home-
home-
-
escsdadeetelenfritlv
lthumtnlplptskslfisv
- -
menu
up one level
previous
next
full text
search
-

Door het Parlement aangenomen teksten

Donderdag 3 mei 2001Definitieve uitgave

Bescherming van de euro tegen valsemunterij *

  Voorstel
  Resolutie

A5-0120/2001

Initiatief van de regering van de Franse Republiek met het oog op de aanneming door de Raad van een besluit inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (5551/2001 - C5-0054/2001 - 2001/0804(CNS) )

Dit initiatief wordt als volgt gewijzigd:

Door de regering van de Franse Republiek voorgestelde tekst(1) Amendementen van het Parlement


Amendement 1
Overweging 2

  (2)

De bij voorgaande instrumenten ingestelde middelen ter bescherming van de euro moeten worden aangevuld en versterkt met bepalingen die inzake de bestrijding van eurovalsemunterij voorzien in nauwe samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Europese Centrale Bank, de nationale centrale banken, Europol en Eurojust,

 
  (2)

De bij voorgaande instrumenten ingestelde middelen ter bescherming van de euro moeten worden aangevuld en versterkt met bepalingen die inzake de bestrijding van eurovalsemunterij voorzien in nauwe samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Europese Centrale Bank, de nationale centrale banken, Europol en het voorlopig justitieel samenwerkingsteam en daarna Eurojust, wanneer het besluit tot instelling daarvan is aangenomen ,


Amendement 2
Overweging 2 bis (nieuw)

 

(2 bis.) Verwezen zij ook naar de mededeling van de Commissie van 22 juli 19981 aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank over bescherming van de euro - bestrijding van valsemunterij.

__________

1 COM(1998) 474 .


Amendement 3
Overweging 2 ter (nieuw)

 

(2 ter.) Verwezen zij tevens naar de resolutie van het Europees Parlement van 17 november 19981 over voornoemde mededeling van de Commissie van 22 juli 1998.

__________

1 PB C 379 van 7.12.1998, blz. 39.


Amendement 4
Overweging 2 quater (nieuw)

 

(2 quater.) Verwezen zij voorts naar de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 7 juli 1998 betreffende de vaststelling van bepaalde maatregelen ter vergroting van de rechtsbescherming van eurobankbiljetten en -munten1 .

__________

1 PB C 11 van 15.1.1999, blz. 13.


Amendement 5
Overweging 2 quinquies (nieuw)

 

(2 quinquies.) Tevens moet rekening worden gehouden met de bepalingen van het Verdrag van Genève met name waar het de bij dat verdrag ingestelde centrale diensten betreft1 .

__________

1 Internationaal Verdrag ter bestrijding van de valsemunterij, ondertekend te Genève op 20.4.1929, Volkenbond, Recueil des Traités nr. 2623(1931), blz. 372.


Amendement 6
Overweging 2 sexies (nieuw)

 

(2 sexies.) Ook moet rekening worden gehouden met de resolutie van de Raad van 28 mei 1999 tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bescherming tegen valsemunterij met het oog op het in omloop brengen van de euro, en inzonderheid met punt C van die resolutie, waarin de lidstaten en de Commissie worden verzocht na te gaan of het nodig is de bestaande maatregelen te versterken, teneinde met steun van de Europese Centrale Bank en Europol op doeltreffende wijze samen te werken bij de bestrijding van vervalsingsdelicten betreffende de euro1 .

__________

1 PB C 171 van 18.6.1999, blz. 1.


Amendement 7
Overweging 2 septies (nieuw)

 

(2 septies.) Tevens moet rekening worden gehouden met Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro, dat effectieve en adequate strafrechtelijke bescherming biedt via harmonisatie van de opgelegde boetes en andere straffen1 .

______

1 PB L 140 van 14.6.2000, blz. 1.


Amendement 8
Overweging 2 octies (nieuw)

 

(2 octies.) Tevens moet rekening worden gehouden met de Overeenkomst van 26 juli 1995 op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese politiedienst (Europol-overeenkomst), en inzonderheid met artikel 28, lid 1, punt 23 daarvan1 .

__________

1 PB C 316 van 27.11.1995, blz. 2.


Amendement 9
Overweging 2 nonies (nieuw)

 

(2 nonies.) Daarnaast moet rekening worden gehouden met het besluit van de Raad van 29 april 1999 waarbij het mandaat van Europol wordt uitgebreid tot de bestrijding van valsemunterij en de vervalsing van betaalmiddelen1 .

__________

1 PB C 149 van 28.5.1999, blz. 16.


Amendement 10
Overweging 2 decies (nieuw)

 

(2 decies.) Voorts moet rekening worden gehouden met de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999, inzonderheid met de aanbevelingen 43, 44, 45 en 46.


Amendement 11
Overweging 2 undecies (nieuw)

 

(2 undecies.) Daarnaast zij ook verwezen naar de conclusies van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, inzonderheid naar aanbeveling 32.


Amendement 12
Artikel 1, streepje 2

  -

"eurovalsemunterij”: de handelingen als omschreven in de artikelen 3 tot en met 5 van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro;

 
  -

delicten die verband houden met "eurovalsemunterij”: de handelingen als omschreven in de artikelen 3 tot en met 5 van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro;


Amendement 13
Artikel 1, streepje 3

  -

"bevoegde autoriteiten”: de autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen met het oog op de centralisering van informatie, inzonderheid de nationale centrale bureaus, met het oog op de vaststelling van eurovalsemunterij, en met het oog op de vervolging en bestraffing daarvan;

 
  -

"bevoegde autoriteiten”: de autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen met het oog op de centralisering van informatie, inzonderheid de nationale centrale bureaus waaraan wordt gerefereerd in artikel 12 van het Verdrag van Genève , met het oog op de vaststelling van eurovalsemunterij, en met het oog op de vervolging en bestraffing daarvan;


Amendement 14
Artikel 1, streepje 4

  -

"technische en statistische gegevens”: de gegevens als omschreven in artikel 2 van verordening (EG) nr. …/2001;

 
  -

"technische en statistische gegevens”: de gegevens als omschreven in artikel 2 van verordening (EG) nr. …/2001 van de Raad van ... tot vaststelling van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij ;


Amendement 15
Artikel 2, letter a)

  a)

het nodige onderzoek naar mogelijk valse bankbiljetten wordt verricht door het Nationaal Analysecentrum (NAC) dat is ingesteld bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. …/2001;

 
  a)

het nodige onderzoek naar mogelijk valse bankbiljetten wordt verricht door het Nationaal Analysecentrum (NAC) dat is ingesteld bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. …/2001 van ... tot vaststelling van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij ;


Amendement 16
Artikel 2, letter b)

  b)

het nodige onderzoek naar mogelijk valse muntstukken wordt verricht door het nationaal centrum voor de analyse van muntstukken (NCAM) dat is ingesteld bij artikel 5, lid 1, van verordening (EG) nr. …/2001.

 
  b)

het nodige onderzoek naar mogelijk valse muntstukken wordt verricht door het nationaal centrum voor de analyse van muntstukken (NCAM) dat is ingesteld bij artikel 5, lid 1, van verordening (EG) nr. …/2001 van ... tot vaststelling van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij .


Amendement 17
Artikel 4, lid 3

  3.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten wisselen met het voorlopig justitieel samenwerkingsteam en daarna met Eurojust, wanneer het besluit tot instelling hiervan is aangenomen, alle relevante gegevens betreffende strafrechtelijke onderzoeken uit teneinde de vaststelling van de feiten te vergemakkelijken en een doeltreffend optreden tegen namaak van de euro te verzekeren. Europol en Eurojust verlenen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de nodige technische bijstand om de coördinatie van ingestelde onderzoeken en de samenwerking tussen de bevoegde opsporings- en vervolgingsinstanties van de lidstaten te vergemakkelijken.

 
  3.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten wisselen met het voorlopig justitieel samenwerkingsteam en daarna met Eurojust, wanneer het besluit tot instelling hiervan is aangenomen, alle relevante gegevens betreffende strafrechtelijke onderzoeken uit teneinde de vaststelling van de feiten te vergemakkelijken en een doeltreffend optreden tegen namaak van de euro te verzekeren. Europol en het voorlopig justitieel samenwerkingsteam, en daarna Eurojust verlenen, zodra het besluit tot oprichting daarvan is goedgekeurd, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de nodige technische bijstand om de coördinatie van ingestelde onderzoeken en de samenwerking tussen de bevoegde opsporings- en vervolgingsinstanties van de lidstaten te vergemakkelijken.


Amendement 18
Artikel 5

Elke lidstaat aanvaardt het beginsel van herhaling onder de voorwaarden van zijn nationale wetgeving en erkent onder dezelfde voorwaarden dat definitieve veroordelingen in een andere lidstaat wegens een van de delicten genoemd in de artikelen 3 tot en met 5 van Kaderbesluit 2000/383/JBZ, dan wel wegens een van de in artikel 3 van het Verdrag van Genève genoemde delicten, ongeacht de valuta waarop de valsemunterij betrekking heeft, bepalend zijn voor herhaling.

 

Elke lidstaat aanvaardt het beginsel van herhaling onder de voorwaarden van zijn nationale wetgeving en erkent onder dezelfde voorwaarden dat definitieve veroordelingen in een andere lidstaat wegens een van de delicten genoemd in de artikelen 3 tot en met 5 van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000, dan wel wegens een van de in artikel 3 van het Verdrag van Genève genoemde delicten, ongeacht de valuta waarop de valsemunterij betrekking heeft, bepalend zijn voor herhaling.


top of page

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de regering van de Franse Republiek met het oog op de aanneming door de Raad van een besluit inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (5551/2001 - C5-0054/2001 - 2001/0804(CNS) )

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

-  gezien het initiatief van de regering van de Franse Republiek met het oog op de aanneming door de Raad van een besluit inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (5551/2001(2) ),

-  gelet op artikel 34, lid 2, letter c) van het EU-Verdrag,

-  geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0054/2001 ),

-  gelet op de artikelen 106 en 67 van zijn Reglement,

-  gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0120/2001 ),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het aldus gewijzigde initiatief van de regering van de Franse Republiek;

2.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de regering van de Franse Republiek;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie en aan de regering van de Franse Republiek.


(1)

PB C 75 van 7.3.2001, blz. 1.

(2)

PB C 75 van 7.3.2001, blz. 1.


top of page