Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2923(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B7-0410/2012

Ingediende teksten :

B7-0410/2012

Debatten :

Stemmingen :

PV 04/07/2012 - 7.15
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0292

Aangenomen teksten
PDF 116kWORD 37k
Woensdag 4 juli 2012 - Straatsburg
Conclusies van de Europese Raad (28-29 juni 2012)
P7_TA(2012)0292B7-0410/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2012 over de bijeenkomst van de Europese Raad van juni 2012 (2011/2923(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de informele bijeenkomst Europese Raad van 23 mei 2012,

–  gezien de bijeenkomst van de Europese Raad op 28 en 29 juni 2012,

–  gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

1.  is ingenomen met de concrete stappen die de Europese Raad heeft ondernomen om de crisis in de eurozone het hoofd te bieden en met de erkenning van het feit dat een antwoord nodig is waarmee zowel begrotingsconsolidatie als groei worden aangepakt; is van oordeel dat de top een afspiegeling is van het beleid van de Europese Raad betreffende de problemen waarmee Europa kampt, dat gericht is op een evenwichtigere, vanuit economisch oogpunt doeltreffende en sociaal rechtvaardige crisisbestrijdingsagenda;

2.  benadrukt het belang van de overeenstemming in de eurozone over belangrijke en wezenlijke maatregelen om de vicieuze cirkel tussen banken en staatsschuld te doorbreken en om de verschillen tussen de rente op de staatsobligaties in de eurozone te verminderen; is in dit verband ingenomen met het flexibele en doeltreffende gebruik dat zou kunnen worden gemaakt van de bestaande EFSF- en ESM-instrumenten voor landen die hun landenspecifieke aanbevelingen en hun andere verplichtingen nakomen, waaronder die in het kader van het Europees semester en het stabiliteits- en groeipact;

3.  is van mening dat dit akkoord een belangrijke stap vormt op weg naar een volwaardige bankenunie voor de hele EU, maar wijst op het kritieke feit dat deze mogelijkheid niet onmiddellijk kan worden geactiveerd aangezien ze afhankelijk is gesteld van overeenstemming over één enkel toezichtsmechanisme;

4.  is eveneens verheugd over het Pact voor groei en banen, en in het bijzonder over het akkoord om 120 miljard euro uit te trekken om investeringen, groei en werkgelegenheid te stimuleren en over de oproep tot gedifferentieerde en groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, met de nodige aandacht voor de rol van investeringen; is van mening dat dit een belangrijke stap is op weg naar de noodzakelijke revitalisatie van duurzame en op groei gerichte openbare en particuliere investeringen in Europa, die met name gericht is op de verwezenlijking van de doelstellingen van Europa 2020, in het bijzonder op het vlak van een efficiënt gebruik van de hulpbronnen en duurzaamheid, alsook op het vlak van de voltooiing van de interne markt;

5.  is bovendien verheugd over de toezegging om de EU-begroting om te vormen tot instrument voor groei; merkt in dit verband op dat er op de Europese Raad van juni geen tastbare vorderingen zijn gemaakt in de richting van een overeenkomst over het volgende MFK, voor de periode 2014-2020; verzoekt het Cypriotische voorzitterschap zich meer in te spannen voor deze kwestie en het Europees Parlement volledig te betrekken bij de MFK-onderhandelingen, met volledige inachtneming van zijn medebeslissingsrechten; stelt echter met klem dat de hervorming van de eigen middelen een essentieel onderdeel hiervan vormt, en dat bij gebrek hieraan geen akkoord zal kunnen worden gesloten over het meerjarig financieel kader; verklaart andermaal ervan overtuigd te zijn dat een overeenkomst over zowel de inkomsten- als de uitgavenaspecten van het MFK, die moet stroken met de werkelijke behoeften en ambities van de Unie voor de komende periode, nog vóór het eind van dit jaar bereikt moet worden;

6.  verwelkomt de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders over de versterking van de governance van de interne markt; staat pal achter de beoordeling van de staat van de interne markt door de Commissie en verzoekt om maatregelen met het oog op de volledige verwezenlijking van de interne markt;

7.  is ingenomen met de ontwerpvoorstellen die zijn opgenomen in het door voorzitters Van Rompuy, Juncker, Barroso en Draghi voorgestelde verslag met als titel „Naar een echte economische en monetaire unie”, als goed uitgangspunt op weg naar een solide en echte EMU; is met name van mening dat de voorstellen met betrekking tot de totstandbrenging van een geïntegreerd financieel kader en een Europese bankentoezichthouder eveneens belangrijke stappen zijn op weg naar een stabielere toekomst op de lange termijn voor het Europees bankwezen; kijkt uit naar de opname in het voorstel van een grotere sociale verantwoordelijkheid voor de EU en een versterking van de transparantie en verantwoordingsplicht van de nieuwe Europese bepalingen op dit gebied;

8.  is van mening dat snel maatregelen moeten worden genomen binnen elk van de vier bouwstenen die in dit verslag zijn geïdentificeerd:

   a) een geïntegreerd financieel kader om te zorgen voor financiële stabiliteit in met name de eurozone en om de kosten van faillissementen van banken zoveel mogelijk te beperken voor Europese burgers; in dergelijk kader wordt de verantwoordelijkheid voor het toezicht op het Europese niveau gebracht, en wordt voorzien in gemeenschappelijke mechanismen voor de liquidatie van banken en in een gemeenschappelijk depositogarantiestelsel;
   b) een geïntegreerd begrotingskader ter waarborging van gedegen budgettaire beleidsvorming op nationaal en Europees niveau, dat coördinatie, gezamenlijke beleidsvorming, intensievere handhaving en proportionele stappen naar gemeenschappelijke uitgifte van schuldpapier behelst (met inbegrip van kortetermijnfinancieringsinstrumenten op beperkte en voorwaardelijke basis, of de geleidelijke overgang naar een schuldaflossingsfonds); dit kader kan eveneens verschillende vormen van begrotingssolidariteit omvatten;
   c) een geïntegreerd economisch beleidskader, dat beschikt over voldoende mechanismen die ervoor zorgen dat op nationaal en Europees niveau beleid wordt gevoerd dat duurzame groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen bevordert, en zich verdragen met de vlotte werking van de EMU;
   d) waarborgen dat de beleidsvorming in de EMU gepaard gaat met de nodige democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht, op basis van gezamenlijke uitoefening van soevereiniteit voor gemeenschappelijk beleid en solidariteit;

9.  is verheugd over het besluit op te roepen tot de voortzetting van het werk aan de ontwikkeling van een routekaart voor een echte economische en monetaire unie; staat erop dat het Europees Parlement volledig en als gelijke partner betrokken dient te worden bij deze taak, en dat zijn rol verder moet gaan dan die van medewetgever; vraagt bovendien dat bij het proces voor de hervorming van de instellingen en besluitvormingsprocedures van de Europese Unie niet enkel de Europese instellingen en de nationale parlementen worden betrokken, maar dat eveneens de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden worden betrokken bij een breed openbaar debat over een diepere politieke, economische, sociale en fiscale integratie van de Europese Unie; benadrukt dat de nauwe betrokkenheid van het Europees Parlement en de nationale parlementen centraal zal staan, met gepaste eerbiediging van de communautaire methode; is van mening dat Protocol 1 bij het VWEU over de rol van de nationale parlementen in de EU het gepaste kader biedt voor interparlementaire samenwerking;

10.  is er evenwel van overtuigd dat er nog veel wetgevend werk moet gebeuren om de crisis een algemeen, structureel en allesomvattend antwoord te kunnen bieden; roept de Commissie bijgevolg op vóór september 2012 een pakket wetgevingsvoorstellen in te dienen, in overeenstemming met de communautaire methode, op basis van deze vier bouwstenen;

11.  verzoekt de Raad overeenstemming te bereiken over een gecoördineerd programma van gerichte investeringen op nationaal niveau om de Europese economie te stimuleren;

12.  verbindt zichzelf ertoe om, eens het het voornoemde wetgevingspakket binnen de vooropgestelde termijn heeft ontvangen en het dit heeft onderzocht, te zorgen voor een efficiënte en snelle besluitvorming;

13.  merkt echter op dat het zijn eigen conclusies zal trekken indien het voornoemde wetgevingspakket niet binnen de vooropgestelde termijn wordt ontvangen;

14.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

Juridische mededeling - Privacybeleid