarden, daaronder begrepen voorafgaande betrokkenheid van de nationale eenheid.
Tegelijkertijd ontvangt de nationale eenheid van Europol alle informatie die tijdens het rechtstreeks contact tussen Europol en de aangewezen bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld. De betrekkingen tussen de nationale eenheid en de bevoegde autoriteiten worden beheerst door het nationale recht, met name de desbetreffende grondwettelijke bepalingen.
Amendement 16
Artikel 9, lid 2, alinea 2
De in lid 2, onder d), bedoelde bilaterale informatie-uitwisseling kan ook betrekking hebben op strafbare feiten die buiten de bevoegdheid van Europol vallen, voor zover dit volgens het nationale recht is toegestaan.
De in lid 2, onder d), bedoelde bilaterale informatie-uitwisseling kan ook betrekking hebben op strafbare feiten die buiten de bevoegdheid van Europol vallen, voor zover dit volgens het nationale recht is toegestaan. In dat geval is Europol niet aansprakelijk voor de inhoud van welke uitgewisselde informatie dan ook.
Amendement 17
Artikel 10, lid 2
2.  Europol mag gegevens verwerken om na te gaan of die gegevens van belang zijn voor zijn taken en kunnen worden opgenomen in een van zijn informatiesystemen.
2.  Europol mag gegevens verwerken om na te gaan of die gegevens van belang zijn voor zijn taken en kunnen worden opgenomen in een van zijn informatiesystemen. In dergelijke gevallen worden de gegevens uitsluitend verwerkt om hun relevantie vast te stellen.
Amendement 18
Artikel 10, lid 3
3.  Wanneer Europol voornemens is een ander systeem voor de verwerking van persoonsgegevens op te zetten dan het artikel 11 bedoelde Europol-informatiesysteem of de in artikel 14 bedoelde analysebestanden, stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement, de voorwaarden vast waaronder Europol dat kan doen. Deze voorwaarden hebben met name betrekking op de toegang tot en het gebruik van de gegevens en op de termijnen voor het bewaren en verwijderen van de gegevens, en zijn gebaseerd op de in artikel 26 bedoelde beginselen.
3.  Wanneer Europol voornemens is een ander systeem voor de verwerking van persoonsgegevens op te zetten dan het artikel 11 bedoelde Europol-informatiesysteem of de in artikel 14 bedoelde analysebestanden, stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement, de voorwaarden vast waaronder Europol dat kan doen. Deze voorwaarden hebben met name betrekking op de toegang tot en het gebruik van de gegevens en op de termijnen voor het bewaren en verwijderen van de gegevens, en zijn gebaseerd op de in artikel 26 bedoelde beginselen. Vóór de goedkeuring van een dergelijk besluit door de Raad worden het gemeenschappelijk controleorgaan van Europol en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd.
Amendement 19
Artikel 10, lid 5
5.  Europol stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat zijn gegevensverwerkingssystemen compatibel zijn met de gegevensverwerkingssystemen in de lidstaten en in het bijzonder met de gegevensverwerkingssystemen die worden gebruikt in de organen van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie waarmee Europol betrekkingen kan aanknopen overeenkomstig artikel 22, en maakt daartoe gebruik van beproefde methoden en open normen.
5.  Europol stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat zijn gegevensverwerkingssystemen compatibel zijn met de gegevensverwerkingssystemen in de lidstaten en in het bijzonder met de gegevensverwerkingssystemen die worden gebruikt in de organen van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie waarmee Europol betrekkingen kan aanknopen overeenkomstig artikel 22, en maakt daartoe gebruik van beproefde methoden en open normen. Interconnectie is toegestaan op grond van een desbetreffend besluit van de Raad, dat wordt genomen na overleg met de gegevensbeschermingsfunctionaris van Europol en het gemeenschappelijk controleorgaan en waarin de regels en voorwaarden worden vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot de noodzaak om interconnectie toe te passen en de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zullen worden gebruikt.
Amendement 20
Artikel 11, lid 1
1.  Europol onderhoudt een Europol-informatiesysteem. Het Europol-informatiesysteem kan rechtstreeks worden geraadpleegd door de nationale eenheden, de verbindingsofficieren, de directeur, de adjunct-directeuren en de daartoe gemachtigde Europol-functionarissen.
1.  Europol onderhoudt een Europol-informatiesysteem. Het Europol-informatiesysteem kan rechtstreeks worden geraadpleegd door de nationale eenheden, de verbindingsofficieren, de directeur, de adjunct-directeuren en de daartoe gemachtigde Europol-functionarissen. Rechtstreekse toegang van de nationale eenheden tot het informatiesysteem met betrekking tot de in artikel 12, lid 1, onder b) genoemde personen wordt beperkt tot de in artikel 12, lid 2 opgesomde persoonsgegevens. Indien dat voor een specifiek onderzoek noodzakelijk is, worden de volledige gegevens aan de eenheden ter beschikking gesteld via de verbindingsofficieren.
Amendement 21
Artikel 12, lid 1, letter b)
b) personen ten aanzien van wie in de zin van het nationale recht van de betrokken lidstaat een gegrond vermoeden bestaat dat zij strafbare feiten zullen plegen die onder de bevoegdheid van Europol vallen.
b) personen ten aanzien van wie in de zin van het nationale recht van de betrokken lidstaat feitelijke aanwijzingen of een gegrond vermoeden bestaan dat zij strafbare feiten zullen plegen die onder de bevoegdheid van Europol vallen.
Amendement 22
Artikel 12, lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  Speciale categorieën gegevens betreffende ras of etnische afkomst, politieke standpunten, religieuze of filosofische overtuigingen, lidmaatschap van partijen of vakbonden, seksuele geaardheid of gezondheid worden niet verwerkt, behalve wanneer zij absoluut noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot het doeleinde van een specifiek geval en daaraan specifieke waarborgen zijn verbonden.
Amendement 23
Artikel 19, lid 1
1.  Persoonsgegevens die worden opgevraagd uit een van de gegevensverwerkingssystemen van Europol worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitsluitend verstrekt en gebruikt ter voorkoming en bestrijding van de criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt en ter bestrijding van andere ernstige vormen van criminaliteit. Europol gebruikt de gegevens uitsluitend voor het vervullen van zijn taken.
1.  Persoonsgegevens die worden opgevraagd uit een van de gegevensverwerkingssystemen van Europol worden uitsluitend door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekt en gebruikt, enkel voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld en voor daarmee verenigbare doeleinden ter voorkoming en bestrijding van de criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol valt en ter bestrijding van andere ernstige vormen van criminaliteit. Europol gebruikt de gegevens uitsluitend voor het vervullen van zijn taken.
Amendement 24
Artikel 20, lid 1
1.  Gegevens worden niet langer bij Europol in bestanden opgeslagen dan voor de taakvervulling van Europol noodzakelijk is. Uiterlijk drie jaar na invoering van de gegevens wordt getoetst of zij nog langer moeten worden bewaard. De toetsing en verwijdering van gegevens die in het informatiesysteem zijn opgeslagen, gebeurt door de partij die de gegevens heeft ingevoerd. De toetsing en verwijdering van gegevens die zijn opgeslagen in andere gegevensbestanden van Europol gebeurt door Europol. Europol stelt de lidstaten drie maanden van tevoren automatisch in kennis van het aflopen van de termijn waarbinnen moet worden nagegaan of de gegevens nog langer moeten worden bewaard.
1.  Gegevens worden niet langer bij Europol in bestanden opgeslagen dan voor de taakvervulling van Europol noodzakelijk is. Onverminderd het bepaalde in artikel 10, lid 3, wordt ten minst om de twee jaar na invoering van de gegevens getoetst en gedocumenteerd of zij nog langer moeten worden bewaard. De toetsing en verwijdering van gegevens die in het informatiesysteem zijn opgeslagen, gebeurt door de partij die de gegevens heeft ingevoerd. De toetsing en verwijdering van gegevens die zijn opgeslagen in andere gegevensbestanden van Europol gebeurt door Europol. Europol stelt de lidstaten drie maanden van tevoren automatisch in kennis van het aflopen van de termijn waarbinnen moet worden nagegaan of de gegevens nog langer moeten worden bewaard.
Amendement 25
Artikel 21
Indien Europol op grond van rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten toegang heeft tot gegevens van andere nationale of internationale informatiesystemen, kan Europol met behulp van die instrumenten persoonsgegevens opvragen indien dat noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taken. De relevante bepalingen van dergelijke rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten zijn van toepassing op de toegang tot en het gebruik van dergelijke gegevens door Europol, voor zover die bepalingen strengere toegangs- en gebruiksregels inhouden dan de bepalingen van dit besluit. Europol mag dergelijke gegevens niet in strijd met dit besluit gebruiken.
Indien Europol op grond van rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten toegang heeft tot gegevens van andere nationale of internationale informatiesystemen, kan Europol met behulp van die instrumenten persoonsgegevens opvragen indien en in zoverre dat noodzakelijk is voor en proportioneel is met de vervulling van zijn taken, waarbij de zaken van geval tot geval worden beoordeeld onder strikte voorwaarden die door Europol na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het gemeenschappelijk controleorgaan worden vastgesteld. De relevante bepalingen van dergelijke rechtsinstrumenten van de Europese Unie of van internationale of nationale rechtsinstrumenten zijn van toepassing op de toegang tot en het gebruik van dergelijke gegevens door Europol, voor zover die bepalingen strengere toegangs- en gebruiksregels inhouden dan de bepalingen van dit besluit. Europol mag dergelijke gegevens niet in strijd met dit besluit gebruiken.
Amendement 26
Artikel 22, lid 1, letter d bis) (nieuw)
d bis) de desbetreffende afdelingen van het secretariaat-generaal van de Raad en het Gemeenschappelijk Situatiecentrum van de Europese Unie.
Amendement 27
Artikel 22, lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  Voor de doorzending van persoonsgegevens door communautaire instellingen of organen, wordt Europol beschouwd als een communautair orgaan in de zin van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 45/2001.
Amendement 28
Artikel 24, lid 1, inleidende formule
1.  Door Europol opgeslagen persoonsgegevens kunnen onder de in lid 4 gestelde voorwaarden aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties worden verstrekt indien:
1.  Door Europol opgeslagen persoonsgegevens kunnen in zeer uitzonderlijke situaties die van geval tot geval moeten worden beoordeeld, onder de in lid 4 gestelde voorwaarden aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties worden verstrekt indien:
Amendement 58
Artikel 24, lid 2
2.  In afwijking van lid 1 kan Europol onder de in lid 4 gestelde voorwaarden persoonsgegevens verstrekken aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties indien de directeur van Europol van oordeel is dat dit absoluut noodzakelijk is om de wezenlijke belangen van de betrokken lidstaten te beschermen, voor zover dit binnen de doelstellingen van Europol valt of gebeurt om onmiddellijk gevaar in verband met criminaliteit of terrorisme af te wenden. De directeur van Europol weegt in alle gevallen het gegevensbeschermingsniveau van de betrokken instantie af tegen deze belangen.
2.  In afwijking van lid 1 kan Europol onder de in lid 4 gestelde voorwaarden en in van geval tot geval te beoordelen situaties persoonsgegevens verstrekken aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde derde instanties indien de directeur van Europol van oordeel is dat dit absoluut noodzakelijk is om de wezenlijke belangen van de betrokken lidstaten te beschermen, voor zover dit binnen de doelstellingen van Europol valt of gebeurt om onmiddellijk gevaar in verband met criminaliteit of terrorisme af te wenden. De directeur van Europol weegt in alle gevallen het niveau van inachtneming van mensenrechten, democratie en de beginselen van de rechtsstaat in het derde land waaraan de gegevens zouden kunnen worden overgedragen, de doeleinden waarvoor de gegevens worden gebruikt en het gegevensbeschermingsniveau van de betrokken instantie af tegen deze belangen, alsmede de mate van wederkerigheid bij de uitwisseling van informatie, en stelt het Europees Parlement, De Raad en de Commissie, alsmede de toezichthoudende instanties voor gegevensbescherming regelmatig op de hoogte van de ter uitvoering van dit artikel genomen besluiten.
Amendement 30
Artikel 25, lid 2
2.  De raad van bestuur stelt de uitvoeringsvoorschriften vast voor de betrekkingen van Europol met de in artikel 22 bedoelde instellingen en organen en voor de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en deze instellingen en organen. Alvorens de raad van bestuur dit besluit vaststelt, raadpleegt hij het gemeenschappelijk controleorgaan.
2.  De raad van bestuur stelt de uitvoeringsvoorschriften vast voor de betrekkingen van Europol met de in artikel 22 bedoelde instellingen en organen en voor de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en deze instellingen en organen. Alvorens de raad van bestuur dit besluit vaststelt, raadpleegt hij het gemeenschappelijk controleorgaan en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
Amendement 31
Artikel 26
Onverminderd specifieke bepalingen van dit besluit, neemt Europol bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonsgegevens de beginselen in acht van Kaderbesluit 2007/XX/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europol neemt deze beginselen in acht bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van alle vormen van persoonsgegevens, ook als het gaat om niet-geautomatiseerde gegevens die worden bijgehouden in de vorm van handmatige bestanden, d. w. z. voor elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria kan worden geraadpleegd.
Onverminderd specifieke bepalingen van dit besluit en de noodzaak de waarborgen van de Europol-Overeenkomst staande te houden, neemt Europol bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonsgegevens de beginselen in acht van Kaderbesluit 2007/XX/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europol neemt deze beginselen in acht bij het verzamelen, verwerken en gebruiken van alle vormen van persoonsgegevens, ook als het gaat om niet-geautomatiseerde gegevens die worden bijgehouden in de vorm van handmatige bestanden, d. w. z. voor elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria kan worden geraadpleegd.
Amendement 32
Artikel 27, lid 1
1.  Eurojust benoemt een gegevensbeschermingsfunctionaris, die deel uitmaakt van het personeel. De gegevensbeschermingsfunctionaris valt rechtstreeks onder de raad van bestuur. Bij de uitvoering van zijn taken ontvangt hij van niemand instructies.
1.  Eurojust benoemt een onafhankelijke gegevensbeschermingsfunctionaris, die deel uitmaakt van het personeel. De gegevensbeschermingsfunctionaris valt rechtstreeks onder de raad van bestuur. Bij de uitvoering van zijn/haar taken ontvangt hij/zij van niemand instructies.
Amendement 33
Artikel 27, lid 5
5.  Nadere uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot de gegevensbeschermingsfunctionaris worden vastgesteld door de raad van bestuur. De uitvoeringsvoorschriften hebben met name betrekking op de selectie, het ontslag, de taken, de verplichtingen en de bevoegdheden van de gegevensbeschermingsfunctionaris.
5.  Nadere uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot de gegevensbeschermingsfunctionaris worden vastgesteld door de raad van bestuur. De uitvoeringsvoorschriften hebben met name betrekking op de selectie, het ontslag, de taken, de verplichtingen, de bevoegdheden en de waarborgen inzake de onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsfunctionaris.
Amendement 34
Artikel 29, lid 4
4.  Toegang tot de persoonsgegevens wordt geweigerd indien:
4.  Toegang tot de persoonsgegevens wordt slechts geweigerd indien dat nodig is om:
a) die toegang een van de activiteiten van Europol in gevaar kan brengen;
a)  Europol in staat te stellen zijn activiteiten naar behoren te verrichten;
b) die toegang afbreuk kan doen aan een nationaal onderzoek waaraan Europol zijn medewerking verleent;
b) te garanderen dat geen afbreuk wordt gedaan aan een nationaal onderzoek waaraan Europol zijn medewerking verleent;
c) die toegang de rechten en vrijheden van derden in gevaar kan brengen.
c) de rechten en vrijheden van derden te beschermen.
Amendement 35
Artikel 29, lid 5
5.  Alvorens te besluiten of al dan niet toegang wordt verleend, raadpleegt Europol de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van de betrokken lidstaten. Toegang tot gegevens die zijn opgenomen in een analysebestand wordt alleen verleend indien zowel Europol en de lidstaten die deelnemen aan de analyse als de lidstaat of lidstaten waarvoor de verstrekking van die gegevens rechtstreeks van belang is, ermee instemmen. Indien een lidstaat bezwaar maakt tegen het verlenen van toegang tot bepaalde persoonsgegevens, stelt hij Europol in kennis van zijn weigering en van de redenen daarvoor.
5.  Bij wijze van algemeen beginsel wordt de uitoefening van het recht van toegang niet geweigerd. Uitzonderingen op deze regel kunnen alleen worden geaccepteerd, wanneer zulks noodzakelijk is ter bescherming van een ander grondrecht. Alvorens te besluiten of al dan niet toegang wordt verleend, raadpleegt Europol de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van de betrokken lidstaten. Toegang tot gegevens die zijn opgenomen in een analysebestand wordt alleen verleend indien zowel Europol en de lidstaten die deelnemen aan de analyse als de lidstaat of lidstaten waarvoor de verstrekking van die gegevens rechtstreeks van belang is, ermee instemmen. Indien een lidstaat bezwaar maakt tegen het verlenen van toegang tot bepaalde persoonsgegevens, stelt hij Europol in kennis van zijn weigering en van de redenen daarvoor.
Amendement 36
Artikel 29, lid 6
6.  Indien een of meer lidstaten of Europol er bezwaar tegen maken dat iemand toegang krijgt tot de persoonsgegevens die hem betreffen, stelt Europol de betrokkene ervan in kennis dat de nodige controles zijn verricht, zonder aanwijzingen te geven waaruit de betrokkene kan opmaken of Europol al dan niet persoonsgegevens over hem verwerkt.
6.  Indien een of meer lidstaten of Europol er bezwaar tegen maken dat iemand toegang krijgt tot de persoonsgegevens die hem betreffen, stelt Europol de betrokkene ervan in kennis dat de nodige controles zijn verricht, zonder aanwijzingen te geven waaruit de betrokkene kan opmaken of Europol al dan niet persoonsgegevens over hem verwerkt. De voor de gegevensverwerking verantwoordelijke is verplicht uiteen te zetten waarom toegang wordt geweigerd, en wel op een zodanige wijze dat de toepassing van de uitzonderingsregeling op een doeltreffende wijze kan worden gecontroleerd overeenkomstig Aanbeveling nr. R (87) 15 van de Raad van Ministers van de Raad van Europa van 17 september 1987 tot regeling van het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied.
Amendement 38
Artikel 36, lid 9
9.  De raad van bestuur stelt elk jaar:
9.  De raad van bestuur stelt elk jaar, na de goedkeuring van de Raad te hebben verkregen:
a) de ramingen en het voorontwerp van begroting vast die bij de Commissie moeten worden ingediend, alsmede de personeelsformatie en de definitieve begroting;
a) de begrotingsramingen vast die bij de Commissie moeten worden ingediend, alsmede de ontwerppersoneelsformatie;
a bis) na goedkeuring door de begrotingsautoriteit, de begroting van Europol vast, alsmede de personeelsformatie;
b) na advies van de Commissie, een werkprogramma op voor de toekomstige activiteiten van Europol, waarin rekening wordt gehouden met de operationele behoeften van de lidstaten en de gevolgen voor de begroting en de personeelsformatie van Europol;
b) na advies van de Commissie, een werkprogramma op voor de toekomstige activiteiten van Europol, waarin, uitgaande van de beschikbare financiële en personele middelen, zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de operationele behoeften van de lidstaten;
c) een algemeen verslag op over de activiteiten van Europol in het voorgaande jaar.
c) een algemeen verslag op over de activiteiten van Europol in het voorgaande jaar, waarin met name de behaalde resultaten worden vergeleken met de doelstellingen in het jaarlijkse werkprogramma.
Amendement 39
Artikel 36, lid 9, alinea 2
Deze documenten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. Zij worden door de Raad tevens ter informatie aan het Europees Parlement gezonden.
Deze documenten worden voorgelegd aan het Europees Parlement, dat in de gelegenheid wordt gesteld deze naar bevinden te behandelen, zo nodig in samenwerking met nationale parlementen.
Amendement 59
Artikel 37, leden 1, 2 en 3
1.  Europol wordt geleid door een directeur die door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen voor vier jaar wordt benoemd uit een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten minste drie kandidaten; hij kan eenmaal voor een nieuwe periode van vier jaar worden benoemd.
1.  Europol wordt geleid door een directeur die door de raad van bestuur overeenkomstig een samenwerkingsprocedure ("concertatie") wordt benoemd.
De directeur wordt benoemd op basis van persoonlijke verdiensten, ervaring op het gebied van de bevoegdheden van Europol en capaciteiten inzake bestuur en beheer.
De samenwerkingsprocedure verloopt als volgt:
a) op basis van een lijst van kandidaten die door de Commissie is opgesteld na publicatie van een vacature en een transparante selectieprocedure, worden de kandidaten verzocht het Europees Parlement en de Raad toe te spreken en vragen te beantwoorden, alvorens een benoeming plaatsvindt;
b) het Europees Parlement en de Raad spreken zich uit over de kandidaten en geven de volgorde van hun voorkeur aan;
c) de raad van bestuur benoemt de directeur, waarbij hij rekening houdt met deze standpunten.
De ambtstermijn van de directeur bedraagt vier jaar.
2.  De directeur wordt bijgestaan door adjunct-directeuren die voor vier jaar worden benoemd overeenkomstig de procedure van lid 1 en eenmaal voor een nieuwe periode van vier jaar kunnen worden benoemd. Hun taak wordt nader vastgesteld door de directeur. Hun taak wordt nader vastgesteld door de directeur.
2.  De directeur wordt bijgestaan door adjunct-directeuren die voor vier jaar worden benoemd en eenmaal voor een nieuwe periode van vier jaar kunnen worden benoemd. Hun taak wordt nader vastgesteld door de directeur.
3.  De raad van bestuur stelt regels op voor de selectie van kandidaten voor de functie van directeur of adjunct-directeur. Deze regels worden pas van kracht nadat zij door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn goedgekeurd.
3.  De raad van bestuur stelt regels op voor de selectie van kandidaten voor de functie van adjunct-directeur. Deze regels worden pas van kracht nadat zij door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn goedgekeurd.
Amendement 41
Artikel 37, lid 4, letter g bis) (nieuw)
g bis) de uitvoering van doeltreffende procedures voor het toezicht op en de evaluatie van de prestaties van Europol bij het verwezenlijken van zijn doelstellingen;
Amendement 42
Artikel 38, lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in verband met het Europol-personeel.
Amendement 43
Artikel 41, lid 1
1.  De ontvangsten van Europol bestaan, onverminderd andere inkomsten, uit een subsidie van de Gemeenschap die vanaf 1 januari 2010 wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie).
1.  De ontvangsten van Europol bestaan, onverminderd andere inkomsten, uit een subsidie van de Gemeenschap die vanaf 1 januari 2010 wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie). De financiering van Europol is afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit, zoals bepaald in het IIA.
Amendement 44
Artikel 41, lid 3
3.  De directeur stelt een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar op en stuurt deze samen met een voorlopige personeelsformatie naar de raad van bestuur. De personeelsformatie omvat vaste en tijdelijke ambten en gedetacheerde nationale deskundigen, en vermeldt het aantal, de rang en de categorie van de personeelsleden die in het betrokken begrotingsjaar bij Europol in dienst zijn.
3.  De directeur stelt een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Europol voor het volgende begrotingsjaar op en stuurt deze samen met een ontwerp-personeelsformatie naar de raad van bestuur. De ontwerppersoneelsformatie omvat vaste en tijdelijke ambten en gedetacheerde nationale deskundigen, en vermeldt het aantal, de rang en de categorie van de personeelsleden die in het betrokken begrotingsjaar bij Europol in dienst zijn.
Amendement 45
Artikel 41, lid 6
6.  De Commissie zendt de ramingen samen met het voorontwerp van de algemene begroting van de Europese Unie naar het Europees Parlement en de Raad (hierna "de begrotingsautoriteit" genoemd).
6.  De Commissie zendt de ramingen samen met het voorontwerp van de algemene begroting van de Europese Unie naar het Europees Parlement, dat in de gelegenheid wordt gesteld om deze naar bevinden en overeenkomstig zijn bevoegdheden te behandelen, en de Raad (hierna "de begrotingsautoriteit" genoemd).
Amendement 46
Artikel 42, lid 8 bis (nieuw)
8 bis.  De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, zoals bepaald in artikel 146, lid 3 van het Financieel Reglement.
Amendement 47
Artikel 42, lid 9
9.  Het Europees Parlement verleent de directeur van Europol op aanbeveling van de Raad vóór 30 april van het jaar n + 2 kwijting voor de uitvoering van de begroting van het jaar n.
9.  Het Europees Parlement verleent de directeur van Europol, rekening houdend met een door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen aangenomen aanbeveling, vóór 30 april van het jaar n + 2 kwijting voor de uitvoering van de begroting van het jaar n.
Amendement 48
Artikel 43
De financiële voorschriften die op Europol van toepassing zijn, worden door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze voorschriften mogen niet afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002, tenzij dit nodig is voor de werking van Europol. Voor regels die afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 is vooraf toestemming van de Commissie vereist. Deze afwijkingen worden medegedeeld aan de begrotingsautoriteit.
De financiële voorschriften die op Europol van toepassing zijn, worden door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze voorschriften mogen niet afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002, tenzij dit specifiek vereist is voor de werking van Europol. Voor regels die afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 is vooraf toestemming van de Commissie vereist. Deze afwijkingen worden medegedeeld aan de begrotingsautoriteit.
Amendement 49
Artikel 44, alinea 1
De directeur stelt een toezichtsysteem in om indicatoren te verzamelen met betrekking tot de effectiviteit en de efficiëntie van de taken die binnen Europol worden verricht.
De directeur stelt een toezichtsysteem in om indicatoren te verzamelen met betrekking tot de effectiviteit en de efficiëntie van de taken die binnen Europol worden verricht. De directeur brengt jaarlijks aan de raad van bestuur verslag uit over de resultaten van dit toezicht.
Amendement 50
Artikel 44, alienea 4 bis (nieuw)
De voorzitter van de raad van bestuur of de directeur van Europol presenteren de prioriteiten van Europol voor het komende jaar ten overstaan van een gemengde commissie die is samengesteld uit leden van het Europees Parlement en leden van nationale parlementen, ten einde een democratisch debat met het maatschappelijk middenveld en meer controle op de activiteiten van Europol te waarborgen.
Amendement 51
Artikel 45
Op basis van een voorstel van de directeur en uiterlijk zes maanden nadat die besluit van toepassing wordt, stelt de raad van bestuur regels vast betreffende de toegang tot documenten van Europol, met inachtneming van de beginselen en de beperkingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad.
Op basis van een voorstel van de directeur en uiterlijk zes maanden nadat dit besluit van toepassing wordt, stelt de raad van bestuur, na raadpleging van het Europees Parlement, regels vast betreffende de toegang tot documenten van Europol, met inachtneming van de beginselen en de beperkingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad.
Amendement 52
Artikel 47
De voorzitter van de raad van bestuur en de directeur kunnen voor het Europees Parlement verschijnen om algemene kwesties betreffende Europol te bespreken.
De voorzitter van de raad van bestuur en de directeur verschijnen op verzoek voor het Europees Parlement om kwesties betreffende Europol te bespreken.
Amendement 53
Artikel 56, lid 1
1.  In afwijking van artikel 38 worden alle arbeidsovereenkomsten die door Europol, als opgericht bij de Europol-overeenkomst, zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, nageleefd.
1.  In afwijking van artikel 38 worden alle arbeidsovereenkomsten die door Europol, als opgericht bij de Europol-overeenkomst, zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit, nageleefd. Met de bijkomende personeelskosten die eventueel door deze afwijking worden veroorzaakt, wordt rekening gehouden in het akkoord over de financiering van Europol dat overeenkomstig punt 47 van het IIA moet worden bereikt.
Amendement 54
Artikel 56, lid 2
2.  Alle personeelsleden die in dienst zijn genomen op basis van een in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie. Daartoe wordt uitsluitend voor de personeelsleden die al in dienst waren van Europol voordat dit besluit van toepassing werd, binnen twee jaar nadat dit besluit van toepassing is geworden, door het tot het sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een intern selectieproces georganiseerd om de competentie, de efficiëntie en de integriteit van de beoogde contractanten te toetsen. Geslaagde kandidaten krijgen een contract aangeboden overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen.
2.  Alle personeelsleden die in dienst zijn genomen op basis van een in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie. Daartoe wordt, na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, uitsluitend voor de personeelsleden die al in dienst waren van Europol voordat dit besluit van toepassing werd, binnen twee jaar nadat dit besluit van toepassing is geworden, door het tot het sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een intern selectieproces georganiseerd om de competentie, de efficiëntie en de integriteit van de beoogde contractanten te toetsen. De Commissie houdt toezicht op dit selectieproces. De resultaten van dit selectieproces worden openbaar gemaakt. Geslaagde kandidaten krijgen een contract aangeboden overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 vastgelegde regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Gemeenschappen. In de ontwerppersoneelsformatie die samen met het voorontwerp van begroting van de Europese Unie aan de begrotingsautoriteit wordt toegezonden, wordt duidelijk aangegeven welke ambten vervuld worden door personeelsleden die vallen onder het Statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, en welke ambten vervuld worden door personeelsleden die vallen onder het personeelsstatuut van Europol.
Amendement 55
Artikel 57, lid 3, alinea 2 bis (nieuw)
In geen geval mag de communautaire subsidie voor Europol, zoals vastgesteld op grond van dit besluit, worden gebruikt voor de betaling van uitgaven in verband met verplichtingen die Europol overeenkomstig de Europol-overeenkomst is aangegaan voor de inwerkingtreding van dit besluit van toepassing wordt.
Amendement 62
Artikel 62, lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Dit besluit wordt herzien binnen een periode van zes maanden volgend op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid