Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/0196(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0257/2008

Ingediende teksten :

A6-0257/2008

Debatten :

PV 08/07/2008 - 12
CRE 08/07/2008 - 12

Stemmingen :

PV 09/07/2008 - 5.10
CRE 09/07/2008 - 5.10
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0347

Aangenomen teksten
PDF 619kWORD 308k
Woensdag 9 juli 2008 - Straatsburg
Interne markt voor aardgas ***I
P6_TA(2008)0347A6-0257/2008
Resolutie
 Geconsolideerde tekst

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 9 juli 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (COM(2007)0529 – C6-0317/2007 – 2007/0196(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0529),

–   gelet op artikel 251, lid 2, artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0317/2007),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0257/2008),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 9 juli 2008 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2008/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas
P6_TC1-COD(2007)0196

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, artikel 55 en artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie║,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  De interne markt voor aardgas, die sinds 1999 geleidelijk is ingevoerd in het geheel van de Gemeenschap, heeft tot doel een echte keuzevrijheid te bieden aan alle consumenten in de Europese Unie, zowel particulieren als ondernemingen, nieuwe mogelijkheden voor economische groei te creëren en de grensoverschrijdende handel te bevorderen en zo efficiëntieverbeteringen, concurrerende tarieven en een betere dienstverlening te bewerkstelligen, alsmede bij te dragen tot de veiligheid van de energievoorziening en de duurzaamheid van de economie.

(2)  Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas ║(4) heeft aanzienlijk bijgedragen tot de totstandbrenging van een ║ interne markt voor aardgas.

(3)  Momenteel kan het recht om aardgas te verkopen in een andere lidstaat onder gelijke voorwaarden en zonder discriminatie of achterstelling echter niet worden gewaarborgd voor alle ondernemingen in alle lidstaten. Met name bestaat een niet-discriminerende netwerktoegang en een gelijk effectief niveau van regelgevend toezicht nog niet in elke lidstaat aangezien het wetgevingskader niet volstaat.

(4)  In de mededeling van de Commissie van 10 januari 2007 "Een energiebeleid voor Europa'║ wordt het belang onderstreept van de voltooiing van de interne gasmarkt en de totstandbrenging van een gelijk speelveld voor alle in de Gemeenschap gevestigde gasbedrijven. Uit de mededelingen van de Commissie van dezelfde datum over de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt en zijn eindverslag met betrekking tot haar onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 naar de Europese gas- en elektriciteitssectoren blijkt dat de huidige regels en maatregelen niet het vereiste kader leveren om de doelstelling van een goed functionerende interne markt te verwezenlijken.

(5)  Zonder een effectieve scheiding van netwerken van productie- en leveringsactiviteiten blijft er een risico van discriminatie bestaan, niet alleen bij de exploitatie van de netwerken, maar ook wat de stimulansen voor verticaal geïntegreerde bedrijven betreft om op toereikende wijze in hun netwerken te investeren.

(6)  De lidstaten dienen op regionaal niveau samenwerking te bevorderen en het netwerk op dat niveau op doeltreffendheid te controleren. Verschillende lidstaten hebben reeds een voorstel voor de verwezenlijking van dit doel ingediend.

(7)  De momenteel geldende juridische en functionele ontvlechtingsregels hebben nog niet geleid tot een effectieve ontvlechting van de transmissiesysteembeheerders in elke lidstaat, hetgeen ten dele te wijten is aan de onvolledige uitvoering van de bestaande Gemeenschapswetgeving. Op zijn vergadering van 8 en 9 maart 2007 in Brussel heeft de Europese Raad de Commissie verzocht om wetgevingsvoorstellen uit te werken voor een daadwerkelijke scheiding tussen leverings- en productiediensten, enerzijds, en de netwerkexploitatie, anderzijds.

(8)  Uitsluitend het wegwerken van inherente stimulansen voor verticaal geïntegreerde bedrijven om hun concurrenten qua netwerktoegang en -investeringen te discrimineren, kan een effectieve ontvlechting waarborgen. Ontvlechting van de eigendom, wat inhoudt dat de netwerkeigenaar is aangewezen als de netwerkbeheerder en dat de netwerkbeheerder onafhankelijk is van belangen in de productie- en leveringssector, is duidelijk de meest effectieve en stabiele manier om het inherente belangenconflict op te lossen en de continuïteit van de voorziening te waarborgen. Om deze reden heeft het Europees Parlement in zijn resolutie van 10 juli 2007 inzake de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt(5) gesteld dat het ontvlechting van de eigendom op het niveau van transmissie ziet als het efficiëntste middel om investeringen in infrastructuur op niet-discriminerende wijze te bevorderen en te zorgen voor eerlijke toegang tot het netwerk voor nieuwkomers en transparantie op de markt. Van de lidstaten moet derhalve worden geëist dat wordt gewaarborgd dat eenzelfde persoon geen zeggenschap kan uitoefenen, inclusief via blokkeringsrechten van minderheidsaandeelhouders over beslissingen van strategisch belang, over een productie- of leveringsbedrijf en tezelfdertijd belangen heeft in of rechten uitoefent over een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem. Omgekeerd moet zeggenschap over een transmissiesysteembeheerder de mogelijkheid uitsluiten een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een leveringsbedrijf.

(9)  Eventuele systemen voor ontkoppeling moeten doeltreffend zijn bij het wegnemen van eventuele belangenconflicten tussen producenten en transmissiesysteembeheerders, ten einde prikkels te creëren voor de nodige investeringen en de toegang van nieuwkomers op de markt in het kader van een transparant, efficiënt regelgevingsregime te waarborgen, en zij mogen voor nationale regelgevingsinstanties geen lastig of bezwaarlijk stelsel van regelgeving opleveren dat moeilijk of kostbaar zou zijn in de tenuitvoerlegging.

(10)  Gas wordt voornamelijk en in toenemende mate uit derde landen in de Europese Unie ingevoerd. In Gemeenschapswetgeving moet daarom rekening worden gehouden met de specifieke integratie van de gassector in de wereldmarkt, met inbegrip van de verschillen in de stroomopwaartse en stroomafwaartse markten.

(11)  Aangezien ontvlechting van de eigendom in sommige gevallen een herstructurering van de bedrijven vergt, moeten de lidstaten die besluiten tot ontvlechting van de eigendom over te gaan, extra tijd krijgen om de relevante bepalingen toe te passen. Gezien de verticale kruisverbanden tussen de elektriciteits- en de gassector dienen de ontvlechtingsbepalingen bovendien te gelden voor beide sectoren samen.

(12)  De lidstaten kunnen desgewenst de bepalingen van deze richtlijn inzake de effectieve en efficiënte scheiding van transmissiesystemen en transmissiesysteembeheerders toepassen. Deze scheiding is effectief voorzover zij de onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerders helpt waarborgen en zij is efficiënt voor zover zij voor een beter aangepast regelgevingskader zorgt dat waarborgen biedt voor eerlijke concurrentie, voldoende investeringen, toegang voor nieuwkomers op de markt en de integratie van de aardgasmarkten. Een dergelijke scheiding berust bovendien op een pijler met organisatorische maatregelen en maatregelen inzake het bestuur van transmissiesysteembeheerders en op een pijler met maatregelen op het gebied van investeringen, de aansluiting van nieuwe productiecapaciteiten op het net en marktintegratie door middel van regionale samenwerking. Zij sluit aan bij de voorwaarden die de reeds vermelde Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 gesteld heeft.

(13)  De lidstaten dienen regionale samenwerking te bevorderen en de mogelijkheid te krijgen een regionale coördinator aan te wijzen die is belast met de bevordering van de dialoog tussen bevoegde nationale autoriteiten. Bovendien dienen te zijner tijd op doeltreffende wijze nieuwe producenten en leveringsbedrijven op het netwerk te worden aangesloten.

(14)  Teneinde de correcte tenuitvoerlegging van deze richtlijn te waarborgen dient de Commissie de lidstaten te ondersteunen die hierbij met problemen te kampen hebben.

(15)  De doelstelling van een geïntegreerd Europees energienetwerk is van fundamenteel belang is voor een zekere energievoorziening en een goed functionerende interne markt voor gas. Daarom moet de Commissie in overleg met de belanghebbenden (met name de transmissiesysteembeheerders en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers ("het Agentschap") opgericht bij Verordening (EG) nr. .../2008 van het Europees Parlement en de Raad van ... [tot oprichting van het agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers](6)) onderzoeken of het haalbaar is één enkele Europese transmissiesysteembeheerder te creëren en de kosten en voordelen ervan analyseren met betrekking tot de marktintegratie en de efficiënte en zekere werking van het transmissienetwerk.

(16)  Om de volledige onafhankelijkheid van de netwerkexploitatie van productie- en leveringsbelangen te waarborgen en de uitwisseling van vertrouwelijke informatie te voorkomen, mag eenzelfde persoon geen lid zijn van de raad van bestuur van zowel een transmissiesysteembeheerder als een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert. Om dezelfde reden mag eenzelfde persoon niet over de bevoegdheid beschikken om leden van de raad van bestuur van een transmissiesysteembeheerder aan te wijzen, én belangen hebben in een leveringsbedrijf.

(17)  De aanwijzing van transmissiesysteembeheerders die onafhankelijk zijn van productie- en leveringsbelangen, maakt het voor verticaal geïntegreerde bedrijven mogelijk om hun eigendom van netwerkactiva te handhaven en tegelijkertijd een effectieve scheiding van de belangen te bewerkstelligen op voorwaarde dat de onafhankelijke transmissiesysteembeheerder alle functies van een netwerkbeheerder vervult en er is voorzien in gedetailleerde regelgevings- en toezichtsmechanismen.

(18)  Wanneer een onderneming die eigenaar is van een transmissiesysteem deel uitmaakt van een verticaal geïntegreerd bedrijf, moeten de lidstaten daarom de keuze krijgen uit twee mogelijkheden: ontvlechting van de eigendom, of de aanwijzing van een onafhankelijke transmissiesysteembeheerder.

(19)  Om de concurrentie op de interne markt voor gas te versterken, moeten niet-huishoudelijke klanten hun leveranciers kunnen kiezen en gasleveringscontracten met diverse leveranciers kunnen afsluiten. Deze consumenten dienen te worden beschermd tegen exclusiviteitsclausules die tot gevolg hebben dat concurrerende en/of aanvullende aanbiedingen uitgesloten worden.

(20)  Bij de tenuitvoerlegging van daadwerkelijke ontvlechting moet het beginsel van niet-discriminatie tussen de openbare en de particuliere sector in acht worden genomen. Daartoe mag eenzelfde persoon niet over de mogelijkheid beschikken om enige invloed uit te oefenen, alleen dan wel gezamenlijk, op de samenstelling, stemming of besluitvorming in de organen van zowel de transmissiesysteembeheerders als de gasleveranciers. ▌

(21)  Een ▌scheiding van netwerk- en leveringsactiviteiten moet gelden in het geheel van de Gemeenschap ▌. Dit moet gelden voor zowel in de EU gevestigde ondernemingen als ondernemingen uit derde landen. Om te waarborgen dat netwerk- en leveringsactiviteiten in het geheel van de Europese Unie gescheiden worden gehouden, moeten de nationale regelgevende instanties de bevoegdheid krijgen de certificatie te weigeren van transmissiesysteembeheerders die niet in overeenstemming zijn met de ontvlechtingsregels. Om een samenhangende toepassing in het geheel van de Gemeenschap en de naleving van de internationale verplichtingen van de Gemeenschap te waarborgen, moet het Agentschap het recht krijgen de door de nationale regelgevende instanties genomen certificeringsbesluiten te herzien.

(22)  Het veilig stellen van de energievoorziening is een essentieel element voor de openbare veiligheid en is daarom inherent verbonden met de efficiënte functionering van de markt voor gas en met de integratie van de geïsoleerde markten van de lidstaten. Gas kan de burgers van de Unie slechts bereiken via netwerken. Functionerende open gasmarkten met daadwerkelijke handelsmogelijkheden en met name de netwerken en andere activa die met de levering van gas verbonden zijn, zijn essentieel voor de openbare veiligheid, het concurrentievermogen van de economie en het welzijn van burgers van de Unie. Onverlet zijn internationale verplichtingen is de Commissie van oordeel dat de sector van het gastransmissiesysteem van groot belang is voor de Gemeenschap en dat dus extra vrijwaringsmaatregelen vereist zijn met betrekking tot de invloed van derde landen teneinde alle bedreigingen voor de openbare orde in de Gemeenschap en het welzijn van ║ burgers van de Unie te voorkomen. Dergelijke maatregelen zijn ook noodzakelijk, met name om de naleving van de regels met het oog op effectieve ontvlechting te waarborgen.

(23)  De onafhankelijkheid van de opslagsysteembeheerders moet worden gewaarborgd teneinde derden een betere toegang te geven tot opslaginstallaties die in technische en/of economische zin noodzakelijk zijn voor een efficiënte toegang tot het systeem voor levering aan de klanten. Het is daarom passend dat opslaginstallaties worden beheerd door juridisch gescheiden entiteiten die over effectieve beslissingsbevoegdheid beschikken met betrekking tot de activa die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de exploitatie en de ontwikkeling van opslaginstallaties. Ook moet de transparantie worden verhoogd inzake de opslagcapaciteit die aan derden ter beschikking wordt gesteld, meer bepaald door de lidstaten te verplichten een duidelijk, niet-discriminerend kader vast te stellen en bekend te maken waarin het regelgevingsstelsel dat geldt voor opslaginstallaties staat omschreven.

(24)  Niet-discriminerende toegang tot de distributienetten is bepalend voor de toegang tot gebruikers op kleinhandelsniveau. De ruimte voor discriminatie wat toegang voor derden en investeringen betreft, is echter kleiner op distributieniveau dan op transmissieniveau omdat de congestieproblemen en de invloed van de productiebelangen op het distributieniveau doorgaans minder groot zijn dan op het transmissieniveau. Bovendien is de functionele ontvlechting van de distributiesysteembeheerders overeenkomstig Richtlijn 2003/55/EG pas verplicht vanaf 1 juli 2007 en moeten de effecten daarvan op de interne markt nog worden geëvalueerd. De momenteel geldende juridische en functionele ontvlechtingsregels kunnen resulteren in effectieve ontvlechting op voorwaarde dat zij duidelijker worden geformuleerd, goed ten uitvoer worden gelegd en nauwlettend worden gemonitord. Om een gelijk speelveld op kleinhandelsniveau te creëren, moeten de activiteiten van de distributiesysteembeheerders daarom worden gemonitord om te voorkomen dat zij profiteren van hun verticale integratie ten gunste van hun concurrentiepositie op de markt, met name in verband met kleine huishoudelijke en niet-huishoudelijke afnemers.

(25)  De lidstaten dienen concrete maatregelen te nemen ter ondersteuning van een breder gebruik van biogas en uit biomassa verkregen gas, aan de producenten waarvan niet-discriminerend toegang tot het gasnet moet worden verleend, mits die toegang permanent in overeenstemming is met de relevante technische voorschriften en veiligheidsnormen.

(26)  Bij Richtlijn 2003/55/EG is voor de lidstaten de eis ingevoerd om regelgevende instanties met specifieke bevoegdheden op te zetten. De ervaring heeft echter uitgewezen dat de doeltreffendheid van regelgeving vaak wordt belemmerd door het gebrek aan onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instanties van hun regeringen en door de ontoereikendheid van hun bevoegdheden en beslissingsmacht. Om deze reden heeft de Europese Raad op zijn reeds vermelde vergadering ║ te Brussel de Commissie verzocht wetgevingsvoorstellen uit te werken om te zorgen voor een verdere harmonisering van de bevoegdheden en een grotere onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instanties ║ voor de energiesector.

(27)  Om de interne markt goed te laten functioneren, moeten de nationale regelgevende instanties ║ besluiten kunnen nemen over alle relevante regelgevingskwesties en moeten zij volledig onafhankelijk zijn van alle andere ▌belangen van publieke of particuliere bedrijven.

(28)  Nationale regelgevende instanties ║ moeten de bevoegdheid krijgen om bindende besluiten vast te stellen voor netbeheerders en effectieve, passende en afschrikwekkende sancties op te leggen aan netbeheerders die hun verplichtingen niet nakomen. Zij moeten ook de bevoegdheid krijgen om besluiten te nemen, ongeacht de toepassing van de mededingingsregels, over passende maatregelen inzake de toegang tot netten met het oog op een daadwerkelijke mededinging die noodzakelijk is voor een goede werking van de interne markt, alsmede over maatregelen om een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening te waarborgen, met inachtneming van marktopenstelling en bescherming van de kwetsbare consument, alsook om te waarborgen dat de maatregelen ter bescherming van de consument volledige werking hebben. Deze bepalingen laten de bevoegdheden van de Commissie op het gebied van de toepassing van de mededingingsregels, inclusief het onderzoek naar fusies met een communautaire dimensie, en de regels betreffende de interne markt, zoals het vrije verkeer van kapitaal, onverlet.

(29)  Nationale regelgevende autoriteiten en regelgevers voor de financiële markten moeten samenwerken om elkaar in staat te stellen de respectieve markten te overzien. Zij moeten gemachtigd zijn relevante informatie van de aardgasbedrijven te verkrijgen op basis van passend en toereikend onderzoek, geschillen te beslechten, en doeltreffende sancties op te leggen.

(30)  Investeringen in belangrijke nieuwe infrastructuur moeten sterk worden bevorderd om de goede functionering van de interne markt voor aardgas te waarborgen. Teneinde het positieve effect van grote infrastructuurprojecten waarvoor ontheffing is verleend op de mededinging en de veiligheid van de voorziening te versterken, moet de marktbelangstelling gedurende de projectplanningsfase worden getest en moeten congestiebeheersregels ten uitvoer worden gelegd. Wanneer een bepaalde infrastructuur gelegen is op het grondgebied van meer dan één lidstaat is het aangewezen dat Agentschap ║ de ontheffingsaanvraag behandelt zodat beter rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende gevolgen en zodat de administratieve afhandeling wordt vergemakkelijkt. Voorts moet het, gezien het uitzonderlijke risicoprofiel van de uitvoering van dergelijke grootschalige infrastructuurprojecten, mogelijk zijn om tijdelijke partiële ontheffingen toe te staan voor leverings- en productiebedrijven wat de ontvlechtingsregels voor de desbetreffende projecten betreft. Dit dient met name te gelden, om redenen van continuïteit van de voorziening, voor nieuwe pijpleidingen binnen de Gemeenschap die gas transporteren vanuit derde landen in de Gemeenschap.

(31)  De interne markt voor gas lijdt onder een gebrek aan liquiditeit en transparantie, wat de efficiënte toewijzing van middelen, indekking van risico's en toetreding van nieuwkomers belemmert. Het marktvertrouwen, de liquiditeit van de markt en het aantal marktdeelnemers moeten worden opgetrokken en daarvoor moet het toezicht van de regelgevers op bedrijven die actief zijn in de aardgaslevering worden versterkt. Dergelijke eisen moeten verenigbaar zijn met de bestaande communautaire wetgeving betreffende de financiële markten en laten bedoelde wetgeving onverlet. De nationale regelgevende instanties en de regelgevers op het gebied van de financiële markten moeten samenwerken teneinde het voor elkaar mogelijk te maken een overzicht over de relevante markten te krijgen.

(32)  De structurele rigiditeit van de gasmarkt die voortvloeit uit de concentratie van leveranciers, de langetermijncontracten aan de basis van de leveranties en het gebrek aan liquiditeit stroomafwaarts leiden tot een niet-doorzichtige tariefstructuur. Om de kostenstructuur duidelijker te maken, is meer transparantie nodig in de prijsvorming en derhalve dient een handelsverplichting bindend te worden.

(33)  De openbaredienstverplichtingen en de gemeenschappelijke minimumnormen die daaruit voortvloeien, moeten verder worden versterkt om te waarborgen dat alle consumenten hun voordeel doen bij de vrije mededinging. Toegang tot verbruiksgegevens is bij de levering aan klanten een belangrijk aspect en de consumenten moeten over hun gegevens kunnen beschikken zodat zij concurrenten kunnen uitnodigen een op deze gegevens gebaseerd aanbod te doen. De consument moet ook het recht hebben om naar behoren te worden geïnformeerd over zijn energieverbruik. Op gezette tijden verstrekte informatie over de energiekosten zullen een stimulans zijn voor energiebesparing aangezien de consument hierdoor feedback krijgt over het effect van investeringen in energie-efficiëntie en het effect van gedragswijziging.

(34)  De openbaredienstverplichtingen en de gemeenschappelijke minimumnormen die daaruit voortvloeien, moeten verder worden versterkt om te waarborgen dat gasdiensten toegankelijk zijn voor het publiek en voor kleine en middelgrote ondernemingen.

(35)  De lidstaten moeten zorgen voor de installatie van individuele slimme meters, zoals bedoeld in Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten(7), teneinde de consumenten nauwkeurige informatie te geven over hun energieverbruik en te zorgen voor eindgebruikersefficiëntie.

(36)  De consumenten moeten in deze richtlijn centraal staan. Bestaande rechten van consumenten moeten worden versterkt en gewaarborgd, en dienen meer transparantie en behartiging van belangen te omvatten. Consumentenbescherming houdt in dat alle afnemers moeten profiteren van een concurrerende markt. De rechten van consumenten dienen door nationale regelgevende instanties te worden gehandhaafd door het creëren van prikkels voor en het opleggen van sancties aan ondernemingen die niet voldoen aan de regelgeving op het gebied van consumentenbescherming en mededinging.

(37)  De afnemers van elektriciteit moeten kunnen beschikken over duidelijke en begrijpelijke informatie over hun rechten ten aanzien van de energiesector. In vervolg op haar mededeling 'Naar een Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument' van 5 juli 2007 moet de Commissie na raadpleging van relevante belanghebbenden, waaronder de nationale regelgevende instanties, consumentenorganisaties en de sociale partners, een toegankelijk en gebruiksvriendelijk handvest voorleggen met een opsomming van de rechten die de energieconsument reeds heeft in de bestaande Gemeenschapswetgeving, waaronder deze richtlijn. Energieleveranciers moeten ervoor zorgen dat alle consumenten een exemplaar van dat handvest ontvangen en dat het beschikbaar is voor het publiek.

(38)  Teneinde bij te dragen tot de continuïteit van de energievoorziening en een geest van solidariteit ▌te handhaven, moeten de lidstaten, met name in gevallen van onderbreking van de energievoorziening, nauw samenwerken. Richtlijn 2004/67/EG van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening(8) moet hiervoor als basis dienen.

(39)  Met het oog op de totstandbrenging van een interne markt voor aardgas moeten de lidstaten de integratie van hun nationale markten en de samenwerking van de netwerkbeheerders op Europees en regionaal niveau bevorderen. Initiatieven gericht op regionale integratie zijn een essentiële tussenstap bij de totstandbrenging van de integratie van de interne energiemarkten, hetgeen het einddoel blijft. Het regionale niveau draagt bij aan een versnelling van het integratieproces door de betrokken actoren, met name de lidstaten, de nationale regelgevende instanties en de transmisssiesysteembeheerders, in de gelegenheid te stellen met betrekking tot specifieke kwesties samen te werken.

(40)  De ontwikkeling van een echt voor de hele gemeenschap bestemd leidingnet dient een van de voornaamste doelstellingen van deze richtlijn te zijn en regelgevingsvraagstukken met betrekking tot grensoverschrijdende koppelingen en regionale markten moeten daarom onder de verantwoordelijkheid van het Agentschap vallen.

(41)  Nationale regelgevende instanties moeten informatie aan de markt verstrekken ook om het voor de Commissie mogelijk te maken haar taak op zich te nemen van observatie en monitoring van de Europese markt voor gas en de ontwikkeling daarvan op korte, middellange en lange termijn, met inbegrip van aspecten zoals vraag en aanbod, transport- en distributie-infrastructuur, grensoverschrijdende handel, investeringen, groothandels- en consumententarieven, marktliquiditeit, milieueffecten en efficiëntieverbeteringen.

(42)  Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de totstandbrenging van een volledig operationele interne gasmarkt, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen ervan beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel als uiteengezet in artikel 5 van het EG-Verdrag. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals vervat in dit artikel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(43)  De lidstaten dienen met de betrokken sociale partners de gevolgen van wijziging van Richtlijn 2003/55/EG, met name de verschillende modellen om de onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerders te waarborgen, voor de werkgelegenheid, de arbeidsvoorwaarden en de informatie-, consultatie- en medezeggenschapsrechten van de werknemers te bestuderen, teneinde de negatieve consequenties te beperken.

(44)  Krachtens Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten(9) kan de Commissie richtsnoeren vaststellen om het vereiste niveau van harmonisatie te bewerkstelligen. Dergelijke richtsnoeren, die bijgevolg bindende tenuitvoerleggingsmaatregelen zijn, zijn een nuttig instrument dat wanneer nodig snel kan worden aangepast.

(45)  Krachtens Richtlijn 2003/55/EG moeten bepaalde maatregelen genomen worden overeenkomstig het bepaalde in Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(10).

(46)  Besluit 1999/468/EG is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad(11), waarbij een regelgevingsprocedure met toetsing is ingevoerd voor maatregelen van algemene strekking die ten doel hebben niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen besluit te wijzigen, onder meer door het aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen.

(47)  Richtlijn 2003/55/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 2003/55/EG

Richtlijn 2003/55/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)  Artikel 1, lid 2 wordt vervangen door:"

2.  De bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften voor aardgas, waartoe ook vloeibaar aardgas (LNG) behoort, zijn tevens op niet-discriminerende wijze van toepassing op biogas en uit biomassa verkregen gas, voorzover het technisch mogelijk en veilig is dergelijke gassen te injecteren in en te transporteren via het aardgassysteem.

"

(2)  Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)   punt 3 wordt vervangen door:"

   3. "transmissie": het transport van aardgas door een net dat vooral bestaat uit hogedrukpijpleidingen, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet of van het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;
"

b)   punt 9 wordt vervangen door:"

   9. "opslaginstallatie": installatie die wordt gebruikt voor de opslag van aardgas en eigendom is van en/of geëxploiteerd wordt door een aardgasbedrijf, met inbegrip van het gedeelte van LNG-installaties dat voor opslag gebruikt wordt, maar met uitzondering van het gedeelte dat uitsluitend in gebruik is voor productiedoeleinden en met uitzondering van installaties die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitoefening van hun functies;
"

c)   punt 14 wordt vervangen door:"

   14. "ondersteunende diensten": diensten die nodig zijn voor de toegang tot en de exploitatie van transmissie- en/of distributienetten en/of LNG-installaties en/of opslaginstallaties, met inbegrip van het opvangen van fluctuaties in systeembelasting, menging en de injectie van inerte gassen, maar uitgezonderd installaties die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitoefening van hun functies;
"

d)   punt 17 wordt vervangen door:"

   17. "interconnector": gaspijpleiding over lange afstand die een grens tussen lidstaten overschrijdt of overspant met hoofdzakelijk als bedoeling de nationale transmissiesystemen van die lidstaten onderling te koppelen;
"

e)   punt 20 wordt vervangen door:"

   20. "verticaal geïntegreerd bedrijf": een aardgasbedrijf of een groep van aardgasbedrijven waarin dezelfde persoon of meerdere personen, direct of indirect, zeggenschap uitoefent of uitoefenen in de zin van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de EG-Fusieverordening)*, waarbij het betrokken bedrijf/de betrokken groep ten minste een van de taken in de vorm van transmissie, distributie, LNG of opslag en ten minste één van de functies in de vorm van productie of levering van aardgas verricht;
  

__________

  

* PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

"

f)  De volgende punten ║ worden toegevoegd:"

   34. "aardgascontract": een contract voor de levering van aardgas, exclusief een aardgasderivaat;
   35. "aardgasderivaat": een financieel instrument, als gespecificeerd in deel C5, C6 of C7 van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten*, met betrekking tot aardgas;
  36. "zeggenschap": rechten, overeenkomsten of andere middelen die, afzonderlijk of gezamenlijk, met inachtneming van alle feitelijke en juridische omstandigheden, het mogelijk maken een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming, met name:
   a) eigendoms- of gebruiksrechten op alle vermogensbestanddelen van een onderneming of delen daarvan;
   b) rechten of overeenkomsten die een beslissende invloed verschaffen op de samenstelling, het stemgedrag of de besluiten van de ondernemingsorganen. ║

Ter wille van de duidelijkheid: het langetermijntransportcontract van een bedrijf met belangen in leverings- of productieactiviteiten houdt op zich geen zeggenschap over een transmissiesysteem in;

   37. 37. "geïsoleerde markt": een lidstaat die niet over een interconnectie met de nationale transmissiesystemen van andere lidstaten beschikt en/of waarvan de gasvoorziening wordt gecontroleerd door een persoon of personen uit een derde land;

38. "project van Europees belang": een gasinfrastructuurproject dat ertoe leidt dat de Gemeenschap kan beschikken over gas uit nieuwe bronnen, en dat in meer dan één lidstaat resulteert in een sterkere diversifiëring van de huidige gasleveringen;

   39. 39. "eerlijke en niet scheefgetrokken concurrentie op een open markt": gemeenschappelijke kansen en gelijke toegang voor alle aanbieders in de Europese Unie, waarvoor de lidstaten de Nationale Regelgevende Instanties en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers ("het Agentschap") opgericht bij Verordening (EG) nr. .../2008 van het Europees Parlement en de Raad van ... [tot oprichting van het agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers]** verantwoordelijk zullen zijn;
   40. 40. "energiearmoede": het feit dat de leden van een huishouden het zich niet kan permitteren hun woning tot een aanvaardbare temperatuur te verwarmen, uitgaande van de door de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen niveaus;
   41. 41. "betaalbare prijs": een prijs die door de lidstaten op nationaal niveau in overleg met de nationale regelgevende instanties, de sociale partners en relevante belanghebbenden wordt vastgesteld, met inachtneming van de definitie van energiearmoede in punt 40 quinquies;
  42. "industrielocatie": een geografisch gebied in particulier bezit voorzien van een aardgasnet dat wordt beheerd door een bedrijf en dat is aangesloten op het transmissie of distributienetwerk:

_____________
* PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
** PB L ...
   a) dat voornamelijk levert aan de industriële activiteiten van de netwerkexploitant of van gekoppelde ondernemingen, of
   b) dat levert aan een beperkt aantal industriële afnemers of cliënten die verbonden zijn met de industriële activiteiten op de industrielocatie.
"

(3)  Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)   lid 2 wordt vervangen door:"

Met volledige inachtneming van de toepasselijke bepalingen van het Verdrag, met name artikel 86, mogen de lidstaten in het algemeen economisch belang aan nationale gasbedrijven verplichtingen inzake openbare dienstverlening opleggen, die betrekking kunnen hebben op de zekerheid, met inbegrip van voorzienings- en leveringszekerheid, regelmaat en kwaliteit, en milieubescherming, waaronder energie-efficiëntie en klimaatbescherming.

"

b)   lid 3 wordt vervangen door:"

3.  De lidstaten nemen passende maatregelen om eindafnemers en te beschermen en voorzien met name in adequate waarborgen voor de bescherming van kwetsbare afnemers, met inbegrip van een verbod op het afsluiten van gepensioneerden en gehandicapten in de winter. In dit verband erkennen de lidstaten energiearmoede en geven zij definities van kwetsbare afnemers. De lidstaten zorgen ervoor dat de rechten en verplichtingen ten aanzien van kwetsbare afnemers worden toegepast en nemen met name maatregelen om eindafnemers in afgelegen gebieden te beschermen. Zij waarborgen een hoog niveau van consumentenbescherming, met name met betrekking tot de transparantie van contractvoorwaarden, algemene informatie en mechanismen voor geschillenbeslechting. De lidstaten zorgen ervoor dat een in aanmerking komende afnemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft gemakkelijk op een nieuwe leverancier over te stappen. Wat ten minste de huishoudelijke afnemers betreft, omvatten deze maatregelen de in bijlage A beschreven maatregelen.

"

c)   de volgende leden worden toegevoegd na lid 3:"

De lidstaten nemen passende maatregelen om energiearmoede in het kader van nationale actieplannen aan te pakken om te waarborgen dat het aantal mensen dat gebruik gebukt gaat onder energiearmoede in reële cijfers daalt, en delen dergelijke maatregelen mee aan de Commissie. Iedere lidstaat is overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel verantwoordelijk voor de definitie van energiearmoede op nationaal niveau, in overleg met nationale regelgevende instanties en belanghebbenden overeenkomstig artikel 2, punt 40. Deze maatregelen kunnen voordelen in de stelsels van sociale zekerheid omvatten, steun aan verbeteringen van het doelmatige energiegebruik en energieproductie tegen de laagst mogelijke prijzen, en zij belemmeren de openstelling van de markt als uiteengezet in artikel 23 niet. De Commissie verschaft richtsnoeren voor controle van de gevolgen van dergelijke maatregelen voor de energiearmoede en het functioneren van de markt.

3 ter.  De lidstaten zorgen ervoor dat alle afnemers het recht hebben door een leverancier - mits deze toestemt - te worden beleverd, ongeacht de lidstaat waar de leverancier is geregistreerd of anderszins erkend. In dit verband nemen de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen om tre waarborgen dat ondernemingen die in een ander land als leveranciers zijn geregistreerd, aan hun burgers kunnen leveren, zonder aan verdere voorwaarden te moeten voldoen.

"

d)   lid 4 wordt vervangen door:"

4.  De lidstaten nemen passende maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen inzake sociale en economische samenhang, met het oog op verlaging van de kosten van aan huishoudens met een laag inkomen geleverd gas en het voor de afnemers in afgelegen gebieden waarborgen van dezelfde voorwaarden, alsook de doelen van milieubescherming. Deze maatregelen omvatten maatregelen inzake doelmatig energiegebruik/beheersmaatregelen aan vraagzijde en middelen ter bestrijding van klimaatverandering en de voorzieningszekerheid, en eventueel in het bijzonder toereikende economische stimulansen omvatten, zo nodig met gebruikmaking van alle bestaande nationale en communautaire instrumenten, voor onderhoud en aanleg van de noodzakelijke netinfrastructuur, inclusief koppelingscapaciteit.

"

e)   de volgende leden worden toegvoegd na lid 4:"

4 bis.  Om efficiënt energiegebruik te bevorderen machtigen de nationale regelgevende instanties de aardgasbedrijven tot het invoeren van prijsformules die stijgen naarmate het verbruik toeneemt, en die ervoor zorgen dat afnemers en exploitanten van distributiestelsels in systeemoperaties actief deelnemen door de invoering te steunen van maatregelen om het gebruik te optimaliseren, met name in de piekuren. Door deze prijsformules worden, in combinatie met de invoering van slimme meters en koppelnetten, het doelmatig energiegebruik en de laagst mogelijke kosten voor huishoudelijke afnemers bevorderd, met name huishoudelijke afnemers die gebukt gaan onder energiearmoede.

4 ter.  Elke lidstaat voorziet in één enkel contactpunt waar de consumenten alle nodige informatie kunnen krijgen over hun rechten, de vigerende wetgeving en de verhaalmogelijkheden in geval van een geschil.

"

f)   het volgende lid wordt toegevoegd na lid 5:"

5 bis.  De uitvoering van deze richtlijn mag geen negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de arbeidsvoorwaarden en de informatie-, consultatie- en medezeggenschapsrechten van de betrokken werknemers. De lidstaten raadplegen de betrokken sociale partners over de uitvoering van eventuele wijzigingen in deze richtlijn, om dergelijke negatieve gevolgen voor de betrokken werknemers te beperken. De Commissie brengt aan de comités voor de sociale dialoog in de gas- en de elektriciteitssector verslag uit over het overleg en de genomen maatregelen.

"

(4)  Artikel 4, lid 2, wordt vervangen door:"

2.  Lidstaten met een toestemmingsregeling leggen objectieve en niet-discriminerende criteria vast waaraan moet worden voldaan door een bedrijf dat een aanvraag voor de bouw en/of exploitatie van aardgasinstallaties of een aanvraag voor het leveren van aardgas indient. De lidstaten hebben in geen geval het recht de toestemming te binden aan criteria die de bevoegde autoriteiten discretionaire bevoegdheden verlenen. De niet-discriminerende criteria en procedures voor het verlenen van toestemming worden gepubliceerd. De lidstaten dragen er zorg voor dat in de vergunningsprocedures voor installaties, pijpleidingen en aanverwante uitrusting rekening wordt gehouden met het belang van het project voor de interne energiemarkt.

"

(5)  De volgende artikelen worden ingevoegd na artikel 5:"

Artikel 5 bis

Regionale solidariteit

1.  Teneinde een veilige voorziening van de interne markt voor aardgas te waarborgen, werken de lidstaten samen om de regionale en bilaterale solidariteit te bevorderen, zonder de marktdeelnemers onevenredig te belasten.

2.  Deze samenwerking heeft betrekking op situaties die resulteren uit of op korte termijn waarschijnlijk zullen resulteren uit een ernstige onderbreking van de voorziening in een lidstaat. De samenwerking omvat:

   a) coördinatie van de nationale noodbepalingen als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 2004/67/EG;
   b) identificatie en, waar nodig, ontwikkeling of modernisering van elektriciteits- en aardgasinterconnecties;
   c) voorwaarden en praktische uitvoeringsbepalingen voor wederzijdse bijstand.

3.  De Europese Commissie, de andere lidstaten en de marktdeelnemers worden geïnformeerd over deze samenwerking.

Artikel 5 ter

Bevordering van regionale samenwerking

1.  De nationale regelgevende instanties werken ║ samen met het doel de marktstructuur te harmoniseren en hun nationale markten, ten minste op één regionaal niveau, te integreren als eerste en tussentijdse stap op weg naar een volledig geliberaliseerde interne markt voor gas. Met name moedigen zij de samenwerking van netwerkbeheerders op regionaal niveau aan, en vergemakkelijken zij hun integratie op regionaal niveau meet het doel een mededingingskrachtige interne markt tot stand te brengen door de harmonisatie te vergemakkelijken van hun wettelijk, regelgevings- en technisch kader en vooral door de gaseilanden te integreren die in de Europese Unie nog steeds bestaan. De lidstaten bevorderen eveneens grensoverschrijdende en regionale samenwerking tussen nationale regelgevende instanties.

2.  Het Agentschap werkt samen met de nationale regelgevende instanties en transportnetbeheerders, overeenkomstig de hoofdstukken III en IV, ter waarborging van de convergentie van regelgevingskaders tussen de regio's met het oog op de totstandbrenging van een concurrerende interne markt. Wanneer het bindende voorschriften voor een dergelijke samenwerking nodig acht, doet het aanbevelingen ter zake. Op regionale markten wordt het Agentschap geacht de bevoegde regelgevende instantie in de sectoren die worden opgesomd in artikel 24 quinquies te zijn.

"

(6)  Artikel 7 wordt vervangen door:"

Artikel 7

Ontvlechting van transmissiesystemen en transmissiesysteembeheerders

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat per ...*:

   a) ieder bedrijf dat een transmissiesysteem bezit, handelt als een transmissiesysteembeheerder;
  b) dezelfde persoon niet het recht heeft om individueel of gezamenlijk
   i) direct of indirect zeggenschap uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert, en direct of indirect zeggenschap uit te oefenen of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een transmissiesysteembeheerder ▌, of
   ii) direct of indirect zeggenschap uit te oefenen over een transmissiesysteembeheerder ▌, en direct of indirect zeggenschap uit te oefenen of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert;
   c) dezelfde persoon niet het recht heeft om leden aan te wijzen van de raad van toezicht, van de raad van bestuur of van organen die het bedrijf juridisch vertegenwoordigen, van een transmissiesysteem-beheerder ▌, en op directe of indirecte wijze zeggenschap uit te oefenen over of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert;
   d) dezelfde persoon niet het recht heeft om lid te zijn van de raad van toezicht, van de raad van bestuur of van organen die het bedrijf juridisch vertegenwoordigen, van zowel een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert, als een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem;
   e) dezelfde persoon niet het recht heeft om het transportnet door middel van een beheerscontract te beheren of op om het even welke andere manier als niet-eigenaar te beïnvloeden, noch op directe of indirecte wijze zeggenschap uit te oefenen over of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een taak van productie of levering uitvoert.

2.  De in lid 1, onder b), bedoelde belangen en rechten omvatten met name:

   a) de eigendom van een deel van het kapitaal of van de activa, ║
   b) het recht om stemrechten uit te oefenen, ║
   c) de bevoegdheid om leden aan te wijzen van de raad van toezicht, van de raad van bestuur of van organen die het bedrijf juridisch vertegenwoordigen, of
   d) het recht om dividenden of andere participaties in de winst uitgekeerd te krijgen.

3.  In de zin van lid 1, onder b), omvat het begrip "bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert" de productie en levering in de zin van Richtlijn 2003/54/EG ║, en omvatten de begrippen "transmissiesysteembeheerder" en "transmissiesysteem" de begrippen "transmissiesysteembeheerder", respectievelijk "transmissiesysteem" in de zin van Richtlijn 2003/54/EG.

4.  De lidstaten houden toezicht op het proces van de ontvlechting van verticaal geïntegreerde bedrijven en doen de Commissie een voortgangsverslag toekomen.

"

5.  De lidstaten mogen afwijkingen van lid 1, onder b) en c), toestaan tot ...**, op voorwaarde dat de transmissiesysteembeheerders geen onderdeel vormen van een verticaal geïntegreerd bedrijf.

6.  De in lid 1, onder a), vervatte verplichting wordt geacht te zijn vervuld in een situatie waarin verschillende bedrijven die transmissiesystemen bezitten, een joint venture hebben opgericht die in verscheidene lidstaten optreedt als beheerder van de betrokken transmissiesystemen. ▌

7.  Indien een in lid 1, onder b) tot en met e) bedoelde persoon de lidstaat of een ander overheidsorgaan is, worden twee afzonderlijke overheidsorganen die zeggenschap hebben over of wel een exploitant van een transmissiesysteem of wel een transmissiesysteem enerzijds en een onderneming die productie- of leverantietaken vervult anderzijds, geacht niet dezelfde persoon of personen te zijn.

8.  De lidstaten waken erover dat de in artikel 10, lid 1, bedoelde commercieel gevoelige informatie in de handen van een transmissiesysteembeheerder die deel heeft uitgemaakt van een verticaal geïntegreerd bedrijf en het personeel van die beheerder niet worden overgedragen aan ondernemingen die een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoeren.

9.  Indien het transmissiesysteem op ...*** eigendom is van een verticaal geïntegreerde onderneming, kunnen de lidstaten besluiten lid 1 niet toe te passen.

In dat geval leeft de lidstaat het bepaalde in Hoofdstuk IV bis na.

Het kan verticaal geïntegreerde ondernemingen die eigenaar zijn van een transmissiesysteem in geen geval onmogelijk worden gemaakt maatregelen te nemen om te voldoen aan hetgeen in lid 1 bepaald is.

___________

* Een jaar na de datum van omzetting van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas.

** Twee jaar na de datum van omzetting van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas.

*** De datum van inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas].

(7)  De volgende artikelen ║ worden ingevoegd:"

Artikel 7 bis

Zeggenschap over transmissiesysteemeigenaars en transmissiesysteembeheerders

1.  Onverlet de internationale verplichtingen van de Gemeenschap mag een persoon of mogen personen uit derde landen geen zeggenschap hebben over transmissiesysteemeigenaars en transmissiesysteembeheerders.

2.  Van lid 1 kan worden afgeweken wanneer met één of verscheidene derde landen een overeenkomst is gesloten die bedoeld is om een gemeenschappelijk kader voor investeringen in de energiesector in te stellen en de energiemarkt van een derde land ook voor binnen de Europese Unie gevestigde bedrijven open te stellen en waarbij de Gemeenschap partij is.

Artikel 7 ter

Aanwijzing en certificatie van transmissiesysteembeheerders

1.  Ondernemingen die eigenaar zijn van een transmissiesysteem en die overeenkomstig de in dit artikel beschreven certificatieprocedure gecertificeerd zijn door een nationale regelgevende instantie als zijnde in overeenstemming met de eisen van artikel 7, lid 1, en artikel 7 bis, worden door de lidstaten goedgekeurd en aangewezen als transmissiesysteembeheerders. De aanwijzing van transmissiesysteembeheerders wordt aangemeld aan de Commissie en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.  Onverlet de internationale verplichtingen van de Gemeenschap wordt, wanneer om certificatie wordt verzocht door de eigenaar van een transmissiesysteem of door een transmissiesysteembeheerder waarover een persoon uit een derde land zeggenschap heeft in de zin van artikel 7 bis, deze certificatie geweigerd tenzij de eigenaar van het transmissiesysteem of de transmissiesysteembeheerder aantoont dat de betrokken entiteit onmogelijk direct of indirect kan worden beïnvloed, in overtreding van artikel 7, lid 1, door een exploitant die actief is op het gebied van de productie of levering van gas of elektriciteit of door een derde land.

3.  De transmissiesysteembeheerders stellen de nationale regelgevende instantie in kennis van elke geplande transactie die een herevaluatie van hun overeenstemming met artikel 7, lid 1, of artikel 7 bis.

4.  Nationale regelgevende instanties zien toe op de blijvende naleving door de transmissiesysteembeheerders van artikel 7, lid 1, en artikel 7 bis. Zij starten een certificatieprocedure op om bedoelde naleving te waarborgen:

   a) wanneer zij overeenkomstig lid 3 een kennisgeving van de transmissiesysteembeheerder ontvangen;
   b) op eigen initiatief wanneer zij er kennis van hebben dat een geplande wijziging van rechten of invloed over transmissiesysteemeigenaars of -beheerders kan leiden tot een inbreuk op artikel 7, lid 1, of artikel 7 bis, of wanneer zij redenen hebben om te geloven dat een dergelijke inbreuk heeft plaatsgevonden; of
   c) na een met redenen omkleed verzoek van de Commissie.

5.  De nationale regelgevende instanties nemen een besluit betreffende de certificatie van een transmissiesysteembeheerder binnen vier maanden na de datum van kennisgeving door de transmissiesysteembeheerder of de datum van het verzoek van de Commissie. ║ De certificatie wordt geacht te zijn toegekend in het geval dat de nationale regelgevende instantie nalaat binnen die termijn een besluit te nemen. Het expliciete of stilzwijgende besluit van de regelgevende instantie wordt pas van kracht na de afronding van de procedure van lid 6 tot en met 9 en uitsluitend wanneer de Commissie geen bezwaar aantekent.

6.  Het expliciete of stilzwijgende besluit betreffende de certificatie van een transmissiesysteembeheerder wordt door de nationale regelgevende instantie onverwijld ter kennis gebracht van de Commissie, samen met alle relevante informatie in verband met dit besluit.

7.  De Commissie onderzoekt de kennisgeving zodra zij die heeft ontvangen. Wanneer zij van oordeel is dat het besluit van de nationale regelgevende instantie ernstige twijfels doet rijzen wat de verenigbaarheid betreft met artikel 7, lid 1, artikel 7 bis of artikel 7 ter, lid 2, besluit de Commissie binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving over het inleiden van een procedure. In een dergelijk geval nodigt zij de nationale regelgevende instantie en de betrokken transmissiesysteembeheerder uit om hun opmerkingen te maken. Wanneer de Commissie aanvullende informatie opvraagt, kan de periode van twee maanden worden verlengd met twee extra maanden, die ingaan vanaf de ontvangst van de volledige informatie.

8.  Wanneer de Commissie besluit een procedure in te leiden neemt zij binnen ║ vier maanden na dit besluit het definitieve besluit

   a) geen opmerkingen te maken tegen het besluit van de nationale regelgevende instantie;
  

of

   b) wanneer zij van oordeel is dat niet is voldaan aan artikel 7, lid 1, artikel 7 bis of artikel 7 ter, lid 2, de betrokken nationale regelgevende instantie te verzoeken haar besluit te wijzigen of in te trekken.

9.  Wanneer de Commissie niet heeft besloten een procedure in te leiden of geen definitief besluit heeft genomen binnen de in lid 7, respectievelijk lid 8 bedoelde termijn, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben gemaakt tegen het besluit van de nationale regelgevende instantie.

10.  De nationale regelgevende instantie maakt dat zij binnen een termijn van vier weken het besluit van de Commissie naleeft door haar certificatiebesluit te wijzigen of in te trekken en stelt de Commissie daarvan in kennis.

11.  De nationale regelgevende instanties en de Commissie kunnen bij de transmissiesysteembeheerders en bedrijven die een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoeren, alle informatie opvragen die relevant is voor de uitvoering van haar taken overeenkomstig dit artikel.

12.  De nationale regelgevende instanties en de Commissie bewaren de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie.

13.  De procedures van dit artikel, in het bijzonder de beperkingen van lid 2, zijn niet van toepassing op upstreampijpleidingen die alleen bedoeld zijn om de netwerken van landen van herkomst van gasleveringen rechtstreeks te verbinden met een aankomstpunt op het grondgebied van de Gemeenschap, noch op de moderniseringen hiervan.

Artikel 7 quater

Aanwijzing van beheerders van opslag- en LNG-installaties

De lidstaten wijzen, voor een door de lidstaten te bepalen termijn rekening houdend met overwegingen van efficiëntie en economisch evenwicht, één of meer systeembeheerders aan, of zij eisen van aardgasbedrijven met eigen opslag- of LNG-installaties dat zij dergelijke systeembeheerders aanwijzen.

"

(8)  Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd

a)   lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)   punt a) wordt vervangen door:"

   a) beheert, onderhoudt en ontwikkelt onder economische voorwaarden veilige, betrouwbare en efficiënte transmissie-, opslag- en/of LNG-installaties om te zorgen voor een open markt voor nieuwkomers en besteedt daarbij de nodige aandacht aan het milieu ▌.
"

ii)   het volgende punt wordt toegevoegd na punt b):"

b bis) dient voldoende verbindingscapaciteit tussen de verschillende transmissie-infrastructuren op te bouwen om te kunnen voldoen aan elke redelijke capaciteitsvraag, en dient de algehele efficiency van de markt te bevorderen en aan de normen met betrekking tot continuïteit van de gasvoorziening te voldoen.

"

b)   lid 3 wordt vervangen door:"

3.  De lidstaten kunnen via hun nationale regelgevende instanties verlangen dat transportnetbeheerders voldoen aan minimumeisen voor het onderhoud en de ontwikkeling van het transmissiesysteem, inclusief interconnectiecapaciteit. De nationale regelgevende instanties moeten ruimere bevoegdheden krijgen om voor consumentenbescherming binnen de Europese Unie te zorgen.

"

c)   het volgende lid wordt toegevoegd:"

4 bis.  Bij de verrichting van hun taken houden de transmissiesysteembeheerders rekening met de door het Europese Netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas vastgestelde codes.

"

(9)  Artikel 9 wordt geschrapt.

(10)  Artikel 10 wordt vervangen door:"

Artikel 10

Vertrouwelijkheid voor transmissiesysteembeheerders en -eigenaars

1.  Onverlet het bepaalde in artikel 16 of een andere wettelijke verplichting om informatie vrij te geven, bewaart elke transmissiesysteem-, opslag- en LNG-beheerder alsook elke transmissiesysteemeigenaar de vertrouwelijkheid van de bij de bedrijfsvoering verworven commercieel gevoelige informatie en voorkomen zij dat informatie over de eigen activiteit die commercieel voordelig kan zijn, op een discriminerende wijze wordt vrijgegeven; met name geven zij geen commercieel gevoelige informatie vrij aan de andere onderdelen van het bedrijf, tenzij dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een zakelijke transactie. Om de volledige inachtneming van de regels betreffende de ontvlechting van informatie te verzekeren, moet ook worden gewaarborgd dat de eigenaar van het transmissiesysteem en de overige onderdelen van het bedrijf niet van gezamenlijke diensten gebruik maken, afgezien van zuiver administratieve en IT-functies (bv. geen gezamenlijke juridische dienst).

2.  In de context van verkoop of aankoop van aardgas door gelieerde ondernemingen, maken de transmissiesysteem-, opslag- en/of LNG-beheerders geen misbruik van commercieel gevoelige informatie die van derden is verkregen in het kader van de levering van toegang tot het systeem of van toegangsonderhandelingen.

3.  Bij de vaststelling van commercieel gevoelige informatie worden objectieve en transparante criteria gehanteerd.

"

(11)  Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)   lid 1 wordt vervangen door:"

1.  Elke distributiesysteembeheerder draagt de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het systeem op lange termijn blijft voldoen aan een redelijke vraag voor de distributie van aardgas, en beheert, onderhoudt en ontwikkelt op economische voorwaarden in zijn gebied een veilig, betrouwbaar en efficiënt distributiesysteem en besteedt daarbij de nodige aandacht aan het milieu en aan de bevordering van de energie-efficiëntie.

"

b)   lid 4 wordt vervangen door:

4.  Elke distributiesysteembeheerder verstrekt aan gebruikers van het systeem de gegevens die zij nodig hebben voor doelmatige toegang tot en gebruik van het systeem.

c)   de volgende leden worden toegevoegd na lid 4:"

4 bis.  "4 bis. De distributiesysteembeheerder dient bij de desbetreffende nationale regelgevende instantie uiterlijk ...* een voorstel in waarin de vereiste informatie- en communicatiesystemen worden beschreven die ten uitvoer moeten worden gelegd voor het verstrekken van de in lid 4 bedoelde gegevens. Dit voorstel vergemakkelijkt o.m. het gebruik van bidirectionele elektronische meters , die uiterlijk ...** aan alle gebruikers ter beschikking moeten worden gesteld, de actieve deelname van eindgebruikers en verspreide producenten aan de exploitatie van systemen en de uitwisseling van real-time informatie tussen exploitanten van distributie- en transmissiesystemen met het oog op optimaal gebruik van alle beschikbare productie-, netwerk en vraagfaciliteiten.

4 ter.  Uiterlijk ...*** keuren de nationale regelgevende instanties de in lid 4 bis genoemde voorstellen goed of verwerpen deze. De nationale regelgevende instanties zien toe op volledige interoperabiliteit van de ten uitvoer te leggen informatie- en communicatiesystemen. Te dien einde kunnen zij richtsnoeren doen uitgaan en verzoeken om wijziging van de in lid 4 bis bedoelde voorstellen.

4 quater.  Voordat de exploitant van het distributiesysteem in kennis wordt gesteld van haar besluit inzake het in lid 4 bis bedoelde voorstel, stelt de nationale regelgevende instantie het Agentschap, of, indien dit nog niet fungeert, de Commissie daarvan op de hoogte. Het Agentschap of de Commissie zien erop toe dat de ten uitvoer te leggen informatie- en communicatiesystemen de ontwikkeling van de interne markt voor aardgas vergemakkelijken en geen nieuwe technische belemmeringen opwerpen.

_____________

* Een jaar na inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas].

** Tien jaar na inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas]

*** Twee jaar na inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas].

"

(12)  De volgende hoofdstukken worden toegevoegd na hoofdstuk IV:

HOOFDSTUK IV BIS

Onafhankelijke transmissiesysteembeheerders

Artikel 12 bis

Toepassingsgebied

Dit hoofdstuk is van toepassing wanneer een lidstaat besluit artikel 7, lid 1, niet toe te passen overeenkomstig artikel 7, lid 7.

Artikel 12 ter

Activa, uitrusting, personeel en identiteit

1.  Transmissiesysteembeheerders beschikken over alle menselijke, fysieke en financiële middelen die nodig zijn om hun uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen na te komen en de reguliere werkzaamheden van transmissie van elektriciteit uit te voeren, mits:

   a) de activa die nodig zijn voor de reguliere werkzaamheden van transmissie van elektriciteit, waaronder het transmissienetwerk, eigendom zijn van de transmissiesysteembeheerder;
   b) het personeel dat nodig is voor de reguliere werkzaamheden van transmissie van elektriciteit, met inbegrip van de uitvoering van alle bedrijfstaken, in dienst is van de transmissiesysteembeheerder;
   c) het verboden is personeel in te huren c.q. te verhuren en diensten te verrichten aan en vanuit andere onderdelen van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat productie- of leveringsactiviteiten verricht;
   d) passende financiële hulpmiddelen voor toekomstige investeringsprojecten en/of de vervanging van bestaande activa tijdig beschikbaar worden gesteld met name door de vertikaal geïntegreerde onderneming ingevolge een gepast verzoek van de transmissiesysteembeheerder in het kader van het in artikel 12 septies bedoelde jaarlijks financieel plan;
   e) transmissiesysteembeheerders niet dezelfde externe aannemers of adviseurs hebben als de verticaal geïntegreerde ondernemingen en zij geen informatietechnologiesystemen of uitrusting, gebouwen en toegangsbeveiligingssystemen mogen delen.

2.  De reguliere werkzaamheden van de transmissie van elektriciteit omvatten, naast de in artikel 8 genoemde, ten minste de volgende activiteiten:

   a) vertegenwoordiging van de transmissiesysteembeheerder en contacten met derden en de regelgevende instanties;
   b) vertegenwoordiging van de transmissiesysteembeheerder in het Europees Netwerk van transmissiesysteembeheerders;
   c) toekennen en beheren van de toegang door derden;
   d) inning van alle heffingen in verband met het transmissiesysteem met inbegrip van toegangstarieven, balanceringsheffingen voor ondersteunende diensten zoals gasbehandeling, aankoop van diensten (balanceringskosten, voor energieverliezen);
   e) beheer, onderhoud en ontwikkeling van het transmissiesysteem;
   f) het uitvoeren van investeringsplanning, zodat het systeem op lange termijn kan voorzien in een redelijke vraag en de leveringszekerheid kan waarborgen;
   g) opzetten van joint ventures, onder meer met een of meer transmissiesysteembeheerders, gasbeurzen, om de totstandkoming van regionale markten te bevorderen of het liberaliseringsproces te versoepelen;
   h) het verrichten van alle relevante bedrijfsdiensten, waaronder juridische diensten, boekhouding en IT-diensten.

3.  Transmissiesysteembeheerders hebben als rechtsvorm de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in de zin van artikel 1 van Richtlijn 68/151/EEG.

4.  De transmissiesysteembeheerder sticht, wat betreft de identiteit van het bedrijf, communicatie, merken en gebouwen, geen verwarring aangaande de afzonderlijke identiteit van het verticaal geïntegreerde bedrijf.

5.  De boekhouding van transmissiesysteembeheerders wordt gecontroleerd door ten minste één auditor die niet dezelfde is als de auditor die het verticaal geïntegreerde bedrijf of een deel ervan controleert.

Artikel 12 quater

Onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerder

1.  Onverminderd de bevoegdheden van de leden van het in artikel 12 septies bedoelde controleorgaan die door het verticaal geïntegreerde bedrijf worden benoemd, heeft de transmissiesysteembeheerder, onafhankelijk van het verticaal geïntegreerde bedrijf, daadwerkelijk rechten in verband met de besluitvorming aangaande de activa die nodig zijn voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het netwerk. In het kader van het in artikel 12 septies genoemde jaarlijkse financiële plan als goedgekeurd door het controleorgaan.

2.  Dochterondernemingen van het verticaal geïntegreerde bedrijf die functies van productie of levering verrichten, hebben geen directe of indirecte belangen in de transmissiesysteembeheerder. De transmissiesysteem-beheerder heeft geen directe of indirecte belangen in een dochteronderneming van het verticaal geïntegreerd bedrijf die functies van productie of levering verricht, en ontvangt van die dochteronderneming geen dividenden of ander financieel voordeel, met uitzondering van de inkomsten uit het gebruik van het netwerk.

3.  De algehele beheersstructuur en de bedrijfsstatuten van de transmissiesysteembeheerder zorgen ervoor dat de transmissiesysteem-beheerder daadwerkelijk onafhankelijk is, zoals bedoeld in dit hoofdstuk. Het verticaal geïntegreerd bedrijf bepaalt direct noch indirect het marktgedrag van de transmissiesysteembeheerder met betrekking tot de dagelijkse activiteiten van de transmissiesysteembeheerder en het beheer van het netwerk, of met betrekking tot activiteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van het in artikel 12 nonies bedoelde 10-jarige investeringsplan.

4.  De commerciële en financiële betrekkingen tussen het verticaal geïntegreerd bedrijf en de transmissiesysteembeheerder, met inbegrip van leningen van de transmissiesysteembeheerder aan het verticaal geïntegreerd bedrijf, worden bepaald door de marktvoorwaarden. De transmissiesysteembeheerder houdt gedetailleerde gegevens bij van die commerciële en financiële betrekkingen en stelt die desgevraagd ter beschikking aan de nationale regelgevende instantie.

5.  De transmissiesysteembeheerder doet de nationale regelgevende instantie op haar verzoek alle commerciële en financiële overeenkomsten met het verticaal geïntegreerd bedrijf toekomen.

6.  De transmissiesysteembeheerder informeert de nationale regelgevende instantie op verzoek over de in artikel 12 ter, lid 1, punt d) bedoelde financiële middelen die beschikbaar zijn.

7.  Een onderneming die door de nationale regelgevende instantie gecertificeerd is als een bedrijf dat aan de voorschriften van dit hoofdstuk voldoet, wordt door de betrokken lidstaat goedgekeurd en aangewezen als transmissiesysteembeheerder. De certificeringsprocedure van artikel 7 ter is van toepassing.

8.  Doorzichtigheid is verplicht ter waarborging van niet-discriminatie, met name in verband met verwijzingen voor tarieven, diensten in verband met toegang van derden, toewijzing van capaciteit en evenwicht. Verticaal geïntegreerde ondernemingen moeten verplicht afzien van activiteiten die de transmissiesysteembeheerders hinderen bij het nakomen van deze verplichtingen.

Artikel 12 quinquies

Onafhankelijkheid van personeel en beheer van de transmissiesysteembeheerder

1.  Besluiten over benoeming en herbenoeming, arbeidsvoorwaarden zoals salariëring en beëindiging van de ambtstermijn van de bestuurders en/of de leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder worden genomen door het controleorgaan van de transmissiesysteembeheerder dat is benoemd overeenkomstig artikel 12 septies.

2.  De identiteit en de voorwaarden voor de duur en de beëindiging van de ambtstermijn van de personen die door het controleorgaan zijn aangewezen voor benoeming of herbenoeming als bestuurder en/of als lid van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder, en de redenen voor het voorgestelde besluit tot beëindiging van een ambtstermijn, worden aan de nationale regelgevende instantie medegedeeld. Deze voorwaarden en de in lid 1 bedoelde besluiten zijn pas bindend als de nationale regelgevende instantie binnen drie weken na de kennisgeving geen bezwaar heeft aangetekend. De nationale regelgevende instantie mag bezwaar aantekenen, als er ernstige twijfel bestaat ten aanzien van de professionele onafhankelijkheid van een kandidaat-bestuurder en/of lid van een bestuursorgaan, of in geval van een voortijdige beëindiging van zijn ambtstermijn, indien er gerede twijfel is aan de rechtvaardiging ervan.

3.  De bestuurders en/of leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder hebben in de vijf jaar voor hun benoeming, direct noch indirect een professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen gehad met een vestiging van het verticaal geïntegreerd bedrijf dat functies van productie of levering verricht of een onderdeel daarvan of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.

4.  De bestuurders en/of de leden van de bestuursorganen en de werknemers van de transmissiesysteembeheerder hebben direct noch indirect een andere professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen met een onderdeel van het verticaal geïntegreerd bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.

5.  De bestuurders en/of de leden van de bestuursorganen en de werknemers van de transmissiesysteembeheerder hebben direct noch indirect een belang bij of een ander financieel voordeel van een onderdeel van het verticaal geïntegreerd bedrijf, anders dan van de transmissiesysteembeheerder. Hun salariëring hangt niet af van andere activiteiten of resultaten van het verticaal geïntegreerd bedrijf dan die van de transmissiesysteembeheerder.

6.  Bij de nationale regelgevende instantie kunnen personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder daadwerkelijk in beroep gaan tegen een voortijdige beëindiging van hun ambtstermijn.

7.  Na de beëindiging van hun ambtstermijn binnen de transmissiesysteembeheerder hebben de bestuurders ervan en/of de leden van de bestuursorganen ervan gedurende ten minste vijf jaar geen professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen in enige vestiging van het verticaal geïntegreerd bedrijf dat functies van productie en levering verricht of bij de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.

Artikel 12 sexies

Gevolmachtigde

1.  Door de nationale regelgevende instantie wordt op voorstel en op kosten van de verticaal geïntegreerde onderneming een onafhankelijk gevolmachtigde benoemd. De gevolmachtigde handelt uitsluitend in het wettige belang van de verticaal geïntegreerde onderneming met het oog op behoud van de waarde van de activa van de transmissiesysteemexploitant, en beschermt tegelijkertijd de onafhankelijkheid van de exploitant van het transmissiesysteem van de verticaal geïntegreerde onderneming. In het kader van de uitoefening van zijn taken houdt de gevolmachtigde geen rekening met de belangen van de zakelijke productie- en leverantieactiviteiten van de verticaal geïntegreerde onderneming.

2.  De gevolmachtigde heeft gedurende een periode van vijf jaar voorafgaande aan zijn benoeming, geen al dan niet rechtstreekse beroepspositie of -verantwoordelijkheid, belang of zakelijke relatie in of met de verticaal geïntegreerde onderneming of enig deel daarvan, de aandeelhouders met zeggenschap, of ondernemingen die productie- of leverantietaken uitvoeren.

De voorwaarden van de taakomschrijving van de gevolmachtigde, o.m. de duur, voorwaarden voor beëindiging en de financiële voorwaarden, worden aan de natonale regelgevende instantie ter goedkeuring voorgelegd.

Tijdens zijn mandaat mag de gevolmachtigde al dan niet rechtstreeks geen professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen hebben in of met enig deel van het verticaal geïntegreerd bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.

Na beëindiging van zijn mandaat mag de gevolmachtigde gedurende een periode van ten minste vijf jaar al dan niet rechtstreeks geen professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen hebben in of met enig deel van het verticaal geïntegreerd bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.

3.  De gevolmachtigde is verantwoordelijk voor:

   a) benoeming, hernieuwde aanstelling en ontslag van de niet in artikel 12 septies, lid 2, onder a) bedoelde leden van het controleorgaan van de transmissiesysteemexploitant, en
   b) de waarneming van zijn stemrecht in het controleorgaan.

Artikel 12 septies

Controleorgaan

1.  De transmissiesysteembeheerder heeft een controleorgaan dat de besluiten neemt die van aanzienlijke invloed kunnen zijn op de waarde van de activa van de aandeelhouders binnen de transmissiesysteembeheerder, met name besluiten aangaande de goedkeuring van het jaarlijks financieringsplan, de schuldenlast van de transmissiesysteembeheerder en de aan de aandeelhouders uitgekeerde dividenden.

2.  Het controleorgaan bestaat uit:

   a) leden die het verticaal geïntegreerd bedrijf vertegenwoordigen;
   b) leden die derde aandeelhouders vertegenwoordigen;
   c) leden die de transmissiesysteembeheerder vertegenwoordigen;
   d) de gevolmachtigde; en
   e) indien de desbetreffende wetgeving van de lidstaat zulks vereist, leden die andere belanghebbenden zoals werknemers van de transmissiesysteembeheerder vertegenwoordigen.

3.  Artikel 12 quinquies, leden 2 tot en met 7 zijn van toepassing op de leden van het controleorgaan.

4.  De gevolmachtigde heeft het recht over besluiten die de waarde van de activa van de transmissiesysteembeheerder naar zijn mening aanzienlijk verminderen zijn veto uit te spreken. Bij de beoordeling van een besluit dat de waarde van de activa van de transmissiesysteembeheerder aanzienlijk kan verminderen zijn het financieel jaarprogramma en de schulden van de transmissiesysteembeheerder van bijzondere betekenis. Wanneer een dergelijk veto door twee derden van de leden van het controleorgaan ongedaan wordt gemaakt, is artikel 12 nonies, lid 7 van toepassing.

Artikel 12 octies

Nalevingsprogramma en nalevingsfunctionaris

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat de transmissiesysteembeheerders een nalevingsprogramma opstellen en uitvoeren met maatregelen die waarborgen dat discriminerend gedrag uitgesloten is, en ervoor zorgen dat er adequaat toezicht wordt gehouden op de naleving van het programma. Dit programma bevat de specifieke verplichtingen van de werknemers ter verwezenlijking van die doelstelling. Het moet door de nationale regelgevende instantie worden goedgekeurd. Onverminderd de bevoegdheden van de nationale regelgevende autoriteit wordt het programma gecontroleerd door een onafhankelijke nalevingsfunctionaris.

2.  Het controleorgaan benoemt een nalevingsfunctionaris. De nalevingsfunctionaris kan een natuurlijke of een rechtspersoon zijn. De leden 2 tot en met 7 van artikel 12 quinquies zijn van toepassing op de nalevingsfunctionaris. De nationale regelgevende instantie kan bezwaar aantekenen tegen de benoeming van een nalevingsfunctionaris vanwege een gebrek aan onafhankelijkheid of een beroepsactiviteit.

3.  De nalevingsfunctionaris wordt belast met de volgende taken:

   a) controle op de uitvoering van het nalevingsprogramma;
   b) opstelling van een jaarverslag betreffende de genomen maatregelen tot uitvoering van het nalevingsprogramma en indiening van dit verslag bij de nationale regelgevende instantie;
   c) verslaglegging aan het controleorgaan en aanbevelingen doen over het nalevingsprogramma en de uitvoering ervan; en tevens
   d) verslag uitbrengen aan de nationale regelgevende instantie over de commerciële en financiële betrekkingen tussen het verticaal geïntegreerd bedrijf en de transmissiesysteembeheerder.

4.  De nalevingsfunctionaris legt de voorgestelde besluiten over het investeringsplan of de individuele investeringen in het netwerk voor aan de nationale regelgevende instantie, en wel uiterlijk op het moment dat het bestuur en/of het bevoegde bestuursorgaan van de transmissiesysteembeheerder deze voorlegt aan het controleorgaan.

5.  De nalevingsfunctionaris stelt de nationale regelgevende instantie op de hoogte wanneer het verticaal geïntegreerd bedrijf in een algemene vergadering of met een stemming door de leden van zijn controleorgaan de aanneming van een besluit heeft voorkomen met als gevolg dat investeringen in een netwerk voorkomen of uitgesteld worden.

6.  De voorwaarden betreffende het mandaat of de arbeidsvoorwaarden van de nalevingsfunctionaris worden goedgekeurd door de nationale regulerende instantie en waarborgen de onafhankelijkheid van de nalevingsfunctionaris.

7.  De nalevingsfunctionaris brengt regelmatig mondeling of schriftelijk verslag uit aan de nationale regelgevende instantie en heeft het recht om op gezette tijden mondeling of schriftelijk verslag uit te brengen aan het controleorgaan van de transmissiesysteembeheerder.

8.  De nalevingsfunctionaris mag alle vergaderingen van het bestuur of de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder, van het controleorgaan en de algemene vergadering bijwonen. De nalevingsfunctionaris woont alle vergaderingen bij waarin de volgende punten op de agenda staan:

   a) voorwaarden voor toegang tot het netwerk als omschreven in Verordening (EG) nr. 1775/2005, met name wat betreft tarieven, toegangsdiensten aan derden, capaciteitstoewijzing, congestiebeheer, transparantie, balancering en secundaire markten;
   b) projecten om het transmissiesysteem te exploiteren, te onderhouden en te ontwikkelen, inclusief investeringen in nieuwe transportverbindingen, in het vergroten van de capaciteit en in de optimalisering van de bestaande capaciteit; en tevens;
   c) aankoop en verkoop van energie die nodig is voor de exploitatie van het transmissiesysteem.

9.  De nalevingsfunctionaris ziet erop toe dat de transmissiesysteembeheerder artikel 10 naleeft.

10.  De nalevingsfunctionaris heeft toegang tot alle relevante gegevens en de kantoren van de transmissiesysteembeheerder, en tot alle informatie die voor de uitvoering van zijn taken nodig is.

11.  Het controleorgaan kan de nalevingsfunctionaris ontslaan na voorafgaande kennisgeving aan de nationale regelgevende instantie.

12.  De verplichtingen van de transmissiesysteembeheerder en de verticaal geïntegreerde onderneming moeten, met name voor wat betreft commerciële en financiële overeenkomsten tussen transmissiesysteembeheerder en verticaal geïntegreerde onderneming uitsluitend worden gemeld aan de nationale regelgevende autoriteit zonder dat zij hoeven te worden goedgekeurd. De benoeming en arbeidsomstandigheden van bestuur en van de nalevingsfunctionaris worden aan de nationale regelgevende instantie gemeld, zonder dat zij hoeven te worden goedgekeurd.

Artikel 12 nonies

Netwerkontwikkeling en bevoegdheden om investeringsbeslissingen te nemen

1.  De transmissiesysteembeheerder legt, na alle belanghebbenden geraadpleegd te hebben, de nationale regelgevende instantie ieder jaar een 10- jarig netwerkontwikkelingsplan voor dat gebaseerd is op het bestaande en te verwachten niveau van vraag en aanbod. Het plan bevat efficiënte maatregelen om de doelmatigheid van het systeem en de continuïteit van de energievoorziening te garanderen.

2.  Het 10-jarig ontwikkelingsplan voor het netwerk moet met name:

   a) de marktdeelnemers meedelen wat de belangrijkste transmissie-infrastructuur is die de eerstvolgende tien jaar aangelegd of vernieuwd moet worden;
   b) alle investeringen bevatten waartoe reeds besloten is en aangeven welke nieuwe investeringen de eerstkomende drie jaar gedaan moeten worden; en tevens;
   c) een tijdschema voor alle investeringsprojecten bevatten.

3.  Bij de opstelling van het 10-jarig lopende netwerkontwikkelingsplan maakt de transmissiesysteembeheerder redelijke inschattingen aangaande de ontwikkeling van zijn productie, levering, verbruik en uitwisseling met andere landen, rekening houdend met de investeringsplannen voor regionale en EU-netwerken, en met investeringsplannen voor opslag en faciliteiten voor de hernieuwde vergassing van vloeibaar aardgas.

4.  De nationale regelgevende instantie raadpleegt op een open en transparante wijze alle daadwerkelijke en potentiële netwerkgebruikers over het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan. Personen of bedrijven die beweren potentiële gebruikers te zijn, kan worden verzocht die bewering te onderbouwen. Zij maakt het resultaat van de raadpleging bekend, met name de mogelijke behoeften aan investeringen.

5.  De nationale regelgevende instantie gaat na of het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan alle investeringsbehoeften bestrijkt die tijdens de raadpleging zijn opgetekend en of het overeenkomt met het in artikel 2 quater, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1775/2005 bedoelde 10-jarige netwerkontwikkelingsplan van de Gemeenschap. Als betwijfeld wordt of het overeenkomt met het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan van de Gemeenschap, raadpleegt de nationale regelgevende instantie het Agentschap. De nationale regelgevende instantie kan eisen dat de transmissiesysteembeheerder zijn plan wijzigt.

6.  De nationale regelgevende instantie houdt toezicht op en evalueert de uitvoering van het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan.

7.  Ingeval de transmissiesysteembeheerder om andere dan dwingende redenen buiten zijn macht een investering die volgens het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan in de eerstvolgende drie jaar uitgevoerd had moeten worden, niet uitvoert, zorgen de lidstaten ervoor dat de nationale regelgevende instantie ten minste een van de volgende maatregelen neemt om te zorgen dat de investering in kwestie wordt gedaan:

   a) eisen dat de transmissiesysteembeheerder de investering in kwestie uitvoert overeenkomstig het in artikel 12 septies genoemde jaarlijkse financiële plan; of
   b) voor de investering in kwestie een aanbestedingsprocedure organiseert die openstaat voor alle investeerders.

Indien de nationale regelgevende instantie gebruik heeft gemaakt van haar in punt b) genoemde bevoegdheden, kan zij de transmissiesysteembeheerder verplichten in te stemmen met:

   a) financiering door een derde partij;
   b) bouw door een derde partij;
   c) aanleg van de respectieve nieuwe activa; of
   d) exploitatie van de respectieve nieuwe activa.

De transmissiesysteembeheerder verstrekt de investeerders alle nodige gegevens om de investeringen te verrichten, sluit nieuwe activa aan op het transmissienetwerk en stelt algemeen gesproken alles in het werk om de uitvoering van het investeringsproject te vergemakkelijken.

De toepasselijke financieringsregelingen worden voorgelegd aan de nationale regelgevende instantie.

8.  Indien de nationale regelgevende instantie gebruik maakt van haar bevoegdheden uit hoofde van lid 7, dekken de van toepassing zijnde tariefregelingen de kosten van de betrokken investeringen.

Artikel 12 decies

Beslissingsbevoegdheid voor aansluiting van opslagvoorzieningen, LNG-verdampingsinstallaties en industriële verbruikers op het transmissienet

1.  Transmissiesysteembeheerders stellen duidelijke en doeltreffende procedures en tarieven voor niet discriminerende aansluiting van opslagvoorzieningen, LNG-verdampingsinstallaties en industriële verbruikers op het netwerk op en publiceren deze. De procedures hebben de goedkeuring van de nationale regelgevende instanties nodig.

2.  De beheerders van transmissiesystemen zijn niet gerechtigd om aansluiting van een nieuwe opslagvoorziening, LNG-verdampingsinstallatie of industriële verbruiker te weigeren om reden van mogelijke beperkingen in de beschikbare capaciteit op het netwerk of de extra kosten die met noodzakelijke capaciteitsuitbreiding gemoeid zijn. De beheerder van een transmissiesysteem moet ervoor zorgen dat er voor de nieuwe aansluiting voldoende aan- en afkoppelingscapaciteit voorhanden is.

3.  De beheerders van transmissiesystemen zorgen voor toegang tot het net voor derde partijen en begeleiden de toegang, vooral van nieuwe deelnemers op de markt en producenten van biogas onder omstandigheden die de veiligheid van het netwerk niet in gevaar brengen.

HOOFDSTUK IV ter

Artikel 12 undecies

Verslag

1.  Het Agentschap verstrekt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk ...* een gedetailleerd verslag waarin wordt toegelicht in hoeverre de in dit hoofdstuk vastgestelde ontvlechtingsvoorschriften erin zijn geslaagd de transmissiesysteembeheerders volledig en daadwerkelijk onafhankelijk te maken.

2.  Bij de in lid 1 bedoelde beoordeling houdt het Agentschap met name rekening met de volgende criteria: eerlijke en niet-discriminerende toegang tot het net, doeltreffende regulering, de ontwikkeling van het netwerk, niet-marktverstorende investeringsstimulansen, de ontwikkeling van interconnectie-infrastructuur en de situatie op het gebied van de leverings- en voorzieningszekerheid in de Gemeenschap.

3.  De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk ...* een gedetailleerd verslag voor over de haalbaarheid van het creëren van een gemeenschappelijke Europese transportbeheerder, met een beoordeling van de kosten en voordelen ervan, met name op het punt van de eigendomsrechten en de marktintegratie, alsook van de efficiënte en zekere werking van het transmissienetwerk. Dit verslag zal worden opgesteld in overleg met de betrokken partijen, en met name de transmissiesysteembeheerders en het Agentschap.

4.  In voorkomend geval, en met name ingeval uit het in lid 1 bedoelde gedetailleerd verslag blijkt dat de voorwaarden van lid 2 in de praktijk niet vervuld zijn, doet de Commissie het Europees Parlement en de Raad uiterlijk ...** voorstellen om te zorgen voor volledige en daadwerkelijke onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerders.

___________

* Vijf jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas]

** Zeven jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas].

(13)  Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)  In lid 2, onder c), wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd:"

Om deze taken te vervullen beschikt de distributiesysteembeheerder over de nodige middelen, inclusief personele, technische, financiële en fysieke middelen.

"

b)  Lid 2, onder d), wordt als volgt gewijzigd:

   i) de laatste zin wordt vervangen door:"
De persoon of instantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op het nalevingsprogramma, hierna de 'toezichthouder', dient bij de in artikel 24 bis, lid 1, bedoelde nationale regelgevende instantie jaarlijks een verslag in waarin de genomen maatregelen worden uiteengezet; dit verslag wordt gepubliceerd;"

ii)   de volgende zin wordt toegevoegd:"

"De toezichthouder is volledig onafhankelijk en heeft toegang tot alle informatie van de distributiesysteembeheerder en eventuele gelieerde ondernemingen die hij nodig heeft om zijn taken te vervullen.

"

c)  Het volgende lid wordt toegevoegd:"

3.  Wanneer de distributiesysteembeheerder deel uitmaakt van een verticaal geïntegreerd bedrijf zien de lidstaten erop toe dat de activiteit van de distributiesysteembeheerder wordt gemonitord om erover te waken dat hij die verticale integratie niet benut om de mededinging te vervalsen. Met name vermijden verticaal geïntegreerde distributiesysteembeheerders om via communicatie en merknamen verwarring te scheppen wat de afzonderlijke identiteit betreft van de leveringstak van het verticaal geïntegreerde bedrijf.

"

(14)  Artikel 15 wordt vervangen door ║:"

"Artikel 15

Gecombineerd beheerder

Deze richtlijn vormt geen beletsel voor een gecombineerd beheer van transmissie-, opslag-, LNG- en distributiesystemen op voorwaarde dat bij elke activiteit van dit gecombineerde systeem wordt voldaan aan de relevante bepalingen van artikel 7 ║ en artikel 13, lid 1.

"

(15)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:"

Artikel 18 bis

Toegang tot LNG-installaties

1.  Voor het opzetten van toegang tot LNG-installaties geldt de in de regelgeving vastgelegde toegangsprocedure of de in lid 2 bedoelde via onderhandelingen bepaalde toegangsprocedure. Bij deze procedures worden objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria gehanteerd. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de naleving van deze criteria.

Aan de hand van welbepaalde en bekend gemaakte normen besluiten de lidstaten over de toepasselijke toegangsprocedure. Deze criteria gelden met name indien op de markt in kwestie sprake is van mededinging tussen LNG-installaties, en indien de toegang tot LNG verloopt via een onafhankelijke infrastructuurbeheerder die open toegang biedt. De nationale regelgevende instanties controleren de naleving van deze criteria en maken bekend welke LNG-installaties of delen daarvan worden aangeboden overeenkomstig de in lid 2 bedoelde procedure voor toegang via onderhandelingen, of zij eisen dat de LNG-beheerders dit bekend maken.

2.  Ingeval van toegang via onderhandelingen nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de aardgasbedrijven en de in aanmerking komende afnemers van zowel binnen als buiten het door het gekoppelde stelsel van systemen bestreken gebied in de mogelijkheid verkeren te onderhandelen over toegang tot de LNG-installaties. De partijen moeten te goeder trouw onderhandelen over toegang tot de LNG-installaties.

"

(16)  Artikel 19 wordt vervangen door:"

Artikel 19

Toegang tot opslag

1.  Om de toegang tot opslagvoorzieningen te organiseren als het om technische en/of economische redenen noodzakelijk is om doeltreffende toegang tot het systeem te krijgen om de afnemers te kunnen beleveren, nemen de lidstaten een besluit om voor de gereguleerde toegangsprocedure van lid 4 te kiezen, ofwel voor de toegangsprocedure via onderhandelingen van lid 3. De procedures werken volgens objectieve, doorzichtige en niet discriminerende criteria. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de inachtneming van de criteria.

De nationale regelgevende instanties stellen criteria vast en maken die bekend op basis waarvan de toegangsregeling tot opslaginstallaties kan worden bepaald, waarbij ze er vooral op letten dat er op de betreffende markt wel degelijk concurrentie tussen de opslaginstallaties is en of de organisatie door een onafhankelijke beheerder van de infrastructuur gebeurt die vrije toegang verleent. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de inachtneming van de criteria en maken publiek bekend, of verplichten de beheerders van opslagsystemen om dit te doen, welke opslaginstallaties, of welke onderdelen daarvan, worden aangeboden overeenkomstig de verschillende procedures van leden 3 en 4.

2.  Lid 1 is niet van toepassing op ondersteunende diensten en tijdelijke opslag van een LNG-installatie en die nodig zijn voor de hervergassing en de daaropvolgende toelevering aan het transmissiesysteem.

3.  In geval van toegang via onderhandelingen nemen de nationale regelgevende instanties de nodige maatregelen zodat de aardgasbedrijven en belanghebbende afnemers binnen en buiten het grondgebied dat door de onderling gekoppelde systemen bestreken wordt, toegang tot opslagvoorzieningen hebben als het om technische en/of economische redenen noodzakelijk is om doeltreffende toegang tot het systeem te krijgen. De partijen zijn verplicht om te goeder trouw over de toegang tot opslagvoorzieningen te onderhandelen.

"

De contracten die toegang tot opslagvoorzieningen verlenen, worden in onderhandelingen met de beheerders van de opslagsystemen opgesteld. De nationale regelgevende instanties verplichten de beheerders van opslagvoorzieningen om hun voornaamste commerciële voorwaarden voor het gebruik van hun voorzieningen binnen de eerste zes maanden na het van kracht worden van deze richtlijn te publiceren, en vervolgens om het jaar. Bij de uitvoering van de voorwaarden worden de zienswijzen van de gebruikers van het systeem in aanmerking genomen, die het recht hebben om er bij de nationale regelgevende autoriteit bezwaar tegen aan te tekenen.

4.  In geval van gereguleerde toegang nemen de nationale regelgevende instanties de nodige maatregelen zodat de aardgasbedrijven en belanghebbende afnemers binnen en buiten het grondgebied dat door de onderling gekoppelde systemen bestreken wordt, toegangsrecht tot opslagvoorzieningen hebben volgens gepubliceerde tarieven en/of andere voorwaarden en verplichtingen bij gebruik van de voorzieningen, als het om technische en/of economische redenen noodzakelijk is om doeltreffende toegang tot het systeem te krijgen. Bij de opstelling van de tarieven en andere voorwaarden en verplichtingen worden de zienswijzen van de gebruikers van het systeem in aanmerking genomen, die het recht hebben om er bij de nationale regelgevende autoriteit bezwaar tegen aan te tekenen. Het toegangsrecht van afnemers die er in aanmerking voor komen, kan hun verleend worden in de vorm van de mogelijkheid om leveringscontracten met concurrerende aardgasbedrijven aan te gaan die niet de eigenaar en/of beheerder van het systeem of een aanverwante onderneming zijn.

(17)  Artikel 22 wordt vervangen door:"

Artikel 22

Nieuwe infrastructuur

1.  Grote nieuwe gasinfrastructuurprojecten, dat wil zeggen interconnectoren tussen lidstaten, LNG- en opslaginstallaties, kunnen op verzoek voor een bepaalde periode worden ontheven van het bepaalde in artikel 7, 18, 19 en 20 en artikel 24 quater, leden 4, 5 en 7, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

   a) de investering versterkt de mededinging bij de levering van gas en versterkt de leverings- en voorzieningszekerheid;
   b) het investeringsrisico is zo groot dat de investering niet wordt gedaan als er geen ontheffing wordt verleend;
   c) de infrastructuur is eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd;
   d) er worden tarieven in rekening gebracht bij de gebruikers van die infrastructuur;
   e) de ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de interne gasmarkt, en is niet nadelig voor de efficiënte werking van het gereguleerde systeem waaraan die infrastructuur is gekoppeld;
   f) het project is van Europees belang en er wordt ten minste één nationale grens binnen de Europese Unie overschreden.

2.  Het bepaalde in lid 1 is ook van toepassing op elke aanzienlijke capaciteitsverhoging van bestaande infrastructuur en op wijzigingen van die infrastructuur die het mogelijk maken te zorgen voor verhoogde en bijkomende hoeveelheden.

3.  De in hoofdstuk VI bis bedoelde nationale regelgevende instantie kan per geval een besluit nemen over de in de leden 1 en 2 bedoelde ontheffingen. Wanneer de infrastructuur in kwestie gelegen is op het grondgebied van meer dan één lidstaat voert het Agentschap de taken uit waarmee de regelgevende instantie bij dit artikel is belast. Het besluit van het Agentschap wordt genomen na voorafgaande raadpleging van de relevante nationale regelgevende instanties en van de aanvrager.

Een ontheffing kan gelden voor het geheel of enkel voor bepaalde specifieke delen van de capaciteit van de nieuwe infrastructuur, of van de bestaande infrastructuur met aanzienlijk verhoogde capaciteit.

Bij de besluitvorming over de ontheffing wordt per geval nagegaan of er voorwaarden gesteld moeten worden met betrekking tot de duur van de ontheffing en de niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur. Bij de vaststelling van deze voorwaarden wordt met name rekening gehouden met de aan te leggen extra capaciteit of de wijziging van de bestaande capaciteit, de looptijd van het project en de nationale omstandigheden.

Voordat een ontheffing wordt verleend, kan de nationale regelgevende instantie een besluit nemen over de voorschriften en de mechanismen voor het beheer en de toewijzing van capaciteit, die indien nodig mogen worden gewijzigd tijdens de periode waarbinnen de infrastructuur ontheven is van de voornoemde bepalingen, met als doel wijzigingen aan te brengen aan de economische behoeften en de behoeften die relevant zijn voor de markt. De voorschriften omvatten de eis dat alle potentiële gebruikers van de infrastructuur worden verzocht hun belangstelling voor het inkopen van capaciteit aan te geven alvorens de toewijzing van capaciteit in de nieuwe infrastructuur, inclusief voor eigen gebruik, plaatsvindt. De nationale regelgevende instantie eist dat de voorschriften voor het congestiebeheer de verplichting omvatten om ongebruikte capaciteit op de markt aan te bieden, en eist dat gebruikers van de installatie het recht krijgen de door hen ingekochte capaciteit te verhandelen op de secundaire markt. Bij haar beoordeling van de in lid 1, onder a), b) en c), ║ bedoelde criteria houdt de nationale regelgevende instantie rekening met de resultaten van de capaciteitstoewijzingsprocedure, indien derden uitdrukking een vaste toezegging gegeven hebben.

Het ontheffingbesluit, met inbegrip van de in de tweede alinea bedoelde voorwaarden, wordt naar behoren gemotiveerd en bekendgemaakt.

4.  De nationale regelgevende instantie zendt de Commissie onverwijld na ontvangst een afschrift toe van ieder verzoek om ontheffing. Het ontheffingsbesluit wordt door de bevoegde instantie onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht, samen met alle relevante informatie over het besluit. Deze informatie kan in samengevoegde vorm aan de Commissie worden voorgelegd om haar in staat te stellen een gefundeerd besluit te nemen. Deze informatie omvat in het bijzonder:

   a) de gedetailleerde redenen op grond waarvan de nationale regelgevende instantie of de lidstaat de ontheffing heeft verleend of geweigerd, samen met de verwijzing naar het specifieke artikel waarop dit besluit is gebaseerd, met inbegrip van de financiële informatie ter staving van de noodzaak van een ontheffing;
   b) de analyse van de gevolgen ten aanzien van de mededinging en de efficiënte functionering van de interne gasmarkt die het verlenen van de ontheffing met zich brengt;
   c) de motivering omtrent de duur en het gedeelte van de totale capaciteit van de betrokken gasinfrastructuur waarvoor de ontheffing is verleend;
   d) indien de ontheffing betrekking heeft op een interconnector, het resultaat van het overleg met de betrokken regelgevende instanties;
   e) de bijdrage van de infrastructuur aan de diversifiëring van de gasvoorziening.

5.  Binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving kan de Commissie de betrokken nationale regelgevende instantie verzoeken het besluit tot verlening van de ontheffing te wijzigen of in te trekken. Deze termijn vangt aan op de dag volgende op die van de ontvangst van de kennisgeving. De termijn van twee maanden kan met twee maanden worden verlengd indien de Commissie aanvullende informatie behoeft. Deze aanvullende termijn vangt aan op de dag volgende op die van de ontvangst van de aanvullende informatie. De termijn van twee maanden kan ook worden verlengd wanneer zowel de Commissie als de betrokken nationale regelgevende instantie daarmee instemt. Wanneer de opgevraagde informatie niet binnen de in het verzoek om informatie vastgestelde termijn wordt verstrekt, wordt de kennisgeving geacht te zijn ingetrokken tenzij, alvorens die termijn afloopt, de termijn is verlengd met de instemming van zowel de Commissie als de nationale regelgevende instantie of tenzij de regelgevende instantie in een met redenen omklede verklaring de Commissie ervan op de hoogte heeft gebracht dat zij de kennisgeving als volledig beschouwt.

De nationale regelgevende instantie voldoet binnen een termijn van vier weken aan het besluit van de Commissie om het ontheffingsbesluit te wijzigen of in te trekken en stelt de Commissie daarvan in kennis.

De Commissie neemt de geheimhouding van commercieel gevoelige informatie in acht.

▌Een ontheffingsbesluit van de Commissie verliest zijn effect ▌wanneer de infrastructuur nog niet operationeel is geworden binnen vijf jaar na het uitvaardigen van alle nationale en regionale besluiten en vergunningen. tenzij (al naar gelang van het geval) het niet starten van de bouw of het niet-operationeel zijn van de infrastructuur het gevolg is van omstandigheden waarop de persoon aan wie de ontheffing werd verleend geen vat heeft.

6.  De in lid 1 bedoelde ontheffingen zijn automatisch van toepassing op ontheffingen verleend overeenkomstig dit artikel op ...*. De voorwaarden voor de goedkeuring van een ontheffing verleend overeenkomstig dit artikel kunnen achteraf niet worden gewijzigd zonder de instemming van alle betrokken partijen.

___________

* Datum van de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas].

"

(18)  Het volgende hoofdstuk VI bis wordt ingevoegd na artikel 24:"

HOOFDSTUK VI bis

NATIONALE REGELGEVENDE INSTANTIES

Artikel 24 bis

Aanwijzing en onafhankelijkheid van regelgevende instanties

1.  Iedere lidstaat wijst één enkele nationale regelgevende instantie aan.

2.  Iedere lidstaat waarborgt de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie en zorgen ervoor dat zij haar bevoegdheid op onpartijdige en transparante wijze uitoefent. Te dien einde waken de lidstaten erover dat de nationale regelgevende instantie, bij de uitvoering van de regelgevingstaken die haar bij deze richtlijn en andere relevante wetgeving zijn opgelegd: juridisch gescheiden is en onafhankelijk functioneert van alle andere publieke of particuliere entiteiten en dat haar personeel en de personen die belast zijn met het beheer onafhankelijk zijn van marktbelangen en bij de uitvoering van hun regelgevende taken geen directe instructies verlangen of ontvangen van regeringen of andere openbare of particuliere entiteiten.

3.  Om de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie te beschermen, waken de lidstaten er met name over dat:

   a) de nationale regelgevende instantie over rechtspersoonlijkheid en financiële autonomie beschikt en de adequate personele en financiële middelen heeft om haar taken uit te voeren;
   b) de leden van de raad van bestuur van de nationale regelgevende instantie ▌aangewezen zijn voor een niet-hernieuwbare vaste termijn van minimaal vijf en maximaal zeven jaar en dat voor het eerste mandaat de termijn voor de helft van de bestuursleden 2,5 jaar bedraagt. De leden worden in die termijn uitsluitend van hun ambt ▌worden ontheven als ze niet langer voldoen aan de in dit artikel omschreven voorwaarden of zich volgens de nationale wet schuldig gemaakt hebben aan ernstig wangedrag, en
   c) de budgettaire behoeften van de nationale regelgevende instanties door de rechtstreekse inkomsten uit werkzaamheden op de energiemarkt gedekt zijn.

Artikel 24 ter

Beleidsdoelstellingen van de regelgevende instantie

Bij de uitvoering van haar in deze richtlijn omschreven regelgevingstaken neemt de regelgevende instantie alle redelijke maatregelen om de volgende doelstellingen te verwezenlijken:

   a) de bevordering, in nauwe samenwerking met de Commissie, het Agentschap en de nationale regelgevende instanties van andere lidstaten, van een concurrerende, veiliggestelde en milieuvriendelijke interne gasmarkt binnen de Gemeenschap en van een daadwerkelijke openstelling van de markt voor alle consumenten en leveranciers in de Gemeenschap, en het waarborgen van een efficiënt en betrouwbaar beheer op lange termijn van de netwerken voor energievoorziening;
   b) de ontwikkeling van concurrerende en goed functionerende ▌markten binnen de Gemeenschap met het oog op het bereiken van de onder a) genoemde doelstelling;
   c) het opheffen van alle beperkingen voor handel in aardgas tussen de lidstaten, inclusief de ontwikkeling van afdoende grensoverschrijdende transmissiecapaciteit om aan de vraag te voldoen en de integratie van nationale markten te versterken om een ongeremde stroom van aardgas in de Gemeenschap gemakkelijker te maken;
   d) het waarborgen, op de meest kostenefficiënte manier, van de ontwikkeling van klantgerichte, veilige, betrouwbare en efficiënte netsystemen, de bevordering van ▌de aangepastheid van het systeem met inachtneming van energie-efficiëntie en integratie van hernieuwbare energiebronnen op grote en kleine schaal (b.v. biogas), en productiespreiding in zowel het transmissie- als het distributienet;
   e) betere toegang tot het net, vooral door de hindernissen weg te nemen die nieuwe ondernemingen op de markt en hernieuwbare energiebronnen de toegang kunnen ontzeggen;
   f) het waarborgen dat de netwerkbeheerders adequate stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie van netwerkprestaties te verbeteren en de marktintegratie te versterken;
   g) het waarborgen van voordelen voor de afnemers door een efficiënte functionering van hun nationale markt, het waarborgen van consumentenbescherming, en het bevorderen van daadwerkelijke mededinging in samenwerking met de mededingingsautoriteiten;
   h) hoge normen in de openbare dienstverlening voor aardgas, bescherming van kwetsbare verbruikers, en toezicht op de doeltreffendheid van de maatregelen voor de bescherming van de verbruiker in bijlage A;
   i) harmonisering van de nodige werkzaamheden voor de uitwisseling van gegevens.

Artikel 24 quater

Taken en bevoegdheden van de regelgevende instantie

1.  De nationale regelgevende instantie heeft de volgende taken, die zij, waar nodig, uitvoert in nauwe samenwerking met andere relevante communautaire en nationale organen, transmissienetbeheerders en andere marktdeelnemers, onverlet hun specifieke bevoegdheden:

   a) waarborgen van de naleving door de transport- en distributiesysteembeheerders en waar relevant de desbetreffende eigenaars, alsmede door alle aardgasbedrijven, van hun verplichtingen overeenkomstig deze richtlijn en de andere relevante communautaire wetgeving, inclusief bij grensoverschrijdende kwesties;
   b) samenwerken in verband met grensoverschrijdende kwesties met de nationale regelgevende instantie of instanties van andere lidstaten en het Agentschap, onder meer om ervoor te zorgen dat er voldoende verbindingscapaciteit tussen de transmissie-infrastructuren is, zodat kan worden voldaan aan de eisen van een efficiënte markt en de criteria met betrekking tot de leveringszekerheid, zonder onderscheid tussen levering in de verschillende lidstaten;
   c) naleven van relevante bindende besluiten van de Commissie en het Agentschap en deze uitvoeren;
   d) op jaarlijkse basis verslag uitbrengen over zijn activiteiten en de uitvoering van haar taken aan de Commissie, de relevante autoriteiten van de lidstaten, en het Agentschap ║. Dergelijke verslagen hebben betrekking op de genomen maatregelen en behaalde resultaten wat elk van de in dit artikel genoemde taken betreft;
   e) toezicht houden op de naleving van de verplichtingen op het vlak van ontvlechting overeenkomstig deze richtlijn en andere relevante communautaire regelgeving en erover waken dat er geen kruissubsidies zijn tussen activiteiten met betrekking tot transmissie-, distributie-, opslag-, LNG- en leveringsactiviteiten, en zorgen dat de distributie- en transmissietarieven goed van tevoren vastgesteld worden in vergelijking met de periode dat ze van toepassing zijn;
   f) evalueren van de investeringsplannen van de transmissiesysteembeheerders en in haar jaarverslag een beoordeling geven van het investeringsplan van de transmissiesysteembeheerders wat de samenhang daarvan betreft met het over 10 jaar lopende netwerkontwikkelingsplan op Europese schaal als bedoeld in artikel 2 quater van Verordening (EG) nr. 1775/2005; het investeringsplan van de transmissiesysteembeheerders moet waarborgen dat de kwaliteit en de omvang van het personeelsbestand voldoende zijn om ervoor te zorgen dat de verplichtingen op het vlak van dienstverlening vervuld zijn; niet-uitvoering van het investeringsplan leidt tot de oplegging aan de transmissiesysteembeheerder, overeenkomstig de door het Agentschap vastgestelde richtsnoeren, van evenredige sancties;
   g) goedkeuring van de jaarlijkse investeringsplannen van de beheerders van transmissiesystemen;
   h) monitoring van de inachtneming van netwerkveiligheid en -betrouwbaarheid, vaststelling of goedkeuring van normen en vereisten op het gebied van de kwaliteit van dienstverlening en levering en evaluatie van de prestaties voor de kwaliteit van dienstverlening en levering en de netwerkveiligheids- en -betrouwbaarheidsregels;
   i) monitoring van het niveau van transparantie, waken over de naleving van de transparantieverplichtingen van de netwerkbeheerders;
   j) monitoring van het niveau van marktopening en mededinging op groot- en kleinhandelsniveau, inclusief op aardgasbeurzen, tarieven voor huishoudens, overstappercentages, afsluitingspercentages en klachten van particulieren in een overeengekomen formaat, alsook toezicht op vervalsing of beperking van de mededinging in samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten, inclusief de het verstrekken van alle relevante informatie, waarbij relevante gevallen worden voorgelegd aan de relevante mededingingsautoriteiten;
   k) toezicht houden op het vóórkomen van restrictieve contractuele praktijken, met inbegrip van exclusiviteitsbepalingen, die niet-huishoudelijke afnemers kunnen weerhouden van of hen beperkingen kunnen opleggen met betrekking tot een keuze voor het gelijktijdig sluiten van overeenkomsten met meer dan een leverancier en het in voorkomende gevallen in kennis stellen van de nationale mededingingsautoriteiten van dergelijke praktijken;
   l) met volledige inachtneming van de bepalingen van het Verdrag, het bevorderen van langetermijncontracten tussen energieverbruikers en leveranciers die bijdragen tot een verbetering van de energieproductie en -distributie en tegelijkertijd de consumenten laten delen in de daaruit voortvloeiende voordelen, mits dergelijke contracten kunnen bijdragen tot een optimaal investeringsniveau in de energiesector;
   m) monitoring van de tijd die transport- en distributiebedrijven nodig hebben om aansluitingen te maken en herstellingen uit te voeren en de oplegging van sancties overeenkomstig de richtsnoeren van het Agentschap, wanneer deze termijnen zonder aanwijsbare oorzaak worden overschreden;
   n) monitoring ▌van de voorwaarden voor toegang tot opslagfaciliteiten en andere ondersteunende diensten als bedoeld in artikel 19;
   o) waarborgen, onverlet de bevoegdheden van andere nationale regelgevende instanties, van een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening voor aardgas, van de bescherming van kwetsbare klanten en van de effectiviteit en handhaving van de in bijlage A genoemde maatregelen ter bescherming van de consument;
   p) publiceren van aanbevelingen, ten minste op jaarbasis, betreffende de overeenstemming van de leveringstarieven met artikel 3; in deze aanbevelingen wordt de nodige aandacht besteed aan de gevolgen van gereguleerde prijzen (groothandels- en consumentenprijzen) voor de marktwerking;
   q) daadwerkelijke en gelijke toegang van de consument tot verbruiksgegevens, met inbegrip van prijzen en alle bijkomende kosten, het gebruik van een gemakkelijk verstaanbaar geharmoniseerd formaat voor de verbruiksgegevens, adequate vooruitbetaling die het reële verbruik weerspiegelt, en onmiddellijke toegang voor alle klanten tot dergelijke gegevens overeenkomstig punt h), van bijlage A;
   r) monitoring van de tenuitvoerlegging van regels met betrekking tot de rol en verantwoordelijkheden van de transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders, leveranciers en afnemers en andere marktpartijen overeenkomstig artikel 8 ter van Verordening (EG) nr. 1775/2005;
   s) vaststelling of goedkeuring van tarieven voor netwerktoegang en publiceren van de voor de vaststelling van de tarieven toegepaste methodologie;

"

   t) verzekeren van de transparantie van schommelingen van de prijzen op het niveau van de groothandel;
   u) monitoring van de correcte toepassing van de criteria die bepalen of een opslagfaciliteit onder artikel 19, lid 3 of lid 4, valt.
  

2.  De lidstaten waken erover dat de nationale regelgevende instanties de bevoegdheden krijgen waardoor zij in staat zijn de hen overeenkomstig lid 1 ║ toevertrouwde taken op een efficiënte en snelle wijze uit te voeren. Daartoe beschikt de nationale regelgevende instantie onder meer over de volgende bevoegdheden:

   a) vaststellen van bindende besluiten voor gasbedrijven;
   b) in samenwerking met de nationale mededingingsautoriteit onderzoeken opzetten over de functionering van de gasmarkten en ▌ beslissen over passende, noodzakelijke en evenredige maatregelen om een daadwerkelijke mededinging te bevorderen en de goede functionering van de markt te waarborgen, inclusief programma's om gas ter beschikking te stellen;
   c) opvragen bij gasbedrijven van informatie die relevant is voor de uitvoering van haar taken;
   d) opleggen van effectieve, passende en afschrikwekkende sancties aan aardgasbedrijven die hun verplichtingen overeenkomstig deze richtlijn of de besluiten van de nationale regelgevende instantie of het Agentschap niet naleven, of een bevoegde instantie dergelijke sancties voorstellen; de beheerder van een transmissiesysteem of een vertikaal geïntegreerde onderneming, naargelang van het geval, bij niet- inachtneming van hun verplichtingen volgens deze richtlijn boeten tot 10% van hun jaarlijkse omzet opleggen of hun oplegging voorstellen;
   e) beschikken over het recht om onderzoeken op te zetten en over relevante onderzoeksbevoegdheden voor het beslechten van geschillen overeenkomstig de leden 8 en 9;
   f) vaststellen van vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in artikel 26.

3.  Naast de opdrachten en bevoegdheden van de leden 1 en 2 heeft een nationale regelgevende instantie, als een beheerder van een transmissiesysteem volgens hoofdstuk IV bis aangewezen is, minstens nog de volgende opdrachten en bevoegdheden:

   a) sancties opleggen, o.a. ook boeten, volgens lid 2 quinquies wegens discriminerend optreden ten voordele van de vertikaal geïntegreerde onderneming;
   b) toezicht op het boodschappenverkeer tussen de beheerder van een transmissiesysteem en de vertikaal geïntegreerde onderneming om zich ervan te vergewissen dat de beheerder van het transmissiesysteem zich aan zijn verplichtingen houdt;
   c) als arbitragegezag tussen de vertikaal geïntegreerde onderneming en de beheerder van een transmissiesysteem optreden voor elke klacht die volgens lid 8 ingediend wordt;
   d) toezicht op commerciële en financiële relaties, o.a. ook leningen, tussen de vertikaal geïntegreerde onderneming en de beheerder van een transmissiesysteem;
   e) toezicht op alle commerciële en financiële overeenkomsten voor zover ze aan de voorwaarden van de markt voldoen;
   f) de vertikaal geïntegreerde onderneming ter verantwoording roepen na een kennisgeving van de verantwoordelijke voor inachtneming van de voorschriften volgens artikel 12 octies, lid 4. De verantwoording moet vooral het bewijs omvatten dat er geen discriminerend optreden in het voordeel van de vertikaal geïntegreerde onderneming plaatsgevonden heeft;
   g) inspecties op de bedrijfsterreinen en in de bedrijfsruimten van de vertikaal geïntegreerde onderneming en de beheerder van het transmissiesysteem;
   h) alle informatie van de beheerder van een transmissiesysteem opvragen en rechtstreeks contact met al zijn personeel opnemen; als er twijfel blijft bestaan, geldt hetzelfde recht tegenover de vertikaal geïntegreerde onderneming en haar dochtermaatschappijen;
   i) alle nodige inspecties bij de beheerder van een transmissiesysteem, en als er twijfel blijft bestaan, bij de vertikaal geïntegreerde onderneming en haar dochteronderneming; artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 tot uitvoering van de concurrentieregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag* is van toepassing;
  j) een beheerder van een transmissiesysteem en/of een vertikaal geïntegreerde onderneming die zich niet aan de verplichtingen van dit artikel of een besluit van de nationale regelgevende instantie houdt, daadwerkelijke, juiste en ontradende sancties opleggen; de bevoegdheid omvat het recht:
   i) om daadwerkelijke, juiste en ontradende boeten op te leggen die in verhouding tot de omzet van de beheerder van een transmissiesysteem of de vertikaal geïntegreerde onderneming staan;
   ii) om instructies te geven die discriminerend optreden herstellen;
   iii) om in geval van herhaalde overtreding van de opsplitsings-/ ontvlechtingsbepalingen van dit artikel de vergunning van de beheerder van een transmissiesysteem minstens gedeeltelijk in te trekken.

4.  De nationale regelgevende instanties zijn verantwoordelijk voor de vaststelling of goedkeuring, alvorens zij in werking treden, van de voorwaarden voor:

   a) de verbinding met en toegang tot nationale netwerken, inclusief de transmissie- en distributietarieven en hun berekeningswijzen, of anders de berekeningswijzen en het toezicht dat ze erop uitoefenen om de transmissie- en distributietarieven vast te stellen en goed te keuren, en de modaliteiten, voorwaarden en tarieven voor toegang tot LNG-installaties, ook hun berekeningswijzen, of anders de berekeningswijzen en het toezicht dat ze erop uitoefenen om de tarieven voor de toegang tot LNG-installaties vast te stellen en goed te keuren. Deze tarieven moeten de werkelijk gemaakte kosten weerspiegelen, voorzover ze overeenkomen met de kosten van een efficiënte beheerder, en zij moeten transparant zijn. Zij maken de vereiste investeringen in de netwerken en LNG-installaties mogelijk waardoor de levensvatbaarheid van die netwerken en LNG-installaties kan worden gewaarborgd. De tarieven mogen geen discriminatie tegen nieuwkomers op de markt inhouden;
   b) de levering van balanceringsdiensten, die de kosten weergeven en zoveel mogelijk inkomensneutraal zijn, terwijl ze de gebruikers van het netwerk de nodige stimulansen bieden om hun inbreng en afnamen in evenwicht te houden; ze moeten eerlijk en niet discriminerend zijn en van objectieve criteria uitgaan;
   c) de toegang tot grensoverschrijdende infrastructuur, ook de werkwijzen voor toewijzing van capaciteit en beheersing van overbelasting. Ze zijn gemachtigd om van de beheerders van transmissiesystemen wijziging van de voorwaarden en modaliteiten te verlangen.

5.  Bij de vaststelling of goedkeuring van de voorwaarden of berekeningswijzen van de tarieven en de balanceringsdiensten waken de nationale regelgevende instanties erover dat de netwerkbeheerders afdoende stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie te verbeteren, de marktintegratie te versterken, voor bevoorradingszekerheid te zorgen en verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen.

6.  De nationale regelgevende instanties controleren het congestiebeheer binnen de nationale netwerken voor het vervoer van gas.

De transmissiesysteembeheerders leggen hun congestiebeheersprocedures, inclusief de toewijzing van capaciteit, aan de nationale regelgevende instanties ter goedkeuring voor. De nationale regelgevende instanties mogen verbetering van de procedures vragen voorafgaand aan hun goedkeuring.

7.  De nationale regelgevende instanties zijn bevoegd om zo nodig van de beheerders van transmissie-, ▌LNG- en distributiesystemen te verlangen dat zij hun in dit artikel bedoelde voorwaarden, inclusief tarieven, wijzigen om te waarborgen dat zij evenredig zijn en op niet-discriminerende wijze worden toegepast.

8.  Een partij die een klacht heeft tegen een transmissie-, LNG-, opslag- of distributiesysteembeheerder kan deze klacht voorleggen aan de nationale regelgevende instantie die fungeert als geschillenbeslechtingsinstantie en een besluit neemt binnen twee maanden na ontvangst van de klacht. Deze periode kan met twee maanden worden verlengd wanneer de regelgevende instantie aanvullende informatie opvraagt. Deze periode kan met instemming van de klager worden verlengd. Een ║ beslissing van de nationale regelgevende instantie heeft bindende kracht tenzij of totdat zij in beroep wordt herroepen.

9.  Een partij die getroffen wordt door en het recht heeft klacht in te dienen tegen een besluit betreffende methodologieën overeenkomstig dit artikel of, wanneer de nationale regelgevende instantie verplicht is tot raadpleging over de voorgestelde tarieven en methodologieën, kan binnen een periode van maximaal twee maanden - of korter als dit zo door de lidstaten is beslist - na publicatie van dit besluit of voorstel voor een besluit, een klacht indienen en om herziening verzoeken. Een dergelijk bezwaar heeft geen schorsende werking.

10.  De lidstaten voeren passende en efficiënte mechanismen voor ▌ toezicht en transparantie in om misbruik van een machtspositie op de markt, met name ten nadele van de consument, en eventueel marktondermijnend gedrag te voorkomen. Deze mechanismen moeten de bepalingen van het Verdrag, met name artikel 82 daarvan, in acht nemen.

11.  De nationale regelgevende instanties voorzien in de opzet van onafhankelijke klachtendiensten en alternatieve beroepsprocedures zoals een onafhankelijke energieombudsman of een consumentenorganisatie. Deze diensten of procedures staan in voor een efficiënte behandeling van klachten en voldoen aan criteria van beste praktijken. De nationale regelgevende instanties stellen normen en richtsnoeren op voor de behandeling van klachten door producenten en netbeheerders.

12.  De lidstaten dragen er zorg voor dat passende maatregelen, waaronder bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures in overeenstemming met hun nationale wetgeving, tegen de verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersonen worden genomen wanneer door deze richtlijn opgelegde vertrouwelijkheidsregels niet in acht zijn genomen.

13.  De in leden 8 en 9 bedoelde klachten laten het recht op beroep overeenkomstig het gemeenschapsrecht en het nationale recht onverlet.

14.  De door de nationale regelgevende instantie genomen besluiten worden volledig beargumenteerd en zijn voor inzage door het publiek beschikbaar om de mogelijkheid van juridische kritiek open te houden.

15.  De lidstaten waken erover dat er geschikte mechanismen op nationaal niveau bestaan krachtens welke een partij die getroffen wordt door een besluit van de nationale regelgevende instantie beroep kan aantekenen bij een nationale rechtsinstantie of een andere nationale autoriteit die onafhankelijk is van de betrokken partijen of enige regering.

Artikel 24 quinquies

Regelgevingsstelsel voor grensoverschrijdende kwesties

1.  De nationale regelgevende instanties werken onderling nauw samen en raadplegen elkaar, en zij voorzien elkaar en het Agentschap van alle informatie die zij nodig hebben voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig deze richtlijn. Wat de ontvangen informatie betreft, waarborgt de ontvangende instantie hetzelfde niveau van vertrouwelijkheid als van de verzendende instantie wordt geëist.

2.  Om te zorgen dat waar er regionale gasmarkten bestaan, de integratie uit goede regelgevende structuren blijkt, zorgen de nationale regelgevende instanties er in nauwe samenwerking met het agentschap en onder zijn leiding voor dat voor hun regionale markten minstens de volgende regelgevende taken uitgevoerd worden:

   a) samenwerking ten minste ▌op regionaal niveau om de invoering van operationele regelingen te bevorderen teneinde een optimaal beheer van het netwerk te waarborgen, gemeenschappelijke aardgasbeurzen uit te bouwen en grensoverschrijdende capaciteit toe te wijzen en een degelijk niveau van interconnectiecapaciteit binnen de regio te waarborgen, ook met behulp van nieuwe onderlinge connecties, om de ontwikkeling van effectieve mededinging en grotere bevoorradingszekerheid mogelijk te maken;
   b) op zijn minst de geboden regionale harmonisering van alle technische en marktcodes voor de beheerders van het transmissiesysteem in kwestie en andere deelnemers op de markt;
   c) harmonisering van de regels om overbelasting te beheersen;
   d) invoering van regels die ervoor zorgen dat de eigenaars en/of beheerders van gasbeurzen die op de regionale poolmarkten werken, volledig onafhankelijk van de eigenaars en/of beheerders van de productiemiddelen zijn.

De nationale regelgevende instanties zijn gerechtigd om onderlinge akkoorden te sluiten om de samenwerking in de regelgeving te verbeteren, en de maatregelen onder a) worden naar gelang van het geval in nauw overleg met andere belanghebbende nationale overheden genomen, onverminderd hun specifieke bevoegdheden.

3.  Het Agentschap neemt een besluit inzake het regelgevingsstelsel voor infrastructuur die ten minste twee lidstaten verbindt:

   a) in reactie op een gezamenlijk verzoek van de bevoegde nationale regelgevende instanties, of,
   b) wanneer de bevoegde nationale regelgevende instanties niet in staat zijn gebleken over het passende regelgevingsstelsel overeenstemming te bereiken binnen een periode van zes maanden na de datum dat het dossier aan de laatste van deze regelgevende instanties is voorgelegd.
  

Artikel 24 sexies

Overeenstemming met de richtsnoeren

1.  De Commissie of regelgevende instanties ║ kunnen het Agentschap verzoeken na te gaan of een door een regelgevende instantie genomen besluit strookt met de in deze richtlijn of in Verordening (EG) nr. 1775/2005 bedoelde richtsnoeren.

2.  Het Agentschap geeft binnen een termijn van twee maanden zijn advies aan de Commissie of de nationale regelgevende instantie die hierom heeft verzocht ║, alsook aan de nationale regelgevende instantie die het besluit in kwestie heeft genomen.

3.  Wanneer de regelgevende instantie die het aangevochten besluit heeft genomen niet binnen een termijn van vier maanden volgende op de datum van ontvangst van het advies daaraan voldoet, brengt het Agentschap de Commissie daarvan op de hoogte.

4.  Elke nationale regelgevende instantie kan de Commissie binnen een termijn van twee maanden nadat een nationale regelgevende instantie een besluit heeft genomen melden dat zij van oordeel is dat dit besluit niet in overeenstemming is met de in deze richtlijn of de in Verordening (EG) nr. 1775/2005 bedoelde richtsnoeren.

5.  Wanneer de Commissie ║ van oordeel is dat er ernstige twijfels bestaan over de overeenstemming van het besluit van een nationale regelgevende instantie met de in deze richtlijn of de in Verordening (EG) nr. 1775/2005 bedoelde richtsnoeren, kan de Commissie besluiten, hetzij binnen twee maanden na de melding overeenkomstig lid 3 niet te voldoen aan het advies van het Agentschap of overeenkomstig lid 4 niet te voldoen aan de richtsnoeren, hetzij op eigen initiatief binnen drie maanden vanaf de datum van de aangevochten beslissing, een procedure in te leiden. In een dergelijk geval verzoekt zij de relevante nationale regelgevende instantie en de betrokken partijen hun opmerkingen in te dienen.

6.  Wanneer de Commissie heeft besloten een procedure in te leiden, neemt zij binnen ║ vier maanden na de datum van haar besluit het definitieve besluit:

   a) geen bezwaar te maken tegen het besluit van de nationale regelgevende instantie; of
   b) de desbetreffende nationale regelgevende instantie te verzoeken haar besluit te wijzigen, dan wel in te trekken, wanneer zij van oordeel is dat het niet in overeenstemming is met de richtsnoeren.

7.  Wanneer de Commissie niet binnen de in lid 5 of 6 gestelde termijn heeft besloten een procedure in te leiden, respectievelijk een definitief besluit heeft genomen, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben gemaakt tegen het besluit van de nationale regelgevende instantie.

8.  De nationale regelgevende instantie neemt het besluit van de Commissie om haar besluit te wijzigen dan wel in te trekken binnen een termijn van twee maanden in acht en stelt de Commissie daarvan in kennis.

9.  De Commissie stelt richtsnoeren vast waarin de voor de toepassing van dit artikel te volgen procedure nader wordt omschreven. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.

Artikel 24 septies

Bijhouden van gegevens

1.  De lidstaten eisen van hun aardgasleveranciers dat zij gedurende ten minste vijf jaar de relevante gegevens met betrekking tot al hun transacties in gasleveringscontracten en aardgasderivaten met grootafnemers en transmissiesysteembeheerders ter beschikking houden van de bevoegde autoriteiten, opdat die hun taken kunnen uitvoeren.

2.  Deze gegevens kunnen bijzonderheden betreffende de kenmerken van de relevante transacties, zoals looptijd, leverings- en betalingsregels, de hoeveelheden, de uitvoeringsdatums en -tijdstippen, de transactieprijzen en middelen om de grootafnemer te identificeren, alsmede gespecificeerde nadere gegevens over alle openstaande posities in gasleveringscontracten en aardgasderivaten omvatten.

3.  De nationale regelgevende instantie kan besluiten om elementen van deze informatie ter beschikking te stellen van marktdeelnemers op voorwaarde dat commercieel gevoelige informatie inzake afzonderlijke marktspelers of afzonderlijke transacties niet wordt vrijgegeven. Dit lid is niet van toepassing op informatie over financiële instrumenten die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/39/EG vallen.

4.  De bepalingen van dit artikel doen voor de onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/39/EG vallende entiteiten geen extra verplichtingen ontstaan ten opzichte van de in lid 1 genoemde autoriteiten.

5.  Ingeval de in lid 1 genoemde autoriteiten toegang moeten hebben tot gegevens die door de onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/39/EG vallende entiteiten worden bijgehouden, verstrekken de onder die richtlijn vallende verantwoordelijke autoriteiten de in lid 1 genoemde autoriteiten de opgevraagde gegevens.

_____________

* PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(19)  Artikel 25 wordt geschrapt.

(20)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:"

Artikel 26 bis

Vrijstelling van industrielocaties

1.  De lidstaten kunnen industrielocaties vrijstellen van artikelen 4 en 7, artikel 8, leden 1 en 2, artikel 11, artikel 12, lid 5, artikelen 13, 17 en 18, artikel 23, lid 1, en/of artikel 24 van deze richtlijn.

2.  De toegang van derden ondervindt geen gevolgen van de in lid 1 bedoelde vrijstellingen. Cliënten op industrielocaties kunnen hun energieleverancier vrijelijk kiezen, en ingeval van een geschil met de netwerkbeheerder een beroep doen op de nationale regelgevende instanties.

"

(21)  Artikel 30 wordt vervangen door:"

Artikel 30

Comité

1.  De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met betrekking tot het bepaalde in artikel 8 daarvan.

3.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, lid 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met betrekking tot het bepaalde in artikel 8 daarvan.

"

(22)  ▌Bijlage A wordt vervangen door:"

Onverminderd de communautaire voorschriften inzake consumentenbescherming, met name Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 93/13/EEG van de Raad, houden de in artikel 3 bedoelde maatregelen in dat ervoor wordt gezorgd dat de afnemers:

  a) recht hebben op een contract met hun gasleverancier waarin zijn opgenomen:
   de identiteit en het adres van de leverancier;
   de geleverde diensten, de aangeboden kwaliteitsniveaus van de diensten en de benodigde tijd voor de eerste aansluiting;
   de aangeboden soorten onderhoudsdiensten;
   de wijze waarop de meest recente informatie over alle geldende tarieven en onderhoudskosten kan worden verkregen;
   de duur van het contract, de voorwaarden voor verlenging en beëindiging van de diensten en van het contract, het bestaan van een recht op gratis opzegging;
   alle vergoedingen en terugbetalingsregelingen die gelden indien de contractuele kwaliteitsniveaus van de diensten niet worden gehaald, met inbegrip van onnauwkeurige en te late facturering;
   de methode voor het beginnen van procedures voor de beslechting van geschillen overeenkomstig punt f);
   informatie over consumentenrechten, met inbegrip van alle voorafgaande, welke duidelijk wordt meegedeeld door middel van de facturen en via de websites van het aardgasbedrijf; en
   gegevens over de bevoegde verhaalinstantie en de procedure die de verbruiker in geval van geschil moet volgen.

De contractuele voorwaarden zijn eerlijk en vooraf bekend. In ieder geval wordt de in dit punt bedoelde informatie voorafgaand aan de ondertekening of bevestiging van het contract verstrekt. Indien contracten door middel van tussenpersonen worden gesloten, wordt die informatie eveneens voorafgaand aan de ondertekening van het contract verstrekt;

   b) op toereikende wijze in kennis worden gesteld van ieder voornemen om de contractvoorwaarden te wijzigen en op de hoogte worden gesteld van hun recht op opzegging wanneer zij van een dergelijk voornemen in kennis worden gesteld. Dienstverleners stellen hun abonnees rechtstreeks in kennis van tariefstijgingen en doen dit binnen een redelijke termijn die een normale factureringsperiode na het invoeren van de stijging niet overschrijdt, op een overzichtelijke en bevattelijke manier. De lidstaten zorgen ervoor dat afnemers de mogelijkheid krijgen contracten op te zeggen indien zij de hun door de gasleverancier aangemelde nieuwe voorwaarden niet aanvaarden;
   c) transparante informatie ontvangen over geldende prijzen en tarieven en over standaardvoorwaarden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van gasdiensten;
   d) een ruime keuze van betalingswijzen wordt geboden, die geen enkele categorie klanten discrimineert. Ieder verschil in voorwaarden komt overeen met de kosten die de verschillende betalingswijzen voor de leverancier meebrengen. De algemene voorwaarden van de contracten dienen eerlijk en transparant te zijn. Zij zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal. Afnemers worden beschermd tegen oneerlijke of misleidende verkoopmethoden, ook niet-contractuele hindernissen die door de handel opgeworpen worden, bijvoorbeeld overdreven uitgebreide contractuele documenten;
   e) geen kosten in rekening worden gebracht indien zij van leverancier veranderen;
   f) transparante, eenvoudige en goedkope procedures ter beschikking krijgen voor het afhandelen van hun klachten. Meer in het bijzonder hebben alle verbruikers recht op dienstverlening en klachtenbehandeling door hun gasleverancier. Door middel van dergelijke procedures moeten geschillen billijk en snel, en binnen drie maanden, kunnen worden beslecht, zo nodig via een systeem van terugbetaling en/of vergoeding. Hierbij dienen zoveel mogelijk de beginselen van Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie van 30 maart 1998 betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen* te worden gevolgd;
   g) die reeds op het gassysteem zijn aangesloten, in kennis worden gesteld van hun recht om, in overeenstemming met de geldende nationale wetgeving, te worden voorzien van aardgas van een bepaalde kwaliteit tegen een redelijke prijs;
  

h) gemakkelijk in staat zijn om naar een nieuwe leverancier over te stappen en over hun verbruiksgegevens beschikken, en met hun uitdrukkelijke instemming en kosteloos elke gemachtigde leverancier toegang tot de metergegevens kunnen verlenen. De partij die verantwoordelijk is voor het gegevensbeheer, is verplicht deze gegevens aan het bedrijf te verstrekken. De lidstaten leggen een gegevensformaat vast, alsook een procedure voor leveranciers en consumenten om toegang te krijgen tot die gegevens. Deze dienstverlening brengt geen extra kosten mee voor de consument;

   i) naar behoren worden geïnformeerd over hun effectief gasverbruik en ║ kosten, minstens om de drie maanden. Voor die dienst mogen de afnemers geen extra kosten aangerekend worden. De lidstaten zorgen ervoor dat de invoering van slimme meters met zo weinig mogelijk hinder voor de verbruiker verloopt en uiterlijk ...** voltooid is, hetgeen onder de verantwoordelijkheid van de distributiesysteembeheerder of leveringsbedrijven valt. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de ontwikkelingen en hun toepassingen en leggen er gemeenschappelijke normen voor vast. De lidstaten zorgen ervoor dat de minimumnormen voor technische uitvoering en functionele vereisten van de meters de interoperabiliteit in het oog houden om de verbruikers zo ruim mogelijke voordelen tegen zo gering mogelijke kosten te bieden;
   j) bij verandering van leveringsbedrijf niet meer dan een maand na kennisgeving aan hun vorige leveringsbedrijf een laatste afsluitende rekening ontvangen.
  

___________

  

* PB L 115 van 17.4.1998, blz. 31.

  

** Tien jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG].

"

Artikel 2

Omzetting

1.  De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk ...+ ║te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Deze bepalingen worden toegepast vanaf ...(12)║.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.  De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

3.  De lidstaten trekken alle wetten, regelingen en bestuursrechtelijke bepalingen in die aardgasbedrijven en regelgevende of andere instanties verhinderen om hun taken te vervullen of hun bevoegdheden of verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn uit te oefenen.

4.  De Commissie brengt het Europees Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit over de formele en praktische omzetting van deze richtlijn in elke lidstaat.

5.  Indien een overheidsbedrijf direct of indirect betrokken is bij de aankoop van delen van een verticaal geïntegreerde onderneming, dan wordt de prijs ter vereffening van een dergelijke transactie medegedeeld aan de Commissie. Hierbij wordt ook een verklaring van een internationale accountantsfirma betreffende de onderliggende vermogenswaarde verstrekt. De Commissie mag deze informatie alleen gebruiken om controle op staatssteun uit te oefenen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de […] dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ║

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

(1) PB C 211 van 19.8.2008, blz. 23.
(2) PB C 172 van 5.7.2008, blz. 55.
(3) Standpunt van het Europees Parlement van 9 juli 2008.
(4) PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57.
(5) PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 206.
(6) PB L ....
(7) PB L 114 van 27.4.2006, blz. 64.
(8) PB L 127 van 29.4.2004, blz. 92.
(9) PB L 289 van 3.11.2005, blz. 1.
(10) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. ║
(11) PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11.
(12)* 18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

Juridische mededeling - Privacybeleid