Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/0196(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0257/2008

Ingediende teksten :

A6-0257/2008

Debatten :

PV 08/07/2008 - 12
CRE 08/07/2008 - 12

Stemmingen :

PV 09/07/2008 - 5.10
CRE 09/07/2008 - 5.10
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0347

Door het Parlement aangenomen teksten
Woensdag 9 juli 2008 - Straatsburg Voorlopige uitgave
Interne markt voor aardgas ***I
P6_TA-PROV(2008)0347A6-0257/2008

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 9 juli 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (COM(2007)0529 – C6-0317/2007 – 2007/0196(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement ,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0529),

–   gelet op artikel 251, lid 2, artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0317/2007),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0257/2008),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 3
(3)  Momenteel kan het recht om aardgas te verkopen in een andere lidstaat onder gelijke voorwaarden en zonder discriminatie of achterstelling echter niet worden gewaarborgd voor elke onderneming in de Gemeenschap . Met name bestaat een niet-discriminerende netwerktoegang en een gelijk effectief niveau van regelgevend toezicht nog niet in elke lidstaat aangezien het huidige wetgevingskader niet volstaat.
(3)  Momenteel kan het recht om aardgas te verkopen in een andere lidstaat onder gelijke voorwaarden en zonder discriminatie of achterstelling echter niet worden gewaarborgd voor alle ondernemingen in alle lidstaten . Met name bestaat een niet-discriminerende netwerktoegang en een gelijk effectief niveau van regelgevend toezicht nog niet in elke lidstaat aangezien het wetgevingskader niet volstaat.
Amendement 2
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 5
(5)  Zonder een effectieve scheiding van netwerken van productie- en leveringsactiviteiten blijft het inherente risico van discriminatie bestaan, niet alleen bij de exploitatie van de netwerken, maar ook wat de stimulansen voor verticaal geïntegreerde bedrijven betreft om op toereikende wijze in hun netwerken te investeren.
(5)  Zonder een effectieve scheiding van netwerken van productie- en leveringsactiviteiten blijft er een risico van discriminatie bestaan, niet alleen bij de exploitatie van de netwerken, maar ook wat de stimulansen voor verticaal geïntegreerde bedrijven betreft om op toereikende wijze in hun netwerken te investeren.
Amendement 3
Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluitOverweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  De lidstaten dienen op regionaal niveau samenwerking te bevorderen en het netwerk op dat niveau op doeltreffendheid te controleren. Verschillende lidstaten hebben reeds een voorstel voor de verwezenlijking van dit doel ingediend.
Amendement 4
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 6
(6)  De momenteel geldende juridische en functionele ontvlechtingsregels hebben niet geleid tot een effectieve ontvlechting van de transmissiesysteembeheerders. Op zijn vergadering van 8 en 9 maart 2007 in Brussel heeft de Europese Raad de Commissie verzocht om wetgevingsvoorstellen uit te werken voor een daadwerkelijke scheiding tussen leverings- en productiediensten, enerzijds, en de netwerkexploitatie, anderzijds.
(6)  De momenteel geldende juridische en functionele ontvlechtingsregels hebben nog niet geleid tot een effectieve ontvlechting van de transmissiesysteembeheerders in elke lidstaat, hetgeen ten dele te wijten is aan de onvolledige uitvoering van de bestaande Gemeenschapswetgeving . Op zijn vergadering van 8 en 9 maart 2007 in Brussel heeft de Europese Raad de Commissie verzocht om wetgevingsvoorstellen uit te werken voor een daadwerkelijke scheiding tussen leverings- en productiediensten, enerzijds, en de netwerkexploitatie, anderzijds.
Amendement 5
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 7 bis (nieuw)
(7 bis)  Eventuele systemen voor ontkoppeling moeten doeltreffend zijn bij het wegnemen van eventuele belangenconflicten tussen producenten en transmissiesysteembeheerders, ten einde prikkels te creëren voor de nodige investeringen en de toegang van nieuwkomers op de markt in het kader van een transparant, efficiënt regelgevingsregime te waarborgen, en zij mogen voor nationale regelgevingsinstanties geen lastig of bezwaarlijk stelsel van regelgeving opleveren dat moeilijk of kostbaar zou zijn in de tenuitvoerlegging.
Amendement 6
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 7 ter (nieuw)
(7 ter)  Gas wordt voornamelijk en in toenemende mate uit derde landen in de Europese Unie ingevoerd. In Gemeenschapswetgeving moet rekening worden gehouden met de specifieke integratie van de gassector in de wereldmarkt, met inbegrip van de verschillen in de stroomopwaartse en stroomafwaartse markten.
Amendement 7
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 8
(8)  Aangezien ontvlechting van de eigendom in sommige gevallen een herstructurering van de bedrijven vergt, moeten de lidstaten extra tijd krijgen om de relevante bepalingen toe te passen. Gezien de verticale kruisverbanden tussen de elektriciteits- en de gassector gelden de ontvlechtingsbepalingen bovendien voor beide sectoren samen.
(8)  Aangezien ontvlechting van de eigendom in sommige gevallen een herstructurering van de bedrijven vergt, moeten de lidstaten die besluiten tot ontvlechting van de eigendom over te gaan, extra tijd krijgen om de relevante bepalingen toe te passen. Gezien de verticale kruisverbanden tussen de elektriciteits- en de gassector gelden de ontvlechtingsbepalingen bovendien voor beide sectoren samen.
Amendement 8
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 8 bis (nieuw)
(8 bis)  De lidstaten kunnen desgewenst de bepalingen van deze richtlijn inzake de effectieve en efficiënte scheiding van transmissiesystemen en transmissiesysteembeheerders toepassen. Deze scheiding is effectief voorzover zij de onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerders helpt waarborgen en zij is efficiënt voor zover zij voor een beter aangepast regelgevingskader zorgt dat waarborgen biedt voor eerlijke concurrentie, voldoende investeringen, toegang voor nieuwkomers op de markt en de integratie van de aardgasmarkten. Een dergelijke scheiding berust op een pijler met organisatorische maatregelen en maatregelen inzake het bestuur van transmissiesysteembeheerders en op een pijler met maatregelen op het gebied van investeringen, de aansluiting van nieuwe productiecapaciteiten op het net en marktintegratie door middel van regionale samenwerking. Zij sluit aan bij de voorwaarden die de Europese Raad op 8 en 9 maart 2007 in Brussel gesteld heeft.
Amendement 9
Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluitOverweging 8 ter (nieuw)
(8 ter)  De lidstaten dienen regionale samenwerking te bevorderen en de mogelijkheid te krijgen een regionale coördinator aan te wijzen die is belast met de bevordering van de dialoog tussen bevoegde nationale autoriteiten. Bovendien dienen te zijner tijd op doeltreffende wijze nieuwe energiecentrales op het netwerk te worden aangesloten.
Amendement 10
Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluitOverweging 8 quater (nieuw)
(8 quater) Teneinde de correcte tenuitvoerlegging van deze richtlijn te waarborgen dient de Commissie de lidstaten te ondersteunen die hierbij met problemen te kampen hebben.
Amendementen 116 en 137
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 8 quinquies (nieuw)
8 bis.  De doelstelling van een geïntegreerd Europees energienetwerk is van fundamenteel belang is voor een zekere energievoorziening en een goed functionerende interne gasmarkt. Daarom moet de Commissie in overleg met de belanghebbenden (met name de transmissiesysteembeheerders en het Agentschap) onderzoeken of het haalbaar is één enkele Europese transmissiesysteembeheerder te creëren en de kosten en voordelen ervan analyseren met betrekking tot de marktintegratie en de efficiënte en zekere werking van het transmissienetwerk.
Amendement 11
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 10
(10)  De aanwijzing van systeembeheerders die onafhankelijk zijn van productie- en leveringsbelangen, maakt het voor verticaal geïntegreerde bedrijven mogelijk om hun eigendom van netwerkactiva te handhaven en tegelijkertijd een effectieve scheiding van de belangen te bewerkstelligen op voorwaarde dat de onafhankelijke systeembeheerder alle functies van een netwerkbeheerder vervult en er is voorzien in gedetailleerde regelgevings- en toezichtsmechanismen.
(10)  De aanwijzing van systeembeheerders die onafhankelijk zijn van productie- en leveringsbelangen, maakt het voor verticaal geïntegreerde bedrijven mogelijk om hun eigendom van netwerkactiva te handhaven en tegelijkertijd een effectieve scheiding van de belangen te bewerkstelligen op voorwaarde dat de onafhankelijke systeembeheerder alle functies van een netwerkbeheerder vervult of een efficiënte en effectieve ontvlechting tot stand wordt gebracht en er is voorzien in gedetailleerde regelgevings- en toezichtsmechanismen.
Amendement 12
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 11
(11)  Wanneer een onderneming die eigenaar is van een transmissiesysteem deel uitmaakt van een verticaal geïntegreerd bedrijf, moeten de lidstaten daarom de keuze krijgen tussen, hetzij ontvlechting van de eigendom, hetzij, als afwijking, het aanwijzen van systeembeheerders die onafhankelijk zijn van productie- en leveringsbelangen . De volledige doeltreffendheid van de oplossing van een onafhankelijke systeembeheerder moet worden gewaarborgd met behulp van specifieke aanvullende regels. Teneinde de belangen van de aandeelhouders van verticaal geïntegreerde bedrijven te vrijwaren, moeten de lidstaten de keuze hebben ontvlechting van de eigendom in te voeren, hetzij via directe desinvestering, hetzij via splitsing van de aandelen van het geïntegreerde bedrijf in aandelen in het netwerkbedrijf en aandelen in de resterende productie- en leveringsactiviteiten, mits wordt voldaan aan de eisen ten gevolge van ontvlechting van de eigendom
(11)  Wanneer een onderneming die eigenaar is van een transmissiesysteem deel uitmaakt van een verticaal geïntegreerd bedrijf, moeten de lidstaten daarom de keuze krijgen uit drie mogelijkheden: ontvlechting van de eigendom, aanwijzing van een onafhankelijke systeembeheerder of doeltreffende en efficiënte ontvlechting.
Amendement 13
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)  Om de concurrentie op de interne markt voor gas te versterken, moeten niet-huishoudelijke klanten hun leveranciers kunnen kiezen en gasleveringscontracten met diverse leveranciers kunnen afsluiten. Deze consumenten dienen te worden beschermd tegen exclusiviteitsclausules die tot gevolg hebben dat concurrerende en/of aanvullende aanbiedingen uitgesloten worden.
Amendement 14
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 12
(12)  Bij de tenuitvoerlegging van daadwerkelijke ontvlechting moet het beginsel van niet-discriminatie tussen de openbare en de particuliere sector in acht worden genomen. Daartoe mag eenzelfde persoon niet over de mogelijkheid beschikken om enige invloed uit te oefenen, alleen dan wel gezamenlijk, op de samenstelling, stemming of besluitvorming in de organen van zowel de transmissiesysteembeheerders als de gasleveranciers. Mits de lidstaten in kwestie kunnen aantonen dat aan deze eis is voldaan, kunnen twee afzonderlijke overheidsinstanties zeggenschap hebben over enerzijds productie- en leveringsactiviteiten en anderzijds transportactiviteiten.
(12)  Bij de tenuitvoerlegging van daadwerkelijke ontvlechting moet het beginsel van niet-discriminatie tussen de openbare en de particuliere sector in acht worden genomen. Daartoe mag eenzelfde persoon niet over de mogelijkheid beschikken om enige invloed uit te oefenen, alleen dan wel gezamenlijk, op de samenstelling, stemming of besluitvorming in de organen van zowel de transmissiesysteembeheerders als de gasleveranciers.
Amendement 15
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 13
(13)  Een volledige scheiding van netwerk- en leveringsactiviteiten moet gelden in het geheel van de Gemeenschap, zodat wordt voorkomen dat ongeacht welke netwerkbeheerder in de Gemeenschap of daarmee gelieerde ondernemingen productie- of leveringsactiviteiten heeft in een lidstaat . Dit moet gelden voor zowel EU- als niet- EU-ondernemingen. Om te waarborgen dat netwerk- en leveringsactiviteiten in het geheel van de Europese Unie gescheiden worden gehouden, moeten de regelgevende instanties de bevoegdheid krijgen de certificatie te weigeren van transmissiesysteembeheerders die niet in overeenstemming zijn met de ontvlechtingsregels. Om een samenhangende toepassing in het geheel van de Gemeenschap en de naleving van de internationale verplichtingen van de Gemeenschap te waarborgen, moet de Commissie het recht krijgen de door de regelgevende instanties genomen certificeringsbesluiten te herzien.
Een scheiding van netwerk- en leveringsactiviteiten moet gelden in het geheel van de Gemeenschap. Dit moet gelden voor zowel EU-ondernemingen als ondernemingen uit derde landen . Om te waarborgen dat netwerk- en leveringsactiviteiten in het geheel van de Europese Unie gescheiden worden gehouden, moeten de regelgevende instanties de bevoegdheid krijgen de certificatie te weigeren van transmissiesysteembeheerders die niet in overeenstemming zijn met de ontvlechtingsregels. Om een samenhangende toepassing in het geheel van de Gemeenschap en de naleving van de internationale verplichtingen van de Gemeenschap te waarborgen, moet het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers (het Agentschap) het recht krijgen de door de regelgevende instanties genomen certificeringsbesluiten te herzien.
Amendement 16
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 14
(14)  Het veilig stellen van de energievoorziening is een essentieel element voor de openbare veiligheid en is daarom inherent verbonden met de efficiënte functionering van de gasmarkt in de EU. Gas kan de EU-burgers slechts bereiken via netwerken. Functionerende gasmarkten en met name de netwerken en andere activa die met de levering van gas verbonden zijn, zijn essentieel voor de openbare veiligheid, het concurrentievermogen van de economie en het welzijn van de burgers van de Gemeenschap . Onverlet haar internationale verplichtingen is de Gemeenschap van oordeel dat de sector van het gastransmissiesysteem van groot belang is voor de Gemeenschap en dat dus extra vrijwaringsmaatregelen vereist zijn met betrekking tot de invloed van derde landen teneinde alle bedreigingen voor de openbare orde in de Gemeenschap en het welzijn van haar burgers te voorkomen. Dergelijke maatregelen zijn ook noodzakelijk, met name om de naleving van de regels met het oog op effectieve ontvlechting te waarborgen.
(14)  Het veilig stellen van de energievoorziening is een essentieel element voor de openbare veiligheid en is daarom inherent verbonden met de efficiënte functionering van de gasmarkt in de EU en met de integratie van de geïsoleerde markten van de lidstaten . Gas kan de EU-burgers slechts bereiken via netwerken. Functionerende open gasmarkten met daadwerkelijke handelsmogelijkheden en met name de netwerken en andere activa die met de levering van gas verbonden zijn, zijn essentieel voor de openbare veiligheid, het concurrentievermogen van de economie en het welzijn van burgers van de Unie . Onverlet haar internationale verplichtingen is de Gemeenschap van oordeel dat de sector van het gastransmissiesysteem van groot belang is voor de Gemeenschap en dat dus extra vrijwaringsmaatregelen vereist zijn met betrekking tot de invloed van derde landen teneinde alle bedreigingen voor de openbare orde in de Gemeenschap en het welzijn van haar burgers te voorkomen. Dergelijke maatregelen zijn ook noodzakelijk, met name om de naleving van de regels met het oog op effectieve ontvlechting te waarborgen.
Amendement 17
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 16 bis (nieuw)
(16 bis)  De lidstaten dienen concrete maatregelen te nemen ter ondersteuning van een breder gebruik van biogas en uit biomassa verkregen gas, aan de producenten waarvan niet-discriminerend toegang tot het gasnet moet worden verleend, mits die toegang permanent in overeenstemming is met de relevante technische voorschriften en veiligheidsnormen.
Amendement 18
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 18
(18)  Om de interne markt goed te laten functioneren, moeten de regelgevende instanties op energiegebied besluiten kunnen nemen over alle relevante regelgevingskwesties en moeten zij volledig onafhankelijk zijn van alle andere publieke of particuliere belangen.
(18)  Om de interne markt goed te laten functioneren, moeten de regelgevende instanties op energiegebied besluiten kunnen nemen over alle relevante regelgevingskwesties en moeten zij volledig onafhankelijk zijn van alle andere belangen van publieke of particuliere bedrijven .
Amendement 19
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 19
(19)  De regelgevende instanties op energiegebied moeten de bevoegdheid krijgen om bindende besluiten vast te stellen voor gasbedrijven en effectieve, passende en afschrikwekkende sancties op te leggen aan gasbedrijven die hun verplichtingen niet nakomen. Zij moeten ook de bevoegdheid krijgen om besluiten te nemen, ongeacht de toepassing van de mededingingsregels, over passende maatregelen ter bevordering van een daadwerkelijke mededinging die noodzakelijk is voor een goede werking van de interne markt, alsmede over maatregelen om een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening te waarborgen, met inachtneming van marktopenstelling en bescherming van de kwetsbare consument, alsook om te waarborgen dat de maatregelen ter bescherming van de consument volledig ten uitvoer worden geleg d. Deze bepalingen laten de bevoegdheden van de Commissie op het gebied van de toepassing van de mededingingsregels, inclusief het onderzoek naar fusies met een communautaire dimensie, en de regels betreffende de interne markt, zoals het vrije verkeer van kapitaal, onverlet.
(19)  De regelgevende instanties op energiegebied moeten de bevoegdheid krijgen om bindende besluiten vast te stellen voor netbeheerders en effectieve, passende en afschrikwekkende sancties op te leggen aan netbeheerders die hun verplichtingen niet nakomen. Zij moeten ook de bevoegdheid krijgen om besluiten te nemen, ongeacht de toepassing van de mededingingsregels, over passende maatregelen inzake de toegang tot netten met het oog op een daadwerkelijke mededinging die noodzakelijk is voor een goede werking van de interne markt, alsmede over maatregelen om een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening te waarborgen, met inachtneming van marktopenstelling en bescherming van de kwetsbare consument, alsook om te waarborgen dat de maatregelen ter bescherming van de consument volledige werking hebben . Deze bepalingen laten de bevoegdheden van de Commissie op het gebied van de toepassing van de mededingingsregels, inclusief het onderzoek naar fusies met een communautaire dimensie, en de regels betreffende de interne markt, zoals het vrije verkeer van kapitaal, onverlet.
Amendement 20
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 19 bis (nieuw)
(19 bis)  De regelgevende autoriteiten op energiegebied en voor de financiële markten moeten samenwerken om elkaar in staat te stellen de respectieve markten te overzien. Zij moeten gemachtigd zijn relevante informatie van de aardgasbedrijven te verkrijgen op basis van passend en toereikend onderzoek, geschillen te beslechten, en doeltreffende sancties op te leggen.
Amendement 21
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 21 bis (nieuw)
(21 bis)  De structurele rigiditeit van de gasmarkt die voortvloeit uit de concentratie van leveranciers, de langetermijncontracten aan de basis van de leveranties en het gebrek aan liquiditeit stroomafwaarts leiden tot een niet-doorzichtige tariefstructuur. Om de kostenstructuur duidelijker te maken, is meer transparantie nodig in de prijsvorming en derhalve dient een handelsverplichting bindend te worden.
Amendement 22
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 22
(22)  Voordat de Commissie richtsnoeren aanneemt waarin voorts de eisen met betrekking tot het bijhouden van gegevens worden omschreven, moeten het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers en het Comité van Europese effectenregelgevers (CESR) gezamenlijk de kwestie bestuderen en de Commissie van advies dienen over de inhoud van die richtsnoeren. Het Agentschap en het Comité moeten ook samenwerken om verder onderzoek te verrichten en advies te verlenen over de vraag of transacties in gasleveringscontracten en aardgasderivaten vóór en/of na de transactie moeten worden onderworpen aan transparantie-eisen en, wanneer dat het geval is, wat dan de inhoud van die eisen moet zijn.
Schrappen
Amendement 23
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 23 bis (nieuw)
(23 bis)  De openbaredienstverplichtingen en de gemeenschappelijke minimumnormen die daaruit voortvloeien, moeten verder worden versterkt om te waarborgen dat gasdiensten toegankelijk zijn voor het publiek en voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) .
Amendement 24
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 23 ter (nieuw)
(23 ter)  De lidstaten moeten zorgen voor de installatie van individuele slimme meters, zoals bedoeld in Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten 1 , teneinde de consumenten nauwkeurige informatie te geven over hun energieverbruik en te zorgen voor eindgebruikersefficiëntie.
_____________
PB L 114 van 27.4.2006, blz. 64.
Amendement 25
Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluitOverweging 23 quater (nieuw)
(23 quater) De consumenten moeten in deze richtlijn centraal staan. Bestaande rechten van consumenten moeten worden versterkt en gewaarborgd, en dienen meer transparantie en behartiging van belangen te omvatten. Consumentenbescherming houdt in dat alle afnemers moeten profiteren van een concurrerende markt. De rechten van consumenten dienen door nationale regelgevende instanties te worden gehandhaafd door het creëren van prikkels voor en het opleggen van sancties aan ondernemingen die niet voldoen aan de regelgeving op het gebied van consumentenbescherming en mededinging.
Amendement 131
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluit Overweging 23 quinquies (nieuw)
(23 quinquies) De afnemers van elektriciteit moeten kunnen beschikken over duidelijke en begrijpelijke informatie over hun rechten ten aanzien van de energiesector. In vervolg op haar mededeling 'Naar een Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument' van 5 juli 2007 moet de Commissie na raadpleging van relevante belanghebbenden, waaronder de nationale regelgevende instanties, consumentenorganisaties en de sociale partners, een toegankelijk en gebruiksvriendelijk handvest voorleggen met een opsomming van de rechten die de energieconsument reeds heeft in de bestaande Gemeenschapswetgeving, waaronder deze richtlijn. Energieleveranciers moeten ervoor zorgen dat alle consumenten een exemplaar van dat handvest ontvangen en dat het beschikbaar is voor het publiek.
Amendement 26
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 24
(24)  Teneinde bij te dragen tot de continuïteit van de energievoorziening en een geest van solidariteit tussen de lidstaten te handhaven, met name in gevallen van onderbreking van de energievoorziening, is het belangrijk te voorzien in een kader voor regionale solidariteit en samenwerking .
(24)  Teneinde bij te dragen tot de continuïteit van de energievoorziening en een geest van solidariteit te handhaven, moeten de lidstaten, met name in gevallen van onderbreking van de energievoorziening, nauw samenwerken. Richtlijn 2004/67/EG van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening 1 moet hiervoor als basis dienen.
_________
1 PB L 127 van 29.4.2004, blz. 92.
Amendement 27
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 25
(25)  Met het oog op de totstandbrenging van een interne markt voor aardgas moeten de lidstaten de integratie van hun nationale markten en de samenwerking van de netwerkbeheerders op Europees en regionaal niveau bevorderen.
(25)  Met het oog op de totstandbrenging van een interne markt voor aardgas moeten de lidstaten de integratie van hun nationale markten en de samenwerking van de netwerkbeheerders op Europees en regionaal niveau bevorderen. Initiatieven gericht op regionale integratie zijn een essentiële tussenstap bij de totstandbrenging van de integratie van de energiemarkten van de Gemeenschap, hetgeen het einddoel blijft. Het regionale niveau draagt bij aan een versnelling van het integratieproces door de betrokken actoren, met name de lidstaten, de nationale regelgevende instanties en de transmisssiesysteembeheerders, in de gelegenheid te stellen met betrekking tot specifieke kwesties samen te werken.
Amendement 28
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 25 bis (nieuw)
(25 bis)  De ontwikkeling van een echt voor de hele gemeenschap bestemd leidingnet dient een van de voornaamste doelstellingen van deze richtlijn te zijn en regelgevingsvraagstukken met betrekking tot grensoverschrijdende koppelingen en regionale markten moeten daarom onder de verantwoordelijkheid van het Agentschap vallen.
Amendement 29
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitOverweging 27 bis (nieuw)
(27 bis)  De lidstaten dienen met de betrokken sociale partners de gevolgen van wijziging van Richtlijn 2003/55/EG, met name de verschillende modellen om de onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerders te waarborgen, voor de werkgelegenheid, de arbeidsvoorwaarden en de informatie-, consultatie- en medezeggenschapsrechten van de werknemers te bestuderen, teneinde de negatieve consequenties te beperken.
Amendement 30
Voorstel voor een richtlijn - wijzigingsbesluitOverweging 32
(32)  Wat Richtlijn 2003/55/EG betreft, moet met name aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om de richtsnoeren vast te stellen die vereist zijn voor het bewerkstelligen van de minimale harmonisatie om de doelstelling van deze richtlijn te kunnen bereiken. Aangezien dergelijke maatregelen van algemene aard zijn en ontworpen zijn om niet-essentiële elementen van Richtlijn 2003/55/EG aan te vullen met nieuwe niet-essentiële elementen, moeten zij worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.
Schrappen
Amendement 31
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt -1 (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 1 – lid 2
(-1) Artikel 1, lid 2 komt als volgt te luiden:
"2. De bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften voor aardgas, waartoe ook vloeibaar aardgas (LNG) behoort, zijn tevens op niet-discriminerende wijze van toepassing op biogas en uit biomassa verkregen gas, voorzover het technisch mogelijk en veilig is dergelijke gassen te injecteren in en te transporteren via het aardgassysteem."
Amendement 32
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter -a (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 3
(-a) punt 3 wordt vervangen door:
"3. "transmissie": het transport van aardgas door een net dat vooral bestaat uit hogedrukpijpleidingen, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet of van het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt , met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;"
Amendement 33
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter -a bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 9
(-a bis) punt 9 wordt vervangen door:
"9. "opslaginstallatie": installatie die wordt gebruikt voor de opslag van aardgas en eigendom is van en/of geëxploiteerd wordt door een aardgasbedrijf, met inbegrip van het gedeelte van LNG-installaties dat voor opslag gebruikt wordt, maar met uitzondering van het gedeelte dat uitsluitend in gebruik is voor productiedoeleinden en met uitzondering van installaties die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitoefening van hun functies;"
Amendement 34
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter -a ter (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 14
(-a ter) punt 14 wordt vervangen door:
"14. "ondersteunende diensten": diensten die nodig zijn voor de toegang tot en de exploitatie van transmissie- en/of distributienetten en/of LNG-installaties en/of opslaginstallaties, met inbegrip van het opvangen van fluctuaties in systeembelasting , menging en de injectie van inerte gassen , maar uitgezonderd installaties die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitoefening van hun functies;"
Amendement 35
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter -a quater (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 17
(-a quater) punt 17 wordt vervangen door:
"17. "interconnector": gaspijpleiding over lange afstand die een grens tussen lidstaten overschrijdt of overspant met hoofdzakelijk als bedoeling de nationale transmissiesystemen van die lidstaten onderling te koppelen;"
Amendement 36
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter bArtikel 2 – punt 36 – lid 1 bis (nieuw)
Ter wille van de duidelijkheid : het langetermijntransportcontract van een bedrijf met belangen in leverings- of productieactiviteiten houdt op zich geen zeggenschap over een transmissiesysteem in.
Amendement 37
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter b bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 36 bis (nieuw)
(b bis) het volgende punt wordt toegevoegd:
"36 bis. "geïsoleerde markt": een lidstaat die niet over een interconnectie met de nationale transmissiesystemen van andere lidstaten beschikt en/of waarvan de gasvoorziening wordt gecontroleerd door een persoon of personen uit een derde land;"
Amendement 38
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter b ter (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 36 bis (nieuw)
(b ter) het volgende punt wordt toegevoegd:
"36 ter. "project van Europees belang": een gasinfrastructuurproject dat ertoe leidt dat de Gemeenschap kan beschikken over gas uit nieuwe bronnen, en dat in meer dan één lidstaat resulteert in een sterkere diversifiëring van de huidige gasleveringen;"
Amendement 39
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter b quater (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 36 quater (nieuw)
(b quater) het volgende punt wordt toegevoegd:
36 quater. "eerlijke en niet scheefgetrokken concurrentie op een open markt": gemeenschappelijke kansen en gelijke toegang voor alle aanbieders in de Europese Unie, waarvoor de lidstaten de Nationale Regelgevende Instanties en het Agentschap verantwoordelijk zullen zijn;"
Amendement 40
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter b quinquies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 36 quinquies (nieuw)
(b quinquies) het volgende punt wordt toegevoegd:
"36 quinquies. "energiearmoede": het feit dat de leden van een huishouden het zich niet kan permitteren hun woning tot een aanvaardbare temperatuur te verwarmen, uitgaande van de door de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen niveaus;"
Amendement 41
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter b sexies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 2 – punt 36 sexies (nieuw)
(b sexies) het volgende punt wordt toegevoegd:
"36 sexies. "betaalbare prijs": een prijs die door de lidstaten op nationaal niveau in overleg met de nationale regelgevende instanties, de sociale partners en relevante belanghebbenden wordt vastgesteld, met inachtneming van de definitie van energiearmoede in punt 36 quinquies;"
Amendement 123
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 – letter b septies (nieuw)Richtlijn 2003/55/ECArtikel 2 – punt 36 septies (nieuw)
(b septies) het volgende punt wordt toegevoegd:
'Industrielocatie': een geografisch gebied in particulier bezit voorzien van een aardgasnet dat wordt beheerd door een bedrijf en dat is aangesloten op het transmissie of distributienetwerk:
(a) dat voornamelijk levert aan de industriële activiteiten van de netwerkexploitant of van gekoppelde ondernemingen, of
(b) dat levert aan een beperkt aantal industriële afnemers of cliënten die verbonden zijn met de industriële activiteiten op de industrielocatie;"
Amendement 43
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 2
(1 bis)  Artikel 3, lid 2 komt als volgt te luiden:
"2. Met volledige inachtneming van de toepasselijke bepalingen van het Verdrag, met name artikel 86, mogen de lidstaten in het algemeen economisch belang aan bedrijven die in de gassector actief zijn verplichtingen inzake openbare dienstverlening opleggen, die betrekking kunnen hebben op de zekerheid, met inbegrip van voorzienings- en leveringszekerheid, regelmaat en kwaliteit [...], en milieubescherming, waaronder energie-efficiëntie en klimaatbescherming. [...]"
Amendement 132
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 ter (nieuw) Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 3
(1 bis)  Artikel 3, lid 3, wordt vervangen door:
"3. De lidstaten nemen passende maatregelen om eindafnemers en (...) te beschermen en voorzien met name in adequate waarborgen voor de bescherming van kwetsbare afnemers, met inbegrip van een verbod op het afsluiten van gepensioneerden en gehandicapten in de winter . In dit verband erkennen de lidstaten energiearmoede en geven zij definities van kwetsbare afnemers. De lidstaten zorgen ervoor dat de rechten en verplichtingen ten aanzien van kwetsbare afnemers worden toegepast en nemen met name maatregelen om eindafnemers in afgelegen gebieden te beschermen. Zij waarborgen een hoog niveau van consumentenbescherming, met name met betrekking tot de transparantie van contractvoorwaarden, algemene informatie en mechanismen voor geschillenbeslechting. De lidstaten zorgen ervoor dat een in aanmerking komende afnemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft gemakkelijk op een nieuwe leverancier over te stappen. Wat ten minste de huishoudelijke afnemers betreft, omvatten deze maatregelen de in bijlage A beschreven maatregelen."
Amendement 45
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 quater (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 3 bis (nieuw)
(1 quater) In artikel 3 wordt onderstaand lid ingelast:
" 3 bis . De lidstaten nemen passende maatregelen om energiearmoede in het kader van nationale actieplannen aan te pakken om te waarborgen dat het aantal mensen dat gebruik gebukt gaat onder energiearmoede in reële cijfers daalt, en delen dergelijke maatregelen mee aan de Commissie. Iedere lidstaat is overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel verantwoordelijk voor de definitie van energiearmoede op nationaal niveau, in overleg met regelgevende instanties en belanghebbenden overeenkomstig artikel 2 (36 quinquies). Deze maatregelen kunnen voordelen in de stelsels van sociale zekerheid omvatten, steun aan verbeteringen van het doelmatige energiegebruik en energieproductie tegen de laagst mogelijke prijzen, en zij belemmeren de openstelling van de markt als uiteengezet in artikel 23 niet. De Commissie verschaft richtsnoeren voor controle van de gevolgen van dergelijke maatregelen voor de energiearmoede en het functioneren van de markt."
Amendement 46
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 quinquies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 3 ter (nieuw)
(1 quinquies) In artikel 3 wordt het volgende lid ingelast:
"3 ter. De lidstaten zorgen ervoor dat alle afnemers het recht hebben door een leverancier - mits deze toestemt - te worden beleverd, ongeacht de lidstaat waar de leverancier is geregistreerd of anderszins erkend. In dit verband nemen de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen om tre waarborgen dat ondernemingen die in een ander land als leveranciers zijn geregistreerd, aan hun burgers kunnen leveren, zonder aan verdere voorwaarden te moeten voldoen."
Amendement 47
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 sexies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 4
(1 sexies) In artikel 3 wordt lid 4 vervangen door de onderstaande tekst:
" 4. De lidstaten nemen passende maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen inzake sociale en economische samenhang, met het oog op verlaging van de kosten van aan huishoudens met een laag inkomen geleverd gas en het voor de afnemers in afgelegen gebieden waarborgen van dezelfde voorwaarden, alsook de doelen van milieubescherming [...] . Deze maatregelen omvatten maatregelen inzake doelmatig energiegebruik/beheersmaatregelen aan vraagzijde en middelen ter bestrijding van klimaatverandering en de voorzieningszekerheid , en eventueel in het bijzonder toereikende economische stimulansen omvatten, zo nodig met gebruikmaking van alle bestaande nationale en communautaire instrumenten, voor onderhoud en aanleg van de noodzakelijke netinfrastructuur, inclusief koppelingscapaciteit. "
Amendement 48
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 septies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 4 bis (nieuw)
(1 septies) In artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd:
"4 bis. Om efficiënt energiegebruik te bevorderen machtigen de nationale regelgevende instanties de aardgasbedrijven tot het invoeren van prijsformules die stijgen naarmate het verbruik toeneemt, en die ervoor zorgen dat afnemers en exploitanten van distributiestelsels in systeemoperaties actief deelnemen door de invoering te steunen van maatregelen om het gebruik te optimaliseren, met name in de piekuren. Door deze prijsformules worden, in combinatie met de invoering van slimme meters en koppelnetten, het doelmatig energiegebruik en de laagst mogelijke kosten voor huishoudelijke afnemers bevorderd, met name huishoudelijke afnemers die gebukt gaan onder energiearmoede. "
Amendement 133
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 ter (nieuw) Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 4 undecies (nieuw)
(1 octies) In artikel 3 worden de volgende punten ingevoegd:
"4 ter. Elke lidstaat voorziet in één enkel contactpunt waar de consumenten alle nodige informatie kunnen krijgen over hun rechten, de vigerende wetgeving en de verhaalmogelijkheden in geval van een geschil."
Amendement 49
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 1 nonies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 5 bis (nieuw)
(1 nonies) In artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd:
"5 bis. De uitvoering van deze richtlijn mag geen negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de arbeidsvoorwaarden en de informatie-, consultatie- en medezeggenschapsrechten van de betrokken werknemers. De lidstaten raadplegen de betrokken sociale partners over de uitvoering van eventuele wijzigingen in deze richtlijn, om dergelijke negatieve gevolgen voor de betrokken werknemers te beperken. De Commissie brengt aan de comités voor de sociale dialoog in de gas- en de elektriciteitssector verslag uit over het overleg en de genomen maatregelen."
Amendement 50
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 2Richtlijn 2003/55/EGArtikel 3 – lid 7
(2)  In artikel 3 wordt het volgende lid 7 toegevoegd:
Schrappen
"7. De Commissie kan richtsnoeren vaststellen voor de tenuitvoerlegging van dit artikel. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3."
Amendement 51
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 2 bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 4 – lid 2
(2 bis)  Artikel 4, lid 2, wordt vervangen door:
"2. Lidstaten met een toestemmingsregeling leggen objectieve en niet-discriminerende criteria vast waaraan moet worden voldaan door een bedrijf dat een aanvraag voor de bouw en/of exploitatie van aardgasinstallaties of een aanvraag voor het leveren van aardgas indient. De lidstaten hebben in geen geval het recht de toestemming te binden aan criteria die de bevoegde autoriteiten discretionaire bevoegdheden verlenen. De niet-discriminerende criteria en procedures voor het verlenen van toestemming worden gepubliceerd. De lidstaten dragen er zorg voor dat in de vergunningsprocedures voor installaties, pijpleidingen en aanverwante uitrusting rekening wordt gehouden met het belang van het project voor de interne energiemarkt."
Amendement 52
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 3Richtlijn 2003/55/ECArtikel 5 bis – lid 1
1.  Teneinde een veilige voorziening van de interne markt voor aardgas te waarborgen, werken de lidstaten samen om de regionale en bilaterale solidariteit te bevorderen.
1.  Teneinde een veilige voorziening van de interne markt voor aardgas te waarborgen, werken de lidstaten samen om de regionale en bilaterale solidariteit te bevorderen, zonder de marktdeelnemers onevenredig te belasten .
Amendement 53
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 3Richtlijn 2003/55/ECArtikel 5 bis – lid 3
3.  De Europese Commissie wordt geïnformeerd over deze samenwerking.
3.  De Europese Commissie, de andere lidstaten en de marktdeelnemers worden geïnformeerd over deze samenwerking.
Amendement 54
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 3Richtlijn 2003/55/EGArtikel 5 bis – lid 4
4.  De Commissie kan richtsnoeren voor regionale solidariteit en samenwerking aannemen. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 55
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 3Richtlijn 2003/55/EGArtikel 5 ter
De lidstaten werken onderling samen met het doel hun nationale markten, ten minste op regionaal niveau , te integreren. Met name moedigen de lidstaten de samenwerking van netwerkbeheerders op regionaal niveau aan en bevorderen zij de samenhang van hun wettelijk en regelgevingskader. Het geografische gebied waarop de regionale samenwerking betrekking heeft, moet overeenstemmen met de Commissiedefinitie van geografische gebieden overeenkomstig artikel 2 nonies, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1775/2005."
1.   De nationale regelgevende instanties werken onderling samen met het doel de marktstructuur te harmoniseren en hun nationale markten, ten minste op één of meer regionale niveaus , te integreren als eerste en tussentijdse stap op weg naar een volledig geliberaliseerde interne markt voor gas . Met name moedigen zij de samenwerking van netwerkbeheerders op regionaal niveau aan, en vergemakkelijken zij hun integratie op regionaal niveau meet het doel een mededingingskrachtige interne markt tot stand te brengen door de harmonisatie te vergemakkelijken van hun wettelijk, regelgevings- en technisch kader en vooral door de gaseilanden te integreren die in de Europese Unie nog steeds bestaan. De lidstaten bevorderen eveneens grensoverschrijdende en regionale samenwerking tussen nationale regelgevende instanties ."
2.  Het Agentschap werkt samen met de nationale regelgevende instanties en transportnetbeheerders, overeenkomstig de hoofdstukken III en IV, ter waarborging van de convergentie van regelgevingskaders tussen de regio's met het oog op de totstandbrenging van een concurrerende interne markt. Wanneer het bindende voorschriften voor een dergelijke samenwerking nodig acht, doet het aanbevelingen ter zake. Op regionale markten wordt het Agentschap geacht de bevoegde regelgevende instantie in de sectoren die worden opgesomd in artikel 24 quinquies te zijn."
Amendement 56
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/EGArtikel 7 – lid 1 – letter b – inleidende formule
(b) dezelfde persoon niet het recht heeft om
(b) dezelfde persoon niet het recht heeft om individueel of gezamenlijk
Amendement 57
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 1 – letter b – punt i
(i) direct of indirect zeggenschap uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert, en direct of indirect zeggenschap uit te oefenen of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een transmissiesysteembeheerder of over een transmissiesysteem ,
(i) direct of indirect zeggenschap uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert, en direct of indirect zeggenschap uit te oefenen of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een transmissiesysteembeheerder,
Amendement 58
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 1 – letter b – punt (ii)
(ii) direct of indirect zeggenschap uit te oefenen over een transmissiesysteembeheerder of over een transmissiesysteem, en direct of indirect zeggenschap uit te oefenen of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert;
(ii) direct of indirect zeggenschap uit te oefenen over een transmissiesysteembeheerder en direct of indirect zeggenschap uit te oefenen of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert;
Amendement 59
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 1 – letter c
(c) dezelfde persoon niet het recht heeft om leden aan te wijzen van de raad van toezicht, van de raad van bestuur of van organen die het bedrijf juridisch vertegenwoordigen, van een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem, en op directe of indirecte wijze zeggenschap uit te oefenen over of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert;
(c) dezelfde persoon niet het recht heeft om leden aan te wijzen van de raad van toezicht, van de raad van bestuur of van organen die het bedrijf juridisch vertegenwoordigen, van een transmissiesysteembeheerder en op directe of indirecte wijze zeggenschap uit te oefenen over of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een van de taken in de vorm van productie of levering uitvoert;
Amendement 60
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 1 – letter d bis (nieuw)
(d bis) dezelfde persoon niet het recht heeft om het transportnet door middel van een beheerscontract te beheren of op om het even welke andere manier als niet-eigenaar te beïnvloeden, noch op directe of indirecte wijze zeggenschap uit te oefenen over of een belang te hebben in of rechten uit te oefenen over een bedrijf dat een taak van productie of levering uitvoert.
Amendement 61
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.  De lidstaten houden toezicht op het proces van de ontvlechting van verticaal geïntegreerde bedrijven en doen de Commissie een voortgangsverslag toekomen.
Amendement 62
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 5
5.  De in lid 1, onder a), vervatte verplichting wordt geacht te zijn vervuld in een situatie waarin verschillende bedrijven die transmissiesystemen bezitten, een joint venture hebben opgericht die in verscheidene lidstaten optreedt als beheerder van de betrokken transmissiesystemen. Geen andere onderneming mag deel uitmaken van de joint venture, tenzij zij overeenkomstig artikel 9 bis is erkend als onafhankelijke systeembeheerder .
5.  De in lid 1, onder a), vervatte verplichting wordt geacht te zijn vervuld in een situatie waarin verschillende bedrijven die transmissiesystemen bezitten, een joint venture hebben opgericht die in verscheidene lidstaten optreedt als beheerder van de betrokken transmissiesystemen.
Amendement 63
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  Indien een in lid 1, letters b) tot en met d bis) bedoelde persoon de lidstaat of een ander overheidsorgaan is, worden twee afzonderlijke overheidsorganen die zeggenschap hebben over of wel een exploitant van een transmissiesysteem of wel een transmissiesysteem enerzijds en een onderneming die productie- of levernatietaken vervult anderzijds, geacht niet dezelfde persoon of personen te zijn.
Amendement 64
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 4Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis.  Indien het transmissiesysteem op de datum van inwerkingtreding van richtlijn ../../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas] eigendom is van een verticaal geïntegreerde onderneming, kunnen de lidstaten besluiten lid 1 niet toe te passen.
In dat geval
(a) benoemt de lidstaat overeenkomstig artikel 9 een onafhankelijke systeemexploitant, of
(b) leeft de lidstaat het bepaalde in Hoofdstuk IV bis na.
Het kan verticaal geïntegreerde ondernemingen die eigenaar zijn van een transmissiesysteem in geen geval onmogelijk worden gemaakt maatregelen te nemen om te voldoen aan hetgeen in lid 1 bepaald is.
Amendement 65
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 5Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 bis – lid 2
2.  Van lid 1 kan worden afgeweken wanneer met één of verscheidene derde landen een overeenkomst is gesloten waarbij de Gemeenschap partij is.
2.  Van lid 1 kan worden afgeweken wanneer met één of verscheidene derde landen een overeenkomst is gesloten die bedoeld is om een gemeenschappelijk kader voor investeringen in de energiesector in te stellen en de energiemarkt van een derde land ook voor binnen de Europese Unie gevestigde bedrijven open te stellen en waarbij de Gemeenschap partij is.
Amendement 66
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 5Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 ter – lid 13
13.  De Commissie stelt richtsnoeren vast met een nadere omschrijving van de procedure die moet worden gevolgd voor de toepassing van de leden 6 tot en met 9. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 67
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 5Richtlijn 2003/55/ECArtikel 7 ter – lid 13 bis (nieuw)
13 bis.  De procedures in dit artikel, in het bijzonder de beperkingen in lid 2, zijn niet van toepassing op upstreampijpleidingen die alleen bedoeld zijn om de netwerken van landen van herkomst van gasleveringen rechtstreeks te verbinden met een aankomstpunt op het grondgebied van de Gemeenschap, noch op de moderniseringen hiervan.
Amendement 68
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 6Richtlijn 2003/55/ECArtikel 8 – lid 1 – letter a
(a) beheert, onderhoudt en ontwikkelt onder economische voorwaarden veilige, betrouwbare en efficiënte transmissie-, opslag- en/of LNG-installaties en besteedt daarbij de nodige aandacht aan het milieu en bevordert energie-efficiëntie en onderzoek en ontwikkeling, met name met het oog op de marktpenetratie van hernieuwbare energiebronnen en de verspreiding van technologieën met lage koolstofinhoud.
(a) beheert, onderhoudt en ontwikkelt onder economische voorwaarden veilige, betrouwbare en efficiënte transmissie-, opslag- en/of LNG-installaties om te zorgen voor een open markt voor nieuwkomers en besteedt daarbij de nodige aandacht aan het milieu.
Amendement 118
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 6 bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/EG Artikel 8 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
(6 bis)  Aan artikel 8, lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:
"(b bis) dient voldoende verbindingscapaciteit tussen de verschillende transmissie-infrastructuren op te bouwen om te kunnen voldoen aan elke redelijke capaciteitsvraag, en dient de algehele efficiency van de markt te bevorderen en aan de normen met betrekking tot continuïteit van de gasvoorziening te voldoen."
Amendement 69
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 6 ter (nieuw)Richtlijn 2003/55/ECArtikel 8 – lid 3
(6 ter)  Artikel 8, lid 3 komt als volgt te luiden:
"3. De lidstaten kunnen via hun nationale regelgevende instanties verlangen dat transportnetbeheerders voldoen aan minimumeisen voor het onderhoud en de ontwikkeling van het transmissiesysteem, inclusief interconnectiecapaciteit. De nationale regelgevende instanties moeten ruimere bevoegdheden krijgen om voor consumentenbescherming binnen de Europese Unie te zorgen."
Amendement 120
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 6 quater (nieuw)Richtlijn 2003/55/EG Artikel 8 – lid 4 bis (nieuw)
(6 quater) Aan artikel 8 wordt het volgende lid toegevoegd:
"5 bis. Bij de verrichting van hun taken houden de transmissiesysteembeheerders rekening met de door het Europese Netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas vastgestelde codes."
Amendement 70
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 8Richtlijn 2003/55/ECArtikel 9
Artikel 9
Schrappen
Onafhankelijke systeembeheerders
1.  Wanneer het transmissiesysteem op het tijdstip van inwerkingtreding van deze richtlijn behoort tot een verticaal geïntegreerd bedrijf, kunnen de lidstaten een afwijking van artikel 7, lid 1, toestaan, mits een onafhankelijke systeembeheerder wordt aangewezen door de regelgevende instantie op voorstel van de eigenaar van het transmissiesysteem en na goedkeuring door de Commissie. Een verticaal geïntegreerd bedrijf dat een transmissiesysteem bezit mag in geen geval worden belet maatregelen te treffen om te voldoen aan het bepaalde in artikel 7, lid 1.
2.  De regelgevende instantie mag uitsluitend een onafhankelijke systeembeheerder aanwijzen en goedkeuren wanneer:
(a) de kandidaat-systeembeheerder heeft aangetoond te voldoen aan de eisen van artikel 7, lid 1, onder b) tot en met d);
(b) de kandidaat-systeembeheerder heeft aangetoond over de vereiste financiële, technische en personele middelen te beschikken om de in artikel 8 omschreven taken uit te voeren;
(c) de kandidaat-systeembeheerder zich ertoe heeft verbonden een door de regelgevende instantie voorgesteld, over tien jaar lopend netwerkontwikkelingsplan uit te voeren;
(d) de eigenaar van het transmissiesysteem zich in staat heeft getoond zijn verbintenissen overeenkomstig lid 6 na te komen. In dat verband stelt de eigenaar alle ontwerpen van contractuele regelingen ter beschikking van de kandidaat-systeembeheerder en van alle andere relevante entiteiten;
(e) de kandidaat-systeembeheerder zich in staat heeft getoond zijn verbintenissen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor toegang tot aardgastransmissienetten* na te komen, inclusief de samenwerking van transmissiesysteembeheerders op Europees en regionaal niveau.
3.  Ondernemingen die door de regelgevende instantie zijn gecertificeerd omdat zij voldoen aan de eisen van artikel 7 bis en artikel 9, lid 2, worden door de lidstaten goedgekeurd en aangewezen als onafhankelijke systeembeheerders. De certificatieprocedure van artikel 7 ter is van toepassing.
4.  Wanneer de Commissie een besluit heeft genomen overeenkomstig de procedure van artikel 7 ter en tot de conclusie komt dat de regelgevende instantie haar besluit niet binnen twee maanden naleeft, wijst zij binnen een periode van zes maanden, op voorstel van het Agentschap en na de opinie van de eigenaar van het transmissiesysteem en de transmissiesysteembeheerder te hebben ingewonnen, een onafhankelijke systeembeheerder aan voor een periode van 5 jaar. Op ieder tijdstip kan de eigenaar van het transmissiesysteem de regelgevende instantie verzoeken een nieuwe onafhankelijke systeembeheerder aan te wijzen overeenkomstig de procedure van artikel 9, lid 1.
5.  Iedere onafhankelijke systeembeheerder is verantwoordelijk voor het verlenen en beheren van toegang van derden tot het net, inclusief het innen van een toegangsheffing en congestielasten voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het transmissiesysteem, en moet ervoor zorgen dat door een afdoende investeringsplanning wordt gewaarborgd dat het systeem op langere termijn in staat is aan een redelijke vraag te voldoen. Wat de ontwikkeling van het netwerk betreft, is de onafhankelijke systeembeheerder verantwoordelijk voor de planning (met inbegrip van de vergunningsprocedure), de bouw en de bestelling van nieuwe infrastructuur. In die zin treedt de onafhankelijke systeembeheerder op als transmissiesysteembeheerder overeenkomstig dit hoofdstuk. De eigenaars van transmissiesystemen mogen niet bevoegd zijn voor het verlenen en beheren van toegang voor derden, noch voor de investeringsplanning.
6.  De transmissiesysteemeigenaar, ingeval een onafhankelijke systeembeheerder is aangewezen,
(a) zorgt voor alle relevante samenwerking met en ondersteuning van de onafhankelijke systeembeheerder voor de uitvoering van zijn taken, inclusief meer bepaald alle relevante informatie;
(b) financiert de door de onafhankelijke systeembeheerder geplande en door de regelgevende instantie goedgekeurde investeringen of stemt ermee in dat die investeringen door een betrokken partij, inclusief de onafhankelijke systeembeheerder, worden gefinancierd. De relevante financiële regelingen moeten worden goedgekeurd door de regelgevende instantie. Alvorens deze goedkeuring te geven, raadpleegt de regelgevende instantie de eigenaar van de activa samen met andere betrokken partijen;
(c) zorgt voor het dekken van de aansprakelijkheid met betrekking tot de netwerkactiva in zijn bezit die door de onafhankelijke systeembeheerder worden beheerd, met uitzondering van de aansprakelijkheid die verband houdt met de taken van de onafhankelijke systeembeheerder;
(d) levert waarborgen teneinde de financiering van netwerkuitbreidingen te vergemakkelijken, met uitzondering van die investeringen waarvoor hij er overeenkomstig punt b) mee heeft ingestemd dat zij door een betrokken partij, inclusief de onafhankelijke systeembeheerder, worden gefinancierd.
7.  In nauwe samenwerking met de regelgevende instantie, wordt aan de relevante nationale mededingingsautoriteit alle relevante bevoegdheden verleend om naleving door de transmissiesysteemeigenaar van zijn verplichtingen overeenkomstig lid 6 te monitoren.
Amendement 71
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 8Richtlijn 2003/55/ECArtikel 9 bis
Artikel 9 bis
Schrappen
Ontvlechting van transmissiesysteemeigenaar en opslagsysteembeheerder
1.  Wanneer een onafhankelijke systeembeheerder is aangewezen, zijn transmissiesysteemeigenaars en opslagsysteembeheerders die deel uitmaken van een verticaal geïntegreerd bedrijf onafhankelijk, althans wat hun rechtsvorm, organisatie en besluitvorming betreft, van andere, niet met transport en opslag samenhangende activiteiten. Dit artikel geldt uitsluitend voor opslaginstallaties die in technische en/of economische zin noodzakelijk zijn voor een efficiënte toegang voor de levering aan afnemers overeenkomstig artikel 19.
2.  Teneinde de in lid 1 bedoelde onafhankelijkheid van de transmissiesysteemeigenaar en de opslagsysteembeheerder te waarborgen, gelden de volgende minimumcriteria:
(a) de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de transmissiesysteemeigenaar en de opslagsysteembeheerder mogen niet deelnemen in bedrijfsstructuren van het geïntegreerde gasbedrijf die direct of indirect verantwoordelijk zijn voor het dagelijkse beheer van de productie, distributie en levering van aardgas;
(b) er moeten passende maatregelen worden genomen teneinde ervoor te zorgen dat op zodanige wijze rekening wordt gehouden met de professionele belangen van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de transmissiesysteemeigenaar en de opslagsysteembeheerder dat gewaarborgd is dat zij onafhankelijk kunnen functioneren;
(c) de opslagsysteembeheerder heeft effectieve beslissingsbevoegdheid, onafhankelijk van het geïntegreerde gasbedrijf, wat de activa betreft die noodzakelijk zijn voor de exploitatie, het onderhoud, en de ontwikkeling van de opslaginstallaties. Dit sluit het bestaan niet uit van een geschikt coördinatiemechanisme om te waarborgen dat de economische en managementstoezichtsrechten van het moederbedrijf ten opzichte van een dochteronderneming, wat het rendement betreft van de desbetreffende activa, indirect gereguleerd overeenkomstig Artikel 24 quater, lid 4, beschermd worden. Met name moet dit het voor moederbedrijf mogelijk maken het jaarlijkse financieringsplan van de opslagsysteembeheerder, of een gelijkwaardig instrument, goed te keuren en algemene maximumgrenzen op te leggen voor de schuldgraad van de dochteronderneming. Het moederbedrijf kan echter geen instructies geven voor het dagelijks beheer van de opslagfaciliteit, noch inzake specifieke besluiten betreffende de bouw of modernisering van opslaginstallaties die niet verder gaan dan het goedgekeurde financieringsplan, of een gelijkwaardig instrument;
(d) de transmissiesysteemeigenaar en de opslagsysteembeheerder moeten een conformiteitsprogramma vaststellen met maatregelen om te waarborgen dat discriminerend gedrag is uitgesloten en moet waarborgen dat de naleving daarvan op adequate wijze wordt gemonitord. In dit programma moeten de specifieke verplichtingen van de werknemers ter verwezenlijking van die doelstelling worden omschreven. De persoon of de instantie die belast is met de monitoring van het conformiteitsprogramma moet bij de regelgevende instantie jaarlijks een verslag indienen waarin de genomen maatregelen worden uiteengezet. Dit verslag moet worden gepubliceerd.
3.  De Commissie kan richtsnoeren uitwerken om een volledige en effectieve naleving door de transmissiesysteemeigenaar en de opslagsysteembeheerder van lid 2 van dit artikel te waarborgen. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Amendement 72
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9Richtlijn 2003/55/EGArtikel 10 – lid 2 bis (nieuw)
"2 bis. Bij de vaststelling van commercieel gevoelige informatie worden objectieve en transparante criteria gehanteerd."
Amendement 73
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9 bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 12 – lid 1
(9 bis)  Artikel 12, lid 1 komt als volgt te luiden:
"1. Elke distributiesysteembeheerder draagt de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het systeem op lange termijn blijft voldoen aan een redelijke vraag voor de distributie van aardgas, en beheert, onderhoudt en ontwikkelt op economische voorwaarden in zijn gebied een veilig, betrouwbaar en efficiënt distributiesysteem en besteedt daarbij de nodige aandacht aan het milieu en aan de bevordering van de energie-efficiëntie ."
Amendement 74
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9 ter (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 12 – lid 4
(9 ter)  Artikel 12, lid 4 komt als volgt te luiden:
"4. Elke distributiesysteembeheerder verstrekt aan gebruikers van het systeem de gegevens die zij nodig hebben voor doelmatige toegang tot en gebruik van het systeem.
Amendement 75
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9 quater (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 12 – lid 4 bis (nieuw)
(9 quater) Aan artikel 12 wordt onderstaand lid toegevoegd:
"4 bis. De distributiesysteembeheerder dient bij de desbetreffende regelgevende instantie binnen een jaar na inwerkingtreding van Richtlijn .../ .../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas ] een voorstel in waarin de vereiste informatie- en communicatiesystemen worden beschreven die ten uitvoer moeten worden gelegd voor het verstrekken van de in lid 4 bedoelde gegevens.
Dit voorstel vergemakkelijkt o.m. het gebruik van bidirectionele elektronische meters , die binnen tien jaar na inwerkingtreding van die richtlijn aan alle gebruikers ter beschikking moeten worden gesteld, de actieve deelname van eindgebruikers en verspreide producenten aan de exploitatie van systemen en de uitwisseling van real-time informatie tussen exploitanten van distributie- en transmissiesystemen met het oog op optimaal gebruik van alle beschikbare productie-, netwerk en vraagfaciliteiten.
Amendement 76
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9 quinquies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 12 – lid 4 ter (nieuw)
(9 quinquies) In artikel 12 wordt onderstaand lid ingevoegd:
"4 ter. Binnen twee jaar na inwerkingtreding van Richtlijn .../ .../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas ] keuren de nationale regelgevende instanties de in lid 4 bis genoemde voorstellen goed of verwerpen deze. De nationale regelgevende instanties zien toe op volledige interoperabiliteit van de ten uitvoer te leggen informatie- en communicatiesystemen. Te dien einde kunnen zij richtsnoeren doen uitgaan en verzoeken om wijziging van de in lid 4 bis bedoelde voorstellen."
Amendement 77
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9 sexies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGArtikel 12 – lid 4 quater (nieuw)
(9 sexies) In artikel 12 wordt onderstaand lid ingevoegd:
"4 quater. Voordat de exploitant van het distributiesysteem in kennis wordt gesteld van haar besluit inzake het in lid 4 bis bedoelde voorstel, stelt de nationale regelgevende instantie het Agentschap, of, indien dit nog niet fungeert, de Commissie daarvan op de hoogte. Het Agentschap of de Commissie zien erop toe dat de ten uitvoer te leggen informatie- en communicatiesystemen de ontwikkeling van de interne markt voor aardgas vergemakkelijken en geen nieuwe technische belemmeringen opwerpen.
Amendementen 78, 125/rev, 135/rev en 138/rev
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 9 septies (nieuw)Richtlijn 2003/55/EGHoofdstukken IV bis en IV ter (nieuw)
9 septies. De volgende hoofdstukken worden toegevoegd:
"HOOFDSTUK IV BIS
Onafhankelijke transmissiebeheerders
Artikel 12 bis
Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing wanneer een lidstaat besluit artikel 7, lid 1, niet toe te passen overeenkomstig artikel 7, lid 6 bis, en, mits de Commissie instemt, geen onafhankelijke systeembeheerder aanwijst overeenkomstig artikel 9.
Artikel 12 ter
Activa, uitrusting, personeel en identiteit
1.  Transmissiesysteembeheerders beschikken over alle menselijke, fysieke en financiële middelen die nodig zijn om hun uit deze richtlijn voortvloeiende verplichtingen na te komen en de reguliere werkzaamheden van transmissie van elektriciteit uit te voeren, mits:
a) de activa die nodig zijn voor de reguliere werkzaamheden van transmissie van elektriciteit, waaronder het transmissienetwerk, eigendom zijn van de transmissiesysteembeheerder;
b) het personeel dat nodig is voor de reguliere werkzaamheden van transmissie van elektriciteit, met inbegrip van de uitvoering van alle bedrijfstaken, in dienst is van de transmissiesysteembeheerder;
c) het verboden is personeel in te huren c.q. te verhuren en diensten te verrichten aan en vanuit andere onderdelen van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat productie- of leveringsactiviteiten verricht;
d) passende financiële hulpmiddelen voor toekomstige investeringsprojecten en/of de vervanging van bestaande activa tijdig beschikbaar worden gesteld;
e) transmissiesysteembeheerders niet dezelfde externe aannemers of adviseurs hebben als de verticaal geïntegreerde ondernemingen en zij geen informatietechnologiesystemen of uitrusting, gebouwen en toegangsbeveiligingssystemen mogen delen.
2.  De reguliere werkzaamheden van de transmissie van elektriciteit omvatten, naast de in artikel 8 genoemde, ten minste de volgende activiteiten:
a) vertegenwoordiging van de transmissiesysteembeheerder en contacten met derden en de regelgevende instanties;
b) vertegenwoordiging van de transmissiesysteembeheerder in het Europees Netwerk van transmissiesysteembeheerders;
c) toekennen en beheren van de toegang door derden;
d) inning van alle heffingen in verband met het transmissiesysteem met inbegrip van toegangstarieven, balanceringsheffingen voor ondersteunende diensten zoals gasbehandeling, aankoop van diensten (balanceringskosten, voor energieverliezen);
e) beheer, onderhoud en ontwikkeling van het transmissiesysteem;
f) het uitvoeren van investeringsplanning, zodat het systeem op lange termijn kan voorzien in een redelijke vraag en de leveringszekerheid kan waarborgen;
g)opzetten van joint ventures, onder meer met een of meer transmissiesysteembeheerders, gasbeurzen, om de totstandkoming van regionale markten te bevorderen of het liberaliseringsproces te versoepelen;
h) het verrichten van alle relevante bedrijfsdiensten, waaronder juridische diensten, boekhouding en IT-diensten.
3.  Transmissiesysteembeheerders hebben als rechtsvorm de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in de zin van artikel 1 van Richtlijn 68/151/EEG.
4.  De transmissiesysteembeheerder sticht, wat betreft de identiteit van het bedrijf, communicatie, merken en gebouwen, geen verwarring aangaande de afzonderlijke identiteit van het verticaal geïntegreerde bedrijf.
5.  De boekhouding van transmissiesysteembeheerders wordt gecontroleerd door ten minste één auditor die niet dezelfde is als de auditor die het verticaal geïntegreerde bedrijf of een deel ervan controleert.
Artikel 12 quater
Onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerder
1.  Onverminderd de bevoegdheden van de leden van het in artikel 12 sexies bedoelde controleorgaan die door het verticaal geïntegreerde bedrijf worden benoemd, heeft de transmissiesysteembeheerder, onafhankelijk van het verticaal geïntegreerde bedrijf, daadwerkelijk rechten in verband met de besluitvorming aangaande de activa die nodig zijn voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het netwerk. In het kader van het in artikel 12 sexies genoemde jaarlijkse financiële plan als goedgekeurd door het controleorgaan.
2.  Dochterondernemingen van het verticaal geïntegreerde bedrijf die functies van productie of levering verrichten, hebben geen directe of indirecte belangen in de transmissiesysteembeheerder. De transmissiesysteembeheerder heeft geen directe of indirecte belangen in een dochteronderneming van het verticaal geïntegreerd bedrijf die functies van productie of levering verricht, en ontvangt van die dochteronderneming geen dividenden of ander financieel voordeel, met uitzondering van de inkomsten uit het gebruik van het netwerk.
3.  De algehele beheersstructuur en de bedrijfsstatuten van de transmissiesysteembeheerder zorgen ervoor dat de transmissiesysteembeheerder daadwerkelijk onafhankelijk is, zoals bedoeld in dit hoofdstuk. Het verticaal geïntegreerd bedrijf bepaalt direct noch indirect het marktgedrag van de transmissiesysteembeheerder met betrekking tot de dagelijkse activiteiten van de transmissiesysteembeheerder en het beheer van het netwerk, of met betrekking tot activiteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van het in artikel 12 octies bedoelde 10-jarige investeringsplan.
4.  De commerciële en financiële betrekkingen tussen het verticaal geïntegreerd bedrijf en de transmissiesysteembeheerder, met inbegrip van leningen van de transmissiesysteembeheerder aan het verticaal geïntegreerd bedrijf, worden bepaald door de marktvoorwaarden. De transmissiesysteembeheerder houdt gedetailleerde gegevens bij van die commerciële en financiële betrekkingen en stelt die desgevraagd ter beschikking aan de nationale regelgevende instantie.
5.  De transmissiesysteembeheerder doet de nationale regelgevende instantie op haar verzoek alle commerciële en financiële overeenkomsten met het verticaal geïntegreerd bedrijf toekomen.
6.  De transmissiesysteembeheerder informeert de nationale regelgevende instantie op verzoek over de in artikel 12 ter, lid 1, punt d) bedoelde financiële middelen die beschikbaar zijn .
7.  Een onderneming die door de nationale regelgevende instantie gecertificeerd is als een bedrijf dat aan de voorschriften van dit hoofdstuk voldoet, wordt door de betrokken lidstaat goedgekeurd en aangewezen als transmissiesysteembeheerder. De certificeringsprocedure van artikel 7 ter is van toepassing.
8.  Doorzichtigheid is verplicht ter waarborging van niet-discriminatie, met name in verband met verwijzingen voor tarieven, diensten in verband met toegang van derden, toewijzing van capaciteit en evenwicht. Verticaal geïntegreerde ondernemingen moeten verplicht afzien van activiteiten die de transmissiesysteembeheerders hinderen bij het nakomen van deze verplichtingen.
Artikel 12 quinquies
Onafhankelijkheid van personeel en beheer van de transmissiesysteembeheerder
1.  Besluiten over benoeming en herbenoeming, arbeidsvoorwaarden zoals salariëring en beëindiging van de ambtstermijn van de bestuurders en/of de leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder worden genomen door het controleorgaan van de transmissiesysteembeheerder dat is benoemd overeenkomstig artikel 12 septies.
2.  De identiteit en de voorwaarden voor de duur en de beëindiging van de ambtstermijn van de personen die door het controleorgaan zijn aangewezen voor benoeming of herbenoeming als bestuurder en/of als lid van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder, en de redenen voor het voorgestelde besluit tot beëindiging van een ambtstermijn, worden aan de regelgevende instantie medegedeeld. Deze voorwaarden en de in lid 1 bedoelde besluiten zijn pas bindend als de regelgevende instantie binnen drie weken na de kennisgeving geen bezwaar heeft aangetekend. De nationale regelgevende instantie mag bezwaar aantekenen, als er ernstige twijfel bestaat ten aanzien van de professionele onafhankelijkheid van een kandidaat-bestuurder en/of lid van een bestuursorgaan, of in geval van een voortijdige beëindiging van zijn ambtstermijn, indien er gerede twijfel is aan de rechtvaardiging ervan.
3.  De bestuurders en/of leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder hebben in de vijf jaar voor hun benoeming, direct noch indirect een professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen gehad met een vestiging van het verticaal geïntegreerd bedrijf dat functies van productie of levering verricht of een onderdeel daarvan of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
4.  De bestuurders en/of de leden van de bestuursorganen en de werknemers van de transmissiesysteembeheerder hebben direct noch indirect een andere professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen met een onderdeel van het verticaal geïntegreerd bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
5.  De bestuurders en/of de leden van de bestuursorganen en de werknemers van de transmissiesysteembeheerder hebben direct noch indirect een belang bij of een ander financieel voordeel van een onderdeel van het verticaal geïntegreerd bedrijf, anders dan van de transmissiesysteembeheerder. Hun salariëring hangt niet af van andere activiteiten of resultaten van het verticaal geïntegreerd bedrijf dan die van de transmissiesysteembeheerder.
6.  Bij de nationale regelgevende instantie kunnen personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder daadwerkelijk in beroep gaan tegen een voortijdige beëindiging van hun ambtstermijn.
7.  Na de beëindiging van hun ambtstermijn binnen de transmissiesysteembeheerder hebben de bestuurders ervan en/of de leden van de bestuursorganen ervan gedurende ten minste vijf jaar geen professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen in enige vestiging van het verticaal geïntegreerd bedrijf dat functies van productie en levering verricht of bij de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
Artikel 12 sexies
Gevolmachtigde
1.  Door de regelgevende instantie wordt op voorstel en op kosten van de verticaal geïntegreerde onderneming een onafhankelijk gevolmachtigde benoemd. De gevolmachtigde handelt uitsluitend in het wettige belang van de verticaal geïntegreerde onderneming met het oog op behoud van de waarde van de activa van de transmissiesysteemexploitant, en beschermt tegelijkertijd de onafhankelijkheid van de exploitant van het transmissiesysteem van de verticaal geïntegreerde onderneming. In het kader van de uitoefening van zijn taken houdt de gevolmachtigde geen rekening met de belangen van de zakelijke productie- en leverantieactiviteiten van de verticaal geïntegreerde onderneming.
2.  De gevolmachtigde heeft gedurende een periode van vijf jaar voorafgaande aan zijn benoeming, geen al dan niet rechtstreekse beroepspositie of -verantwoordelijkheid, belang of zakelijke relatie in of met de verticaal geïntegreerde onderneming of enig deel daarvan, de aandeelhouders met zeggenschap, of ondernemingen die productie- of leverantietaken uitvoeren.
De voorwaarden van de taakomschrijving van de gevolmachtigde, o.m. de duur, voorwaarden voor beëindiging en de financiële voorwaarden, worden aan de natonale regelgevende instantie ter goedkeuring voorgelegd.
Tijdens zijn mandaat mag de gevolmachtigde al dan niet rechtstreeks geen professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen hebben in of met enig deel van het verticaal geïntegreerd bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
Na beëindiging van zijn mandaat mag de gevolmachtigde gedurende een periode van ten minste vijf jaar al dan niet rechtstreeks geen professionele positie of verantwoordelijkheid, belang of zakelijke betrekkingen hebben in of met enig deel van het verticaal geïntegreerd bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
3.  De gevolmachtigde is verantwoordelijk voor:
(a) benoeming, hernieuwde aanstelling en ontslag van de niet in artikel 12 septies, lid 2, letter a) bedoelde leden van het controleorgaan van de transmissiesysteemexploitant, en
(b)de waarneming van zijn stemrecht in het controleorgaan.
Artikel 12 septies
Controleorgaan
1.  De transmissiesysteembeheerder heeft een controleorgaan dat de besluiten neemt die van aanzienlijke invloed kunnen zijn op de waarde van de activa van de aandeelhouders binnen de transmissiesysteembeheerder, met name besluiten aangaande de goedkeuring van het jaarlijks financieringsplan, de schuldenlast van de transmissiesysteembeheerder en de aan de aandeelhouders uitgekeerde dividenden.
2.  Het controleorgaan bestaat uit:
a) leden die het verticaal geïntegreerd bedrijf vertegenwoordigen;
b) leden die derde aandeelhouders vertegenwoordigen;
c)leden die de transmissiesysteembeheerder vertegenwoordigen;
d) de gevolmachtigde; en
e) indien de desbetreffende wetgeving van de lidstaat zulks vereist, leden die andere belanghebbenden zoals werknemers van de transmissiesysteembeheerder vertegenwoordigen.
3.  De gevolmachtigde heeft het recht over besluiten die de waarde van de activa van de transmissiesysteembeheerder naar zijn mening aanzienlijk verminderen zijn veto uit te spreken. Bij de beoordeling van een besluit dat de waarde van de activa van de transmissiesysteembeheerder aanzienlijk kan verminderen zijn het financieel jaarprogramma en de schulden van de transmissiesysteembeheerder van bijzondere betekenis. Wanneer een dergelijk veto door twee derden van de leden van het controleorgaan ongedaan wordt gemaakt, is artikel 12 nonies, lid 7 van toepassing.
4.  Artikel 12 quinquies, leden 2 t/m 7 zijn van toepassing op de leden van het controleorgaan.
Artikel 12 septies
Nalevingsprogramma en nalevingsfunctionaris
1.  De lidstaten zorgen ervoor dat de transmissiesysteembeheerders een nalevingsprogramma opstellen en uitvoeren met maatregelen die waarborgen dat discriminerend gedrag uitgesloten is, en ervoor zorgen dat er adequaat toezicht wordt gehouden op de naleving van het programma. Dit programma bevat de specifieke verplichtingen van de werknemers ter verwezenlijking van die doelstelling. Het moet door de nationale regelgevende instantie worden goedgekeurd. Onverminderd de bevoegdheden van de nationale regelgevende autoriteit wordt het programma gecontroleerd door een onafhankelijke nalevingsfunctionaris.
2.  Het controleorgaan benoemt een nalevingsfunctionaris. De nalevingsfunctionaris kan een natuurlijke of een rechtspersoon zijn. De leden 2 tot en met 7 van artikel 12 quinquies zijn van toepassing op de nalevingsfunctionaris. De nationale regelgevende instantie kan bezwaar aantekenen tegen de benoeming van een nalevingsfunctionaris vanwege een gebrek aan onafhankelijkheid of een beroepsactiviteit.
3.  De nalevingsfunctionaris wordt belast met de volgende taken:
a) controle op de uitvoering van het nalevingsprogramma;
b) opstelling van een jaarverslag betreffende de genomen maatregelen tot uitvoering van het nalevingsprogramma en indiening van dit verslag bij de nationale regelgevende instantie;
c) verslaglegging aan het controleorgaan en aanbevelingen doen over het nalevingsprogramma en de uitvoering ervan; en tevens
d) verslag uitbrengen aan de nationale regelgevende instantie over de commerciële en financiële betrekkingen tussen het verticaal geïntegreerd bedrijf en de transmissiesysteembeheerder.
4.  De nalevingsfunctionaris legt de voorgestelde besluiten over het investeringsplan of de individuele investeringen in het netwerk voor aan de nationale regelgevende instantie, en wel uiterlijk op het moment dat het bestuur en/of het bevoegde bestuursorgaan van de transmissiesysteembeheerder deze voorlegt aan het controleorgaan.
5.  De nalevingsfunctionaris stelt de nationale regelgevende instantie op de hoogte wanneer het verticaal geïntegreerd bedrijf in een algemene vergadering of met een stemming door de leden van zijn controleorgaan de aanneming van een besluit heeft voorkomen met als gevolg dat investeringen in een netwerk voorkomen of uitgesteld worden .
6.  De voorwaarden betreffende het mandaat of de arbeidsvoorwaarden van de nalevingsfunctionaris worden goedgekeurd door de nationale regulerende instantie en waarborgen de onafhankelijkheid van de nalevingsfunctionaris.
7.  De nalevingsfunctionaris brengt regelmatig mondeling of schriftelijk verslag uit aan de nationale regelgevende instantie en heeft het recht om op gezette tijden mondeling of schriftelijk verslag uit te brengen aan het controleorgaan van de transmissiesysteembeheerder.
8.  De nalevingsfunctionaris mag alle vergaderingen van het bestuur of de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder, van het controleorgaan en de algemene vergadering bijwonen. De nalevingsfunctionaris woont alle vergaderingen bij waarin de volgende punten op de agenda staan:
a) voorwaarden voor toegang tot het netwerk als omschreven in Verordening (EG) nr. 1775/2005, met name wat betreft tarieven, toegangsdiensten aan derden, capaciteitstoewijzing, congestiebeheer, transparantie, balancering en secundaire markten;
b) projecten om het hoofdnet te exploiteren, te onderhouden en te ontwikkelen, inclusief investeringen in nieuwe transportverbindingen, in het vergroten van de capaciteit en in de optimalisering van de bestaande capaciteit; en tevens;
c) aankoop en verkoop van energie die nodig is voor de exploitatie van het transmissiesysteem.
9.  De nalevingsfunctionaris ziet erop toe dat de transmissiesysteembeheerder artikel 10 naleeft.
10.  De nalevingsfunctionaris heeft toegang tot alle relevante gegevens en de kantoren van de transmissiesysteembeheerder, en tot alle informatie die voor de uitvoering van zijn taken nodig is.
11.  Het controleorgaan kan de nalevingsfunctionaris ontslaan na voorafgaande kennisgeving aan de nationale regelgevende instantie.
12.  De verplichtingen van de transmissiesysteembeheerder en de verticaal geïntegreerde onderneming moeten, met name voor wat betreft commerciële en financiële overeenkomsten tussen transmissiesysteembeheerder en verticaal geïntegreerde onderneming uitsluitend worden gemeld aan de nationale regelgevende autoriteit zonder dat zij hoeven te worden goedgekeurd . De benoeming en arbeidsomstandigheden van bestuur en van de nalevingsfunctionaris worden aan de regelgevende instantie gemeld, zonder dat zij hoeven te worden goedgekeurd.
Artikel 12 nonies
Netwerkontwikkeling en bevoegdheden om investeringsbeslissingen te nemen
1.  De transmissiesysteembeheerder legt, na alle belanghebbenden geraadpleegd te hebben, de nationale regelgevende instantie ieder jaar een 10- jarig netwerkontwikkelingsplan voor dat gebaseerd is op het bestaande en te verwachten niveau van vraag en aanbod. Het plan bevat efficiënte maatregelen om de doelmatigheid van het systeem en de continuïteit van de energievoorziening te garanderen.
2.  Het 10-jarig ontwikkelingsplan voor het netwerk moet met name:
a) de marktdeelnemers meedelen wat de belangrijkste transmissie-infrastructuur is die de eerstvolgende tien jaar aangelegd of vernieuwd moet worden;
b) alle investeringen bevatten waartoe reeds besloten is en aangeven welke nieuwe investeringen de eerstkomende drie jaar gedaan moeten worden; en tevens;
c) een tijdschema voor alle investeringsprojecten bevatten.
3.  Bij de opstelling van het 10-jarig lopende netwerkontwikkelingsplan maakt de transmissiesysteembeheerder redelijke inschattingen aangaande de ontwikkeling van zijn productie, levering, verbruik en uitwisseling met andere landen, rekening houdend met de investeringsplannen voor regionale en EU-netwerken, en met investeringsplannen voor opslag en faciliteiten voor de hernieuwde vergassing van vloeibaar aardgas.
4.  De nationale regelgevende instantie raadpleegt op een open en transparante wijze alle daadwerkelijke en potentiële netwerkgebruikers over het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan. Personen of bedrijven die beweren potentiële gebruikers te zijn, kan worden verzocht die bewering te onderbouwen. Zij maakt het resultaat van de raadpleging bekend, met name de mogelijke behoeften aan investeringen.
5.  De nationale regelgevende instantie gaat na of het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan alle investeringsbehoeften bestrijkt die tijdens de raadpleging zijn opgetekend en of het overeenkomt met het in artikel 2 quater, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1775/2005 bedoelde 10-jarige netwerkontwikkelingsplan van de Gemeenschap. Als betwijfeld wordt of het overeenkomt met het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan van de Gemeenschap, raadpleegt de nationale regelgevende instantie het Agentschap. De nationale regelgevende instantie kan eisen dat de transmissiesysteembeheerder zijn plan wijzigt.
6.  De nationale regelgevende instantie houdt toezicht op en evalueert de uitvoering van het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan.
7.  Ingeval de transmissiesysteembeheerder om andere dan dwingende redenen buiten zijn macht een investering die volgens het 10-jarige netwerkontwikkelingsplan in de eerstvolgende drie jaar uitgevoerd had moeten worden, niet uitvoert, zorgen de lidstaten ervoor dat de nationale regelgevende instantie ten minste een van de volgende maatregelen neemt om te zorgen dat de investering in kwestie wordt gedaan:
a) eisen dat de transmissiesysteembeheerder de investering in kwestie uitvoert overeenkomstig het in artikel 12 septies genoemde jaarlijkse financiële plan; of
b) voor de investering in kwestie een aanbestedingsprocedure organiseert die openstaat voor alle investeerders.
Indien de nationale regelgevende instantie gebruik heeft gemaakt van haar in punt b) genoemde bevoegdheden, kan zij de transmissiesysteembeheerder verplichten in te stemmen met:
- financiering door een derde partij;
- bouw door een derde partij;
- aanleg van de respectieve nieuwe activa;
- exploitatie van de respectieve nieuwe activa.
De transmissiesysteembeheerder verstrekt de investeerders alle nodige gegevens om de investeringen te verrichten, sluit nieuwe activa aan op het transmissienetwerk en stelt algemeen gesproken alles in het werk om de uitvoering van het investeringsproject te vergemakkelijken.
De toepasselijke financieringsregelingen worden voorgelegd aan de nationale regelgevende instantie.
8.  Indien de nationale regelgevende instantie gebruik maakt van haar bevoegdheden uit hoofde van lid 7, dekken de van toepassing zijnde tariefregelingen de kosten van de betrokken investeringen.
Artikel 12 decies
Beslissingsbevoegdheid voor aansluiting van opslagvoorzieningen, LNG-verdampingsinstallaties en industriële verbruikers op het transmissienet
1.  Van de beheerders van transmissiesystemen wordt geëist dat zij duidelijke en doeltreffende procedures en tarieven voor niet discriminerende aansluiting van opslagvoorzieningen, LNG-verdampingsinstallaties en industriële verbruikers op het netwerk opstellen en publiceren. De procedures hebben de goedkeuring van de regelgevende instanties nodig.
2.  De beheerders van transmissiesystemen zijn niet gerechtigd om aansluiting van een nieuwe opslagvoorziening, LNG-verdampingsinstallatie of industriële verbruiker te weigeren om reden van mogelijke beperkingen in de beschikbare capaciteit op het netwerk of de extra kosten die met noodzakelijke capaciteitsuitbreiding gemoeid zijn. De beheerder van een transmissiesysteem moet ervoor zorgen dat er voor de nieuwe aansluiting voldoende aan- en afkoppelingscapaciteit voorhanden is.
3.  De beheerders van transmissiesystemen zorgen voor toegang tot het net voor derde partijen en begeleiden de toegang, vooral van nieuwe deelnemers op de markt en producenten van biogas onder omstandigheden die de veiligheid van het netwerk niet in gevaar brengen.
Hoofdstuk IV ter
Artikel 12 undecies
Verslag
1.  Het Agentschap verstrekt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk [vijf jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG] een gedetailleerd verslag waarin wordt toegelicht in hoeverre de in dit hoofdstuk vastgestelde ontvlechtingsvoorschriften erin zijn geslaagd de transmissiesysteembeheerders volledig en daadwerkelijk onafhankelijk te maken.
2.  Bij de in lid 1 bedoelde beoordeling houdt het Agentschap met name rekening met de volgende criteria: eerlijke en niet-discriminerende toegang tot het net, veilige en betrouwbare transmissiesystemen, doeltreffende regulering, de ontwikkeling van investeringen, niet-marktverstorende investeringsstimulansen, de ontwikkeling van interconnectie-infrastructuur en de situatie op het gebied van de leverings- en voorzieningszekerheid in de Gemeenschap.
3.  De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk [vijf jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG] een gedetailleerd verslag voor over de haalbaarheid van het creëren van een gemeenschappelijke Europese transportbeheerder, met een beoordeling van de kosten en voordelen ervan, met name op het punt van de eigendomsrechten en de marktintegratie, alsook van de efficiënte en zekere werking van het transmissienetwerk. Dit verslag zal worden opgesteld in overleg met de betrokken partijen, en met name de transmissiesysteembeheerders en het Agentschap.
4.  In voorkomend geval, en met name ingeval uit het in lid 1 bedoelde gedetailleerd verslag blijkt dat de voorwaarden van lid 2 in de praktijk niet vervuld zijn, doet de Commissie het Europees Parlement en de Raad uiterlijk [zeven jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG] voorstellen om te zorgen voor volledige en daadwerkelijke onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerders.
Amendement 79
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 10 – letter cRichtlijn 2003/55/EGArtikel 13 – lid 4
4.  De Commissie kan richtsnoeren vaststellen om volledige en effectieve naleving door de distributiesysteembeheerder van lid 2 van dit artikel te waarborgen, meer bepaald op het gebied van volledige onafhankelijkheid van de distributiesysteembeheerder, de afwezigheid van discriminerend gedrag en het voorkomen dat bij de leveringsactiviteit van het verticaal geïntegreerde bedrijf op oneerlijke wijze voordeel wordt gehaald uit die verticale integratie. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 126
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 11 bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/ECArtikel 18 bis (nieuw)
(18 bis) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 18 bis
1.  Voor het opzetten van toegang tot LNG-installaties geldt de in de regelgeving vastgelegde toegangsprocedure of de in lid 2 bedoelde via onderhandelingen bepaalde toegangsprocedure. Bij deze procedures worden objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria gehanteerd. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de naleving van deze criteria."
Aan de hand van welbepaalde en bekend gemaakte normen besluiten de lidstaten over de toepasselijke toegangsprocedure. Deze criteria gelden met name indien op de markt in kwestie sprake is van mededinging tussen LNG-installaties, en indien de toegang tot LNG verloopt via een onafhankelijke infrastructuurbeheerder die open toegang biedt. De nationale regelgevende instanties controleren de naleving van deze criteria en maken bekend welke LNG-installaties of delen daarvan worden aangeboden overeenkomstig de in lid 2 bedoelde procedure, of zij eisen dat de LNG-beheerders dit bekend maken.
2.  Ingeval van toegang via onderhandelingen nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de aardgasbedrijven en de in aanmerking komende afnemers van zowel binnen als buiten het door het gekoppelde stelsel van systemen bestreken gebied in de mogelijkheid verkeren te onderhandelen over toegang tot de LNG-installaties. De partijen moeten te goeder trouw onderhandelen over toegang tot de LNG-installaties."
Amendement 80
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 12Richtlijn 2003/55/EGArtikel 19
(12)  In artikel 19, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd :
(12)  Artikel 19 wordt vervangen door de volgende tekst :
"Artikel 19
Toegang tot opslag
"1. Om de toegang tot opslagvoorzieningen te organiseren als het om technische en/of economische redenen noodzakelijk is om doeltreffende toegang tot het systeem te krijgen om de afnemers te kunnen beleveren, nemen de lidstaten een besluit om voor de gereguleerde toegangsprocedure van par. 4 te kiezen, ofwel voor de toegangsprocedure via onderhandelingen van par. 3. De procedures werken volgens objectieve, doorzichtige en niet discriminerende criteria. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de inachtneming van de criteria.
"De lidstaten stellen criteria vast en maken die bekend op basis waarvan kan worden bepaald of toegang tot opslaginstallaties en leidingbuffer technisch en/of economisch noodzakelijk is voor een efficiënte toegang tot het systeem voor de levering aan afnemers . De lidstaten maken publiek bekend, of verplichten de beheerders van opslag- en transmissie systemen om dit te doen, welke opslaginstallaties, of welke onderdelen daarvan, en welke leidingbuffer wordt aangeboden overeenkomstig de verschillende procedures van lid 3 en 4."
De nationale regelgevende instanties stellen criteria vast en maken die bekend op basis waarvan de toegangsregeling tot opslaginstallaties kan worden bepaald, waarbij ze er vooral op letten dat er op de betreffende markt wel degelijk concurrentie tussen de opslaginstallaties is en of de organisatie door een onafhankelijke beheerder van de infrastructuur gebeurt die vrije toegang verleent . De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de inachtneming van de criteria en maken publiek bekend, of verplichten de beheerders van opslagsystemen om dit te doen, welke opslaginstallaties, of welke onderdelen daarvan, worden aangeboden overeenkomstig de verschillende procedures van lid 3 en 4.
2.  Lid 1 is niet van toepassing op ondersteunende diensten en tijdelijke opslag van een LNG-installatie en die nodig zijn voor de hervergassing en de daaropvolgende toelevering aan het transmissiesysteem.
3.  In geval van toegang via onderhandelingen nemen de nationale regelgevende instanties de nodige maatregelen zodat de aardgasbedrijven en belanghebbende afnemers binnen en buiten het grondgebied dat door de onderling gekoppelde systemen bestreken wordt, toegang tot opslagvoorzieningen hebben als het om technische en/of economische redenen noodzakelijk is om doeltreffende toegang tot het systeem te krijgen. De partijen zijn verplicht om te goeder trouw over de toegang tot opslagvoorzieningen te onderhandelen.
De contracten die toegang tot opslagvoorzieningen verlenen, worden in onderhandelingen met de beheerders van de opslagsystemen opgesteld. De nationale regelgevende instanties verplichten de beheerders van opslagvoorzieningen om hun voornaamste commerciële voorwaarden voor het gebruik van hun voorzieningen binnen de eerste zes maanden na het van kracht worden van deze richtlijn te publiceren, en vervolgens om het jaar. Bij de uitvoering van de voorwaarden worden de zienswijzen van de gebruikers van het systeem in aanmerking genomen, die het recht hebben om er bij de nationale regelgevende autoriteit bezwaar tegen aan te tekenen.
4.  In geval van gereguleerde toegang nemen de nationale regelgevende instanties de nodige maatregelen zodat de aardgasbedrijven en belanghebbende afnemers binnen en buiten het grondgebied dat door de onderling gekoppelde systemen bestreken wordt, toegangsrecht tot opslagvoorzieningen hebben volgens gepubliceerde tarieven en/of andere voorwaarden en verplichtingen bij gebruik van de voorzieningen, als het om technische en/of economische redenen noodzakelijk is om doeltreffende toegang tot het systeem te krijgen. Bij de opstelling van de tarieven en andere voorwaarden en verplichtingen worden de zienswijzen van de gebruikers van het systeem in aanmerking genomen, die het recht hebben om er bij de nationale regelgevende autoriteit bezwaar tegen aan te tekenen. Het toegangsrecht van afnemers die er in aanmerking voor komen, kan hun verleend worden in de vorm van de mogelijkheid om leveringscontracten met concurrerende aardgasbedrijven aan te gaan die niet de eigenaar en/of beheerder van het systeem of een aanverwante onderneming zijn.
Amendement 81
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13 Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 1 – inleidende zin
1.  Grote nieuwe gasinfrastructuurprojecten, dat wil zeggen interconnectoren tussen lidstaten, LNG- en opslaginstallaties, kunnen op verzoek voor een beperkte periode worden ontheven van het bepaalde in artikel 7, 18, 19, 20 en 24 quater, lid 4, 5 en 6, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1.  Grote nieuwe gasinfrastructuurprojecten, dat wil zeggen interconnectoren tussen lidstaten, LNG- en opslaginstallaties, kunnen op verzoek voor een bepaalde periode worden ontheven van het bepaalde in artikel 7, 18, 19, 20 en 24 quater, lid 4, 5 en 6, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Amendement 82
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 1 – letter e bis (nieuw)
(e bis)  Het project is van Europees belang en er wordt ten minste één nationale grens binnen de Europese Unie overschreden.
Amendement 83
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 2
2.  Het bepaalde in lid 1 is ook van toepassing op een aanzienlijke capaciteitsverhoging van bestaande infrastructuur en op wijzigingen van die infrastructuur die het mogelijk maken nieuwe bronnen voor de levering van gas te ontwikkelen .
2.  Het bepaalde in lid 1 is ook van toepassing op elke aanzienlijke capaciteitsverhoging van bestaande infrastructuur en op wijzigingen van die infrastructuur die het mogelijk maken te zorgen voor verhoogde en bijkomende hoeveelheden .
Amendement 84
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 3 – alinea 1
3.  De in hoofdstuk VI bis bedoelde regelgevende instantie kan per geval een besluit nemen over de in de leden 1 en 2 bedoelde ontheffingen. Wanneer de infrastructuur in kwestie gelegen is op het grondgebied van meer dan één lidstaat voert het Agentschap de taken uit waarmee de regelgevende instantie bij dit artikel is belast.
3.  De in hoofdstuk VI bis bedoelde regelgevende instantie kan per geval een besluit nemen over de in de leden 1 en 2 bedoelde ontheffingen. Wanneer de infrastructuur in kwestie gelegen is op het grondgebied van meer dan één lidstaat voert het Agentschap de taken uit waarmee de regelgevende instantie bij dit artikel is belast. Het besluit van het Agentschap wordt genomen na voorafgaande raadpleging van de relevante regelgevende instanties en van de aanvrager.
Amendement 85
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 3 – alinea 2
Een ontheffing kan gelden voor het geheel of voor gedeelten van de capaciteit van de nieuwe infrastructuur, of van de bestaande infrastructuur met aanzienlijk verhoogde capaciteit.
Een ontheffing kan gelden voor het geheel of enkel voor bepaalde specifieke delen van de capaciteit van de nieuwe infrastructuur, of van de bestaande infrastructuur met aanzienlijk verhoogde capaciteit.
Amendement 86
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 3 – alinea 4
Voordat een ontheffing wordt verleend, kan de regelgevende instantie een besluit nemen over de voorschriften en de mechanismen voor het beheer en de toewijzing van capaciteit. De voorschriften omvatten de eis dat alle potentiële gebruikers van de infrastructuur worden verzocht hun belangstelling voor het inkopen van capaciteit aan te geven alvorens de toewijzing van capaciteit in de nieuwe infrastructuur, inclusief voor eigen gebruik, plaatsvindt. De regelgevende instantie eist dat de voorschriften voor het congestiebeheer de verplichting omvatten om ongebruikte capaciteit op de markt aan te bieden, en eist dat gebruikers van de installatie het recht krijgen de door hen ingekochte capaciteit te verhandelen op de secundaire markt. Bij haar beoordeling van de in lid 1, onder a), b) en c), van dit artikel bedoelde criteria houdt de regelgevende instantie rekening met de resultaten van de capaciteitstoewijzingsprocedure.
Voordat een ontheffing wordt verleend, kan de regelgevende instantie een besluit nemen over de voorschriften en de mechanismen voor het beheer en de toewijzing van capaciteit, die indien nodig mogen worden gewijzigd tijdens de periode waarbinnen de infrastructuur ontheven is van de voornoemde bepalingen, met als doel wijzigingen aan te brengen aan de economische behoeften en de behoeften die relevant zijn voor de markt. De voorschriften omvatten de eis dat alle potentiële gebruikers van de infrastructuur worden verzocht hun belangstelling voor het inkopen van capaciteit aan te geven alvorens de toewijzing van capaciteit in de nieuwe infrastructuur, inclusief voor eigen gebruik, plaatsvindt. De regelgevende instantie eist dat de voorschriften voor het congestiebeheer de verplichting omvatten om ongebruikte capaciteit op de markt aan te bieden, en eist dat gebruikers van de installatie het recht krijgen de door hen ingekochte capaciteit te verhandelen op de secundaire markt. Bij haar beoordeling van de in lid 1, onder a), b) en c), van dit artikel bedoelde criteria houdt de regelgevende instantie rekening met de resultaten van de capaciteitstoewijzingsprocedure, indien derden uitdrukking een vaste toezegging gegeven hebben .
Amendement 87
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 4 – letter a
(a) de gedetailleerde redenen op grond waarvan de regelgevende instantie of de lidstaat de ontheffing heeft verleend, met inbegrip van de financiële informatie ter staving van de noodzaak van een ontheffing;
(a) de gedetailleerde redenen op grond waarvan de regelgevende instantie of de lidstaat de ontheffing heeft verleend of geweigerd, samen met de verwijzing naar het specifieke artikel waarop dit besluit is gebaseerd , met inbegrip van de financiële informatie ter staving van de noodzaak van een ontheffing;
Amendement 88
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 5 – alinea 4
De goedkeuring van een ontheffingsbesluit door de Commissie verliest haar effect twee jaar na de vaststelling daarvan wanneer de bouw van de infrastructuur nog niet van start is gegaan, en na vijf jaar wanneer de infrastructuur nog niet operationeel is geworden.
Een ontheffingsbesluit van de Commissie verliest zijn effect wanneer de infrastructuur nog niet operationeel is geworden binnen vijf jaar na het uitvaardigen van alle nationale en regionale besluiten en vergunningen . tenzij (al naar gelang van het geval) het niet starten van de bouw of het niet-operationeel zijn van de infrastructuur het gevolg is van omstandigheden waarop de persoon aan wie de ontheffing werd verleend geen vat heeft .
Amendement 89
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  De in lid 1 bedoelde ontheffingen zijn automatisch van toepassing op ontheffingen verleend overeenkomstig dit artikel op de dag van de inwerkingtreding van Richtlijn .../.../EG [tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas] . De voorwaarden voor de goedkeuring van een ontheffing verleend overeenkomstig dit artikel kunnen achteraf niet worden gewijzigd zonder de instemming van alle betrokken partijen.
Amendement 90
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 13Richtlijn 2003/55/EGArtikel 22 – lid 6
6.  De Commissie kan richtsnoeren aannemen voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde voorwaarden en ter omschrijving van de procedure die moet worden gevolgd voor de toepassing van lid 4 en 5. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 91
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 bis
1.  Iedere lidstaat wijst één enkele nationale regelgevende instantie aan.
1.  Iedere lidstaat wijst één enkele nationale regelgevende instantie aan.
2.  De lidstaten waarborgen de onafhankelijkheid van de regelgevende instantie en zorgen ervoor dat zij haar bevoegdheid op onpartijdige en transparante wijze uitoefent. Te dien einde waken de lidstaten erover dat de regelgevende instantie, bij de uitvoering van de regelgevingstaken die haar bij deze richtlijn zijn opgelegd, juridisch gescheiden is en onafhankelijk functioneert van alle andere publieke of particuliere entiteiten en dat haar personeel en de personen die belast zijn met het beheer onafhankelijk zijn van marktbelangen en geen instructies verlangen of ontvangen van regeringen of andere openbare of particuliere entiteiten.
2.  De lidstaten waarborgen de onafhankelijkheid van de regelgevende instantie en zorgen ervoor dat zij haar bevoegdheid op onpartijdige en transparante wijze uitoefent. Te dien einde waken de lidstaten erover dat de regelgevende instantie, bij de uitvoering van de regelgevingstaken die haar bij deze richtlijn en andere relevante wetgeving zijn opgelegd:
juridisch gescheiden is en onafhankelijk functioneert van alle andere publieke of particuliere entiteiten en dat haar personeel en de personen die belast zijn met het beheer onafhankelijk zijn van marktbelangen en bij de uitvoering van hun regelgevende taken geen directe instructies verlangen of ontvangen van regeringen of andere openbare of particuliere entiteiten.
3.  Om de onafhankelijkheid van de regelgevende instantie te beschermen, waken de lidstaten er met name over dat:
3.  Om de onafhankelijkheid van de regelgevende instantie te beschermen, waken de lidstaten er met name over dat:
(a) de regelgevende instantie over rechtspersoonlijkheid en budgettaire autonomie beschikt en de adequate personele en financiële middelen heeft om haar taken uit te voeren;
(a) de regelgevende instantie over rechtspersoonlijkheid en financiële autonomie beschikt en de adequate personele en financiële middelen heeft om haar taken uit te voeren;
(b) het management van de regelgevende instantie is aangewezen voor een niet-hernieuwbare vaste termijn van minimaal vijf jaar, en in die termijn uitsluitend van zijn ambt mag worden ontheven als het niet langer voldoet aan de in dit artikel omschreven voorwaarden of schuldig is geweest aan ernstig wangedrag.
(b) de bestuursleden van de regelgevende instantie aangewezen zijn voor een niet-hernieuwbare vaste termijn van minimaal vijf en maximaal zeven jaar en dat voor het eerste mandaat de termijn voor de helft van de bestuursleden 2,5 jaar bedraagt . De leden worden in die termijn uitsluitend van hun ambt worden ontheven als ze niet langer voldoen aan de in dit artikel omschreven voorwaarden of zich volgens de nationale wet schuldig gemaakt hebben aan ernstig wangedrag, en
(b bis) de budgettaire behoeften van de regelgevende instanties door de rechtstreekse inkomsten uit werkzaamheden op de energiemarkt gedekt zijn.
Amendement 92
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 ter
Bij de uitvoering van haar in deze richtlijn omschreven regelgevingstaken neemt de regelgevende instantie alle redelijke maatregelen om de volgende doelstellingen te verwezenlijken:
Bij de uitvoering van haar in deze richtlijn omschreven regelgevingstaken neemt de regelgevende instantie alle redelijke maatregelen om de volgende doelstellingen te verwezenlijken:
(a) de bevordering, in nauwe samenwerking met het Agentschap, de regelgevende instanties van andere lidstaten en de Commissie, van een concurrerende, veiliggestelde en milieuvriendelijke interne gasmarkt binnen de Gemeenschap en van een daadwerkelijke openstelling van de markt voor alle consumenten en leveranciers in de Gemeenschap;
(a) de bevordering, in nauwe samenwerking met de Commissie, het Agentschap en de regelgevende instanties van andere lidstaten, van een concurrerende, veiliggestelde en milieuvriendelijke interne gasmarkt binnen de Gemeenschap en van een daadwerkelijke openstelling van de markt voor alle consumenten en leveranciers in de Gemeenschap, en het waarborgen van een efficiënt en betrouwbaar beheer op lange termijn van de netwerken voor energievoorziening ;
(b) de ontwikkeling van concurrerende en goed functionerende regionale markten binnen de Gemeenschap met het oog op het bereiken van de onder a) genoemde doelstelling;
(b) de ontwikkeling van concurrerende en goed functionerende markten binnen de Gemeenschap met het oog op het bereiken van de onder a) genoemde doelstelling;
(c) het opheffen van alle beperkingen voor handel in aardgas tussen de lidstaten, inclusief de ontwikkeling van afdoende grensoverschrijdende transmissiecapaciteit om aan de vraag te voldoen, de integratie van nationale markten te versterken en een ongeremde stroom van aardgas in de Gemeenschap mogelijk te maken;
(c) het opheffen van alle beperkingen voor handel in aardgas tussen de lidstaten, inclusief de ontwikkeling van afdoende grensoverschrijdende transmissiecapaciteit om aan de vraag te voldoen en de integratie van nationale markten te versterken om een ongeremde stroom van aardgas in de Gemeenschap gemakkelijker te maken;
(d) het waarborgen van de ontwikkeling van veilige, betrouwbare en efficiënte systemen, de bevordering van energie-efficiëntie, de aangepastheid van het systeem en onderzoek en ontwikkeling zodat het beter voldoet aan de vraag en de ontwikkeling van innoverende duurzame technologieën met lage koolstofinhoud;
(d) het waarborgen, op de meest kostenefficiënte manier, van de ontwikkeling van klantgerichte, veilige, betrouwbare en efficiënte net systemen, de bevordering van de aangepastheid van het systeem met inachtneming van energie-efficiëntie en integratie van hernieuwbare energiebronnen op grote en kleine schaal (b .v . biogas), en productiespreiding in zowel het transmissie- als het distributienet ;
(d bis) betere toegang tot het net, vooral door de hindernissen weg te nemen die nieuwe ondernemingen op de markt en hernieuwbare energiebronnen de toegang kunnen ontzeggen;
(e) het waarborgen dat de netwerkbeheerders adequate stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie van netwerkprestaties te verbeteren en de marktintegratie te versterken;
(e) het waarborgen dat de netwerkbeheerders adequate stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie van netwerkprestaties te verbeteren en de marktintegratie te versterken;
(f) het waarborgen van een efficiënte functionering van hun nationale markt en het bevorderen van daadwerkelijke mededinging in samenwerking met de mededingingsautoriteiten.
(f) het waarborgen van voordelen voor de afnemers door een efficiënte functionering van hun nationale markt en het bevorderen van daadwerkelijke mededinging in samenwerking met de mededingingsautoriteiten, en bescherming van de verbruiker .
(f bis) hoge kwaliteitsnormen in de openbare dienstverlening voor aardgas, bescherming van kwetsbare verbruikers, en toezicht op de doeltreffendheid van de maatregelen voor de bescherming van de verbruiker in bijlage A
(f ter) harmonisering van de nodige werkzaamheden voor de uitwisseling van gegevens.
Amendementen 93 en 129
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 1
1.  De regelgevende instantie heeft de volgende taken:
1.  De regelgevende instantie heeft de volgende taken, die zij, waar nodig, uitvoert in nauwe samenwerking met andere relevante communautaire en nationale organen, transmissienetbeheerders en andere marktdeelnemers, onverlet hun specifieke bevoegdheden :
(a) waarborgen van de naleving door de transport- en distributiesysteembeheerders en waar relevant de desbetreffende eigenaars, alsmede door alle aardgasbedrijven, van hun verplichtingen overeenkomstig deze richtlijn en de andere relevante communautaire wetgeving, inclusief bij grensoverschrijdende kwesties;
(a) waarborgen van de naleving door de transport- en distributiesysteembeheerders en waar relevant de desbetreffende eigenaars, alsmede door alle aardgasbedrijven, van hun verplichtingen overeenkomstig deze richtlijn en de andere relevante communautaire wetgeving, inclusief bij grensoverschrijdende kwesties;
(b) samenwerken in verband met grensoverschrijdende kwesties met de regelgevende instantie of instanties van de desbetreffende lidstaten;
(b) samenwerken in verband met grensoverschrijdende kwesties met de regelgevende instantie of instanties van andere lidstaten en het Agentschap, onder meer om ervoor te zorgen dat er voldoende verbindingscapaciteit tussen de transmissie-infrastructuren is, zodat kan worden voldaan aan de eisen van een efficiënte markt en de criteria met betrekking tot de leveringszekerheid, zonder onderscheid tussen levering in de verschillende lidstaten ;
(c) naleven van de besluiten van het Agentschap en de Commissie en toezien op de uitvoering ervan;
(c) naleven van de besluiten van en de Commissie en het Agentschapen toezien op de uitvoering ervan;
(d) op jaarlijkse basis verslag uitbrengen over haar activiteit en de uitvoering van haar taken aan de relevante autoriteiten van de lidstaten, het Agentschap en de Commissie. Het verslag heeft betrekking op de genomen maatregelen en behaalde resultaten wat elk van de in dit artikel genoemde taken betreft;
(d) op jaarlijkse basis verslag uitbrengen over haar activiteit en de uitvoering van haar taken aan de relevante autoriteiten van de lidstaten, de Commissie en het Agentschap . Dergelijke verslagen hebben betrekking op de genomen maatregelen en behaalde resultaten wat elk van de in dit artikel genoemde taken betreft;
(e) erover waken dat er geen kruissubsidies zijn tussen activiteiten met betrekking tot transmissie-, distributie-, opslag-, LNG- en leveringsactiviteiten;
(e) toezicht houden op de naleving van de verplichtingen op het vlak van ontvlechting overeenkomstig deze richtlijn en andere relevante communautaire regelgeving en erover waken dat er geen kruissubsidies zijn tussen activiteiten met betrekking tot transmissie-, distributie-, opslag-, LNG- en leveringsactiviteiten, en zorgen dat de distributie- en transmissietarieven goed van tevoren vastgesteld worden in vergelijking met de periode dat ze van toepassing zijn ;
(f) evalueren van de investeringsplannen van de transmissiesysteembeheerders en in haar jaarverslag een beoordeling geven van het investeringsplan van de transmissiesysteembeheerders wat de samenhang daarvan betreft met het over 10 jaar lopende netwerkontwikkelingsplan op Europese schaal als bedoeld in artikel 2 quater van Verordening (EG) nr. 1775/2005;
(f) evalueren van de investeringsplannen van de transmissiesysteembeheerders en in haar jaarverslag een beoordeling geven van het investeringsplan van de transmissiesysteembeheerders wat de samenhang daarvan betreft met het over 10 jaar lopende netwerkontwikkelingsplan op Europese schaal als bedoeld in artikel 2 quater van Verordening (EG) nr. 1775/2005; het investeringsplan van de transmissiesysteembeheerders moet waarborgen dat de kwaliteit en de omvang van het personeelsbestand voldoende zijn om ervoor te zorgen dat de verplichtingen op het vlak van dienstverlening vervuld zijn; niet-uitvoering van het investeringsplan leidt tot de oplegging aan de transmissiesysteembeheerder, overeenkomstig de door het Agentschap vastgestelde richtsnoeren, van evenredige sancties;
(f bis) goedkeuring van de jaarlijkse investeringsplannen van de beheerders van transmissiesystemen
(g) monitoring van de netwerkveiligheid en -betrouwbaarheid en evaluatie van de netwerkveiligheids- en -betrouwbaarheidsregels;
(g) monitoring van de inachtneming van netwerkveiligheid en -betrouwbaarheid, vaststelling of goedkeuring van normen en vereisten op het gebied van de kwaliteit van dienstverlening en levering en evaluatie van de prestaties voor de kwaliteit van dienstverlening en levering en de netwerkveiligheids- en -betrouwbaarheidsregels;
(h) monitoring van het niveau van transparantie, waken over de naleving van de transparantieverplichtingen van de aardgasbedrijven ;
(h) monitoring van het niveau van transparantie, waken over de naleving van de transparantieverplichtingen van de netwerkbeheerders ;
(i) monitoring van het niveau van marktopening en mededinging op groot- en kleinhandelsniveau, inclusief op aardgasbeurzen, tarieven voor huishoudens, overstappercentages, afsluitingspercentages en klachten van particulieren in een overeengekomen formaat, alsook toezicht op vervalsing of beperking van de mededinging in samenwerking met de mededingingsautoriteiten, inclusief de het verstrekken van alle relevante informatie, waarbij relevante gevallen worden voorgelegd aan de relevante mededingingsautoriteiten;
(i) monitoring van het niveau van marktopening en mededinging op groot- en kleinhandelsniveau, inclusief op aardgasbeurzen, tarieven voor huishoudens, overstappercentages, afsluitingspercentages en klachten van particulieren in een overeengekomen formaat, alsook toezicht op vervalsing of beperking van de mededinging in samenwerking met de mededingingsautoriteiten, inclusief de het verstrekken van alle relevante informatie, waarbij relevante gevallen worden voorgelegd aan de relevante mededingingsautoriteiten;
(i bis) met volledige inachtneming van de bepalingen van het EG-Verdrag, het bevorderen van langetermijncontracten tussen energieverbruikers en leveranciers die bijdragen tot een verbetering van de energieproductie en -distributie en tegelijkertijd de consumenten laten delen in de daaruit voortvloeiende voordelen, mits dergelijke contracten kunnen bijdragen tot een optimaal investeringsniveau in de energiesector;
(j) monitoring van de tijd die transmissie- en distributiebedrijven nodig hebben om aansluitingen te maken en herstellingen uit te voeren;
(j) monitoring van de tijd die transport- en distributiebedrijven nodig hebben om aansluitingen te maken en herstellingen uit te voeren en de oplegging van sancties overeenkomstig de richtsnoeren van het Agentschap, wanneer deze termijnen zonder aanwijsbare oorzaak worden overschreden ;
(k) monitoring en herziening van de voorwaarden voor toegang tot opslag, leidingbuffer en andere ondersteunende diensten als bedoeld in artikel 19;
(k) monitoring van de voorwaarden voor toegang tot opslag, leidingbuffer en andere ondersteunende diensten als bedoeld in artikel 19;
(l) waarborgen, onverlet de bevoegdheden van andere nationale regelgevende instanties, van een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening voor aardgas, van de bescherming van kwetsbare klanten en van de effectiviteit van de in bijlage A genoemde maatregelen ter bescherming van de consument;
(l) waarborgen, onverlet de bevoegdheden van andere nationale regelgevende instanties, van een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening voor aardgas, van de bescherming van kwetsbare klanten en van de effectiviteit en handhaving van de in bijlage A genoemde maatregelen ter bescherming van de consument;
(m) publiceren van aanbevelingen, ten minste op jaarbasis, betreffende de overeenstemming van de leveringstarieven met artikel 3;
(m) publiceren van aanbevelingen, ten minste op jaarbasis, betreffende de overeenstemming van de leveringstarieven met artikel 3; in deze aanbevelingen wordt de nodige aandacht besteed aan de gevolgen van gereguleerde prijzen (groothandels- en consumentenprijzen) voor de marktwerking ;
(n) waarborgen van de toegang van de consument tot verbruiksgegevens, het gebruik van een geharmoniseerd formaat voor verbruiksgegevens en de toegang tot de gegevens overeenkomstig punt h), van bijlage A;
(n) daadwerkelijke en gelijke toegang van de consument tot verbruiksgegevens, met inbegrip van prijzen en alle bijkomende kosten, het gebruik van een gemakkelijk verstaanbaar geharmoniseerd formaat voor de verbruiksgegevens, adequate vooruitbetaling die het reële verbruik weerspiegelt, en onmiddellijke toegang voor alle klanten tot dergelijke gegevens overeenkomstig letter h van bijlage A;
(o) monitoring van de tenuitvoerlegging van regels met betrekking tot de rol en verantwoordelijkheden van de transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders, leveranciers en afnemers en andere marktpartijen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1775/2005;
(o) monitoring van de tenuitvoerlegging van regels met betrekking tot de rol en verantwoordelijkheden van de transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders, leveranciers en afnemers en andere marktpartijen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1775/2005;
(o bis) vaststelling of goedkeuring van tarieven voor netwerktoegang en publiceren van de voor de vaststelling van de tarieven toegepaste methodologie;
(o ter) verzekeren van de transparantie van schommelingen van de prijzen op het niveau van de groothandel;
(p) monitoring van de correcte toepassing van de criteria die bepalen of een opslagfaciliteit onder artikel 19, lid 3 of lid 4, valt.
(p) monitoring van de correcte toepassing van de criteria die bepalen of een opslagfaciliteit onder artikel 19, lid 3 of lid 4, valt.
Amendement 94
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 3
3.  De lidstaten waken erover dat de regelgevende instanties de bevoegdheden krijgen waardoor zij in staat zijn de hen overeenkomstig lid 1 en 2 toevertrouwde taken op een efficiënte en snelle wijze uit te voeren. Daartoe beschikt de regelgevende instantie ten minste over de volgende bevoegdheden:
3.  De lidstaten waken erover dat de regelgevende instanties de bevoegdheden krijgen waardoor zij in staat zijn de hen overeenkomstig lid 1 en 2 toevertrouwde taken op een efficiënte en snelle wijze uit te voeren. Daartoe beschikt de regelgevende instantie ten minste over de volgende bevoegdheden:
(a) vaststellen van bindende besluiten voor gasbedrijven;
(a) vaststellen van bindende besluiten voor gasbedrijven;
(b) in samenwerking met de nationale mededingingsautoriteit onderzoeken opzetten over de functionering van de gasmarkten en, wanneer er geen inbreuken op de mededingingsregels zijn, beslissen over passende, noodzakelijke en evenredige maatregelen om een daadwerkelijke mededinging te bevorderen en de goede functionering van de markt te waarborgen, inclusief programma's om gas ter beschikking te stellen;
(b) in samenwerking met de nationale mededingingsautoriteit onderzoeken opzetten over de functionering van de gasmarkten en, wanneer er geen inbreuken op de mededingingsregels zijn, beslissen over passende, noodzakelijke en evenredige maatregelen om een daadwerkelijke mededinging te bevorderen en de goede functionering van de markt te waarborgen, inclusief programma's om gas ter beschikking te stellen;
(c) opvragen bij gasbedrijven van informatie die relevant is voor de uitvoering van haar taken;
(c) opvragen bij gasbedrijven van informatie die relevant is voor de uitvoering van haar taken;
(d) opleggen van effectieve, passende en afschrikwekkende sancties aan aardgasbedrijven die zich hun verplichtingen overeenkomstig deze richtlijn of de besluiten van de regelgevende instantie of het Agentschap niet naleven;
(d) opleggen van effectieve, passende en afschrikwekkende sancties aan aardgasbedrijven die hun verplichtingen overeenkomstig deze richtlijn of de besluiten van de regelgevende instantie of het Agentschap niet naleven, of een bevoegde instantie dergelijke sancties voorstellen ; de beheerder van een transmissiesysteem of een vertikaal geïntegreerde onderneming, naargelang van het geval, bij niet- inachtneming van hun verplichtingen volgens deze richtlijn boeten tot 10% van hun jaarlijkse omzet opleggen of hun oplegging voorstellen ;
(e) beschikken over het recht om onderzoeken op te zetten en over relevante onderzoeksbevoegdheden voor het beslechten van geschillen overeenkomstig de leden 7 en 8;
(e) beschikken over het recht om onderzoeken op te zetten en over relevante onderzoeksbevoegdheden voor het beslechten van geschillen overeenkomstig de leden 7 en 8;
(f) vaststellen van vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in artikel 26.
(f) vaststellen van vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in artikel 26.
3 bis.  Naast de opdrachten en bevoegdheden van de leden 1 en 3 heeft een regelgevende instantie, als een beheerder van een transmissiesysteem volgens hoofdstuk IV bis aangewezen is, minstens nog de volgende opdrachten en bevoegdheden :
(a) sancties opleggen, o.a. ook boeten, volgens lid 3 quinquies wegens discriminerend optreden ten voordele van de vertikaal geïntegreerde onderneming;
(b) toezicht op het boodschappenverkeer tussen de beheerder van een transmissiesysteem en de vertikaal geïntegreerde onderneming om zich ervan te vergewissen dat de beheerder van het transmissiesysteem zich aan zijn verplichtingen houdt;
(c) als arbitragegezag tussen de vertikaal geïntegreerde onderneming en de beheerder van een transmissiesysteem optreden voor elke klacht die volgens lid 7 ingediend wordt;
(d) toezicht op commerciële en financiële relaties, o.a. ook leningen, tussen de vertikaal geïntegreerde onderneming en de beheerder van een transmissiesysteem;
(e) toezicht op alle commerciële en financiële overeenkomsten voor zover ze aan de voorwaarden van de markt voldoen;
(f) de vertikaal geïntegreerde onderneming ter verantwoording roepen na een kennisgeving van de verantwoordelijke voor inachtneming van de voorschriften volgens artikel 12 nonies, lid 4. De verantwoording moet vooral het bewijs omvatten dat er geen discriminerend optreden in het voordeel van de vertikaal geïntegreerde onderneming plaatsgevonden heeft;
(g) inspecties op de bedrijfsterreinen en in de bedrijfsruimten van de vertikaal geïntegreerde onderneming en de beheerder van het transmissiesysteem;
(h) in geval van aanhoudende overtreding van een verplichting volgens deze richtlijn door de beheerder van een transmissiesysteem, al zijn taken of wel omschreven taken aan een onafhankelijke beheerder toewijzen, die volgens artikel 9 aangewezen wordt, vooral bij herhaald discriminerend optreden in het voordeel van de vertikaal geïntegreerde onderneming;
(i) alle informatie van de beheerder van een transmissiesysteem opvragen en rechtstreeks contact met al zijn personeel opnemen; als er twijfel blijft bestaan, geldt hetzelfde recht tegenover de vertikaal geïntegreerde onderneming en haar dochtermaatschappijen;
(j) alle nodige inspecties bij de beheerder van een transmissiesysteem, en als er twijfel blijft bestaan, bij de vertikaal geïntegreerde onderneming; artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad tot uitvoering van de concurrentieregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag is van toepassing;
(k) een beheerder van een transmissiesysteem en/of een vertikaal geïntegreerde onderneming die zich niet aan de verplichtingen van dit artikel of een besluit van de nationale regelgevende instantie houdt, daadwerkelijke, juiste en ontradende sancties opleggen; de bevoegdheid omvat het recht :
(i) om daadwerkelijke, juiste en ontradende boeten op te leggen die in verhouding tot de omzet van de beheerder van een transmissiesysteem of de vertikaal geïntegreerde onderneming staan;
(ii) om instructies te geven die discriminerend optreden herstellen;
(iii) om in geval van herhaalde overtreding van de opsplitsings-/ ontvlechtingsbepalingen van dit artikel de vergunning van de beheerder van een transmissiesysteem minstens gedeeltelijk in te trekken .
Amendement 95
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 4
4.  De regelgevende instanties zijn verantwoordelijk voor de vaststelling of goedkeuring, alvorens zij in werking treden, van de voorwaarden voor:
4.  De regelgevende instanties zijn verantwoordelijk voor de vaststelling of goedkeuring, alvorens zij in werking treden, van de voorwaarden voor:
(a) de verbinding met en toegang tot nationale netwerken, inclusief de transmissie- en distributietarieven en voorwaarden en tarieven voor toegang tot LNG-installaties. Deze tarieven maken de vereiste investeringen in de netwerken en LNG-installaties mogelijk waardoor de levensvatbaarheid van die netwerken en LNG-installaties kan worden gewaarborgd;
(a) de verbinding met en toegang tot nationale netwerken, inclusief de transmissie- en distributietarieven en hun berekeningswijzen, of anders de berekeningswijzen en het toezicht dat ze erop uitoefenen om de transmissie- en distributietarieven vast te stellen en goed te keuren, en de modaliteiten, voorwaarden en tarieven voor toegang tot LNG-installaties, ook hun berekeningswijzen, of anders de berekeningswijzen en het toezicht dat ze erop uitoefenen om de tarieven voor de toegang tot LNG-installaties vast te stellen en goed te keuren . Deze tarieven moeten de werkelijk gemaakte kosten weerspiegelen, voorzover ze overeenkomen met de kosten van een efficiënte beheerder, en zij moeten transparant zijn. Zij maken de vereiste investeringen in de netwerken en LNG-installaties mogelijk waardoor de levensvatbaarheid van die netwerken en LNG-installaties kan worden gewaarborgd. De tarieven mogen geen discriminatie tegen nieuwkomers op de markt inhouden;
(b) de levering van balanceringsdiensten.
(b) de levering van balanceringsdiensten, die de kosten weergeven en zoveel mogelijk inkomensneutraal zijn, terwijl ze de gebruikers van het netwerk de nodige stimulansen bieden om hun inbreng en afnamen in evenwicht te houden; ze moeten eerlijk en niet discriminerend zijn en van objectieve criteria uitgaan.
(b bis) de toegang tot grensoverschrijdende infrastructuur, ook de werkwijzen voor toewijzing van capaciteit en beheersing van overbelasting. Ze zijn gemachtigd om van de beheerders van transmissiesystemen wijziging van de voorwaarden en modaliteiten te verlangen.
Amendement 96
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 5
5.  Bij de vaststelling of goedkeuring van de tarieven waken de regelgevende instanties erover dat de netwerkbeheerders afdoende stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie te verbeteren, de marktintegratie te versterken en verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen.
5.  Bij de vaststelling of goedkeuring van de voorwaarden en modaliteiten of berekeningswijzen van de tarieven en de balanceringsdiensten waken de regelgevende instanties erover dat de netwerkbeheerders afdoende stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie te verbeteren, de marktintegratie te versterken, voor bevoorradingszekerheid te zorgen en verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen.
5 bis.  De regelgevende instanties controleren het congestiebeheer binnen de nationale netwerken voor het vervoer van gas.
De transmissiesysteembeheerders leggen hun congestiebeheersprocedures, inclusief de toewijzing van capaciteit, aan de nationale regelgevende instanties ter goedkeuring voor. De nationale regelgevende instanties mogen verbetering van de procedures vragen voorafgaand aan hun goedkeuring.
Amendement 97
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 6
6.  De regelgevende instanties zijn bevoegd om zo nodig van de beheerders van transmissie-, opslag-, LNG- en distributiesystemen te verlangen dat zij hun in dit artikel bedoelde voorwaarden, inclusief tarieven, wijzigen om te waarborgen dat zij evenredig zijn en op niet-discriminerende wijze worden toegepast.
6.  De regelgevende instanties zijn bevoegd om zo nodig van de beheerders van transmissie-, LNG- en distributiesystemen te verlangen dat zij hun in dit artikel bedoelde voorwaarden, inclusief tarieven, wijzigen om te waarborgen dat zij evenredig zijn en op niet-discriminerende wijze worden toegepast.
Amendement 98
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 7
7.  Een partij die een klacht heeft tegen een transmissie-, LNG- of distributiesysteembeheerder kan deze klacht voorleggen aan de nationale regelgevende instantie die fungeert als geschillenbeslechtingsinstantie en een besluit neemt binnen twee maanden na ontvangst van de klacht. Deze periode kan met twee maanden worden verlengd wanneer de regelgevende instantie aanvullende informatie opvraagt. Deze periode kan met instemming van de klager worden verlengd. Een dergelijke beslissing heeft bindende kracht tenzij of totdat zij in beroep wordt herroepen.
7.  Een partij die een klacht heeft tegen een transmissie-, LNG-, opslag- of distributiesysteembeheerder kan deze klacht voorleggen aan de nationale regelgevende instantie die fungeert als geschillenbeslechtingsinstantie en een besluit neemt binnen twee maanden na ontvangst van de klacht. Deze periode kan met twee maanden worden verlengd wanneer de regelgevende instantie aanvullende informatie opvraagt. Deze periode kan met instemming van de klager worden verlengd. Een dergelijke beslissing heeft bindende kracht tenzij of totdat zij in beroep wordt herroepen.
Amendement 99
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 8
8.  Een partij die getroffen wordt door en het recht heeft klacht in te dienen tegen een besluit betreffende methodologieën overeenkomstig dit artikel of, wanneer de regelgevende instantie verplicht is tot raadpleging over de voorgestelde methodologieën, kan binnen een periode van maximaal twee maanden - of korter als dit zo door de lidstaten is beslist - na publicatie van dit besluit of voorstel voor een besluit, een klacht indienen en om herziening verzoeken.Een dergelijk bezwaar heeft geen schorsende werking.
8.  Een partij die getroffen wordt door en het recht heeft klacht in te dienen tegen een besluit betreffende methodologieën overeenkomstig dit artikel of, wanneer de regelgevende instantie verplicht is tot raadpleging over de voorgestelde tarieven en methodologieën, kan binnen een periode van maximaal twee maanden - of korter als dit zo door de lidstaten is beslist - na publicatie van dit besluit of voorstel voor een besluit, een klacht indienen en om herziening verzoeken. Een dergelijk bezwaar heeft geen schorsende werking.
Amendement 100
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 9
9.  De lidstaten voeren passende en efficiënte mechanismen voor regulering, toezicht en transparantie in om misbruik van een machtspositie op de markt, met name ten nadele van de consument, en eventueel marktondermijnend gedrag te voorkomen. Deze mechanismen moeten de bepalingen van het Verdrag, met name artikel 82 daarvan, in acht nemen.
9.  De lidstaten voeren passende en efficiënte mechanismen voor toezicht en transparantie in om misbruik van een machtspositie op de markt, met name ten nadele van de consument, en eventueel marktondermijnend gedrag te voorkomen. Deze mechanismen moeten de bepalingen van het Verdrag, met name artikel 82 daarvan, in acht nemen.
Amendement 136
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14 Richtlijn 2003/55/EG Artikel 24 quater – lid 9 bis (nieuw)
9 bis.  De nationale regelgevende instanties voorzien in de opzet van onafhankelijke klachtendiensten en alternatieve beroepsprocedures zoals een onafhankelijke energieombudsman of een consumentenorganisatie. Deze diensten of procedures staan in voor een efficiënte behandeling van klachten en voldoen aan criteria van beste praktijken. De nationale regelgevende instanties stellen normen en richtsnoeren op voor de behandeling van klachten door producenten en netbeheerders.
Amendement 101
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 12
12.  De door de regelgevende instantie genomen besluiten worden met redenen omkleed .
12.  De door de regelgevende instantie genomen besluiten worden volledig beargumenteerd en zijn voor inzage door het publiek beschikbaar om de mogelijkheid van juridische kritiek open te houden .
Amendement 102
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 13
13.  De lidstaten waken erover dat er geschikte mechanismen op nationaal niveau bestaan krachtens welke een partij die getroffen wordt door een besluit van de nationale regelgevende instantie beroep kan aantekenen bij een instantie die onafhankelijk is van de betrokken partijen.
13.  De lidstaten waken erover dat er geschikte mechanismen op nationaal niveau bestaan krachtens welke een partij die getroffen wordt door een besluit van de nationale regelgevende instantie beroep kan aantekenen bij een nationale rechtsinstantie of een andere nationale autoriteit die onafhankelijk is van de betrokken partijen of enige regering .
Amendement 103
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quater – lid 14
14.  De Commissie kan richtsnoeren vaststellen betreffende de toepassing door de regelgevende instanties van de dit in artikel omschreven bevoegdheden. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 104
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quinquies – lid 2
2.  Om te zorgen dat waar er regionale gasmarkten bestaan, de integratie uit goede regelgevende structuren blijkt, zorgen de nationale regelgevende instanties er in nauwe samenwerking met het agentschap en onder zijn leiding voor dat voor hun regionale markten minstens de volgende regelgevende taken uitgevoerd worden:
2.  De regelgevende instanties werken ten minste samen op regionaal niveau om de invoering van operationele regelingen te bevorderen teneinde een optimaal beheer van het netwerk te waarborgen, gemeenschappelijke aardgasbeurzen uit te bouwen en grensoverschrijdende capaciteit toe te wijzen en een minimumniveau van interconnectiecapaciteit binnen de regio te waarborgen om de ontwikkeling van een effectieve mededinging mogelijk te maken.
a) samenwerking ten minste op regionaal niveau om de invoering van operationele regelingen te bevorderen teneinde een optimaal beheer van het netwerk te waarborgen, gemeenschappelijke aardgasbeurzen uit te bouwen en grensoverschrijdende capaciteit toe te wijzen en een degelijk niveau van interconnectiecapaciteit binnen de regio te waarborgen, ook met behulp van nieuwe onderlinge connecties, om de ontwikkeling van effectieve mededinging en grotere bevoorradingszekerheid mogelijk te maken;
b) op zijn minst de geboden regionale harmonisering van alle technische en marktcodes voor de beheerders van het transmissiesysteem in kwestie en andere deelnemers op de markt;
c) harmonisering van de regels om overbelasting te beheersen;
d) invoering van regels die ervoor zorgen dat de eigenaars en/of beheerders van gasbeurzen die op de regionale poolmarkten werken, volledig onafhankelijk van de eigenaars en/of beheerders van de productiemiddelen zijn .
De regelgevende instanties zijn gerechtigd om onderlinge akkoorden te sluiten om de samenwerking in de regelgeving te verbeteren, en de maatregelen onder letter a) worden naar gelang van het geval in nauw overleg met andere belanghebbende nationale overheden genomen, onverminderd hun specifieke bevoegdheden.
Amendement 105
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 quinquies – lid 4
4.  De Commissie kan richtsnoeren vaststellen over de omvang van de opdracht van de regelgevende instanties tot onderlinge samenwerking en tot samenwerking met het Agentschap en over de situaties waarin het Agentschap bevoegd wordt om te beslissen over het regelgevingsstelsel voor infrastructuur die ten minste twee lidstaten verbindt. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 106
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 sexies – lid 2
2.  Het Agentschap geeft binnen een termijn van vier maanden zijn advies aan de regelgevende instantie die hierom heeft verzocht of aan de Commissie, alsook aan de regelgevende instantie die het besluit in kwestie heeft genomen.
2.  Het Agentschap geeft binnen een termijn van twee maanden zijn advies aan de regelgevende instantie die hierom heeft verzocht of aan de Commissie, alsook aan de regelgevende instantie die het besluit in kwestie heeft genomen.
Amendement 107
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 septies – lid 1
1.  De lidstaten eisen van hun aardgasleveranciers dat zij gedurende ten minste vijf jaar de relevante gegevens met betrekking tot al hun transacties in gasleveringscontracten en aardgasderivaten met grootafnemers en transmissiesysteembeheerders ter beschikking houden van hun nationale regelgevende instantie, de nationale mededingingsautoriteit en de Commissie .
1.  De lidstaten eisen van hun aardgasleveranciers dat zij gedurende ten minste vijf jaar de relevante gegevens met betrekking tot al hun transacties in gasleveringscontracten en aardgasderivaten met grootafnemers en transmissiesysteembeheerders ter beschikking houden van de bevoegde autoriteiten, opdat die hun taken kunnen uitvoeren .
Amendement 108
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 septies – lid 2
2.  Deze gegevens omvatten bijzonderheden betreffende de kenmerken van de relevante transacties, zoals looptijd, leverings- en betalingsregels, de hoeveelheden, de uitvoeringsdatums en -tijdstippen, de transactieprijzen en middelen om de grootafnemer te identificeren, alsmede gespecificeerde nadere gegevens over alle openstaande posities in gasleveringscontracten en aardgasderivaten.
Deze gegevens kunnen bijzonderheden betreffende de kenmerken van de relevante transacties, zoals looptijd, leverings- en betalingsregels, de hoeveelheden, de uitvoeringsdatums en -tijdstippen, de transactieprijzen en middelen om de grootafnemer te identificeren, alsmede gespecificeerde nadere gegevens over alle openstaande posities in gasleveringscontracten en aardgasderivaten omvatten .
Amendement 109
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 septies – lid 4
4.  Teneinde een eenvormige toepassing van dit artikel te waarborgen, kan de Commissie richtsnoeren vaststellen waarin de methoden en regelingen voor de rapportering van transacties en de vorm en inhoud van bedoelde verslagen worden omschreven. Deze maatregel, die bedoeld is om niet-essentiële elementen van deze richtlijn te wijzigen door deze aan te vullen, wordt vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing waarnaar wordt verwezen in artikel 30, lid 3.
Schrappen
Amendement 110
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 14Richtlijn 2003/55/EGArtikel 24 septies – lid 5
5.  Wat transacties in aardgasderivaten van leveringsbedrijven met grootafnemers en transmissiesysteembeheerders, alsmede opslag- en LNG-systeembeheerders betreft, wordt dit artikel pas van kracht nadat de Commissie de in lid 4 bedoelde richtsnoeren heeft vastgesteld.
Schrappen
Amendement 128
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 15 bis (nieuw)Richtlijn 2003/55/ECArtikel 26 bis (nieuw)
(15 bis) het volgende artikel wordt ingevoegd:
"Artikel 26 bis
1.  De lidstaten kunnen industrielocaties vrijstellen van de artikel 4, artikel 7, artikel 8 leden 1 en 2, artikel 9, artikel 11, artikel 12 lid 5, artikel 13, artikel 17, artikel 18, artikel 23 lid 1 en/of artikel 24 van deze richtlijn.
2.  De toegang van derden ondervindt geen gevolgen van de in lid 1 bedoelde vrijstellingen. Cliënten op industrielocaties kunnen hun energieleverancier vrijelijk kiezen, en ingeval van een geschil met de netwerkbeheerder een beroep doen op de nationale regelgevende instantie."
Amendement 111
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 1 – punt 17Richtlijn 2003/55/EGBijlage A
(17)  In bijlage A worden de volgende punten toegevoegd :
" Onverminderd de communautaire voorschriften inzake consumentenbescherming, met name Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 93/13/EG van de Raad, houden de in artikel 3 bedoelde maatregelen in dat ervoor wordt gezorgd dat de afnemers:
a) recht hebben op een contract met hun gasleverancier waarin zijn opgenomen:
- de identiteit en het adres van de leverancier;
- de geleverde diensten, de aangeboden kwaliteitsniveaus van de diensten en de benodigde tijd voor de eerste aansluiting;
- […]de aangeboden soorten onderhoudsdiensten;
- de wijze waarop de meest recente informatie over alle geldende tarieven en onderhoudskosten kan worden verkregen;
- de duur van het contract, de voorwaarden voor verlenging en beëindiging van de diensten en van het contract, het bestaan van een recht op gratis opzegging;
- alle vergoedingen en terugbetalingsregelingen die gelden indien de contractuele kwaliteitsniveaus van de diensten niet worden gehaald , met inbegrip van onnauwkeurige en te late facturering; […]
- de methode voor het beginnen van procedures voor de beslechting van geschillen overeenkomstig punt f;
- informatie over consumentenrechten, met inbegrip van alle voorafgaande, welke duidelijk wordt meegedeeld door middel van de facturen en via de websites van het bedrijf; en
- gegevens over de bevoegde verhaalinstantie en de procedure die de verbruiker in geval van geschil moet volgen.
De contractuele voorwaarden zijn eerlijk en vooraf bekend. In ieder geval wordt deze informatie voorafgaand aan de ondertekening of bevestiging van het contract verstrekt. Indien contracten door middel van tussenpersonen worden gesloten, wordt bovengenoemde informatie eveneens voorafgaand aan de ondertekening van het contract verstrekt;
b) op toereikende wijze in kennis worden gesteld van ieder voornemen om de contractvoorwaarden te wijzigen en op de hoogte worden gesteld van hun recht op opzegging wanneer zij van een dergelijk voornemen in kennis worden gesteld. Dienstverleners stellen hun abonnees rechtstreeks in kennis van tariefstijgingen en doen dit binnen een redelijke termijn die een normale factureringsperiode na het invoeren van de stijging niet overschrijdt, op een overzichtelijke en bevattelijke manier. De lidstaten zorgen ervoor dat afnemers de mogelijkheid krijgen contracten op te zeggen indien zij de hun door de gasleverancier aangemelde nieuwe voorwaarden niet aanvaarden;
c) transparante informatie ontvangen over geldende prijzen en tarieven en over standaardvoorwaarden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van gasdiensten;
d) een ruime keuze van betalingswijzen wordt geboden , die geen enkele categorie klanten discrimineert . Ieder verschil in voorwaarden komt overeen met de kosten die de verschillende betalingswijzen voor de leverancier meebrengen. De algemene voorwaarden van de contracten dienen eerlijk en transparant te zijn. Zij zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal. Afnemers worden beschermd tegen oneerlijke of misleidende verkoopmethoden , ook niet-contractuele hindernissen die door de handel opgeworpen worden, bijvoorbeeld overdreven uitgebreide contractuele documenten ;
e) geen kosten in rekening worden gebracht indien zij van leverancier veranderen;
f) transparante, eenvoudige en goedkope procedures ter beschikking krijgen voor het afhandelen van hun klachten. Meer in het bijzonder hebben alle verbruikers recht op dienstverlening en klachtenbehandeling door hun gasleverancier. Door middel van dergelijke procedures moeten geschillen billijk en snel , en binnen drie maanden, kunnen worden beslecht, zo nodig via een systeem van terugbetaling en/of vergoeding. Hierbij dienen zoveel mogelijk de beginselen van Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie te worden gevolgd;
g) die op het gassysteem zijn aangesloten, in kennis worden gesteld van hun recht om, in overeenstemming met de geldende nationale wetgeving, te worden voorzien van aardgas van een bepaalde kwaliteit tegen een redelijke prijs.
h) gemakkelijk in staat zijn om naar een nieuwe leverancier over te stappen en over hun verbruiksgegevens beschikken, en met hun uitdrukkelijke instemming en zonder kosten elke gemachtigde leverancier toegang tot de metergegevens kunnen verlenen. De instantie die de gegevens onder haar hoede heeft, is verplicht om ze de leverancier mee te delen. De lidstaten leggen een opmaak voor de gegevens en een inzageprocedure voor leveranciers en verbruikers vast. Voor de betreffende dienstverlening kunnen er de verbruiker geen bijkomende kosten aangerekend worden;
i) naar behoren over hun daadwerkelijk gasverbruik en kosten op de hoogte gebracht worden, minstens om de drie maanden. Voor die dienstverlening kunnen er de verbruiker geen bijkomende kosten aangerekend worden. De lidstaten zorgen ervoor dat de invoering van slimme meters met zo weinig mogelijk hinder voor de verbruiker verloopt en binnen de 10 jaar na het van kracht worden van Richtlijn .../.../EG voltooid is, hetgeen onder de verantwoordelijkheid van de distributiesysteembeheerder of leveringsbedrijven valt. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de ontwikkelingen en hun toepassingen en leggen er gemeenschappelijke normen voor vast. De lidstaten zorgen ervoor dat de minimumnormen voor technische uitvoering en functionele vereisten van de meters de interoperabiliteit in het oog houden om de verbruikers zo ruim mogelijke voordelen tegen zo gering mogelijke kosten te bieden;
(j bis) bij verandering van leveringsbedrijf niet meer dan een maand na kennisgeving aan hun vorige leveringsbedrijf een laatste afsluitende rekening ontvangen.
Amendement 112
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 2 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  De lidstaten trekken alle wetten, regelingen en bestuursrechtelijke bepalingen in die aardgasbedrijven en regelgevende of andere instanties verhinderen om hun taken te vervullen of hun bevoegdheden of verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn uit te oefenen.
Amendement 113
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 2 – lid 2 ter (nieuw)
2 ter.  De Commissie brengt het Europees Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit over de formele en praktische omzetting van deze richtlijn in elke lidstaat.
Amendement 114
Voorstel voor een richtlijn – wijzigingsbesluitArtikel 2 – lid 2 quater (nieuw)
2 quater. Indien een overheidsbedrijf direct of indirect betrokken is bij de aankoop van delen van een verticaal geïntegreerde onderneming, dan wordt de prijs ter vereffening van een dergelijke transactie medegedeeld aan de Commissie. Hierbij wordt ook een verklaring van een internationale accountantsfirma betreffende de onderliggende vermogenswaarde verstrekt. De Commissie mag deze informatie alleen gebruiken om controle op staatssteun uit te oefenen.
Laatst bijgewerkt op: 10 juli 2008Juridische mededeling