Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/0186(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0207/2013

Ingediende teksten :

A7-0207/2013

Debatten :

PV 01/07/2013 - 16
CRE 01/07/2013 - 16

Stemmingen :

PV 02/07/2013 - 9.9
CRE 02/07/2013 - 9.9
PV 11/03/2014 - 9.17
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0296
P7_TA(2014)0196

Aangenomen teksten
PDF 494kWORD 52k
Dinsdag 2 juli 2013 - Straatsburg
Technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie deelnemen aan het verkeer ***I
P7_TA(2013)0296A7-0207/2013

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 2 juli 2013 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen en tot intrekking van Richtlijn 2000/30/EG (COM(2012)0382 – C7-0188/2012 – 2012/0186(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
(3)  Technische controles maken deel uit van een breder regelgevingskader dat ervoor moet zorgen dat voertuigen tijdens het gebruik ervan aan bepaalde veiligheids- en milieunormen blijven voldoen. Deze regelgeving moet periodieke technische controles voor alle voertuigen en technische controles langs de weg van voertuigen die worden gebruikt voor commerciële vervoersactiviteiten over de weg omvatten, alsmede bepalingen inzake een voertuiginschrijvingsprocedure om ervoor te zorgen dat voertuigen die een onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid vormen niet in het verkeer worden gebruikt.
(3)  Technische controles maken deel uit van een breder regelgevingskader dat ervoor moet zorgen dat voertuigen tijdens het gebruik ervan aan bepaalde veiligheids- en milieunormen blijven voldoen. Deze regelgeving moet periodieke technische controles voor alle voertuigen en technische controles langs de weg van voertuigen die worden gebruikt voor commerciële vervoersactiviteiten over de weg omvatten, alsmede bepalingen inzake een voertuiginschrijvingsprocedure. Periodieke controles moeten het voornaamste instrument zijn om de naleving van technische normen te waarborgen. Technische controles van bedrijfsvoertuigen langs de weg mogen slechts een aanvulling op periodieke controles zijn en moeten gericht zijn op voertuigen op de weg die een onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid vormen.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
(4)  In de Unie is een aantal technische normen en eisen met betrekking tot de veiligheid van voertuigen aangenomen. Er moet echter voor worden gezorgd, door middel van onaangekondigde technische controles langs de weg, dat voertuigen, nadat zij op de markt zijn gekomen, gedurende hun hele levensduur aan de veiligheidsnormen blijven voldoen.
(4)  In de Unie is een aantal technische normen en eisen met betrekking tot de veiligheid van voertuigen aangenomen alsook een aantal milieunormen. Er moet echter voor worden gezorgd, door middel van onaangekondigde technische controles langs de weg, dat voertuigen, nadat zij op de markt zijn gekomen, gedurende hun hele levensduur technisch geschikt blijven voor het verkeer.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  Aangezien, zoals blijkt uit het verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/30/EG, veel voertuigen die worden aangehouden voor een controle langs de weg geen gebreken vertonen, dient de selectie van voertuigen die aan een technische controle langs de weg worden onderworpen, gebaseerd te zijn op het risicoprofiel van de exploitant, teneinde exploitanten die hun voertuigen naar behoren onderhouden zo min mogelijk te belasten.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)  De controles langs de weg dienen te worden uitgevoerd op basis van een risicoclassificatiesysteem. De lidstaten kunnen gebruikmaken van het risicoclassificatiesysteem dat is opgezet overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad.
(6)  Technische controles langs de weg dienen daarom te worden uitgevoerd op basis van een risicoclassificatiesysteem dat is gebaseerd op het aantal en de ernst van de gebreken die worden geconstateerd bij door individuele ondernemingen geëxploiteerde voertuigen, als opgetekend in gestandaardiseerde certificaten van technische controles en verslagen van controles langs de weg.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis)  Rekening houdend met het verkeer van bedrijfsvoertuigen tussen lidstaten en om elke vorm van discriminatie tegen het land waar het voertuig is ingeschreven, te vermijden, moet het risicoclassificatiesysteem overal in de Unie worden ingevoerd op basis van een toereikende mate van harmonisatie van periodieke technische controles en controles langs de weg tussen alle lidstaten.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 ter (nieuw)
(6 ter)  In Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen, wordt het Europees register van ondernemingen voor vervoer over de weg (ERRU) opgericht. Dankzij ERRU kunnen nationale elektronische registers van vervoersondernemingen overal in de Unie aan elkaar worden gekoppeld, in overeenstemming met de regels van de Unie inzake de bescherming van persoonsgegevens. Met gebruikmaking van dat systeem, dat wordt geëxploiteerd door de bevoegde instantie in elke lidstaat, kunnen lidstaten gemakkelijker samenwerken en worden de kosten voor controles voor zowel ondernemingen als administratieve organen lager.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis)  Landbouwvoertuigen met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 40 km/h worden soms gebruikt ter vervanging van vrachtwagens voor commercieel goederenvervoer over de weg. Het is zaak ervoor te zorgen dat landbouwvoertuigen die voor dit doeleinde worden gebruikt wat betreft technische controles langs de weg op dezelfde wijze worden behandeld als vrachtwagens.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
(10)  Om onnodige administratieve lasten en kosten te voorkomen en de efficiëntie van de controles te verhogen, moet de selectie worden toegespitst op voertuigen die worden geëxploiteerd door ondernemingen die de verkeersveiligheids- en milieunormen niet of slecht naleven, terwijl goed onderhouden voertuigen die worden geëxploiteerd door verantwoordelijke ondernemingen met oog voor veiligheid moeten worden beloond met minder frequente controles.
(10)  Om onnodige administratieve lasten en kosten te voorkomen en de efficiëntie van de controles te verhogen, moeten de bevoegde nationale autoriteiten kunnen besluiten dat de selectie zal worden toegespitst op voertuigen die worden geëxploiteerd door ondernemingen die de verkeersveiligheids- en milieunormen niet of slecht naleven, terwijl goed onderhouden voertuigen die worden geëxploiteerd door verantwoordelijke ondernemingen met oog voor veiligheid zullen worden beloond met minder frequente controles.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  Controles langs de weg van de naleving van technische normen moeten bestaan uit initiële en, indien nodig, nadere controles. In beide gevallen moeten ze alle relevante onderdelen en systemen van het voertuig bestrijken. Om tot meer geharmoniseerde controles te komen, moeten voor alle mogelijke te controleren punten controlemethoden en voorbeelden van gebreken en de beoordeling daarvan aan de hand van de ernst ervan worden ingevoerd.
(11)  Controles langs de weg van de naleving van technische normen moeten bestaan uit initiële en, indien nodig, nadere controles. In beide gevallen moeten ze alle relevante onderdelen en systemen van het voertuig bestrijken, waaronder ook die voor het vastzetten van lading. Om tot meer geharmoniseerde controles te komen, moeten voor alle mogelijke te controleren punten controlemethoden en voorbeelden van gebreken en de beoordeling daarvan aan de hand van de ernst ervan worden ingevoerd. De hantering van normen voor het vastzetten van lading en voor de beoordeling daarvan moet worden aangemoedigd.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)  Aangezien de juiste werking van banden nauw verbonden is met de bandspanning, moet de uitbreiding van de verplichte installatie van bandspanningcontrolesystemen tot bedrijfsvoertuigen, als gedefinieerd in reglement 64.02 van de VN-ECE (Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa), in overweging worden genomen en moet, als dat nodig wordt geacht, de werking van deze systemen worden gecontroleerd tijdens technische controles langs de weg.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 ter (nieuw)
(11 ter)  Lidstaten mogen het vastzetten van lading controleren tijdens technische controles langs de weg aan de hand van bestaande normen. Het resultaat van dergelijke controles mag niet worden ingevoerd in het risicoclassificatiesysteem zolang de regels inzake het vastzetten van lading niet zijn geharmoniseerd op het niveau van de Unie. In afwachting van deze harmonisatie moet de hantering van Europese normen en de Europese richtsnoeren voor optimale werkmethode voor het vastzetten van lading voor het vervoer over de weg worden aangemoedigd voor beoordelingsdoeleinden.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
(12)  In diverse lidstaten worden de verslagen van technische controles langs de weg opgesteld met behulp van elektronische middelen. In deze gevallen moet een gedrukte versie van het verslag worden verstrekt aan de bestuurder. Alle tijdens controles langs de weg verzamelde gegevens en informatie moeten worden verzonden naar een gemeenschappelijke register in de lidstaten, zodat de gegevens gemakkelijker kunnen worden verwerkt en de informatie zonder extra administratieve lasten kan worden doorgegeven.
(12)  In diverse lidstaten worden de verslagen van technische controles langs de weg opgesteld met behulp van elektronische middelen. In deze gevallen moeten de voordelen van elektronische communicatie ten volle worden benut en moet het aantal gedrukte versies van het verslag tot een minimum worden beperkt. Alle tijdens controles langs de weg verzamelde gegevens en informatie moeten worden verzonden naar een gemeenschappelijke register in de lidstaten, zodat de gegevens gemakkelijker kunnen worden verwerkt en de informatie zonder extra administratieve lasten kan worden doorgegeven.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
(13)  Het gebruik van mobiele controle-eenheden vermindert de vertragingen en kosten voor marktdeelnemers, aangezien de nadere controles direct langs de weg kunnen worden verricht. Ook controlecentra kunnen in bepaalde omstandigheden nadere controles uitvoeren.
(13)  Het gebruik van mobiele controle-eenheden vermindert de vertragingen en kosten voor marktdeelnemers, aangezien de nadere controles direct langs de weg kunnen worden verricht. Ook controlecentra kunnen nadere controles uitvoeren indien zij zich in de nabije omgeving bevinden.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis)  Het personeel dat de eerste controle langs de weg uitvoert, dient over de nodige vaardigheden te beschikken om efficiënte visuele controles te kunnen verrichten.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 14 bis (nieuw)
(14 bis)  Er mogen geen kosten in rekening worden gebracht aan ondernemingen of bestuurders voor het uitvoeren van de eerste technische controle langs de weg. Om de kosten van het gebruik van technische apparatuur voor een nadere controle langs de weg door een mobiele controle-eenheid of een controlecentrum in de nabije omgeving te drukken, moeten de lidstaten over de mogelijkheid beschikken kosten in rekening te brengen indien er grote of gevaarlijke gebreken worden vastgesteld die erop wijzen dat de onderneming die het voertuig exploiteert, zich niet aan haar verantwoordelijkheid heeft gehouden om het voertuig in een goede technische staat te houden. Om de financiële belasting voor dergelijke ondernemingen te beperken, mag het bedrag van deze kosten niet hoger zijn dan de kosten van een periodieke keuring voor voertuigen van dezelfde categorie. Inkomsten die voortkomen uit het heffen van dergelijke kosten moeten worden aangewend voor maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)  Met het oog op een efficiënte informatie-uitwisseling tussen de lidstaten moet binnen elke lidstaat één instantie worden aangewezen die optreedt als contactpunt voor andere relevante bevoegde autoriteiten. Deze instantie moet ook relevante statistieken opstellen. Voorts moeten de lidstaten op hun grondgebied een samenhangende nationale handhavingsstrategie toepassen en kunnen zij één instantie aanwijzen om de uitvoering van deze strategie te coördineren. De bevoegde instanties in elke lidstaat moeten procedures vaststellen waarin de termijnen voor en de inhoud van de mee te delen informatie worden vastgelegd.
(16)  Met het oog op een efficiënte informatie-uitwisseling tussen de lidstaten moet binnen elke lidstaat één instantie worden aangewezen die optreedt als contactpunt voor andere relevante bevoegde autoriteiten. Deze instantie moet ook relevante statistieken opstellen, met name met betrekking tot de categorieën bedrijfsvoertuigen die bij technische controles langs de weg worden gecontroleerd, het aantal en het type gebreken dat wordt vastgesteld, alsmede de ernst hiervan. Voorts moeten de lidstaten op hun grondgebied een samenhangende nationale handhavingsstrategie toepassen en kunnen zij één instantie aanwijzen om de uitvoering van deze strategie te coördineren. De bevoegde instanties in elke lidstaat moeten procedures vaststellen waarin de termijnen voor en de inhoud van de mee te delen informatie worden vastgelegd.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
(17)  Om de monitoring van het in de Unie toegepaste regime van technische controles langs de weg mogelijk te maken, moeten de lidstaten de Commissie elke twee jaar de resultaten van de verrichte controles langs de weg meedelen. De Commissie deelt de verzamelde gegevens mee aan het Europees Parlement.
(17)  Om de monitoring van het in de Unie toegepaste regime van technische controles langs de weg mogelijk te maken, moeten de lidstaten de Commissie om het jaar, uiterlijk op 31 maart de resultaten van de verrichte controles langs de weg meedelen. De Commissie deelt de verzamelde gegevens mee aan het Europees Parlement.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 bis (nieuw)
(17 bis)  Om het tijdverlies voor ondernemingen en bestuurders tot een minimum te beperken en de efficiëntie in het algemeen te verbeteren, moet de uitvoering van technische controles langs de weg en controles op naleving van de sociale wetgeving op het gebied van wegvervoer, voornamelijk Verordening(EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer1, Richtlijn 2006/22/EG en Verordening(EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer2 worden aangemoedigd.
1 PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1.
2 PB L 370 van 31.12.85, blz. 8.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 1
Deze verordening stelt een regime in van technische controles langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de lidstaten aan het verkeer deelnemen.

1.  Deze verordening stelt een regime in van technische controles langs de weg van de technische staat van bedrijfsvoertuigen die in de lidstaten aan het verkeer deelnemen.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Technische controles langs de weg worden uitgevoerd zonder discriminatie op grond van de nationaliteit van de bestuurder of van het land waar het bedrijfsvoertuig in kwestie is ingeschreven of in gebruik is genomen.

Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – lid 1
1.  Deze verordening is van toepassing op bedrijfsvoertuigen met een ontwerpsnelheid van meer dan 25 km/h in de volgende categorieën, als bedoeld in Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad:
1.  Deze verordening is van toepassing op bedrijfsvoertuigen met een ontwerpsnelheid van meer dan 25 km/h in de volgende categorieën, als bedoeld in Richtlijn 2007/46/EG en Richtlijn 2003/37/EG:
– motorvoertuigen voor personenvervoer waarvan het aantal zitplaatsen – die van de bestuurder niet meegerekend – meer dan acht bedraagt – voertuigcategorieën M2 en M3;
– motorvoertuigen voor personenvervoer, met of zonder aanhangwagen, waarvan het aantal zitplaatsen – die van de bestuurder niet meegerekend – meer dan acht bedraagt – voertuigcategorieën M2 en M3;
– motorvoertuigen op ten minste vier wielen die normaal dienen voor het vervoer van voorwerpen over de weg en waarvan de toegestane maximummassa niet meer dan 3 500 kg bedraagt – voertuigcategorie N1;
– motorvoertuigen voor goederenvervoer, met of zonder aanhangwagen, waarvan de toegestane maximummassa niet meer dan 3 500 kg bedraagt – voertuigcategorie N1;
– motorvoertuigen voor goederenvervoer met een toegestane maximummassa van meer dan 3 500 kg – voertuigcategorieën N2 en N3;
– motorvoertuigen voor goederenvervoer, met of zonder aanhangwagen, met een toegestane maximummassa van meer dan 3 500 kg – voertuigcategorieën N2 en N3;
– aanhangwagens en opleggers waarvan de toegestane maximummassa niet meer dan 3 500 kg bedraagt – voertuigcategorieën O1 en O2;
– aanhangwagens en opleggers met een toegestane maximummassa van meer dan 3 500 kg – voertuigcategorieën O3 en O4.
trekkers op wielen die normaal dienen voor commercieel goederenvervoer over de weg, met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 40 km/h – voertuigcategorie T5.
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 6
(6) „bedrijfsvoertuig”: een motorvoertuig en/of aanhangwagen daarvan voor het vervoer van goederen of personen voor commerciële doeleinden;
(6) „bedrijfsvoertuig”: een motorvoertuig en/of aanhangwagen daarvan voor het vervoer van goederen of personen voor het vervoer van vracht tegen vergoeding met een wegvoertuig;
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 9
(9) „technische controle langs de weg”: een door een bevoegde instantie of onder haar directe toezicht uitgevoerde onaangekondigde technische controle van een bedrijfsvoertuig dat op het grondgebied van een lidstaat aan het verkeer deelneemt;
(9) „technische controle langs de weg”: een door een bevoegde instantie of onder haar directe toezicht uitgevoerde onaangekondigde technische controle van een bedrijfsvoertuig dat op het grondgebied van een lidstaat aan het verkeer deelneemt, alsmede van het vastzetten van de lading ervan;
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 10
(10) „technische controle”: een controle om vast te stellen of de onderdelen van een voertuig nog voldoen aan de toepasselijke veiligheids- en milieukenmerken die van kracht waren ten tijde van de goedkeuring, de eerste inschrijving of de ingebruikneming of ten tijde van de installatie van onderdelen op het bestaande voertuig;
(10) „technische controle”: een controle om erop toe te zien dat een voertuig veilig kan worden gebruikt op de openbare weg en voldoet aan de vereiste veiligheids- en milieukenmerken die van kracht waren ten tijde van de goedkeuring, de eerste inschrijving of de ingebruikneming of ten tijde van de installatie van onderdelen op het bestaande voertuig;
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 11
(11) „bevoegde instantie”: een instantie die of een openbaar lichaam dat belast is met het beheer van het nationale systeem van technische controles;
(11) „bevoegde instantie”: een door de lidstaat aangewezen instantie of een openbaar lichaam belast met het beheer van het systeem van technische controles, met inbegrip van, indien van toepassing, het verrichten van technische controles;
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 12 bis (nieuw)
(12 bis) onderneming„: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon, een vereniging of een groep mensen zonder rechtspersoonlijkheid, met of zonder winstoogmerk, of een officiële instantie, met eigen rechtspersoonlijkheid of afhankelijk van een autoriteit met een rechtspersoonlijkheid, die zich bezighoudt met wegvervoer voor rekening van derden of voor eigen rekening;
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 14 bis (nieuw)
(14 bis) „veiligheidscontrole”: een visuele inspectie en een controle van de werking en functies van het chassis en loopwerk, de koppel- en stuurinrichting, de banden, wielen en het remsysteem van een bedrijfsvoertuig;
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 14 ter (nieuw)
(14 ter) „controlecentrum”: een publiek of particulier orgaan dat, of een publieke of particuliere instelling die van een lidstaat een vergunning heeft verkregen om technische controles te verrichten;
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 14 quater (nieuw)
(14 quater) „exploitant”: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een voertuig exploiteert en daar tevens de eigenaar van is of die eigenaar is van een voertuig en bevoegd tot exploitatie daarvan;
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 5
Elke lidstaat verricht gedurende elk kalenderjaar een totaal aantal initiële controles langs de weg, dat overeenkomt met ten minste 5 % van het totale aantal voertuigen als bedoeld in artikel 3, punt 1, dat op zijn grondgebied is ingeschreven.

Elke lidstaat verricht gedurende elk kalenderjaar een passend aantal initiële controles langs de weg.

Het totaal aantal initiële controles langs de weg komt overeen met ten minste 5 % van het totale aantal hieronder genoemde bedrijfsvoertuigen als bedoeld in artikel 2, punt 1, dat op zijn grondgebied is ingeschreven:

– motorvoertuigen voor personenvervoer waarvan het aantal zitplaatsen – die van de bestuurder niet meegerekend – meer dan acht bedraagt – voertuigcategorieën M2 en M3;
– motorvoertuigen voor goederenvervoer met een toegestane maximummassa van meer dan 3 500 kg – voertuigcategorieën N2 en N3;
– aanhangwagens en opleggers met een toegestane maximummassa van meer dan 3 500 kg – voertuigcategorieën O3 en O4.
Ten minste 5 % van de bedrijfsvoertuigen die niet ingeschreven zijn op zijn grondgebied maar daar wordt geëxploiteerd wordt evenredig gecontroleerd.

Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 6
1.  Op nationaal niveau wordt een risicoclassificatiesysteem ingevoerd dat is gebaseerd op het aantal en de ernst van de gebreken die worden geconstateerd aan door individuele ondernemingen geëxploiteerde voertuigen. Het risicoclassificatiesysteem wordt beheerd door de bevoegde instantie van de lidstaat.
1.  Om de efficiëntie van technische controles langs de weg te verbeteren, wordt er op het niveau van de Unie een risicoclassificatiesysteem ingevoerd dat is gebaseerd op het aantal en de ernst van de gebreken die bij periodieke keuringen en technische controles langs de weg worden geconstateerd aan bedrijfsvoertuigen. Het risicoclassificatiesysteem wordt gebaseerd op een nationaal elektronisch register dat is gekoppeld aan de andere landen van de Unie en beheerd door de bevoegde instantie in elke lidstaat.
Drie jaar na de inwerkingtreding van Verordening XX van het Europees Parlement en de Raad betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG, dienen certificaten van technische controles en verslagen van technische controles langs de weg te worden opgemaakt volgens een gestandaardiseerd formaat van de Europese Unie.

2.  Van elke in het risicoclassificatiesysteem voor technische controles langs de weg geïdentificeerde onderneming wordt een risicoprofiel opgesteld op basis van de in bijlage I vermelde criteria.
2.   Na de in lid 1 genoemde datum wordt van elke in het risicoclassificatiesysteem geïdentificeerde onderneming een risicoprofiel opgesteld aan de hand van de volgende criteria en in overeenstemming met bijlage I:
– aantal gebreken
– ernst van de gebreken
– het aantal uitgevoerde inspecties of onderzoeken;
– tijdsfactor.
Ondernemingen worden ingedeeld aan de hand van de volgende risicoprofielen:

Ondernemingen worden ingedeeld aan de hand van de volgende risicoprofielen:

– hoog risico;
– hoog risico;
– gemiddeld risico;
– gemiddeld risico;
– laag risico.
– laag risico.
Teneinde ondernemingen in staat te stellen hun risicoprofiel te verbeteren, wordt bij de vaststelling van de risicoclassificatie van de onderneming in kwestie rekening gehouden met informatie over naleving door ondernemingen van de technische voorschriften, die afkomstig is uit vrijwillige, met de volgende frequenties doorgevoerde veiligheidscontroles aan het voertuig:

  Voertuigen van categorie N2 met een toegestane maximummassa van meer dan 7,5 ton: vanaf de 42e maand na de eerste inschrijving en vervolgens alle zes maanden na de laatst verrichte technische controle;
  Voertuigen van categorie N3: vanaf de 30e maand na de eerste inschrijving en vervolgens alle zes maanden na de laatst verrichte technische controle
  Voertuigen van categorie O4: vanaf de 30e maand na de eerste inschrijving en vervolgens alle zes maanden na de laatst verrichte technische controle.
3.  Voor de uitvoering van het risicoclassificatiesysteem voor technische controles langs de weg kunnen lidstaten het overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad opgezette risicoclassificatiesysteem gebruiken.
3.  Voor de uitvoering van het risicoclassificatiesysteem voor technische controles langs de weg gebruiken lidstaten het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1071/2009 opgezette risicoclassificatiesysteem.
Gedurende vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening bevat het risicoclassificatiesysteem informatie over de technische staat van de in artikel 2 bedoelde voertuigen.

Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1
1.  Bestuurders van een in een lidstaat ingeschreven voertuig bewaren het technisch certificaat van de recentste technische controle en het verslag van de recentste technische controle langs de weg, indien beschikbaar, in het voertuig.
1.  Bestuurders van een in een lidstaat ingeschreven voertuig bewaren het technisch certificaat van de recentste technische controle en het verslag van de recentste technische controle langs de weg, indien beschikbaar, in het voertuig. Ingeval het certificaat en het verslag in elektronische vorm beschikbaar zijn in de lidstaat van het voertuig, mogen de autoriteiten niet eisen dat papieren exemplaren in het voertuig worden bewaard.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
3.  Individuele ondernemingen zorgen ervoor dat de voertuigen die ze exploiteren te allen tijde in goede technische staat verkeren.
3.  Ondernemingen die voertuigen exploiteren welke onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, zorgen ervoor dat de voertuigen die ze exploiteren te allen tijde in goede technische staat verkeren en dat het origineel of een gewaarmerkte kopie van het technisch certificaat en een bewijs van keuring dat is afgegeven uit hoofde van artikel 10 van Verordening XX [betreffende periodieke technische controles] met betrekking tot de meest recente technische controle in het voertuig wordt bewaard.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
3.  Individuele ondernemingen zorgen ervoor dat de voertuigen die ze exploiteren te allen tijde in goede technische staat verkeren.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 9
Bij het selecteren van de bij controles langs de weg te controleren voertuigen geven controleurs prioriteit aan door ondernemingen met een hoog risicoprofiel als bedoeld in artikel 6, lid 2, geëxploiteerde voertuigen. Andere voertuigen kunnen voor controle worden geselecteerd wanneer een vermoeden bestaat dat het voertuig een risico voor de verkeersveiligheid vormt.

Als de lidstaat hiertoe besluit, kunnen controleurs bij het selecteren van de bij controles langs de weg te controleren voertuigen prioriteit geven aan door ondernemingen met een hoog risicoprofiel als bedoeld in artikel 6, lid 2, geëxploiteerde voertuigen. Andere voertuigen kunnen voor controle worden geselecteerd wanneer een vermoeden bestaat dat het voertuig een risico voor de verkeersveiligheid vormt.

Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – alinea 2
Bij elke initiële technische controle:

Bij elke initiële technische controle:

a) controleert de controleur het technisch certificaat en het verslag van de controle langs de weg, indien beschikbaar, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, in het voertuig worden bewaard;
a) controleert de controleur het technisch certificaat dat overeenkomt met de meest recente technische controle, het bewijs van keuring dat is afgegeven uit hoofde van artikel 10 van Verordening XX [betreffende periodieke technische controles] en, indien beschikbaar, het laatste verslag van de controle langs de weg die overeenkomstig artikel 7, lid 1, in het voertuig worden bewaard;
b) voert de controleur een visuele controle uit van de toestand van het voertuig en de lading.
b) voert de controleur een visuele controle uit van de technische toestand van het voertuig;
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – alinea 2 – letter b bis (nieuw)
b bis) kan de controleur een conformiteitscontrole verrichten in overeenstemming met iedere andere wettelijke vereiste met betrekking tot de exploitatie van een bedrijfsvoertuig in de Unie.
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 2 – streepje 2 bis (nieuw)
– chassis en loopwerk;
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 2 – streepje 3
assen, wielen, banden en vering;
– wielen en banden;
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 2 – streepje 3 bis (nieuw)
– koppelinrichting;
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 2 – streepje 4
– overlastfactoren.
– overlastfactoren: uitlaatgassen en lawaai.
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 3
De controle van elk van deze gebieden bestrijkt één, meerdere of alle in bijlage II vermelde punten die relevant zijn voor deze gebieden.

De controle van elk van die gebieden bestrijkt alle in bijlage II vermelde punten die noodzakelijk worden geacht en relevant zijn voor die gebieden.

Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 4
Daarnaast kan de controleur ook andere in bijlage II, punt 1, vermelde gebieden controleren en daarbij één, meerdere of alle in deze bijlage vermelde punten onderzoeken.

Daarnaast, en indien noodzakelijk in verband met een potentieel veiligheidsrisico, kan de controleur ook andere in deel 1 van bijlage II vermelde gebieden controleren en daarbij alle in die bijlage vermelde punten onderzoeken die noodzakelijk worden geacht en relevant zijn voor die gebieden.

Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – alinea 5
Wanneer blijkens het technisch certificaat of het verslag van een controle langs de weg in de loop van de vorige maand reeds een controle is verricht van een van de in bijlage II vermelde punten, controleert de controleur dit punt niet opnieuw, tenzij een nieuwe controle gerechtvaardigd is wegens een kennelijk gebrek.

Wanneer blijkens het technisch certificaat van de meest recent verrichte technische controle of van de vrijwillige, regelmatig doorgevoerde veiligheidscontrole aan het voertuig of blijkens het verslag van een controle langs de weg in de loop van de vorige drie maanden reeds een controle is verricht van een van de in bijlage II vermelde punten, controleert de controleur dat punt niet opnieuw, tenzij een dergelijke controle gerechtvaardigd is wegens een kennelijk gebrek.

Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2
2.  Wanneer de nadere controles in een controlecentrum worden uitgevoerd, worden de initiële technische controles langs de weg op minder dan 10 km van dit centrum uitgevoerd.
2.  Wanneer de nadere controles in een controlecentrum worden uitgevoerd, dienen deze controles zo spoedig mogelijk en in het dichtstbijzijnde centrum te worden uitgevoerd.
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3
3.  Mobiele controle-eenheden omvatten passende apparatuur om een technische controle langs de weg uit te voeren, waaronder ten minste de apparatuur die nodig is om de toestand van de remmen, de stuurinrichting, de vering en de emissies van het voertuig te controleren.
3.  Mobiele controle-eenheden omvatten passende apparatuur om een technische controle langs de weg uit te voeren, waaronder ten minste de apparatuur die nodig is om de toestand van de remmen, de stuurinrichting, de vering, de emissies en de massa van het voertuig te controleren.
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2 – streepje 3
– gevaarlijke gebreken die op zodanige wijze een direct en onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid vormen dat het voertuig in geen geval verder mag worden gebruikt in het verkeer.
– gevaarlijke gebreken die een direct en onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid vormen en rechtvaardigen dat de lidstaat in kwestie of de bevoegde autoriteiten daarvan verbieden dat het voertuig verder mag worden gebruikt in het verkeer.
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 13
Artikel 13

Artikel 13

Specifieke voorschriften betreffende de controle van de wijze waarop lading is vastgezet.

Controle van de wijze waarop lading is vastgezet.

De controleur kan een voertuig onderwerpen aan een controle van de wijze waarop lading is vastgezet overeenkomstig bijlage IV. De follow-upprocedures van artikel 14 zijn ook van toepassing op grote of gevaarlijke gebreken in de wijze waarop de lading is vastgezet.

Controleurs kunnen een voertuig onderwerpen aan een controle van de wijze waarop lading is vastgezet overeenkomstig de bestaande normen. Het resultaat van een dergelijke controle wordt niet ingevoerd in het risicoclassificatiesysteem zolang de regels inzake het vastzetten van lading niet zijn geharmoniseerd op het niveau van de Unie.

Uiterlijk … [afstemmen op de datum in artikel 18 bis van het voorstel voor een verordening betreffende periodieke technische controles] dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over het harmonisatieniveau van het vastzetten van lading tijdens het vervoer over de weg, het controleren daarvan langs de weg en het resultaat van een analyse van de methodes waarmee wordt gewaarborgd dat ondernemingen die het voertuig exploiteren, de verladers, expediteurs, bevrachters en andere relevante exploiteurs die betrokken zijn bij het omgaan met lading voldoen aan de eisen voor het vastzetten van lading.

Dit verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 1
1.  Elk gebrek dat bij een initiële of nadere technische controle wordt geconstateerd, wordt onverwijld en dicht bij de plaats van de controle verholpen.
1.  Elk gebrek dat bij een initiële of nadere technische controle wordt geconstateerd, wordt onverwijld verholpen, op een plaats die zo dicht mogelijk gelegen is bij de plaats van de initiële of nadere controle, en daartoe technisch voldoende is uitgerust.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3 – alinea 1
3.  De controleur verleent geen toestemming voor het gebruik van een voertuig dat is ingedeeld in de groep van gevaarlijke gebreken totdat het gebrek of de gebreken op de plaats van de controle is of zijn verholpen. De controleur kan toestemming verlenen om met het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage te rijden waar de gebreken kunnen worden verholpen, op voorwaarde dat de gevaarlijke gebreken op zodanige wijze zijn verholpen dat deze garage kan worden bereikt en er geen onmiddellijk risico voor de veiligheid van de inzittenden of andere weggebruikers bestaat.
3.  De controleur verleent geen toestemming voor het gebruik van een voertuig dat is ingedeeld in de groep van gevaarlijke gebreken totdat het gebrek of de gebreken op de plaats van de controle of in een van de dichtstbijzijnde garages is of zijn verholpen. Indien er gebreken worden vastgesteld in de gebieden van een voertuig die zijn genoemd in artikel 10, lid 2, verleent de controleur toestemming om met het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage te rijden waar de gebreken kunnen worden verholpen, op voorwaarde dat de gevaarlijke gebreken op zodanige wijze zijn verholpen dat die garage kan worden bereikt en er geen onmiddellijk risico voor de veiligheid van de inzittenden van het voertuig of andere weggebruikers bestaat.
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 3 – alinea 2
De controleur kan toestemming verlenen om een voertuig dat in de groep met gevaarlijke gebreken is ingedeeld rechtstreeks naar de dichtstbijzijnde locatie te brengen waar het voertuig kan worden gerepareerd of in beslag kan worden genomen.

De controleur kan toestemming verlenen om een voertuig dat in de groep met gevaarlijke gebreken is ingedeeld rechtstreeks naar de dichtstbijzijnde beschikbare plaats te brengen waar het kan worden gerepareerd of in beslag kan worden genomen.

Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 2
2.  De controleur deelt de bevoegde instantie binnen een redelijke termijn na de nadere technische controle langs de weg de resultaten van deze controle mee. De bevoegde instantie bewaart deze informatie gedurende 36 maanden vanaf de datum van ontvangst.
2.  De controleur deelt de bevoegde instantie binnen een redelijke termijn na de nadere technische controle langs de weg de resultaten van deze controle langs elektronische weg mee. De bevoegde instantie voert die informatie in het in Verordening (EG) nr. 1071/2009 bedoelde register in en bewaart deze gedurende 36 maanden vanaf de datum van ontvangst.
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 3
3.  De resultaten van de technische controle langs de weg worden meegedeeld aan de inschrijvingsautoriteit van het voertuig.
3.  De resultaten van de technische controle langs de weg worden langs elektronische weg meegedeeld aan de inschrijvingsautoriteit van het voertuig, aan de eigenaar van het voertuig en in het geval van voertuigen die zijn ingeschreven in een andere lidstaat, via het gebruik van ERRU, als voorzien in Verordening (EG) nr. 1071/2009.
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 1
1.  Wanneer grote of gevaarlijke gebreken zijn geconstateerd aan een voertuig dat niet is ingeschreven in de lidstaat waar de controle is verricht, met name gebreken die resulteren in een verbod om het voertuig te gebruiken, deelt het contactpunt de resultaten van deze controle mee aan de bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving van het voertuig.
1.  Wanneer grote of gevaarlijke gebreken zijn geconstateerd aan een voertuig dat niet is ingeschreven in de lidstaat waar de controle is verricht, met name gebreken die resulteren in een verbod om het voertuig te gebruiken, deelt het contactpunt de resultaten van die controle mee aan de bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving van het voertuig.
De lidstaat van inschrijving houdt rekening met deze informatie bij de classificatie van ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2.

Deze informatie bevat de in bijlage VI beschreven elementen van het verslag van de technische controle langs de weg.

Die informatie bevat de in bijlage VI beschreven elementen van het verslag van de controle langs de weg, wordt weergegeven in een gestandaardiseerd formaat en wordt via het in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1071/2009 bedoelde nationale elektronische register verzonden.

De Commissie stelt nadere regels vast voor de procedures en formaten voor de kennisgeving van voertuigen met grote of gevaarlijke gebreken aan de bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving overeenkomstig de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 23, lid 2.

De Commissie stelt nadere regels vast voor de procedures voor de kennisgeving van voertuigen met grote of gevaarlijke gebreken aan de bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving overeenkomstig de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 23, lid 2.

Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 2 – alinea 2
De bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving van het voertuig stelt de lidstaat van controle in kennis van de getroffen maatregelen.

De bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving van het voertuig stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van controle in kennis van de getroffen maatregelen en voert de informatie in ERRU in.

Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – punt 2 bis (nieuw)
2 bis Wanneer ernstige of kritieke gebreken zijn geconstateerd, wordt de naam van de exploiteur doorgegeven aan het contactpunt overeenkomstig artikel 16.

Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 - lid 2 ter (nieuw)
2 ter. De lidstaat van inschrijving verstrekt aan de instantie die een technische controle langs de weg uitvoert informatie over het risicoprofiel van de onderneming wier voertuig wordt gecontroleerd. Deze informatie wordt binnen een redelijke termijn langs elektronische weg verstrekt. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast betreffende nadere regels voor de procedures voor het verstrekken van dergelijke informatie aan deze instanties.

Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 – lid 2 – alinea 2
De Commissie deelt de verzamelde gegevens mee aan het Europees Parlement.

De Commissie dient een verslag met een overzicht van de verzamelde gegevens in bij het Europees Parlement.

Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 2
2.  De in artikel 21 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt toegekend voor onbepaalde tijd [met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.]
2.  De in artikel 21 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar [met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.] De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de lopende termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 2
2.  De overeenkomstig lid 1 vastgestelde voorschriften omvatten sancties wegens verzuim door een bestuurder of een exploitant om mee te werken met de controleur of om tijdens een controle ontdekte gebreken te verhelpen.
2.  De overeenkomstig lid 1 vastgestelde voorschriften omvatten sancties wegens verzuim door een bestuurder of een exploitant om mee te werken met de controleur of wegens illegaal gebruik van een voertuig als gevolg van niet-naleving van artikel 14.
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – deel 2 – punt 5.2.2 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

5.2.2. Wielen

Visuele controle aan beide zijden van elk wiel.

Amendement

5.2.2. Wielen

Visuele controle aan beide zijden van elk wiel.

(d bis) Het wiel stemt niet overeen met de wielnaaf.

Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – deel 2 – punt 5.2.3 – kolom: Methode

Door de Commissie voorgestelde tekst

5.2.3 Banden

Visuele controle van de hele band door het voertuig naar voren en naar achteren te rollen.

Amendement

5.2.3 Banden

Visuele controle van de hele band door het voertuig naar voren en naar achteren te rollen.

Gebruik een drukmeter om de bandspanning te meten en vergelijk deze met de door de fabrikant opgegeven waarden.

Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Bijlage III – deel 1 – kopje: Gevaarlijke gebreken – alinea 1
Gebreken die een rechtstreekse en onmiddellijke bedreiging vormen voor de verkeersveiligheid Verder gebruik van het voertuig in het verkeer is niet toegestaan, maar in sommige gevallen mag het voertuig naar een specifieke plaats worden gereden, bijvoorbeeld voor onmiddellijke herstelling of inbeslagname.

Deficiencies that constitute a direct and immediate risk to road safety justifying the Member State concerned or its competent authorities banning the vehicle from the road, although in some instances it may be permitted to be driven under specified conditions directly to a specified location, for example for immediate repair or impounding of the vehicle.

Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Bijlage III – deel 2 – punt 5.2.3 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

5.2.3. Banden

(e) De diepte van het bandprofiel is niet in overeenstemming met de vereisten. (1)

X

X

Minder dan 80 % van de vereiste diepte

Amendement

5.2.3. Banden

(e) Tyre at minimum legal tread depth.

X

X

Tyres below minimum legal tread depth

Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Bijlage III – deel 2 – punt 5.2.3 – letter g bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

5.2.3. Banden

Amendement

5.2.3. Banden

(g bis) In-service operating pressure in one of the vehicle's tyres reduced by 20%

X

X

Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV
[…]
Schrappen

(1) De zaak werd terugverwezen voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0207/2013).

Juridische mededeling - Privacybeleid