Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/0074(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0379/2013

Ingediende teksten :

A7-0379/2013

Debatten :

PV 11/12/2013 - 13
CRE 11/12/2013 - 13

Stemmingen :

PV 12/12/2013 - 12.8
CRE 12/12/2013 - 12.8
Stemverklaringen
PV 17/04/2014 - 9.5
CRE 17/04/2014 - 9.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0588
P7_TA(2014)0449

Aangenomen teksten
PDF 605kWORD 210k
Donderdag 12 december 2013 - Straatsburg
Maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer ***I
P7_TA(2013)0588A7-0379/2013

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 12 december 2013 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer (COM(2013)0133 – C7-0065/2013 – 2013/0074(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een richtlijn
Visum 1 bis (nieuw)
gezien besluit 2010/631/EU van de Raad van 13 september 2010 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol inzake het geïntegreerde beheer van het kustgebied van de Middellandse Zee bij het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee1;
__________________
1 OJ L 279, 23.10.2010, p. 1.
Amendement 2
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 1
(1)   De grote en snel groeiende vraag naar maritieme ruimte voor allerlei doeleinden, zoals installaties voor hernieuwbare energie, zeevaart en visserijactiviteiten, behoud van ecosystemen, toerisme en aquacultuurinstallaties, alsook de vele factoren die de druk op de natuurlijke hulpbronnen van kustgebieden doen toenemen, maken een geïntegreerde aanpak van planning en beheer noodzakelijk.
(1)   De grote en snel groeiende vraag naar maritieme ruimte voor allerlei doeleinden, zoals installaties voor hernieuwbare energie, exploratie en exploitatie van aardolie en aardgas, zeevaart en visserijactiviteiten, behoud van de ecosystemen en de biodiversiteit, winning van grondstoffen, toerisme en aquacultuurinstallaties, alsook de vele factoren die de druk op de natuurlijke hulpbronnen van kustgebieden doen toenemen, maken een geïntegreerde aanpak van planning en beheer noodzakelijk.
Amendement 3
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 2
(2)  Een dergelijke aanpak van het beheer van de oceanen is uitgewerkt in het geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie, inclusief de milieupijler daarvan: Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu. Het geïntegreerd maritiem beleid heeft ten doel de duurzame ontwikkeling van zeeën en oceanen te ondersteunen en te komen tot een gecoördineerde, coherente en transparante besluitvorming met betrekking tot het sectorale beleid van de Unie dat gevolgen heeft voor de oceanen, zeeën, eilanden, kustgebieden en ultraperifere gebieden en de maritieme sectoren, onder meer door middel van strategieën voor specifieke zeebekkens en macroregionale strategieën.
(2)  Een dergelijke aanpak van het beheer van de oceanen en maritieme governance is uitgewerkt in het geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie, inclusief de milieupijler daarvan: Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu. Het geïntegreerd maritiem beleid heeft ten doel de duurzame ontwikkeling van zeeën en oceanen te ondersteunen en te komen tot een gecoördineerde, coherente en transparante besluitvorming met betrekking tot het sectorale beleid van de Unie dat gevolgen heeft voor de oceanen, zeeën, eilanden, kustgebieden en ultraperifere gebieden en de maritieme sectoren, onder meer door middel van strategieën voor specifieke zeebekkens en macroregionale strategieën.
Amendement 4
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 3
(3)  Het geïntegreerd maritiem beleid merkt maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer aan als breed inzetbare beleidsinstrumenten die overheden en belanghebbenden in staat stellen een gecoördineerde en geïntegreerde benadering te hanteren. De toepassing van een ecosysteembenadering zal bijdragen tot het bevorderen van de duurzame groei van maritieme en kusteconomieën en de duurzame exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van zeeën en kusten.
(3)  Het geïntegreerd maritiem beleid merkt maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer aan als breed inzetbare beleidsinstrumenten die overheden en belanghebbenden in staat stellen een gecoördineerde, geïntegreerde en grensoverschrijdende benadering te hanteren. De toepassing van een ecosysteembenadering zal bijdragen tot het bevorderen van de duurzame groei van maritieme en kusteconomieën en de duurzame exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van zeeën en kusten.
Amendement 5
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 5
(5)  In haar recente mededeling over Blauwe groei – Kansen voor duurzame mariene en maritieme groei heeft de Commissie gewezen op een reeks lopende EU-initiatieven die bedoeld zijn om de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei ten uitvoer te leggen. In de mededeling wordt ook een aantal sectorale activiteiten opgesomd waarop de "Blauwe groei"-initiatieven zich in de toekomst zouden moeten concentreren en die terdege moeten worden ondersteund door maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën.
(5)  In haar recente mededeling over Blauwe groei – Kansen voor duurzame mariene en maritieme groei heeft de Commissie gewezen op een reeks lopende EU-initiatieven die bedoeld zijn om de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei ten uitvoer te leggen. In de mededeling wordt ook een aantal sectorale activiteiten opgesomd waarop de "Blauwe groei"-initiatieven zich in de toekomst zouden moeten concentreren en die terdege moeten worden ondersteund door maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën. De onomwonden steun van de lidstaten aan deze vastgestelde strategische gebieden zal bijdragen aan de rechtszekerheid en voorspelbaarheid voor de investeringen van publieke en particuliere actoren, die een hefboomeffect zullen hebben op al het sectorbeleid in verband met de zee- en kustgebieden.
Amendement 6
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 7
(7)  Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos) stelt in de aanhef dat vraagstukken in samenhang met het gebruik van de oceanische ruimte onderling nauw verweven zijn en als één geheel moeten worden gezien. Ruimtelijke ordening van de oceanische ruimte vormt een logische voortzetting en structurering van de uitoefening van de krachtens Unclos verleende rechten en is een praktisch instrument dat de lidstaten kan helpen om aan hun verplichtingen te voldoen.
(7)  Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos) stelt in de aanhef dat vraagstukken in samenhang met het gebruik van de oceanische ruimte onderling nauw verweven zijn en als één geheel moeten worden gezien. Ruimtelijke ordening van de oceanische ruimte vormt een logische voortzetting en structurering van de uitoefening van de krachtens Unclos verleende rechten en is een praktisch instrument dat de lidstaten en de bevoegde subnationale bestuurslagen kan helpen om aan hun verplichtingen te voldoen.
Amendement 7
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 10
(10)  Met het oog op de consistentie en de juridische duidelijkheid moet de geografische werkingssfeer van maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerde kustbeheerstrategieën worden omschreven overeenkomstig de bestaande wetgevingsinstrumenten van de Unie en het internationale zeerecht.
(10)  Met het oog op de consistentie en de juridische duidelijkheid moet de geografische werkingssfeer van maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer worden omschreven overeenkomstig de bestaande wetgevingsinstrumenten van de Unie en het internationale zeerecht, in het bijzonder het Unclos.
Amendement 8
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 12
(12)  Het is passend dat de Unie regels voor maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën vaststelt; de lidstaten en hun bevoegde instanties blijven echter verantwoordelijk voor het concipiëren en vaststellen, met betrekking tot hun mariene wateren en kustgebieden, van de inhoud van die plannen en strategieën, met inbegrip van de toewijzing van maritieme ruimte aan de verschillende sectorale activiteiten.
(12)  Het is passend dat de Unie een transparant en samenhangend kader voor maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën vaststelt; de lidstaten en hun bevoegde instanties blijven echter verantwoordelijk voor het concipiëren en vaststellen, met betrekking tot hun mariene wateren en kustgebieden, van de inhoud van die plannen en strategieën, met inbegrip van de toewijzing van maritieme ruimte aan de verschillende sectorale activiteiten en maritieme gebruiksvormen.
Amendement 9
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 13
(13)   Met het oog op de evenredigheid en de subsidiariteit, en om extra administratieve lasten zo veel mogelijk te beperken, moet bij de omzetting en uitvoering van deze richtlijn zo veel mogelijk worden voortgebouwd op bestaande nationale regelgeving en mechanismen. Geïntegreerde kustbeheerstrategieën dienen gebaseerd te zijn op de in Aanbeveling 2002/413/EG van de Raad en Besluit 2010/631/EU van de Raad uiteengezette beginselen en elementen.
(13)   Met het oog op de evenredigheid en de subsidiariteit, en om extra administratieve lasten zo veel mogelijk te beperken, moet bij de omzetting en uitvoering van deze richtlijn zo veel mogelijk worden voortgebouwd op bestaande nationale en regionale zeeverdragsregels en mechanismen. Geïntegreerde kustbeheerstrategieën dienen gebaseerd te zijn op de in Aanbeveling 2002/413/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2002 betreffende de uitvoering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa18a en Besluit 2010/631/EU van de Raad uiteengezette beginselen en elementen.
______________
18a OJ L 148, 6.6.2002, p. 24.
Amendement 10
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 15
(15)   Bij maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer dient de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2008/56/EG bedoelde ecosysteembenadering te worden gehanteerd om ervoor te zorgen dat de druk die door alle activiteiten gezamenlijk wordt veroorzaakt, beperkt blijft tot een met het bereiken van een goede milieutoestand verenigbaar niveau en dat het vermogen van de mariene ecosystemen om door de mens veroorzaakte veranderingen op te vangen niet in het gedrang komt, terwijl toch het duurzame gebruik van mariene goederen en diensten door de huidige en toekomstige generaties mogelijk wordt gemaakt.
(15)   Bij maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer dient de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2008/56/EG bedoelde ecosysteembenadering te worden gehanteerd en dient er rekening te worden gehouden met het subsidiariteitsbeginsel en met het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, als uiteengezet in artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, om ervoor te zorgen dat de druk die door alle zee- en kustactiviteiten gezamenlijk wordt veroorzaakt, beperkt blijft tot een met het bereiken van een goede milieutoestand en de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen verenigbaar niveau en dat het vermogen van de mariene ecosystemen om door de mens veroorzaakte veranderingen op te vangen niet in het gedrang komt, terwijl toch het duurzame gebruik van mariene goederen en diensten door de huidige en toekomstige generaties mogelijk wordt gemaakt.
Amendement 11
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 16
(16)   Maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer zullen onder meer bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen19, Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid20, Beschikking 884/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet21, Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu, de EU-biodiversiteitsstrategie voor 202022, het Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa23 en de EU-strategie inzake aanpassing aan de klimaatverandering24 alsook, waar passend, de doelstellingen van het regionaal beleid van de EU, inclusief strategieën voor specifieke zeebekkens en macroregionale strategieën.
(16)   Maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer zullen onder meer bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen19, Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid20, Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand20 bis, Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna20 ter, Beschikking 884/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet21, Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu, de EU-biodiversiteitsstrategie voor 202022, het Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa23, de EU-strategie inzake aanpassing aan de klimaatverandering24 en de mededeling van de Commissie met als titel "Strategische doelstellingen en aanbevelingen voor het zeevervoersbeleid van de EU tot 2018" (COM(2009)0008) alsook, waar passend, de doelstellingen van het regionaal beleid van de EU, inclusief strategieën voor specifieke zeebekkens en macroregionale strategieën.
_______________
_________________
19 PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16-62.
19 PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.
20 PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59-80.
20 PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
20 bis PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7.
20 ter PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.
21 PB L 167 van 30.04.05, blz. 1-38.
21 PB L 167 van 30.4.2004, blz. 1.
22 COM(2011) 244 final.
22 COM(2011)0244.
23 COM(2011) 571 final.
23 COM(2011)0571.
24 COM(2013) XXX.
24 COM(2013) XXX.
Amendement 12
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 17
(17)  Maritieme activiteiten en kustactiviteiten zijn vaak nauw met elkaar verweven. Dat maakt het noodzakelijk om maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën onderling te coördineren of te integreren om het duurzame gebruik van de maritieme ruimte en het dito beheer van de kustgebieden te waarborgen, rekening houdend met maatschappelijke, economische en milieufactoren.
(17)  Maritieme activiteiten en kustactiviteiten zijn vaak nauw met elkaar verweven en van elkaar afhankelijk. Dat maakt het noodzakelijk om maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën onderling te coördineren, ze op elkaar af te stemmen of ze te integreren om het duurzame gebruik van de maritieme ruimte en het dito beheer van de kustgebieden te waarborgen, rekening houdend met maatschappelijke, economische en milieufactoren en -doelstellingen.
Amendement 13
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 18
(18)  Om de doelstellingen van deze richtlijn te bereiken, moeten de maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën de volledige cyclus van probleemomschrijving, informatievergaring, planning, besluitvorming, uitvoering en bewaking van de uitvoering omvatten en gebaseerd zijn op de beste beschikbare wetenschappelijke kennis. Er dient optimaal gebruik te worden gemaakt van de mechanismen waarin bestaande of toekomstige wetgeving voorziet, met inbegrip van Besluit 2010/477/EU tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van mariene wateren en het "Mariene kennis 2020"-initiatief van de Commissie25.
(18)  Om de doelstellingen van deze richtlijn te bereiken moeten de maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën de volledige cyclus van probleemomschrijving, informatievergaring, planning, besluitvorming, uitvoering, bewaking van de uitvoering en toetsing of aanpassing omvatten en gebaseerd zijn op de beste beschikbare en meest recente wetenschappelijke kennis. Er dient optimaal gebruik te worden gemaakt van de mechanismen waarin bestaande of toekomstige wetgeving voorziet, met inbegrip van Besluit 2010/477/EU tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van mariene wateren en het "Mariene kennis 2020"-initiatief van de Commissie25.
____________
_______________
25 COM(2010) 461 final.
25 COM(2010)0461.
Amendement 14
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 19
(19)  Maritieme ruimtelijke ordening heeft vooral ten doel de verschillende gebruiksvormen van de ruimte en de conflicten daartussen in maritieme gebieden te inventariseren en te beheren. Daartoe dienen de lidstaten er ten minste voor te zorgen dat de planningsprocessen resulteren in een omvattende kaart waarop de verschillende gebruiksvormen van de maritieme ruimte zijn aangegeven, rekening houdend met langetermijnveranderingen als gevolg van klimaatverandering.
(19)  Maritieme ruimtelijke ordening heeft vooral ten doel de verschillende gebruiksvormen van de ruimte te inventariseren en te beheren, de intersectorale conflicten in maritieme gebieden te vermijden en duurzame groei in de maritieme sector te bevorderen. Daartoe dienen de lidstaten er ten minste voor te zorgen dat de planningsprocessen resulteren in een omvattende kaart waarop de verschillende gebruiksvormen van de maritieme ruimte zijn aangegeven, rekening houdend met langetermijnveranderingen als gevolg van klimaatverandering.
Amendement 15
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 20
(20)  De lidstaten dienen overleg te plegen en hun plannen en strategieën te coördineren met de bevoegde instanties van lidstaten of derde landen in de betrokken mariene regio of subregio of het betrokken kustgebied, conform de rechten en plichten van die lidstaten en derde landen krachtens het Europees en internationaal recht. Doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen lidstaten onderling en met naburige derde landen vereist dat de bevoegde instanties in elke lidstaat worden geïdentificeerd. De lidstaten moeten bijgevolg de bevoegde instantie of instanties aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de samenwerking met andere lidstaten of derde landen. Gezien de verschillen tussen de onderscheiden mariene regio's of subregio's en kustgebieden is het niet wenselijk in deze richtlijn omstandig te bepalen hoe die samenwerkingsmechanismen eruit dienen te zien.
(20)  De lidstaten dienen zoveel mogelijk overleg te plegen en hun plannen en strategieën te coördineren met de bevoegde instanties van lidstaten of derde landen in de betrokken mariene regio of subregio of het betrokken kustgebied, conform de rechten en plichten van die lidstaten en derde landen krachtens het Europees en internationaal recht. Doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen lidstaten onderling en met naburige derde landen vereist dat de bevoegde instanties in elke lidstaat worden geïdentificeerd. De lidstaten moeten bijgevolg de bevoegde instanties aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de samenwerking met andere lidstaten of derde landen. Gezien de verschillen tussen de onderscheiden mariene regio's of subregio's en kustgebieden is het niet wenselijk in deze richtlijn omstandig te bepalen hoe die samenwerkingsmechanismen eruit dienen te zien.
Amendement 16
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 21 bis (nieuw)
(21 bis)  Om de kustgebieden te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, erosie of voortschrijding van de kusten, overstroming, verslechtering van de milieutoestand en verlies van de biodiversiteit van de kustecosystemen is een correct, duurzaam en milieuvriendelijk beheer van de kustsedimenten van wezenlijk belang om problemen en risico's te beperken. Onderzeese afzettingen van sedimenten op het continentaal plat kunnen worden gebruikt in geval van tekort aan sediment in de kustsystemen.
Amendement 17
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 22
(22)   Het beheer van maritieme gebieden en kustgebieden is complex en er zijn verschillende bestuurlijke niveaus, marktdeelnemers en andere belanghebbenden bij betrokken. Om op doeltreffende wijze duurzame ontwikkeling te garanderen, is het van wezenlijk belang dat belanghebbenden, overheden en het publiek in een passende fase van de voorbereiding van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën in het kader van deze richtlijn worden geraadpleegd conform de relevante EU-wetgeving. Een goed voorbeeld van regelingen inzake publieksraadpleging vormt artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/35/EG.
(22)   Het beheer van maritieme gebieden en kustgebieden is complex en er zijn verschillende bestuurlijke niveaus, marktdeelnemers en andere belanghebbenden bij betrokken. Om op doeltreffende wijze duurzame ontwikkeling te garanderen, is het van wezenlijk belang dat belanghebbenden, overheden en het publiek in een passende fase van de voorbereiding van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën in het kader van deze richtlijn worden geraadpleegd conform de relevante EU-wetgeving.
Amendement 18
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 25
(25)  Om ervoor te zorgen dat bij de vaststelling van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën wordt uitgegaan van betrouwbare gegevens en om extra administratieve lasten te vermijden, is het van essentieel belang dat de lidstaten de beste beschikbare gegevens en informatie vergaren met gebruikmaking van bestaande instrumenten voor gegevensvergaring, bijvoorbeeld het instrumentarium dat is ontwikkeld in de context van het "Mariene kennis 2020"-initiatief.
(25)  Om ervoor te zorgen dat bij de vaststelling van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën wordt uitgegaan van betrouwbare gegevens en om extra administratieve lasten te vermijden, is het van essentieel belang dat de lidstaten de beste beschikbare gegevens en informatie vergaren en gebruiken, door de relevante belanghebbenden aan te moedigen hun gegevens en informatie te delen en met gebruikmaking van bestaande instrumenten voor gegevensvergaring, bijvoorbeeld het instrumentarium dat is ontwikkeld in de context van het "Mariene kennis 2020"-initiatief.
Amendement 19
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 25 bis (nieuw)
(25 bis)  Om ervoor te zorgen dat de richtlijn algemeen en gecoördineerd op het gehele grondgebied van de Unie wordt toegepast, is het wenselijk dat binnen de bestaande financiële instrumenten middelen worden vrijgemaakt voor steun aan demonstratieprogramma's en voor uitwisseling van beste praktijken van essentiële processen in het kader van de beheersstrategieën en -plannen en governance van de kustgebieden en de maritieme ruimte.
Amendement 20
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 28
(28)  Een tijdige omzetting van de bepalingen van deze richtlijn is van cruciaal belang, aangezien de EU een aantal beleidsinitiatieven heeft aangenomen die tegen 2020 moeten worden geïmplementeerd en die middels deze richtlijn worden ondersteund. Daarom dient voor de omzetting van deze richtlijn de kortst mogelijke omzettingstermijn te gelden,
(28)  Een tijdige omzetting van de bepalingen van deze richtlijn is van cruciaal belang, aangezien de EU een aantal beleidsinitiatieven heeft aangenomen die tegen 2020 moeten worden geïmplementeerd en die middels deze richtlijn worden ondersteund en aangevuld. Daarom dient voor de omzetting van deze richtlijn de kortst mogelijke omzettingstermijn te gelden,
Amendement 21
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – lid 1
1.   Deze richtlijn stelt een kader vast voor maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer dat erop gericht is de duurzame groei van maritieme en kusteconomieën en het duurzame gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van zeeën en kusten te bevorderen.
1.   Deze richtlijn stelt een kader vast voor maritieme ruimtelijke ordening waarbij geïntegreerd kustbeheer wordt betrokken dat erop gericht is de duurzame ontwikkeling en groei van maritieme en kusteconomieën en het duurzame gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van zeeën en kusten te bevorderen, in het bijzonder door de in de mededeling van de Commissie van 13 september 2012 getiteld "Blauwe groei – Kansen voor duurzame mariene en maritieme groei", vastgestelde prioriteiten, te ondersteunen.
Amendement 22
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – lid 2
2.  Binnen het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie voorziet dit kader in de vaststelling en uitvoering door de lidstaten van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën teneinde de in artikel 5 omschreven doelstellingen te bereiken.
2.  Binnen het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie voorziet deze richtlijn in een kader voor de vaststelling en uitvoering door de lidstaten van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën teneinde de in artikel 5 omschreven doelstellingen te bereiken, waarbij met land-zee-interacties en verbeterde grensoverschrijdende samenwerking op basis van de betreffende Unclos-bepalingen, rekening gehouden wordt.
Amendement 23
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 2 – lid 1
1.   De bepalingen van deze richtlijn zijn van toepassing op mariene wateren en kustgebieden.
1.   De bepalingen van deze richtlijn zijn van toepassing op alle mariene wateren en kustgebieden van de Unie, in overeenstemming met de bestaande Europese en nationale wetgeving.
Amendement 24
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 2 – lid 2
2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op activiteiten die uitsluitend de landsverdediging of de nationale veiligheid dienen. Elke lidstaat spant zich evenwel in om te bewerkstelligen dat die activiteiten worden ontplooid op een wijze die verenigbaar is met de doelstellingen van deze richtlijn.
2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op activiteiten die uitsluitend de landsverdediging of de nationale veiligheid dienen. De lidstaten streven er evenwel naar dat dergelijke activiteiten verricht worden op een wijze die verenigbaar is met de doelstellingen van deze richtlijn, voor zover zulks redelijk en uitvoerbaar is.
Amendement 25
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 1
1.   ‘kustgebied’: het geomorfologische gebied aan weerszijden van de zeekust met als zeewaartse grens de buitengrens van de territoriale wateren van de lidstaten en als landwaartse grens de grens die door de lidstaten in hun geïntegreerde kustbeheerstrategieën is vastgesteld;
1.   ‘kustgebied’: de zeekust en het geomorfologische gebied aan weerszijden van de zeekust zoals vastgesteld door de lidstaten in hun respectieve wetgeving, met als uiterste zeewaartse grens de territoriale wateren van de lidstaten.
Amendement 26
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 2
2.   ‘geïntegreerd maritiem beleid’: het beleid van de Unie dat ten doel heeft een gecoördineerde en samenhangende besluitvorming te bevorderen om de duurzame ontwikkeling, de economische groei en de sociale samenhang van de lidstaten te maximaliseren, in het bijzonder ten aanzien van de kust- en eilandgebieden en de ultraperifere regio’s in de Unie alsook de maritieme sectoren, door middel van een samenhangend maritiem beleid en internationale samenwerking op dat vlak;
2.   ‘geïntegreerd maritiem beleid’: het beleid van de Unie dat ten doel heeft een gecoördineerd, samenhangend, sectoroverstijgend en grensoverschrijdend maritiem bestuur te bevorderen om de duurzame ontwikkeling, de economische groei en de sociale samenhang van de lidstaten te maximaliseren, in het bijzonder ten aanzien van de kust- en eilandgebieden en de ultraperifere regio’s in de Unie alsook de maritieme sectoren, door middel van een samenhangend maritiem beleid en internationale samenwerking op dat vlak;
Amendement 27
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 2 bis (nieuw)
2 bis.  'maritieme ruimtelijkeordeningsplannen': plan of plannen die zijn gebaseerd op een openbaar proces waarbij de verspreiding in ruimte en tijd van menselijke activiteiten in zeegebieden wordt geanalyseerd en gepland met het oog op de verwezenlijking van in deze richtlijn omschreven economische, ecologische en maatschappelijke doelstellingen en overeenkomstig het betreffende nationale beleid, teneinde het gebruik van het zeegebied voor diverse activiteiten te bepalen door in het bijzonder gemengd gebruik te bevorderen;
Amendement 28
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 2 ter (nieuw)
2 ter.  "geïntegreerde kustbeheerstrategieën": de formele en informele praktijken en/of strategieën die zijn gericht op het geïntegreerd beheer van alle beleidsprocessen die gevolgen hebben voor het kustgebied, waarbij de land-zee-interacties van kustactiviteiten op gecoördineerde wijze worden benaderd om de duurzame ontwikkeling van kust- en zeegebieden te garanderen. Deze strategieën zorgen ervoor dat de besluiten inzake beheer of ontwikkeling in alle sectoren op een samenhangende wijze worden genomen en conflicten over het gebruik van de kustgebieden worden voorkomen, of ten minste beperkt.
Afzonderlijke stemming
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 3
3.  ‘mariene regio of subregio’: de in artikel 4 van Richtlijn 2008/56/EG genoemde
mariene regio's en subregio's;
3.  ‘mariene regio’: de in artikel 4 van Richtlijn 2008/56/EG genoemde
mariene regio's;
Amendement 29
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 4
4.   ‘mariene wateren’: de wateren met hun zeebodem en ondergrond als omschreven in artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/56/EG;
4.   ‘mariene wateren’: de wateren met hun zeebodem en ondergrond zeewaarts van de basislijn vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten, en reikend tot de uiterste grens van het gebied waarover een lidstaat jurisdictie heeft en/of uitoefent overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, met uitsluiting van de wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde landen en gebieden en de Franse overzeese departementen en collectiviteiten;
Amendement 31
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 3 – punt 7
7.   ‘goede milieutoestand’: de in artikel 3, punt 5, van Richtlijn 2008/56/EG omschreven milieutoestand.
7.   ‘goede milieutoestand’: de in artikel 3, punt 5, van Richtlijn 2008/56/EG en in Besluit 2010/477/EU van de Commissie omschreven milieutoestand.
Amendement 32
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – lid 1
1.   Elke lidstaat stelt een of meer maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en een of meer geïntegreerde kustbeheerstrategieën vast en voert deze uit. Deze plannen en programma's kunnen afzonderlijke documenten zijn.
1.   Elke lidstaat stelt maritieme ruimtelijke ordening vast en voert deze uit. Indien een lidstaat geen land-zee-interactie in hun maritieme ruimtelijkeordeningsplan integreren, worden deze interacties door middel van geïntegreerd kustbeheer aangepakt. De lidstaten kunnen zelf beslissen een geïntegreerde benadering te hanteren of maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën afzonderlijk vast te stellen.
Amendement 33
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  De lidstaten of de bevoegde regionale of lokale instanties blijven verantwoordelijk voor het concipiëren en vaststellen van de inhoud van die plannen en strategieën, met inbegrip van de toewijzing van maritieme ruimte aan de verschillende sectorale activiteiten en maritieme en mariene gebruiksvormen.
Amendement 34
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – lid 3
3.   Bij de vaststelling van hun maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën houden de lidstaten terdege rekening met de bijzonderheden van de regio's en subregio's, de relevante sectorale activiteiten, de betrokken mariene wateren en kustgebieden en de mogelijke gevolgen van klimaatverandering.
3.   Bij de vaststelling van hun maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën houden de lidstaten terdege rekening met de bijzonderheden, de behoeften en mogelijkheden van de mariene en kustregio's en subregio's, de relevante, bestaande en toekomstige sectorale activiteiten, de betrokken mariene wateren en kustgebieden en de mogelijke gevolgen van klimaatverandering.
Amendement 35
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.  Met name in het geval van de ultraperifere regio's in de Unie, wordt artikel 349 VWEU in acht genomen door met de bijzondere kenmerken en beperkingen van deze regio's rekening te houden.
Amendement 36
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 5
Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën hanteren een ecosysteembenadering om de co-existentie van concurrerende sectorale activiteiten in mariene wateren en kustgebieden te vergemakkelijken en conflicten tussen deze activiteiten te vermijden, en zijn erop gericht bij te dragen tot:
1.  Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën hanteren de ecosysteembenadering, met inachtneming van economische, sociale en aan het milieu gerelateerde criteria op hetzelfde niveau om duurzame ontwikkeling en groei in de maritieme sector te steunen. Zij bevorderen op een verenigbare manier de co-existentie van relevante sectorale activiteiten en beperken conflicten tussen deze activiteiten in mariene wateren en kustgebieden en bevorderen grensoverschrijdende samenwerking en meervoudig gebruik van dezelfde maritieme ruimte door verschillende sectoren.
2.  Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën zijn erop gericht bij te dragen tot de volgende Unie-doelstellingen:
(a)   het veiligstellen van de energievoorziening van de Unie door het bevorderen van de ontwikkeling van mariene energiebronnen, de ontwikkeling van nieuwe en hernieuwbare energievormen, de onderlinge koppeling van energienetwerken en energie-efficiëntie;
(a)   het veiligstellen van de energievoorziening van de Unie door het bevorderen van de ontwikkeling van mariene energiebronnen, de ontwikkeling van nieuwe en hernieuwbare energievormen, de onderlinge koppeling van energienetwerken en energie-efficiëntie;
(b)   het stimuleren van de ontwikkeling van het zeevervoer en het tot stand brengen van efficiënte en kosteneffectieve vaarroutes in heel Europa, met inbegrip van de toegankelijkheid van havens en de veiligheid van het vervoer;
(b)   het stimuleren van de ontwikkeling van het zeevervoer in heel Europa, met inbegrip van de toegankelijkheid van havens, de veiligheid van het vervoer, multimodale verbindingen en duurzaamheid;
(c)   het bevorderen van de duurzame ontwikkeling en groei van de visserij- en aquacultuursector, met inbegrip van de werkgelegenheid in de visserij en aanverwante sectoren;
(c)   het bevorderen van de duurzame ontwikkeling van de visserijsector en de duurzame groei van de aquacultuursector, met inbegrip van de werkgelegenheid in de visserij en aanverwante sectoren;
(d)   het waarborgen van het behoud, de bescherming en de verbetering van het milieu alsook het behoedzame en rationele gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, met name om een goede milieutoestand te bereiken, het biodiversiteitsverlies en de aantasting van ecosysteemdiensten een halt toe te roepen en het risico van verontreiniging van de zee te verminderen;
(d)   het waarborgen van het behoud, de bescherming en de verbetering van het milieu door middel van een representatief en coherent netwerk van beschermde gebieden alsook het behoedzame, op voorzorg gestoelde en rationele gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, met name om een goede milieutoestand te bereiken, het biodiversiteitsverlies en de aantasting van ecosysteemdiensten een halt toe te roepen en het risico van verontreiniging van de mariene en kustgebieden te verminderen en te voorkomen;
(e)   het handhaven van klimaatbestendige kust- en zeegebieden.
(e)   het verhogen van de weerbaarheid van de kust- en zeegebieden tegen de effecten van de klimaatverandering met als doel kwetsbare kustgebieden te beschermen.
3.  Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën mogen erop gericht zijn bij te dragen tot de verdere nationale doelstellingen:
(a)  het bevorderen van een duurzame grondstoffenwinning;
(b)  het bevorderen van duurzaam toerisme;
(c)  het waarborgen van de instandhouding en de bescherming van cultureel erfgoed;
(d)  het waarborgen van recreatief of ander gebruik door het publiek;
(e)  het in stand te houden van de traditionele sociaaleconomische verhoudingen die verband houden met de maritieme economie.
Amendement 37
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 6 – lid 1
1.   Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën leggen de logistieke stappen vast ter bereiking van de in artikel 5 omschreven doelstellingen, rekening houdend met alle daarvoor relevante activiteiten en daarop toepasselijke maatregelen.
1.   Elke lidstaat legt de procedurele stappen vast ter bereiking van de in artikel 5 omschreven doelstellingen, rekening houdend met de daarvoor relevante activiteiten, gebruiksvormen en daarop toepasselijke maatregelen.
Amendement 38
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 6 – lid 2 – letter b
(b)   doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen lidstaten en tussen de nationale overheden en belanghebbenden bij het relevante sectoraal beleid waarborgen;
(b)   doeltreffende deelname van de belanghebbenden bij het relevante sectoraal beleid waarborgen overeenkomstig artikel 9;
Amendement 39
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 6 – lid 2 – letter b bis (nieuw)
(b bis)  doeltreffende, grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten waarborgen overeenkomstig artikel 12;
Amendement 40
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 6 – lid 2 – letter c
(c)  de grensoverschrijdende effecten van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën op mariene wateren en kustgebieden die onder de soevereiniteit of rechtsmacht van derde landen in dezelfde mariene regio of subregio vallen, alsook op bijbehorende kustgebieden, in kaart brengen en deze effecten aanpakken in samenwerking met de bevoegde instanties van die landen overeenkomstig de artikelen 12 en 13.
(c)  de grensoverschrijdende effecten van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën op mariene wateren en kustgebieden die onder de soevereiniteit of rechtsmacht van derde landen in dezelfde mariene regio of subregio vallen, alsook op bijbehorende kustgebieden, in kaart brengen en deze effecten aanpakken in samenwerking met de bevoegde instanties van die landen overeenkomstig artikel 13.
Amendement 41
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 6 – lid 2 – letter c bis (nieuw)
(c bis)  enerzijds, zijn gebaseerd op de beste beschikbare gegevens en, anderzijds, de nodige flexibiliteit waarborgen om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen;
Amendement 42
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 7 – lid 1
1.   Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen omvatten ten minste een kaart van de mariene wateren waarop de feitelijke en potentiële verspreiding in ruimte en tijd van alle relevante maritieme activiteiten is aangegeven met het oog op het bereiken van de in artikel 5 omschreven doelstellingen.
1.   Maritieme ruimtelijkeordeningsplannen omvatten ten minste een kaart van de mariene wateren waarop de feitelijke, voorgenomen en potentiële verspreiding in ruimte en tijd van alle relevante maritieme gebruiksvormen en activiteiten en belangrijke bestanddelen van het ecosysteem is aangegeven met het oog op het bereiken van de in artikel 5 omschreven Unie-doelstellingen.
Amendement 43
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 7 – lid 2 – inleidende formule
2.  Bij de vaststelling van hun maritieme ruimtelijkeordeningsplannen nemen de lidstaten ten minste de volgende activiteiten in aanmerking:
2.  Bij de vaststelling van hun maritieme ruimtelijkeordeningsplannen nemen de lidstaten onder andere de volgende gebruiksvormen en activiteiten in aanmerking:
Amendement 44
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 7 – lid 2 – letters a t/m g
(a)   installaties voor energieopwekking en de productie van hernieuwbare energie;
(a)   installaties voor energieopwekking, de productie van hernieuwbare energie en het transport naar het vasteland;
(b)   olie- en gaswinningsgebieden en -infrastructuur;
(b)   winnings- en exploratiegebieden en -infrastructuur van olie, gas en andere grondstoffen;
(c)   scheepvaartroutes;
(c)   scheepvaartroutes;
(d)   de tracés van onderzeese kabels en pijpleidingen;
(d)   de tracés van onderzeese kabels en pijpleidingen;
(e)   visgronden;
(e)   bestaande en potentiële visgronden;
(f)   maricultuurgebieden;
(f)   maricultuurgebieden;
(g)   natuurbeschermingsgebieden.
(g)   zones voor bescherming en instandhouding van de natuur en de species, Natura 2000-gebieden, andere kwetsbare mariene ecosystemen en de aanpalende gebieden, conform de Europese en nationale wetgevingen;
(h)  zee- en kusttoerisme
(i)  lokaties van beschermd cultureel erfgoed;
(j)  militaire oefengebieden;
Amendement 45
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 1
1.   Geïntegreerde kustbeheerstrategieën omvatten ten minste een inventaris van de bestaande maatregelen die in kustgebieden worden toegepast en een analyse van de behoefte aan extra acties om de in artikel 5 omschreven doelstellingen te bereiken. De strategieën voorzien in een geïntegreerde en intersectorale uitvoering van het beleid en houden rekening met de interacties tussen terrestrische en maritieme activiteiten.
1.   Bij de vaststelling van hun geïntegreerde kustbeheer beslissen de lidstaten of zij een reeks praktijken of een of meer strategieën gebruiken. Zij brengen de bestaande maatregelen in kaart die in kustgebieden worden toegepast en stellen een analyse op van de behoefte aan extra acties om de in artikel 5 omschreven doelstellingen te bereiken. Geïntegreerd kustbeheer bevordert een geïntegreerde en intersectorale uitvoering van het beleid en houdt rekening met de interacties tussen terrestrische en maritieme activiteiten om de koppelingen tussen land en zee te waarborgen.
Amendement 46
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – inleidende formule
2.  Bij de vaststelling van hun geïntegreerde kustbeheerstrategieën nemen de lidstaten ten minste de volgende activiteiten in aanmerking:
2.  Bij de vaststelling van hun geïntegreerde kustbeheerstrategieën nemen de lidstaten in aanmerking:
Amendement 47
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter a
(a)  het gebruik van specifieke natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van installaties voor energieopwekking en de productie van hernieuwbare energie;
Schrappen
Amendement 48
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter a bis (nieuw)
(a bis)  reeds vastgestelde praktijken en strategieën in lijn met Aanbeveling 2002/413/EG;
Amendement 49
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter a ter (nieuw)
(a ter)  bestaande formele en informele praktijken, netwerken en grensoverschrijdende samenwerkingsmechanismen;
Amendement 50
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter a quater (nieuw)
(a quater)  relevante activiteiten, installaties, faciliteiten en infrastructuur.
Amendement 51
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter b
(b)  de ontwikkeling van infrastructuur, energie-inrichtingen, vervoer, havens, maritieme kunstwerken en andere structuren met inbegrip van groene infrastructuur;
Schrappen
Amendement 52
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter c
(c)  landbouw en industrie;
Schrappen
Amendement 53
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter d
(d)  visserij en aquacultuur;
Schrappen
Amendement 54
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter e
(e)   behoud, herstel en beheer van kustecosystemen, ecosysteemdiensten en natuur, kustlandschappen en eilanden;
(e)   bescherming, behoud, herstel en beheer van kustecosystemen, beschermde delta's en wetlands, ecosysteemdiensten alsook natuur, kustlandschappen en eilanden;
Amendement 55
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 8 – lid 2 – letter f
(f)  mildering van en aanpassing aan klimaatverandering.
(f)  mildering van en aanpassing aan klimaatverandering, in het bijzonder door het verhogen van de bestendigheid van de ecosystemen;
Amendement 56
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 1
1.  De lidstaten voorzien in inspraakregelingen voor alle belanghebbende partijen in een vroeg stadium van de ontwikkeling van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën.
De lidstaten voorzien in inspraakregelingen door de relevante belanghebbenden en autoriteiten en het betrokken publiek in een vroeg stadium van de ontwikkeling van maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën te informeren en te raadplegen. De lidstaten zorgen er ook voor dat deze belanghebbenden en autoriteiten en het betrokken publiek toegang hebben tot de resultaten zodra die zijn afgerond.
Amendement 57
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 2
2.  De publieksinspraak waarborgt dat de betrokken overheden en belanghebbenden en het betrokken publiek over de ontwerp-plannen en -strategieën worden geraadpleegd en dat zij toegang hebben tot de resultaten zodra die beschikbaar komen.
Schrappen
Amendement 58
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 3
3.  Bij het vaststellen van de regelingen inzake raadpleging van het publiek handelen de lidstaten in overeenstemming met de relevante bepalingen van andere EU-wetgeving.
Schrappen
Amendement 59
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 10 – lid 1
1.  De lidstaten organiseren de vergaring van de beste beschikbare gegevens en de uitwisseling van informatie die noodzakelijk zijn voor maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën.
1.  De lidstaten organiseren de vergaring en het gebruik van de beste beschikbare gegevens en de uitwisseling van informatie die noodzakelijk zijn voor maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en de tenuitvoerlegging van geïntegreerde kustbeheerstrategieën.
Amendement 60
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 10 – lid 3
3.   Bij het organiseren van de vergaring en uitwisseling van de in lid 1 bedoelde gegevens maken de lidstaten zo veel mogelijk gebruik van de in het kader van het geïntegreerd marien beleid ontwikkelde instrumenten.
3.   Bij het organiseren van de vergaring en uitwisseling van de in lid 1 bedoelde gegevens maken de lidstaten zo veel mogelijk gebruik van de in het kader van het geïntegreerd marien beleid ontwikkelde instrumenten en andere relevante Unie-beleidsmaatregelen, zoals die in Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire)27 bis.
_____________
27 bis PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1.
Amendement 61
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 11
Op maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën zijn de bepalingen van Richtlijn 2001/42/EG van toepassing.
Op maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën zijn de bepalingen van Richtlijn 2001/42/EG en van artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG, in voorkomend geval, van toepassing.
Amendement 62
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 12 – lid 1
1.   Elke lidstaat die grenst aan een kustgebied of maritiem gebied van een andere lidstaat, werkt samen om de coherentie en coördinatie van de maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën in het hele betrokken kustgebied dan wel de hele betrokken mariene regio en/of subregio te waarborgen. Bij die samenwerking wordt met name aandacht geschonken aan kwesties van transnationale aard, zoals grensoverschrijdende infrastructuur.
1.   Elke lidstaat die grenst aan een kustgebied of maritiem gebied van een andere lidstaat, neemt alle noodzakelijke stappen om samen te werken om de coherentie en coördinatie van de maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën in het hele betrokken kustgebied dan wel de hele betrokken mariene regio en/of subregio te waarborgen. Bij die samenwerking wordt met name aandacht geschonken aan kwesties van transnationale aard, zoals grensoverschrijdende infrastructuur, en een gemeenschappelijke visie beoogd voor elke bestaande en toekomstige strategie voor zeebekkens.
Amendement 63
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 12 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Teneinde samenwerking mogelijk te maken moeten de lidstaten, waar mogelijk, de tijdschema's van de nieuwe ruimtelijkeordeningsplannen of de herzieningscycli van bestaande plannen coördineren.
Amendement 64
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 12 – lid 2 – letter a
(a)  regionale institutionele samenwerkingsstructuren voor het betrokken kustgebied of de betrokken mariene regio of subregio, of
(a)  regionale zeeverdragen of andere regionale institutionele samenwerkingsstructuren voor het betrokken kustgebied of de betrokken mariene regio of subregio, of
Amendement 65
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 12 – lid 2 – letter b
(b)   een gespecialiseerd netwerk van bevoegde instanties van de lidstaten voor de betrokken mariene regio en/of subregio.
(b)   een netwerk van bevoegde instanties van de lidstaten voor het betrokken kustgebied, de betrokken mariene regio en/of de betrokken subregio, of
Amendement 66
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 12 – lid 2 – letter b bis (nieuw)
(b bis)  elke andere benadering die aan de vereisten van lid 1 voldoet;
Amendement 67
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 13
Lidstaten die grenzen aan een kustgebied of maritiem gebied van een derde land, stellen alles in het werk om hun maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën in de betrokken mariene regio of subregio en het bijbehorende kustgebied met dat derde land te coördineren.
In overeenstemming met het internationale zeerecht en de internationale maritieme wetten en verdragen plegen lidstaten die grenzen aan een kustgebied of maritiem gebied van een derde land overleg met dat land en stellen zij alles in het werk om samen te werken en hun maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën in de betrokken mariene regio of subregio en het bijbehorende kustgebied met dat derde land te coördineren.
Amendement 87
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 14
1.   Elke lidstaat wijst voor elk betrokken kustgebied en voor elke betrokken mariene regio of subregio de instantie of instanties aan die bevoegd is of zijn voor de uitvoering van deze richtlijn, met inbegrip van het verzorgen van de samenwerking met andere lidstaten als omschreven in artikel 12 en de samenwerking met derde landen als omschreven in artikel 13.
1.   Elke lidstaat wijst voor elk betrokken kustgebied en voor elke betrokken mariene regio de instantie of instanties aan die verantwoordelijk is of zijn voor de uitvoering van deze richtlijn, met inbegrip van het verzorgen van de samenwerking met andere lidstaten als omschreven in artikel 12 en de samenwerking met derde landen als omschreven in artikel 13.
2.   De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van de bevoegde instanties alsmede de in bijlage I vermelde gegevens.
2.   De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van de verantwoordelijke instanties alsmede de in bijlage I vermelde gegevens.
3.   Tezelfdertijd doen de lidstaten de Commissie een lijst toekomen van hun instanties die bevoegd zijn in de internationale organisaties waarin zij participeren en die voor de uitvoering van deze richtlijn relevant zijn.
3.   Tezelfdertijd doen de lidstaten de Commissie een lijst toekomen van hun instanties die bevoegd zijn in de internationale organisaties waarin zij participeren en die voor de uitvoering van deze richtlijn relevant zijn.
4.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen in de overeenkomstig lid 1 verstrekte informatie binnen zes maanden nadat die wijzigingen van kracht zijn geworden.
4.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen in de overeenkomstig lid 1 verstrekte informatie binnen zes maanden nadat die wijzigingen van kracht zijn geworden.
4 bis.  Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel kan elke lidstaat zijn verantwoordelijke autoriteiten aanwijzen met inachtneming van de verschillende institutionele niveaus en bestuurslagen.
Amendement 68
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 15 – lid 2
2.  Dat verslag bevat ten minste informatie over de uitvoering van de artikelen 6 tot en met 13.
2.  Dat verslag bevat ten minste informatie over de uitvoering van de artikelen 6 tot en met 13. Waar mogelijk worden inhoud en vorm van het verslag in overeenstemming gebracht met de betreffende bepalingen van Richtlijn 2008/56/EG.
Amendement 69
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 15 – lid 3
3.   De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een voortgangsverslag in waarin de bij de uitvoering van deze richtlijn geboekte vooruitgang wordt geschetst.
3.   De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad uiterlijk een jaar na de termijn voor de vaststelling van de maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën, een voortgangsverslag in waarin de bij de uitvoering van deze richtlijn geboekte vooruitgang wordt geschetst.
Amendement 70
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – inleidende formule
1.  De Commissie kan uitvoeringshandelingen aannemen tot vaststelling van bepalingen inzake:
1.  Onverminderd de voorschriften met betrekking tot materiële onderdelen van plannen en strategieën, kan de Commissie uitvoeringshandelingen aannemen tot vaststelling van bepalingen inzake:
Amendement 71
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – letter a
(a)   operationele specificaties voor het beheer van de in artikel 10 bedoelde gegevens, mits die niet bij andere EU-wetgeving zoals Richtlijn 2007/2/EG of Richtlijn 2008/56/EG zijn vastgesteld, met betrekking tot:
(a)   procesgerelateerde specificaties voor het beheer van de in artikel 10 bedoelde gegevens, mits die niet bij andere EU-rechtshandelingen, zoals Richtlijn 2007/2/EG of Richtlijn 2008/56/EG, zijn vastgesteld, met betrekking tot:
Amendement 72
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – letter a – streepje 1
–  de uitwisseling van gegevens en interfacing met bestaande processen voor gegevensbeheer en -vergaring; en
–  de doeltreffende uitwisseling van gegevens en interfacing met bestaande systemen voor gegevensbeheer en -vergaring; and
Amendement 73
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – letter b – inleidende formule
(b)   de logistieke stappen bij de vaststelling van en rapportage over maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën, met betrekking tot:
(b)   de procesgerelateerde stappen die bijdragen aan de vaststelling van en rapportage over maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën, met betrekking tot:
Amendement 74
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – letter b – streepje 3
–  de vormen van grensoverschrijdende samenwerking;
–  de meest doeltreffende vormen van grensoverschrijdende samenwerking;
Amendement 75
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – letter b – streepje 4
–  publieksraadpleging.
Schrappen
Amendement 76
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 17 – lid 2
2.  Wanneer naar lid 1 wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Amendement 77
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 18 – lid 2
2.  Wanneer de lidstaten de in lid 1 bedoelde bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.  Wanneer de lidstaten na inwerkingtreding van deze richtlijn de in lid 1 bedoelde bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Amendement 78
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 18 – lid 4
4.  De in artikel 4, lid 1, bedoelde maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën worden vastgesteld binnen een termijn van 36 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze richtlijn.
4.  De in artikel 4, lid 1, bedoelde maritieme ruimtelijkeordeningsplannen en geïntegreerde kustbeheerstrategieën worden vastgesteld binnen een termijn van 48 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze richtlijn.
Amendement 79
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 18 – lid 5
5.  De in artikel 15, lid 1, bedoelde verslagen worden overgelegd binnen 42 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze richtlijn, en vervolgens om de zes jaar.
5.  De in artikel 15, lid 1, bedoelde verslagen worden overgelegd binnen 54 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze richtlijn, en vervolgens om de zes jaar.
Amendement 80
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 18 – lid 6
6.  Het in artikel 15, lid 3, bedoelde voortgangsverslag wordt overgelegd binnen zes maanden vanaf de in lid 5 bedoelde datum, en vervolgens om de zes jaar.
6.  Het in artikel 15, lid 3, bedoelde voortgangsverslag wordt overgelegd binnen zes maanden vanaf de in lid 5 bedoelde datum, en vervolgens om de vier jaar.
Amendement 81
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 18 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis.  De in deze richtlijn vervatte omzettingsverplichtingen zijn niet van toepassing op lidstaten die niet aan zee grenzen.

(1) De zaak werd dan terugverwezen naar de Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0379/2013).

Juridische mededeling - Privacybeleid