Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/0242(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0392/2012

Ingediende teksten :

A7-0392/2012

Debatten :

PV 21/05/2013 - 11

Stemmingen :

PV 22/05/2013 - 7.6
CRE 22/05/2013 - 7.6
Stemverklaringen
PV 12/09/2013 - 13.5
CRE 12/09/2013 - 13.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0213
P7_TA(2013)0372

Aangenomen teksten
PDF 204kWORD 23k
Donderdag 12 september 2013 - Straatsburg
Specifieke taken voor de Europese Centrale Bank betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen *
P7_TA(2013)0372A7-0392/2012
Resolutie
 Tekst
 Bijlage

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 september 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (COM(2012)0511 – C7-0314/2012 – 2012/0242(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2012)0511),

–  gezien artikel 127, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0314/2012),

–  gezien protocol nr. 4 betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank,

–  gezien de brief van de Commissie juridische zaken,

–  gezien de brief van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

–  gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie constitutionele zaken (A7-0392/2012),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement(1);

2.  neemt kennis van de gemeenschappelijke verklaring van de voorzitter van het Europees Parlement en de president van de Europese Centrale Bank die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd,

3.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

4.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

5.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1) Dit standpunt vervangt de amendementen die zijn aangenomen op 22 mei 2013 (Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0213).


Standpunt van het Europees Parlement vastgesteld op 12 september 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2013 van het Europees Parlement en de Raad waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen
P7_TC1-CNS(2012)0242

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 1024/2013.)


Bijlage bij de wetgevingsresolutie

Verklaring van de voorzitter van het Europees Parlement en de president van de Europese Centrale Bank ter gelegenheid van de stemming in het EP met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen

Overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad, en met name in artikel 20, zeggen wij, de voorzitter van het Europees Parlement en de president van de Europese Centrale Bank, hierbij onze volle steun toe aan de ontwerptekst van het interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank tot samenwerking bij procedures met betrekking tot het tussen onze respectieve onderhandelingsteams overeengekomen Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (GTM). Wij roepen de beide instellingen er dan ook toe op, het interinstitutioneel akkoord zo snel mogelijk goed te keuren.

Het akkoord bepaalt dat de ECB bij de uitoefening van haar taken in het kader van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (GTM) jegens het Europees Parlement strikte verantwoording moet afleggen en passende waarborgen moet bieden voor de bescherming van vertrouwelijke informatie. Het ontwerp van interinstitutioneel akkoord voorziet met name in een stringente parlementaire controle op de toezichthoudende taken van de ECB door middel van regelmatige gedachtewisselingen met de verantwoordelijke commissie van het Parlement, in vertrouwelijke mondelinge gesprekken met het bureau van die commissie, en in nadere toegang tot informatie, o.a. ook tot het verslag van de werkzaamheden van de raad van toezicht. Tevens wordt gegarandeerd dat de ECB met het Europees Parlement zal samenwerken in het kader van zijn onderzoeksactiviteiten.

Daarnaast is in het ontwerp van interinstitutionele overeenkomst nadrukkelijk bepaald dat het Parlement ook betrokken wordt bij de procedure voor de selectie van de voorzitter van de raad van toezicht. In het licht van onze gezamenlijke doelstelling om zo snel mogelijk voortgang te maken met de instelling van het GTM – een belangrijke stap op weg naar een volledige bankenunie – zijn onze beide instellingen voornemens op korte termijn over te gaan tot de eerste selectieprocedure voor de benoeming van de voorzitter van de raad van toezicht.

Straatsburg/Frankfurt, 12 september 2013

Martin Schulz Mario Draghi

Juridische mededeling - Privacybeleid