Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/0249(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0316/2008

Ingediende teksten :

A6-0316/2008

Debatten :

PV 02/09/2008 - 10
CRE 02/09/2008 - 10

Stemmingen :

PV 24/09/2008 - 8.1
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0450

Door het Parlement aangenomen teksten
Woensdag 24 september 2008 - Brussel Voorlopige uitgave
Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt ***I
P6_TA-PROV(2008)0450A6-0316/2008

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 24 september 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (COM(2007)0699 – C6-0428/2007 – 2007/0249(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement ,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0699),

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0428/2007),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie begrotingscontrole, de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie cultuur en onderwijs, de Commissie juridische zaken en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0316/2008),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   stelt vast dat de Commissie heeft meegedeeld voornemens te zijn het nieuwe Europees Telecomregelgeversorgaan (ETO) via subrubriek 1a van het meerjarig financieel kader 2007 - 2013 te financieren, gedeeltelijk door herschikking en gedeeltelijk door een stijging in de periode 2009 - 2013; wijst er echter op dat de begrotingsautoriteit tot dusverre nog geen enkele informatie heeft ontvangen over de details van deze operatie, zodat het nog altijd niet duidelijk is welke programma's of prioriteiten worden getroffen, wat de gevolgen daarvan zijn gedurende de financiële periode en of er in subrubriek 1a voldoende marge overblijft;

3.   wijst erop dat het voorgestelde ETO ook administratieve taken zal vervullen en de Commissie zal bijstaan; is derhalve van mening dat alle mogelijkheden van het meerjarig financieel kader 2007 - 2013, inclusief rubriek 5 waar nog voldoende marges beschikbaar lijken te zijn, moeten worden onderzocht om het nieuwe orgaan te financieren;

4.   onderstreept dat de bepalingen van punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(1) (IIA) van toepassing zijn op de oprichting van het ETO; benadrukt dat, mocht de wetgevingsautoriteit besluiten tot oprichting van een dergelijk orgaan, het Parlement onderhandelingen zal aanknopen met de andere tak van de begrotingsautoriteit om tijdig tot een akkoord te komen over de financiering van dit orgaan overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het IIA;

5.   verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

6.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 4
Voorstel voor een verordeningOverweging 1
(1)  Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn), Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (toegangsrichtlijn), Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn), Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (universeledienstrichtlijn) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (hierna samen "de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen" genoemd) beogen een interne markt voor elektronische communicatie in de Gemeenschap tot stand te brengen waarbij een hoge mate van investeringen, innovatie en consumentenbescherming wordt gewaarborgd via verhoogde concurrentie.
(1)  Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn), Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (toegangsrichtlijn), Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn), Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (universeledienstrichtlijn) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (hierna samen "de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen" genoemd), alsmede de resolutie van het Europees Parlement van 21 juni 2007 over consumentenvertrouwen in een digitale omgeving 1 , beogen een interne markt voor elektronische communicatie in de Gemeenschap tot stand te brengen waarbij een hoge mate van investeringen, innovatie en consumentenbescherming wordt gewaarborgd via verhoogde concurrentie.
___________________
1 PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 370.
Amendement 5
Voorstel voor een verordeningOverweging 2
(2)  Het regelgevingskader voor elektronische communicatie uit 2002 creëert een regelgevingsstelsel waarvoor de nationale regelgevende instanties instaan, en bepaalt dat deze autoriteiten met elkaar en met de Commissie moeten samenwerken om de ontwikkeling van een consistente regelgeving en de consistente toepassing in de Gemeenschap van het regelgevingskader te waarborgen.
(2)  Het regelgevingskader voor elektronische communicatie uit 2002 creëert een regelgevingsstelsel waarvoor de nationale regelgevende instanties ("NRI's") instaan, en bepaalt dat deze autoriteiten met elkaar en met de Commissie moeten samenwerken om de ontwikkeling van een consistente regelgeving en de consistente toepassing in de Gemeenschap van het regelgevingskader te waarborgen, waarbij echter ruimte wordt gelaten voor regelgevingsconcurrentie tussen de NRI's in het licht van de specifieke omstandigheden op de nationale markt .
Amendement 6
Voorstel voor een verordeningOverweging 3
(3)  Bij Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging [22] (hierna "de ENISA-verordening") werd in 2004 het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA) voor een periode van vijf jaar opgericht om een hoog en doeltreffend niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Gemeenschap te waarborgen met het oog op de ontwikkeling van een cultuur van netwerk- en informatiebeveiliging ten behoeve van de burgers, de consumenten, de bedrijven en de overheidsorganisaties van de Europese Unie, en een vlotter functioneren van de interne markt.
Schrappen
Amendement 7
Voorstel voor een verordeningOverweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)  Het Europees Telecomregelgeversorgaan (ETO) moet worden opgericht om te zorgen voor de coördinatie tussen de NRI's van de lidstaten zonder de bestaande benaderingen van de regelgeving zodanig te harmoniseren dat de regelgevingsconcurrentie ondermijnd wordt.
Amendement 8
Voorstel voor een verordeningOverweging 7
(7)  Daarom wordt gepleit voor een solidere institutionele basis voor de oprichting van een instantie die de vakkennis en de ervaring van de nationale regelgevende instanties bundelt, en voor een duidelijk gedefinieerde reeks bevoegdheden. Deze instantie moet reële autoriteit in de ogen van haar leden uitoefenen en de sector reguleren via de kwaliteit van haar output.
(7)  Daarom wordt gepleit voor een solidere institutionele basis voor de oprichting van een instantie die de vakkennis en de ervaring van de NRI's bundelt, en voor een duidelijk gedefinieerde reeks bevoegdheden. Deze instantie moet autoriteit in de ogen van haar leden uitoefenen en de sector reguleren via de kwaliteit van haar output.
Amendement 9
Voorstel voor een verordeningOverweging 10
(10)  De mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 1 juni 2007 inzake de evaluatie van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA)bevat een beoordeling van een extern deskundigenverslag over de activiteiten van het agentschap sinds de oprichting ervan en de aanbevelingen van de raad van bestuur van ENISA, en gaf de aanzet tot een openbare raadpleging. De belangrijkste resultaten van het deskundigenverslag bevestigden de juistheid van het beleid achter de oprichting van ENISA en zijn oorspronkelijke doelstellingen, en met name zijn bijdrage aan de verwezenlijking van een echte interne markt voor elektronische communicatie.
Schrappen
Amendement 10
Voorstel voor een verordeningOverweging 11
(11)  Tegelijkertijd werd een aantal problemen vastgesteld, met name logistieke problemen en problemen met betrekking tot de organisatiestructuur en de samenstelling en de omvang van het personeel. De belangrijkste taken van ENISA zouden zich moeten ontwikkelen tot een centraal onderdeel van de Autoriteit, die er op basis van een duidelijkere definiëring van de doelstellingen en taken voor moet zorgen dat deze doelstellingen en taken doeltreffender, gerichter, kosteneffectiever en in overeenstemming met de beginselen van betere regelgeving kunnen worden uitgevoerd door één autoriteit met bevoegdheden voor zaken die ressorteren onder het regelgevingskader van de EU voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten.
Schrappen
Amendement 11
Voorstel voor een verordeningOverweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)  De huidige aanpak om te zorgen voor een grotere samenhang tussen de NRI's door middel van de uitwisseling van informatie en kennis over praktische ervaringen is al succesvol gebleken in de korte tijd die na het gebruik ervan is vertreken. Intensievere coördinatie tussen alle regelgevende instanties op nationaal en Europees niveau is echter nodig om de interne markt voor elektronische-communicatiediensten te begrijpen en verder te ontwikkelen ten einde de samenhang van de regelgeving te versterken.
Amendement 12
Voorstel voor een verordeningOverweging 12
(12)  Daarom moet een nieuw communautair orgaan worden opgericht, de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (hierna "de Autoriteit" genoemd) . De Autoriteit zou een reële bijdrage leveren aan de voltooiing van de interne markt door de Commissie en de nationale regelgevende instanties bij te staan. Zij zou als referentiepunt fungeren en vertrouwen scheppen door haar onafhankelijkheid, de kwaliteit van haar advies en informatie, de transparantie van haar procedures en werkmethoden, en de toewijding bij de uitvoering van haar taken.
(12)  Daarom moet een nieuw orgaan worden opgericht, het ETO . Het ETO zou een reële bijdrage leveren aan de voltooiing van de interne markt door de Commissie en de "NRI's" bij te staan. Het zou als referentiepunt fungeren en vertrouwen scheppen door zijn onafhankelijkheid, de kwaliteit van zijn advies en informatie, de transparantie van zijn procedures en werkmethoden, en de toewijding bij de uitvoering van zijn taken.
(Dit amendement is van toepassing op de gehele tekst. Indien dit wordt aangenomen, dienen door de gehele tekst dienovereenkomstige wijzigingen te worden aangebracht.)
Amendement 13
Voorstel voor een verordeningOverweging 14
(14)  De Autoriteit moet de ERG vervangen en als het exclusieve forum fungeren voor de samenwerking tussen nationale regelgevende instanties bij de uitvoering van al hun taken in het kader van het regelgevingskader.
(14)  Het ETO zal de ERG vervangen en als exclusief forum fungeren voor de samenwerking tussen NRI's en tussen deze instanties en de Commissie bij de uitvoering van al hun taken in het kader van het regelgevingskader.
Amendement 14
Voorstel voor een verordeningOverweging 15
(15)  De Autoriteit moet worden opgericht binnen de bestaande institutionele structuur en het bestaande machtsevenwicht van de Gemeenschap. Zij moet voor technische kwesties onafhankelijk kunnen fungeren en over juridische, administratieve en financiële autonomie beschikken. Daarom is het noodzakelijk en aangewezen dat de Autoriteit een communautair orgaan met rechtspersoonlijkheid is dat de uit hoofde van deze verordening toegewezen taken uitvoert.
(15)  Het ETO moet worden opgericht binnen de bestaande institutionele structuur en het bestaande machtsevenwicht van de Gemeenschap. Het moet voor technische kwesties onafhankelijk kunnen fungeren en over juridische, administratieve en financiële autonomie beschikken. Daarom is het noodzakelijk dat het ETO een communautair orgaan met rechtspersoonlijkheid is dat de uit hoofde van deze verordening toegewezen taken uitvoert.
Amendement 15
Voorstel voor een verordeningOverweging 16
(16)  De Autoriteit moet voortbouwen op nationale en communautaire inspanningen en daarom haar taken in nauwe samenwerking met de nationale regelgevende instanties en de Commissie uitvoeren en open staan voor contacten met het bedrijfsleven, consumentengroepen en andere betrokken partijen.
(16)  Het ETO moet voortbouwen op nationale en communautaire inspanningen en daarom zijn taken in nauwe samenwerking met de NRI's en de Commissie uitvoeren en open staan voor contacten met het bedrijfsleven, consumentengroepen, culturele belangengeroepen en andere betrokken partijen.
Amendement 16
Voorstel voor een verordeningOverweging 17
(17)  Deze verordening en de Autoriteit die bij deze verordening wordt opgericht, moeten een integrerend deel vormen van het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicati e. De Autoriteit moet met name een belangrijke rol spelen in het kader van de mechanismen voor de consolidering van de interne markt voor elektronische communicatie en voor de uitvoering van marktanalysen in bepaalde omstandigheden.
(17)  Het ETO moet een belangrijke rol spelen in het kader van de mechanismen voor de consolidering van de interne markt voor elektronische communicatie en voor de uitvoering van marktanalysen in bepaalde omstandigheden.
Amendement 17
Voorstel voor een verordeningOverweging 18
(18)  De Autoriteit moet de Commissie en de nationale regelgevende instanties bijgevolg advies verlenen in overeenstemming met het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie en zo helpen bij de daadwerkelijke toepassing ervan.
(18)  Het ETO moet de Commissie en de NRI's, alsook het Europees Parlement, wanneer dit hierom verzoekt, bijgevolg advies verlenen in overeenstemming met het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie en zo helpen bij de daadwerkelijke toepassing ervan.
Amendement 18
Voorstel voor een verordeningOverweging 19
(19)  De Autoriteit moet de Commissie bijstaan bij elke uitbreiding van de communautaire verplichtingen op het gebied van nummerportabiliteit. Een dergelijke uitbreiding kan met name betrekking hebben op het bereik van de te porteren informatie of de soorten netwerken (d.w.z. vast of mobiel) waartussen nummers en informatie moeten worden geporteerd. Bij veranderingen van deze verplichting moet rekening worden gehouden met de prijzen voor de gebruikers, de omschakelingskosten voor de ondernemingen en de ervaringen in de lidstaten.
Schrappen
Amendement 19
Voorstel voor een verordeningOverweging 20
(20)  De Autoriteit moet de Commissie bijstaan door de maatregelen die de lidstaten nemen om de burgers te informeren over het bestaan en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees alarmnummer "112", jaarlijks te evalueren. De jaarlijkse evaluatie van de Autoriteit moet best practices en resterende problemen opsporen en het niveau van bescherming en veiligheid van in de Europese Unie reizende burgers helpen verbeteren.
(20)  De jaarlijkse evaluatie van het ETO moet best practices en resterende problemen opsporen en het niveau van voordelen voor de in de Europese Unie reizende burgers helpen verbeteren.
Amendement 20
Voorstel voor een verordeningOverweging 21
(21)  In het kader van de doelstellingen van Beschikking 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) kan de Commissie het onafhankelijk deskundig advies van de Autoriteit inwinnen over het gebruik van de radiofrequenties in de Gemeenschap. Het advies kan specifiek technisch onderzoek impliceren, evenals economische en sociale effectbeoordelingen en analysen met betrekking tot beleidsmaatregelen inzake frequenties. Het kan ook kwesties omvatten met betrekking tot de uitvoering van artikel 4 van Beschikking 676/2002/EG, waarbij de Autoriteit gevraagd kan worden de Commissie te adviseren over de resultaten die bereikt zijn in het kader van opdrachten van de Commissie aan de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT).
(21)  In het kader van de doelstellingen van Beschikking 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) kan de Commissie waar van toepassing het onafhankelijk deskundig advies van het ETO inwinnen over het gebruik van de radiofrequenties in de Gemeenschap. Het advies kan specifiek technisch onderzoek impliceren, evenals economische en sociale effectbeoordelingen en analysen met betrekking tot beleidsmaatregelen inzake frequenties. Het kan ook kwesties omvatten met betrekking tot de uitvoering van artikel 4 van Beschikking 676/2002/EG, waarbij het ETO gevraagd kan worden de Commissie te adviseren over de resultaten die bereikt zijn in het kader van opdrachten van de Commissie aan de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT).
Amendement 21
Voorstel voor een verordeningOverweging 22
(22)  Technologische en marktontwikkelingen hebben het potentieel voor de verlening van elektronische-communicatiediensten over de geografische grenzen van individuele lidstaten heen vergroot. Het gevaar bestaat echter dat verschillende wettelijke en regelgevingsvoorwaarden voor het verlenen van deze diensten uit hoofde van de nationale wetgevingen het verlenen van dergelijke grensoverschrijdende diensten in toenemende mate zal belemmeren. De Autoriteit moet daarom een sleutelrol spelen bij het vaststellen van geharmoniseerde voorwaarden voor de machtiging van deze diensten – zowel algemene machtigingen als gebruiksrechten voor radiofrequenties of voor nummers – en bij het adviseren van de Commissie over de bijzonderheden van de maatregelen die krachtens Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) moeten worden genomen om tot dergelijke geharmoniseerde voorwaarden te komen.
(22)   Hoewel de elektronische- communicatiesector een van de belangrijkste sectoren is voor de verschuiving naar een geavanceerdere Europese kenniseconomie, en technologische en marktontwikkelingen het potentieel voor de verlening van elektronische-communicatiediensten over de grenzen van individuele lidstaten heen hebben vergroot, bestaat het gevaar dat verschillende wettelijke en regelgevingsvoorwaarden voor het verlenen van deze diensten uit hoofde van de nationale wetgevingen het verlenen van dergelijke grensoverschrijdende diensten in toenemende mate zal belemmeren.
Amendement 22
Voorstel voor een verordeningOverweging 22 bis (nieuw)
(22 bis)  De Commissie erkent dat de mondiale telecommunicatiemarkt mondiaal en grensoverschrijdend van aard is, en stelt vast dat deze markt verschilt van de telecommunicatiediensten die uitsluitend op nationale basis worden verleend en dat er wordt uitgegaan van een interne markt voor alle mondiale telecommunicatiediensten (GTS) die moet worden onderscheiden van louter nationale telecommunicatiediensten. GTS zijn een specifiek geval, waar een harmonisatie van de machtigingsvoorwaarden nodig kan zijn. Het wordt algemeen erkend dat deze diensten, die bestaan uit beheerde commerciële data- en audiodiensten voor multinationale ondernemingen die in diverse landen, en vaak op diverse continenten, zijn gevestigd, inherent een grensoverschrijdend karakter hebben en binnen Europa altijd pan-Europees zijn. Het ETO moet een gemeenschappelijke benadering van de regelgeving ontwikkelen, zodat alle delen van Europa de economische voordelen van geïntegreerde, naadloze diensten kunnen genieten.
Amendement 23
Voorstel voor een verordeningOverweging 23
(23)  De Autoriteit moet met name de behoefte aan een gemeenschappelijke communautaire selectieprocedure voor gebruiksrechten waarvoor geharmoniseerde voorwaarden gelden beoordelen, de Commissie adviseren over de voorwaarden en criteria van een dergelijke selectieprocedure en de aanvragen van ondernemingen voor dergelijke gebruiksrechten in ontvangst nemen en beoordelen. De Autoriteit moet de Commissie ook adviseren over de eventuele intrekking van dergelijke gebruiksrechten.
Schrappen
Amendement 24
Voorstel voor een verordeningOverweging 24
(24)  De Autoriteit moet fungeren als een Europees centrum van expertise over netwerk- en informatiebeveiliging, dat richtsnoeren en advies verstrekt aan het Europees Parlement, de Commissie en door de lidstaten aangestelde bevoegde instanties. De veiligheid en de veerkracht van communicatienetwerken en informatiesystemen blijven een cruciale zorg voor de samenleving en een belangrijk onderdeel van het regelgevingskader van de EU voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten. Het vlotte functioneren van de interne markt dreigt te worden ondermijnd door een heterogene toepassing van de bepalingen inzake veiligheid van de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen. Het advies van de Autoriteit, die op verzoek van de Commissie en de lidstaten technisch raadgevingen biedt, moet de consistente toepassing van deze richtlijnen op nationaal niveau vergemakkelijken.
Schrappen
Amendement 25
Voorstel voor een verordeningOverweging 25
(25)  Er kunnen administratieve vergoedingen worden aangerekend aan leveranciers van elektronische communicatie voor het beheer van het machtigingssysteem en voor het verlenen van gebruiksrechten. Behalve administratieve vergoedingen kunnen gebruikskosten worden geheven voor het gebruik van frequenties en nummers. Om de administratieve lasten voor ondernemingen te verlagen moet de Autoriteit bij een gemeenschappelijke selectieprocedure de administratieve en gebruiksvergoedingen innen en onder de lidstaten herverdelen.
Schrappen
Amendement 26
Voorstel voor een verordeningOverweging 27
(27)  De Autoriteit moet bijdragen aan de ontwikkeling van best practices op het gebied van de regelgeving en aan een consistente toepassing van de regelgeving in de sector elektronische communicatie door de uitwisseling van informatie tussen nationale autoriteiten te bevorderen en geschikte en gemakkelijk toegankelijke informatie ter beschikking van het publiek te stellen. De Autoriteit moet economische en technische kwesties aan de orde kunnen stellen en toegang hebben tot de meest recente informatie om de economische en technische uitdagingen van de zich voortdurend ontwikkelende informatiemaatschappij te kunnen aangaan, bijvoorbeeld op gebieden als netwerk- en informatiebeveiliging en apparatuur voor radiofrequentie-identificatie .
(27)  Investeren en innoveren zijn nauw met elkaar verbonden in de elektronische-communicatiesector. Het ETO moet bijdragen aan de ontwikkeling van best practices op het gebied van de regelgeving en aan een consistente toepassing van de regelgeving in de sector elektronische communicatie door de uitwisseling van informatie tussen nationale autoriteiten te bevorderen en geschikte en gemakkelijk toegankelijke informatie ter beschikking van het publiek te stellen. Het ETO moet economische en technische kwesties aan de orde kunnen stellen en toegang hebben tot de meest recente informatie om de economische en technische uitdagingen van de zich voortdurend ontwikkelende informatiemaatschappij te kunnen aangaan.
Amendement 27
Voorstel voor een verordeningOverweging 28
(28)  Om haar taken uit hoofde van deze verordening te kunnen uitvoeren en een beter inzicht te krijgen in de uitdagingen op het gebied van elektronische communicatie – met inbegrip van bestaande en nieuwe gevaren op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging – moet de Autoriteit bestaande en nieuwe ontwikkelingen kunnen analyseren. Daartoe mag de Autoriteit informatie verzamelen – met name over inbreuken op de veiligheid en de integriteit die belangrijke gevolgen hadden voor de netwerken of de door de nationale regelgevende instanties verleende diensten overeenkomstig artikel 13a, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) – en vragenlijsten verspreiden.
Schrappen
Amendement 28
Voorstel voor een verordeningOverweging 29
(29)  Als centraal punt voor de uitwisseling van informatie over de regelgeving inzake elektronische-communicatiediensten in de Gemeenschap en ten behoeve van meer transparantie en minder administratieve lasten voor verleners en gebruikers van deze diensten moet de Autoriteit een register bijhouden en toegankelijk maken met informatie over het frequentiegebruik in de Gemeenschap op basis van geharmoniseerde en door elke lidstaat op gezette tijden verstrekte informatie. Om de transparantie van de kleinhandelsprijzen voor het voeren en ontvangen van gereguleerde roaminggesprekken in de Gemeenschap te verbeteren en roamende klanten te helpen bij beslissingen over het gebruik van hun mobiele telefoons in het buitenland moet de Autoriteit ervoor zorgen dat alle belanghebbende partijen over actuele informatie over de toepassing van Verordening (EG) nr. 717/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2007 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG beschikken en moet zij de monitoringresultaten jaarlijks publiceren.
(29)  Om de transparantie van de kleinhandelsprijzen voor het voeren en ontvangen van gereguleerde roaminggesprekken in de Gemeenschap te verbeteren en roamende klanten te helpen bij beslissingen over het gebruik van hun mobiele telefoons in het buitenland moet het ETO ervoor zorgen dat alle belanghebbende partijen over actuele informatie over de toepassing van Verordening (EG) nr. 717/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2007 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG beschikken en moet het de monitoringresultaten jaarlijks publiceren.
Amendement 29
Voorstel voor een verordeningOverweging 31
(31)  De Commissie moet de Autoriteit kunnen verzoeken specifieke extra taken uit te voeren die onder haar algemene opdracht vallen en die geacht kunnen worden bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie.
Schrappen
Amendement 30
Voorstel voor een verordeningOverweging 32
(32)  De structuur van de Autoriteit moet op haar taken berekend zijn. Ervaringen met soortgelijke communautaire autoriteiten kunnen een leidraad bieden maar de structuur moet aangepast zijn aan de specifieke behoeften van het communautaire systeem voor regelgeving inzake elektronische communicatie. Vooral de specifieke rol van de nationale regelgevende instanties en hun onafhankelijkheid moeten ten volle aan de orde worden gesteld .
De structuur van het ETO moet slank en op zijn taken berekend zijn. Zij moet aangepast zijn aan de specifieke behoeften van het communautaire systeem voor regelgeving inzake elektronische communicatie. Vooral de specifieke rol van de NRI's en hun onafhankelijkheid, zowel op nationaal als Europees niveau, moeten ten volle worden gerespecteerd .
Amendement 31
Voorstel voor een verordeningOverweging 33
(33)  De Autoriteit moet over de nodige bevoegdheden beschikken om de regelgevingstaken doeltreffend en vooral onafhankelijk uit te voeren. De raad van regelgevers moet daarom onafhankelijk van marktbelangen functioneren en geen instructies vragen of ontvangen van regeringen of andere particuliere of overheidsinstanties.
(33)  Het ETO moet over de nodige bevoegdheden beschikken om zijn taken doeltreffend en vooral onafhankelijk uit te voeren. De raad van regelgevers moet daarom onafhankelijk van marktbelangen functioneren en geen instructies vragen of ontvangen van regeringen of andere particuliere of overheidsinstanties.
Amendement 32
Voorstel voor een verordeningOverweging 34
(34)  Voor een vlot functioneren van de Autoriteit is het noodzakelijk dat de directeur wordt benoemd op grond van verdiensten, bewezen administratieve en managementvaardigheden en kennis en ervaring op het gebied van elektronische-communicatienetwerken, -diensten en -markten. Hij/zij moet zijn/haar taken volledig onafhankelijk en flexibel uitvoeren in het kader van de interne organisatie van de Autoriteit . De directeur moet ervoor zorgen dat de Autoriteit haar taken doeltreffend en onafhankelijk uitvoert.
(34)  Voor een vlot functioneren van het ETO is het noodzakelijk dat de algemeen directeur wordt benoemd op grond van verdiensten, bewezen administratieve en managementvaardigheden en kennis en ervaring op het gebied van elektronische-communicatienetwerken, -diensten en -markten. Hij/zij moet zijn/haar taken volledig onafhankelijk en flexibel uitvoeren in het kader van de interne organisatie van het ETO . De algemeen directeur moet ervoor zorgen dat het ETO zijn taken doeltreffend en onafhankelijk uitvoert.
(Dit amendement is van toepassing op de gehele tekst. Indien dit wordt aangenomen, dienen door de gehele tekst dienovereenkomstige wijzigingen te worden aangebracht.)
Amendement 33
Voorstel voor een verordeningOverweging 36
(36)  Alle partijen voor wie de beslissingen van de Autoriteit gevolgen hebben, moeten een beroep kunnen doen op de nodige rechtsmiddelen. Er moet voor een gepaste beroepsprocedure worden gezorgd zodat beroep kan worden aangetekend tegen beslissingen van de Autoriteit bij een gespecialiseerde kamer van beroep, waarvan de beslissingen kunnen worden aangevochten bij het Hof van Justitie.
Schrappen
Amendement 34
Voorstel voor een verordeningOverweging 37
(37)  De Autoriteit moet niet alleen onafhankelijk en transparant functioneren, maar ook open staan voor contacten met het bedrijfsleven, de consumenten en andere belanghebbende partijen. De Autoriteit moet de samenwerking tussen de verschillende actoren op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging versterken, onder meer door geregeld overleg met het bedrijfsleven, onderzoekscentra en andere belanghebbende partijen te plegen en een netwerk van contactpersonen op te zetten ten behoeve van communautaire organen, door de lidstaten aangestelde overheidsinstanties, particuliere instanties en consumentenorganisaties.
Het ETO moet niet alleen onafhankelijk en transparant functioneren, maar ook open staan voor contacten met onder andere het bedrijfsleven, de consumenten, de vakbonden, overheidsinstanties, onderzoekscentra en andere belanghebbende partijen. Indien nodig, moet het ETO de Commissie bijstaan bij het verspreiden en uitwisselen van best practices onder bedrijven.
Amendement 35
Voorstel voor een verordeningOverweging 38
(38)  De procedures van de Autoriteit moeten daarom waarborgen dat de Autoriteit toegang heeft tot deskundige knowhow en ervaring op het gebied van elektronische communicatie, en met name op technisch complexe en snel veranderende gebieden als netwerk- en informatiebeveiliging .
(38) ) De procedures van het ETO moeten daarom waarborgen dat dit orgaan toegang heeft tot deskundige knowhow en ervaring op het gebied van elektronische communicatie, en met name op technisch complexe en snel veranderende gebieden.
Amendement 36
Voorstel voor een verordeningOverweging 39
(39)  Om te waarborgen dat de Autoriteit bij het uitvoeren van haar taken op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging over de nodige knowhow en ervaring kan beschikken moet een hoofd netwerkbeveiliging worden aangesteld. Er moet een permanente groep van belanghebbenden worden opgericht om het hoofd netwerkbeveiliging te adviseren, de uitwisseling van ervaringen en best practices te bevorderen en regelmatig besprekingen met de particuliere sector, de consumentenorganisaties en andere belanghebbende partijen te voeren.
Schrappen
Amendement 37
Voorstel voor een verordeningOverweging 40
(40)  Om de volledige autonomie en onafhankelijkheid van de Autoriteit te waarborgen moet de Autoriteit over een autonome begroting kunnen beschikken. De begrotingsprocedure van de Gemeenschap blijft van toepassing op eventuele subsidies ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie. Bovendien moet de Rekenkamer de rekeningen onderzoeken overeenkomstig artikel 91 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.
Om de volledige autonomie en onafhankelijkheid van het ETO te waarborgen moet het ETO over een autonome begroting kunnen beschikken. Eenderde van zijn middelen moet afkomstig zijn uit de algemene begroting van de Europese Unie, terwijl tweederde afkomstig moet zijn van de NRI's. De lidstaten dienen erop toe te zien dat de NRI's voor dit doel over adequate en onvoorwaardelijke financiering beschikken. Deze financieringsmethode moet de onafhankelijkheid van het ETO zowel ten opzichte van de lidstaten als van de Commissie onverlet laten.
Amendement 38
Voorstel voor een verordeningOverweging 42
(42)  De Commissie moet financiële straffen kunnen opleggen aan ondernemingen die informatie waarover de Autoriteit moet kunnen beschikken om haar taken efficiënt uit te voeren, niet verstrekken. Ook de lidstaten moeten voor een geschikt kader zorgen om doeltreffende, evenredige en ontradende straffen op te kunnen leggen aan ondernemingen die verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet naleven.
(42)  De Commissie moet de nodige maatregelen kunnen nemen, indien ondernemingen de informatie waarover het ETO moet kunnen beschikken om zijn taken efficiënt uit te voeren, niet verstrekken. De lidstaten moeten ook voor een geschikt kader zorgen om doeltreffende, evenredige en ontradende straffen op te kunnen leggen aan ondernemingen die verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet naleven.
Amendement 39
Voorstel voor een verordeningOverweging 43
(43)  Binnen haar werkterrein, bij het verwezenlijken van haar doelstellingen en bij het uitvoeren van haar taken moet de Autoriteit vooral de voor de communautaire instellingen geldende bepalingen inzake de behandeling van gevoelige documenten naleven . Zo nodig moet voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie in het kader van deze verordening worden gezorgd.
(43)  De NRI's moeten erop toezien dat het ETO binnen zijn werkterrein, bij het verwezenlijken van zijn doelstellingen en bij het uitvoeren van zijn taken vooral de voor de communautaire instellingen geldende bepalingen inzake de behandeling van gevoelige documenten naleeft . Zo nodig moet voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie in het kader van deze verordening worden gezorgd.
Amendement 40
Voorstel voor een verordeningOverweging 44
(44)  De Autoriteit moet het Gemeenschapsrecht toepassen met betrekking tot de toegang van het publiek tot documenten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en met betrekking tot de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.
(44)  De NRI's moeten erop toezien dat het ETO het Gemeenschapsrecht toepast met betrekking tot de toegang van het publiek tot documenten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en met betrekking tot de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.
Amendement 41
Voorstel voor een verordeningOverweging 45
(45)  Derde landen moeten bij de werkzaamheden van de Autoriteit kunnen worden betrokken overeenkomstig door de Gemeenschap te sluiten overeenkomsten.
Schrappen
Amendement 42
Voorstel voor een verordeningOverweging 46
(46)  Er moet voor een vlotte overgang worden gezorgd voor de lopende activiteiten van ENISA die tot het werkterrein van de Autoriteit behoren.
Schrappen
Amendement 43
Voorstel voor een verordeningOverweging 47
(47)  De voor de toepassing van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden goedgekeurd overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.
Schrappen
Amendement 44
Voorstel voor een verordeningOverweging 48
(48)  De Commissie moet vooral de bevoegdheid krijgen om de informatie in de bijlage bij deze verordening aan te passen aan technische of marktontwikkelingen. Aangezien het gaat om maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, moeten ze worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5bis van Besluit 1999/468/EG.
Schrappen
Amendement 45
Voorstel voor een verordeningOverweging 49
(49)  Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde actie – het beter functioneren van de interne markt voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten en de ontwikkeling van Gemeenschapswijde elektronische communicatie – niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt in het licht van de Europese draagwijdte van deze verordening, en daarom beter op communautair niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel van hetzelfde artikel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
Schrappen
Amendement 46
Voorstel voor een verordeningOverweging 49 bis (nieuw)
(49 bis)  Voor 1 januari 2014 moet een evaluatie plaatsvinden om te beoordelen of het noodzakelijk is het mandaat van het ETO te verlengen. Indien verlenging gerechtvaardigd is, moeten de procedurele en begrotingsregelingen, alsmede het personeelsbestand worden herzien.
Amendement 47
Voorstel voor een verordeningArtikel 1 – lid 1
1.  Er wordt een Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt opgericht met de in deze verordening vastgestelde verantwoordelijkheden.
1.  Het Europees Telecomregelgeversorgaan (ETO) wordt opgericht met de in deze verordening vastgesteld verantwoordelijkheden. De Commissie adviseert het ETO bij de uitoefening van zijn functies uit hoofde van de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen, zoals uiteengezet in deze verordening.
Amendement 48
Voorstel voor een verordeningArtikel 1 – lid 2
2.  De Autoriteit opereert binnen de werkingssfeer van de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen en doet een beroep op de knowhow van de nationale regelgevende instanties. Door de uitvoering van de in hoofdstuk II en III opgesomde taken draagt de Autoriteit bij aan het beter functioneren van de interne markt voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, en met name de ontwikkeling van Gemeenschapswijde elektronische communicatie en een hoog en doeltreffend niveau van netwerk- en informatiebeveiliging .
2.   Het ETO opereert binnen de werkingssfeer van de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen en doet een beroep op de knowhow van de NRI's . Door de uitvoering van de in hoofdstuk II en III opgesomde taken draagt het ETO bij aan de verbetering van nationale regelgeving in de sector van de elektronische communicatie en het beter functioneren van de interne markt voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, en met name de bevordering van een doelmatige en samenhangende toepassing van het regelgevingskader inzake elektronische communicatie en de ontwikkeling van Gemeenschapswijde elektronische communicatie.
Amendement 49
Voorstel voor een verordeningArtikel 1 – lid 3
3.  De Autoriteit voert haar taken uit in samenwerking met de nationale regelgevende instanties en de Commissie in het kader van een Europees systeem voor de regelgeving van elektronische communicatie .
3.  Het ETO voert zijn taken uit in samenwerking met de NRI's en de Commissie.
Het ETO dient als instrument voor de uitwisseling van informatie en de goedkeuring van samenhangende besluiten door de NRI's. Het vormt een organisationele basis voor de besluitvorming door de NRI's. Het keurt gemeenschappelijke standpunten en opmerkingen goed. Voorts adviseert het de Commissie en helpt het de NRI's bij alle aangelegenheden die onder de taken vallen welke door de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen aan de NRI's zijn toegewezen.
Amendement 50
Voorstel voor een verordeningArtikel 1 – lid 5
5.  De doelstellingen en taken van de Autoriteit doen geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten inzake netwerk- en informatiebeveiliging die buiten de werkingssfeer van het EG-Verdrag vallen, met name die welke onder de titels V en VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie vallen. In ieder geval laten de doelstellingen en de taken van de Autoriteit activiteiten op het gebied van openbare veiligheid, defensie, activiteiten van de staat op het gebied van het strafrecht en de staatsveiligheid (inclusief de economische welvaart van de staat indien de vraagstukken verband houden met de staatsveiligheid) onverlet.
Schrappen
Amendement 51
Voorstel voor een verordeningArtikel 1 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  Het Europees Parlement en de Raad stellen een besluit vast tot oprichting van een bureau dat het ETO van passende middelen moet voorzien. Dit besluit bevat de volgende bepalingen:
(a) het bureau maakt deel uit van de administratie van de Gemeenschap voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en de begrotingsverantwoordelijkheden;
(b) voorzover noodzakelijk voor de zelfstandige uitvoering van de taken van het ETO wordt voorzien in een apart personeelsstatuut voor het bureau;
(c) er worden regels vastgelegd voor de eerste bijeenkomst en het eerste voorzitterschap van het ETO.
Het bureau wordt in Brussel gevestigd.
Amendement 52
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter a
(a) op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief adviezen uitbrengen en de Commissie bijstaan door haar aanvullende technische steun te verlenen met betrekking tot alles wat met elektronische communicatie te maken heeft;
(a) op verzoek van het Europees Parlement of van de Commissie dan wel op eigen initiatief adviezen uitbrengen en het Europees Parlement en de Commissie bijstaan door hun aanvullende technische steun te verlenen met betrekking tot alles wat met elektronische communicatie te maken heeft;
Amendement 53
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter a bis (nieuw)
(a bis) gemeenschappelijke standpunten, richtsnoeren en best practices ontwikkelen voor het opleggen van regelgevingsoplossingen op nationaal niveau en toezien op de tenuitvoerlegging daarvan in de lidstaten;
Amendement 54
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter c
(c) advies verlenen aan marktspelers en nationale regelgevende instanties over regelgeving;
(c) advies verlenen aan marktspelers (met inbegrip van consumenten en consumentenorganisaties) en NRI's over regelgeving;
Amendement 55
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter d bis (nieuw)
(d bis) ervaringen uitwisselen en innovatie op het gebied van de elektronische communicatie bevorderen;
Amendement 56
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter e
(e) advies en bijstand verlenen aan de Commissie of door lidstaten aangestelde bevoegde instanties met betrekking tot kwesties inzake netwerk- en informatiebeveiliging die tot het werkterrein van de Autoriteit behoren;
Schrappen
Amendement 57
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter f
(f) beslissingen nemen in verband met het verlenen van gebruiksrechten voor nummers van de Europese telefoonnummerruimte (ETNS);
Schrappen
Amendement 58
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter g
(g) de Commissie bijstaan bij de selectie van ondernemingen waaraan gebruiksrechten voor radiofrequenties en nummers worden verleend;
Schrappen
Amendement 59
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter h
(h) gebruiksvergoedingen voor gebruiksrechten voor radiofrequenties en nummers innen en herverdelen;
Schrappen
Amendement 60
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 – letter i
(i) aanbevelingen aan de nationale regelgevende instanties doen over grensoverschrijdende geschillen en e-toegankelijkheid.
(i) de NRI's adviseren over grensoverschrijdende geschillen en waar toepasselijk over e-toegankelijkheid.
Amendement 61
Voorstel voor een verordeningArtikel 3 –letter i bis (nieuw)
(i bis) gemeenschappelijk standpunten opstellen over pan-Europese problemen zoals GTS ten einde de consistentie in de regelgeving op te voeren en een pan-Europese markt en pan-Europese regels te bevorderen.
Amendement 62
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 1
1.  Op verzoek van de Commissie brengt de Autoriteit adviezen uit over alle kwesties met betrekking tot elektronische communicatie.
1.  Op verzoek van de Commissie brengt het ETO adviezen uit over alle kwesties met betrekking tot elektronische communicatie zoals voorzien in deze verordening . Het ETO mag ook op eigen initiatief adviezen over deze kwesties uitbrengen aan de Commissie of de NRI's.
Amendement 63
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 2
2.  De Autoriteit draagt met name bij aan de geharmoniseerde toepassing van de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen door de Commissie bij te staan bij de voorbereiding van aanbevelingen of besluiten die overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) door de Commissie moeten worden aangenomen.
2.  Teneinde de geharmoniseerde toepassing van de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen te bevorderen, verzoekt de Commissie het ETO tevens om bijstand bij de voorbereiding van aanbevelingen of besluiten die overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) door de Commissie moeten worden aangenomen. Het Europees Parlement kan het ETO ook om dergelijke bijstand vragen als dit redelijkerwijs vereist is met betrekking tot een onderzoek of wetgeving binnen het kader van de functies van het ETO.
Amendement 64
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – inleidende formule
3.  De in lid 1 vermelde kwesties omvatten :
3.  De in lid 1 bedoelde kwesties zijn :
Amendement 65
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – letter b
(b) de beveiliging en integriteit van openbare elektronische-communicatienetwerken en -diensten, met inbegrip van kwesties in verband met inbreuken op de beveiliging en/of integriteit overeenkomstig artikel 13a van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) en artikel 4 van Richtlijn 2002/58/EG (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie);
Schrappen
Amendement 66
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – letter e
(e) analysen van specifieke nationale markten overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn);
(e) analysen van specifieke nationale markten overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) en, indien nodig, van subnationale markten ;
Amendement 67
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – letter i
(i) kwesties in verband met nummers overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) en toegang tot nummers en diensten in de Gemeenschap overeenkomstig artikel 28 van Richtlijn 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn);
Schrappen
Amendement 68
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – letter o
(o) maatregelen in verband met radiofrequenties overeenkomstig de artikelen 4 en 6 van Beschikking 676/2002/EG (radiospectrumbeschikking);
(o) kwesties die tot de bevoegdheid van het ETO behoren, zoals afgebakend in de kaderrichtlijn en bijzondere richtlijnen, voorzover zij van invloed zijn op of beïnvloed worden door het beheer van het spectrum;
Amendement 69
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – letter p
(p) overeenkomstig de artikelen 6a en 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn):
Schrappen
(i) geharmoniseerde voorwaarden met betrekking tot gebruiksrechten voor radiofrequenties of nummers;
(ii) wijziging of intrekking van op gecoördineerde of geharmoniseerde basis verleende gebruiksrechten;
(iii) de selectie van ondernemingen waaraan gebruiksrechten voorfrequenties of nummers kunnen worden verleend voor diensten met een grensoverschrijdend potentieel.
Amendement 70
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 3 – letter p bis (nieuw)
(p bis) maatregelen ter waarborging van de opstelling van gemeenschappelijke pan-Europese voorschriften en eisen voor de aanbieders van GTS.
Amendement 71
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 4
4.  Bovendien voert de Autoriteit de specifieke taken van de artikelen 5 tot en met 23 uit.
4.  Bovendien kan de Commissie het ETO verzoeken de specifieke taken van de artikelen 5 tot en met 23 uit te voeren .
Amendement 72
Voorstel voor een verordeningArtikel 4 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  De Commissie en de NRI's houden zoveel mogelijk rekening met de adviezen die door het ETO worden uitgebracht. Wanneer het ETO alternatieve oplossingen voorstelt, in het licht van uiteenlopende marktvoorwaarden en de noodzakelijke consistentie van de diverse nationale regelgevingsbenaderingen, overwegen de NRI's welke oplossing het best in hun regelgevingsbenadering past. De NRI's en de Commissie maken de wijze waarop het advies van het ETO in aanmerking is genomen, openbaar.
Amendement 73
Voorstel voor een verordeningArtikel 5 – lid 2
2.  De Autoriteit brengt uiterlijk vier weken na de inkennisstelling bij de Commissie advies uit over de betreffende ontwerpmaatregel. Het advies omvat een gedetailleerde en objectieve analyse van de vraag of de ontwerpmaatregel een obstakel voor de interne markt vormt en met het Gemeenschapsrecht verenigbaar is – en met name met de doelstellingen van artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn). Zo nodig geeft de Autoriteit aan welke veranderingen aan de ontwerpmaatregel moeten worden aangebracht om deze doelstellingen zo doeltreffend mogelijk te verwezenlijken.
2.  Het ETO brengt uiterlijk 4 weken na de inkennisstelling bij de Commissie advies uit over de betreffende ontwerpmaatregel. Het advies omvat een gedetailleerde en objectieve analyse van de vraag of de ontwerpmaatregel een obstakel voor de interne markt vormt en met het Gemeenschapsrecht verenigbaar is – en met name met de doelstellingen van artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn). Zo nodig verzoekt de Commissie het ETO aan te geven welke veranderingen aan de ontwerpmaatregel moeten worden aangebracht om deze doelstellingen zo doeltreffend mogelijk te verwezenlijken.
Amendement 74
Voorstel voor een verordeningArtikel 7 – lid 2
2.  Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) een transnationale markt heeft vastgesteld, voert de Autoriteit de marktanalyse in samenwerking met de nationale regelgevende instanties uit overeenkomstig artikel 16, lid 5, van die richtlijn en brengt zij hierover advies bij de Commissie uit .
2.  Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) een transnationale markt heeft vastgesteld, kan het ETO op verzoek bijstand verlenen aan de NRI's die betrokken zijn bij de gezamenlijke marktanalyse overeenkomstig artikel 16, lid 5, van die richtlijn.
Amendement 75
Voorstel voor een verordeningArtikel 7 – lid 3
3.  Wanneer de Autoriteit concludeert dat er op de betreffende transnationale markt onvoldoende concurrentie is, omvat haar advies aan de Commissie een ontwerpmaatregel waarin de ondernemingen worden vermeld die volgens haar moeten worden aangewezen als ondernemingen met een aanzienlijke marktmacht op die markt, evenals de verplichtingen die moeten worden opgelegd.
Schrappen
Amendement 76
Voorstel voor een verordeningArtikel 7 – lid 4
4.  Alvorens krachtens de leden 1 of 3 advies uit te brengen, raadpleegt de Autoriteit de nationale regelgevende instanties en de nationale concurrentieautoriteiten en organiseert zij een openbare raadpleging overeenkomstig artikel 42 van deze verordening.
Schrappen
Amendement 77
Voorstel voor een verordeningArtikel 8 – lid 1
1.  De autoriteit kan beslissingen nemen in verband met het verlenen van gebruiksrechten voor nummers van de Europese telefoonnummerruimte (ETNS) overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn). De Autoriteit is ook verantwoordelijk voor het beheer en de ontwikkeling van de Europese telefoonnummerruimte (ETNS) namens de lidstaten waaraan het kengetal 3883 is toegekend.
Schrappen
Amendement 78
Voorstel voor een verordeningArtikel 8 – lid 2
2.  De Autoriteit voert taken uit in verband met het beheer van geharmoniseerde nummerreeksen overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn).
Schrappen
Amendement 79
Voorstel voor een verordeningArtikel 8 – lid 3
3.  De Autoriteit werkt met de nationale regelgevende instanties samen rond kwesties in verband met fraude of het misbruik van nummervoorraden in de Gemeenschap, met name voor grensoverschrijdende diensten. De Autoriteit kan advies uitbrengen over maatregelen die op communautair of nationaal niveau worden genomen om fraude, misbruik en andere problemen voor de consument inzake nummering aan te pakken.
3.  Op verzoek van de Commissie werkt het ETO met de NRI's samen rond kwesties in verband met fraude of het misbruik van nummervoorraden in de Gemeenschap, met name voor grensoverschrijdende diensten. Het ETO kan advies uitbrengen over maatregelen die op communautair of nationaal niveau worden genomen om fraude, misbruik en andere problemen voor de consument inzake nummering aan te pakken.
Amendement 80
Voorstel voor een verordeningArtikel 9 – lid 1
1.  De Autoriteit onderwerpt de maatregelen van de lidstaten om de burgers over het bestaan en het gebruik van het Europees alarmnummer 112 in te lichten jaarlijks aan een evaluatie op basis van de informatie die zij ontvangt krachtens artikel 26, lid 4, van Richtlijn 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn). De resultaten van de evaluatie worden opgenomen in het in artikel 21, lid 2, vermelde jaarverslag.
Schrappen
Amendement 81
Voorstel voor een verordeningArtikel 10 – lid 1
1.  De Autoriteit verleent op verzoek advies aan de Commissie en voert studies en evaluaties uit – vooral over technische en economische aspecten – met betrekking tot het gebruik van radiofrequenties voor elektronische communicatie in de Gemeenschap.
1.  Het ETO verleent op verzoek advies aan de Commissie, aan de Beleidsgroep Radiospectrum ("RSPG") of het Radiospectrumcomité ("RSC"), waar nodig, met betrekking tot zaken die binnen het kader van de taken van het ETO vallen welke van invloed zijn op of worden beïnvloed door het gebruik van radiofrequenties voor elektronische communicatie in de Gemeenschap. Het ETO dient waar nodig nauw samen te werken met de RSPG en het RSC.
Amendement 82
Voorstel voor een verordeningArtikel 10 – lid 3
3.  De Autoriteit verleent op verzoek advies aan de Commissie over de ontwikkeling van de in artikel 6, lid 3, van Beschikking 676/2002/EG (radiospectrumbeschikking) vermelde gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen, op voorwaarde dat deze doelstellingen onder de elektronische-communicatiesector vallen.
3.  De Commissie kan het ETO verzoeken aan de RSPG of het RSC advies uit te brengen in verband met het advies van het RSC aan de Commissie over de ontwikkeling van de in artikel 6, lid 3, van Beschikking 676/2002/EG (radiospectrumbeschikking) vermelde gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen, op voorwaarde dat deze doelstellingen onder de elektronische-communicatiesector vallen.
Amendement 83
Voorstel voor een verordeningArtikel 10 – lid 4
4.  De Autoriteit publiceert een jaarverslag over toekomstige frequentieontwikkelingen in de elektronische-communicatiesector en beleidsmaatregelen waarin op potentiële behoeften en uitdagingen wordt gewezen.
4.  Het ETO levert waar nodig een bijdrage aan verslagen die worden gepubliceerd door de Commissie, de RSPG, het RSC dan wel andere relevante organen over toekomstige frequentieontwikkelingen in de elektronische-communicatiesector en beleidsmaatregelen waarin op potentiële behoeften en uitdagingen wordt gewezen.
Amendement 84
Voorstel voor een verordeningArtikel 11 – lid 1
1.  Op verzoek van de Commissie brengt de Autoriteit bij de Commissie advies uit over de reikwijdte en de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen waarin artikel 6a van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) voorziet. Dit kan met name inhouden dat de Autoriteit de voordelen voor de interne markt voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten van de door de Commissie krachtens artikel 6a van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) genomen [uitvoerings]maatregelen beoordeelt en vaststelt welke diensten met een Gemeenschapswijd potentieel van deze maatregelen zouden profiteren.
1.  De Commissie kan het ETO verzoeken aan de Commissie, de RSPG of het RSC advies uit te brengen over de reikwijdte en de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen waarin artikel 6a van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) voorziet. Dit kan met name inhouden dat het ETO de voordelen voor de interne markt voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten van de door de Commissie krachtens artikel 6a van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) genomen [uitvoerings]maatregelen beoordeelt en vaststelt welke diensten met een Gemeenschapswijd potentieel van deze maatregelen zouden profiteren.
Amendement 85
Voorstel voor een verordeningArtikel 11 – lid 2
2.  Wanneer het door de Autoriteit krachtens lid 1 uitgebrachte advies verband houdt met de toepassing van een gemeenschappelijke selectieprocedure voor gebruiksrechten die binnen de werkingssfeer van artikel 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) vallen, omvat dat advies met name:
Schrappen
(a) een beschrijving van de elektronische-communicatiediensten die – als ze grensoverschrijdend in de Gemeenschap worden aangeboden – zouden profiteren van het gebruik van frequenties en nummers waarvoor de rechten worden verleend op basis van één enkele procedure en één enkele reeks voorwaarden;
(b) een beschrijving van de nummers en de nummerreeksen die voor dergelijke diensten zouden kunnen worden gebruikt;
(c) een beoordeling van de reële of potentiële vraag naar dergelijke diensten in de Gemeenschap;
(d) een beschrijving van alle als zinvol geachte beperkingen van het aantal in het kader van de gemeenschappelijke selectieprocedure te verlenen gebruiksrechten en de procedures voor de selectie van ondernemingen waaraan deze rechten moeten worden verleend, waarbij zo nodig rekening wordt gehouden met de beginselen van artikel 7 van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn).
Amendement 86
Voorstel voor een verordeningArtikel 11 – lid 3
3.  Op verzoek van de Commissie verduidelijkt of vervolledigt de Autoriteit het krachtens lid 1 uitgebrachte advies binnen de in dat verzoek vermelde termijn.
3.  Op verzoek van de Commissie, de RSPG, het RSC of andere relevante organen verduidelijkt of vervolledigt het ETO het krachtens lid 1 uitgebrachte advies binnen de in dat verzoek vermelde termijn.
Amendement 87
Voorstel voor een verordeningArtikel 12
Artikel 12
Schrappen
Voorstel voor de selectie van ondernemingen
De Autoriteit zal overeenkomstig artikel 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn):
(a) aanvragen van ondernemingen voor gebruiksrechten voor radiofrequenties en nummers ontvangen en verwerken en de aan de ondernemingen overeenkomstig een gemeenschappelijke selectieprocedure opgelegde administratieve kosten en vergoedingen innen;
(b) de gemeenschappelijke selectieprocedure uitvoeren en voorstellen aan welke onderneming(en) overeenkomstig die bepalingen gebruiksrechten kunnen worden verleend;
(c) een verslag bij de Commissie indienen waarin zij de ontvangen aanvragen gedetailleerd beschrijft, de aanvragen beoordeelt, voorstelt aan welke onderneming(en) bij voorkeur gebruiksrechten worden verleend, en deze selectie rechtvaardigt op basis van de in de betreffende uitvoeringsmaatregel vermelde selectiecriteria.
Amendement 88
Voorstel voor een verordeningArtikel 13 – alinea 1
Op verzoek van de Commissie brengt de Autoriteit bij de Commissie advies uit over de intrekking van gebruiksrechten die zijn verleend in het kader van de gemeenschappelijke procedures waarin artikel 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) voorziet.
De Commissie kan het ETO verzoeken aan de Commissie, de RSPG of het RSC advies uit te brengen over de intrekking van gebruiksrechten die zijn verleend in het kader van de gemeenschappelijke procedures waarin artikel 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) voorziet.
Amendement 89
Voorstel voor een verordeningArtikel 14
Artikel 14
Schrappen
Netwerk- en informatiebeveiliging
Naast de in artikel 4, lid 3, onder b), en artikel 19, leden 4 en 5, vermelde taken draagt de Autoriteit bij aan de ontwikkeling van een cultuur van netwerk- en informatiebeveiliging, met name door:
(a) de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten te bevorderen bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke methodes om problemen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging te voorkomen, aan te pakken en te verhelpen;
(b) de Commissie advies te verlenen over onderzoek op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging en over het efficiënte gebruik van risicopreventietechnologie, en activiteiten op het gebied van risicobeoordeling, interoperabele oplossingen voor risicobeheer en studies over oplossingen voor preventiebeheer binnen particuliere en overheidsorganisaties te bevorderen;
(c) bij te dragen aan de inspanningen van de Gemeenschap om samen te werken met derde landen en zo nodig internationale organisaties ter bevordering van een gemeenschappelijke wereldwijde aanpak van problemen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.
Amendement 90
Voorstel voor een verordeningArtikel 15
De Autoriteit kan op eigen initiatief advies bij de Commissie uitbrengen over de in artikel 4, lid 2, artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 3, artikel 10, lid 1, en de artikelen 12, 14, 21 en 22 vermelde zaken.
Het ETO kan op eigen initiatief aan het Europees Parlement en de Commissie advies uitbrengen, met name inzake de in artikel 4, lid 2, artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 3, artikel 10, lid 1, en de artikelen 12, 14, 21 en 22 vermelde zaken, of over andere zaken die het van belang acht.
Amendement 91
Voorstel voor een verordeningArtikel 16
Artikel 16
Schrappen
Innen van administratieve vergoedingen voor door de Autoriteit verleende diensten
1.  De Commissie stelt de administratieve vergoedingen vast die ondernemingen moeten betalen voor diensten die door de Autoriteit overeenkomstig de procedure van artikel 54, lid 2, en op basis van een advies van de Autoriteit worden verleend. De Autoriteit int deze administratieve vergoedingen.
2.  De administratieve vergoedingen die individuele ondernemingen moeten betalen, worden op objectieve, transparante en evenredige wijze vastgesteld, waarbij extra administratieve kosten en kosten tot een minimum worden herleid.
3.  De in lid 1 vermelde administratieve vergoedingen kunnen de volgende kosten omvatten:
(a) de administratieve kosten van de Autoriteit bij het beheer van de selectieprocedure overeenkomstig artikel 12;
(b) de kosten voor het verwerken van beroepsprocedures overeenkomstig artikel 33;
(c) de administratieve kosten van de Autoriteit bij het beheer van de Europese telefoonnummerruimte overeenkomstig artikel 8.
Alle vergoedingen worden uitgedrukt en betaald in euro.
4.  Het bedrag van de administratieve vergoedingen wordt zo vastgesteld dat de inkomsten uit deze vergoedingen in principe volstaan om de kosten van de verleende diensten volledig te dekken.
5.  De Autoriteit publiceert jaarlijks een overzicht van haar administratieve kosten en vergoedingen. Als er een verschil bestaat tussen het totaalbedrag van de vergoedingen en de totale administratieve kosten, brengt de Autoriteit advies bij de Commissie uit over een aanpassing van de vergoedingen.
Amendement 92
Voorstel voor een verordeningArtikel 17
Artikel 17
Schrappen
Het innen en herverdelen van gebruiksvergoedingen voor gebruiksrechten voor radiofrequenties en nummers en van administratieve vergoedingen in het kader van een gemeenschappelijke selectieprocedure
1.  Wanneer ondernemingen gebruiksvergoedingen voor in het kader van een gemeenschappelijke selectieprocedure verleende gebruiksrechten voor radiofrequenties of nummers moeten betalen overeenkomstig artikel 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn), is de Autoriteit verantwoordelijk voor het innen en herverdelen van deze gebruiksvergoedingen.
Nadat de Autoriteit de gebruiksvergoedingen heeft ontvangen, worden ze onder de betreffende lidstaten en de Autoriteit herverdeeld binnen de termijn en volgens de verhouding die door de Commissie krachtens artikel 6b van Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) zijn vastgesteld.
Als Commissie de termijn en de verhouding niet heeft vastgesteld, worden de gebruiksvergoedingen herverdeeld op basis van de bevolking van elke lidstaat die gebruiksrechten heeft moeten verlenen tijdens het laatste volledige jaar voorafgaand aan het begin van de selectieprocedure.
2.  De Autoriteit is verantwoordelijk voor het innen en herverdelen van de administratieve vergoedingen die de geselecteerde ondernemingen na een gemeenschappelijke selectieprocedure voor gebruiksrechten voor frequenties of nummers moeten betalen om de administratieve kosten van de nationale regelgevende instanties voor het toezicht op de naleving van de gemeenschappelijke voorwaarden te dekken.
Nadat de Autoriteit de in eerste alinea vermelde administratieve vergoedingen heeft ontvangen, worden ze onder de betreffende nationale regelgevende instanties herverdeeld overeenkomstig de door de nationale regelgevende instanties verstrekte waarden.
Amendement 93
Voorstel voor een verordeningArtikel 19 – lid 1
1.  Rekening houdend met het elektronische-communicatiebeleid van de Gemeenschap bevordert de Autoriteit de uitwisseling van informatie zowel tussen de lidstaten als tussen de lidstaten, nationale regelgevende instanties en de Commissie over de stand van zaken en de ontwikkeling van regelgevende activiteiten in verband met elektronische-communicatienetwerken en -diensten, met inbegrip van netwerk- en informatiebeveiliging .
1.  Rekening houdend met het elektronische-communicatiebeleid van de Gemeenschap bevordert het ETO de uitwisseling van informatie zowel tussen de lidstaten als tussen de lidstaten, NRI's en de Commissie over de stand van zaken en de ontwikkeling van regelgevende activiteiten in verband met elektronische-communicatienetwerken en -diensten. Gezien de verschillen in marktsituatie en de noodzakelijke constitentie van de diverse nationale regelgevingsbenaderingen kan het ETO binnen het geharmoniseerde regelgevingskader alternatieve oplossingen ontwikkelen.
Amendement 94
Voorstel voor een verordeningArtikel 19 – lid 2 – letter b
(b) studies te bestellen of uit te voeren over elektronische-communicatienetwerken en -diensten en de regulering en bescherming ervan;
(b) studies te bestellen of uit te voeren over elektronische-communicatienetwerken en -diensten en de regulering ervan;
Amendement 95
Voorstel voor een verordeningArtikel 19 – lid 2 – letter c
(c) opleidingen te organiseren en te bevorderen over alles wat met elektronische communicatie te maken heeft .
(c) opleidingen voor de NRI's te organiseren of te bevorderen over onderwerpen die onder de taken van het ETO vallen zoals neergelegd in de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen .
Amendement 96
Voorstel voor een verordeningArtikel 19 – lid 3
3.  De Autoriteit stelt deze informatie in een gemakkelijk toegankelijke vorm ter beschikking van het publiek.
3.  Het ETO stelt deze informatie in een gemakkelijk toegankelijke vorm ter beschikking van het publiek. De vertrouwelijkheid wordt naar behoren geëerbiedigd.
Amendement 97
Voorstel voor een verordeningArtikel 19 – lid 4
4.  De Autoriteit verzamelt informatie – met name overeenkomstig artikel 13a van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) – om bestaande en nieuwe risico's te analyseren. Zij analyseert met name op Europees niveau die risico's die gevolgen kunnen hebben voor de veerkracht en de beschikbaarheid van elektronische-communicatienetwerken en voor de betrouwbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de via deze netwerken toegankelijke en verspreide informatie, en stelt de analyseresultaten ter beschikking van de lidstaten en de Commissie.
Schrappen
Amendement 98
Voorstel voor een verordeningArtikel 19 – lid 5
5.  De Autoriteit draagt bij aan voorlichtingsactiviteiten en de beschikbaarheid van tijdige, objectieve en uitvoerige informatie – onder meer over netwerk- en informatiebeveiliging – voor alle gebruikers door onder meer uitwisselingen van best practices – onder meer inzake het waarschuwen van gebruikers – te bevorderen en synergieën tussen particuliere en overheidsinitiatieven na te streven.
Schrappen
Amendement 99
Voorstel voor een verordeningArtikel 20
Artikel 20
Schrappen
Beheer van het register met informatie over frequenties en van de mobiele-roamingdatabase
1.  Een register in de vorm van een gemeenschappelijk toegangspunt voor het verlenen van informatie over het spectrumgebruik in elke lidstaat wordt ter beschikking van het publiek gesteld om de geharmoniseerde beschikbaarheid van informatie over het gebruik van radiofrequenties in de Gemeenschap te waarborgen. De lidstaten verstrekken de informatie over het gebruik van radiofrequenties op gezette tijden en op verzoek van de Autoriteit. De Autoriteit is verantwoordelijk voor het beheer en de publicatie van het register. Het register bevat de in de bijlage bij deze verordening gedetailleerd beschreven informatie, evenals andere informatie die de Autoriteit geschikt acht. De Commissie kan uitvoeringsmaatregelen nemen om de bijlage aan technische of marktontwikkelingen aan te passen. Maatregelen om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden genomen overeenkomstig de procedure van artikel 54, lid 3.
2.  De Autoriteit is verantwoordelijk voor het beheer en de publicatie van een database over de prijs van stem- en datadiensten voor mobiele klanten die binnen de Gemeenschap roamen, zo nodig met inbegrip van de specifieke kosten van in- en uitgaande roaminggesprekken in de meest perifere regio's van de Gemeenschap. Zij houdt toezicht op de prijsontwikkelingen en publiceert een jaarverslag.
Amendement 100
Voorstel voor een verordeningArtikel 21 – lid 1
1.  De Autoriteit houdt toezicht op de ontwikkelingen op de elektronische-communicatiemarkt,en met name op de kleinhandelsprijzen van producten en diensten waarvan de consumenten zeer vaak gebruikmaken.
1.  De Commissie kan het ETO verzoeken toezicht te houden op de ontwikkelingen op de elektronische-communicatiemarkt, en met name op de kleinhandelsprijzen van producten en diensten waarvan de consumenten zeer vaak gebruikmaken
Amendement 101
Voorstel voor een verordeningArtikel 21 – lid 2
2.  De Autoriteit publiceert een jaarverslag over de ontwikkelingen in de elektronische-communicatiesector – met inbegrip van consumentenkwesties – met een overzicht van de resterende obstakels voor de voltooiing van de interne markt voor elektronische communicatie. Het verslag bevat ook een overzicht en een analyse van de informatie over nationale beroepsprocedures waarin de lidstaten krachtens artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) voorzien, en van de mate waarin in de lidstaten wordt gebruikgemaakt van de in artikel 34 van Richtlijn 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn) vermelde procedures voor buitengerechtelijke beslechting van geschillen.
2.  Het ETO publiceert een jaarverslag over de ontwikkelingen in de elektronische-communicatiesector – met inbegrip van consumentenkwesties – met een overzicht van de resterende obstakels voor de voltooiing van de interne markt voor elektronische communicatie. Het verslag bevat ook een overzicht en een analyse van de informatie over nationale beroepsprocedures waarin de lidstaten krachtens artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) voorzien, en van de mate waarin in de lidstaten wordt gebruikgemaakt van de in artikel 34 van Richtlijn 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn) vermelde procedures voor buitengerechtelijke beslechting van geschillen. Het verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement, dat kan besluiten hierover advies uit te brengen.
Amendement 102
Voorstel voor een verordeningArtikel 21 – lid 3
3.  De Autoriteit kan samen met de publicatie van het jaarverslag advies bij de Commissie uitbrengen over mogelijke maatregelen om de bij de evaluatie van de in lid 1 vermelde kwesties vastgestelde problemen te verhelpen.
3.  De Commissie kan het ETO verzoeken advies uit te brengen over mogelijke maatregelen om de bij de evaluatie van de in lid 1 vermelde kwesties vastgestelde problemen te verhelpen, in combinatie met de publicatie van het jaarverslag. Dit advies wordt voorgelegd aan het Europees Parlement.
Amendement 103
Voorstel voor een verordeningArtikel 21 – lid 4
4.  De Autoriteit publiceert regelmatig een verslag over de in artikel 18 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) vermelde interoperabiliteit van digitale interactieve televisiediensten.
4.  De Commissie kan het ETO verzoeken regelmatig een verslag te publiceren over de in artikel 18 van Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) vermelde interoperabiliteit van digitale interactieve televisiediensten.
Amendement 104
Voorstel voor een verordeningArtikel 22 – lid 1
1.  De Autoriteit verleent op verzoek van de Commissie of advies aan de Commissie en de lidstaten over methoden om de interoperabiliteit van, de toegang tot en het gebruik van elektronische-communicatiediensten en eindapparatuur te verbeteren en zij schenkt daarbij vooral aandacht aan grensoverschrijdende interoperabiliteit. Zij richt een groep op bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, verenigingen van ondernemingen in de elektronische-communicatiesector, verenigingen van eindgebruikers en verenigingen van gehandicapte eindgebruikers. De groep onderzoekt ook de bijzondere behoeften van gehandicapte eindgebruikers en bejaarden.
Het ETO verleent op verzoek van de Commissie of advies aan de Commissie en de NRI's over methoden om de interoperabiliteit van, de toegang tot en het gebruik van elektronische-communicatiediensten en eindapparatuur te verbeteren en schenkt daarbij vooral aandacht aan grensoverschrijdende interoperabiliteit, alsmede aan de bijzondere behoeften van gehandicapte eindgebruikers en bejaarden.
Amendement 105
Voorstel voor een verordeningArtikel 22 – lid 2
2.  De Autoriteit publiceert een jaarverslag over de maatregelen die zijn genomen om de toegang van gehandicapte eindgebruikers tot elektronische-communicatiediensten en
-apparatuur te verbeteren, op basis van door de lidstaten verstrekte informatie en
informatie die de Autoriteit krachtens artikel 33, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG
(universeledienstrichtlijn) heeft ontvangen. Het verslag beschrijft mogelijke maatregelen op communautair of nationaal niveau om de toegankelijkheid te verbeteren. Zo nodig doet de Autoriteit aanbevelingen over maatregelen die op nationaal niveau kunnen worden genomen.
Schrappen
Amendement 106
Voorstel voor een verordeningArtikel 23
De Autoriteit kan op verzoek van de Commissie specifieke extra taken uitvoeren.
Het ETO kan op verzoek van de Commissie specifieke extra taken uitvoeren, indien alle leden het hierover eens zijn.
Amendement 107
Voorstel voor een verordeningArtikel 24
Organen van de Autoriteit
Organen van het ETO
De Autoriteit bestaat uit:
Het ETO bestaat uit:
(a) een raad van bestuur
(a) een raad van regelgevers
(b) een raad van regelgevers
(b) een algemeen directeur
(c) een directeur
(d) een hoofd netwerkbeveiliging
(e) een permanente groep van belanghebbenden
(f) een raad van beroep..
(Dit amendement is op de hele tekst van toepassing. Indien dit wordt aangenomen, dienen in de hele tekst dienovereenkomstige wijzigingen te worden aangebracht.)
Amendement 108
Voorstel voor een verordeningArtikel 25 – lid 1
1.  De raad van bestuur bestaat uit twaalf leden. Zes leden worden benoemd door de Commissie en zes door de Raad. De leden van de raad van bestuur worden zo benoemd dat de hoogste deskundigheid en onafhankelijkheid en een brede relevante vakkennis worden gewaarborgd. De ambtstermijn bedraagt vijf jaar en kan eenmaal worden verlengd .
1.  De raad van regelgevers bestaat uit een lid per lidstaat die het hoofd of de benoemde hoge vertegenwoordiger van de onafhankelijke NRI is met verantwoordelijkheid voor de dagelijkse toepassing van het regelgevingskader in die lidstaat. De NRI's benoemen een plaatsvervanger per lidstaat. De Commissie neemt deel als waarnemer met de voorafgaande toestemming van de raad .
Amendement 109
Voorstel voor een verordeningArtikel 25 – lid 2
2.  De raad van bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een vicevoorzitter. De vicevoorzitter vervangt automatisch de voorzitter als deze zijn of haar taken niet kan uitoefenen. De ambtstermijn van de voorzitter en vicevoorzitter bedraagt tweeënhalf jaar en kan worden verlengd, maar loopt in elk geval af wanneer zij geen lid meer zijn van de raad van bestuur.
2.  De raad van regelgevers kiest uit zijn midden een voorzitter en een vicevoorzitter. De vicevoorzitter vervangt automatisch de voorzitter als deze zijn of haar taken niet kan uitoefenen. De ambtstermijn van de voorzitter en vicevoorzitter bedraagt tweeënhalf jaar, overeenkomstig de verkiezingsprocedures zoals neergelegd in het reglement van orde .
Amendement 110
Voorstel voor een verordeningArtikel 25 – lid 3
3.  De voorzitter roept de raad van bestuur in vergadering bijeen. Tenzij de raad van bestuur anders beslist, neemt de directeur van de autoriteit deel aan de vergadering. De raad van bestuur komt ten minste tweemaal per jaar in gewone zitting bijeen . Hij komt ook bijeen op initiatief van zijn voorzitter, op verzoek van de Commissie of op verzoek van ten minste eenderde van zijn leden. Hij kan eenieder wiens advies van belang kan zijn, uitnodigen om als waarnemer aan zijn vergaderingen deel te nemen. De leden van de raad van bestuur kunnen zich op de door het reglement van orde bepaalde wijze laten bijstaan door adviseurs of deskundigen. De Autoriteit verzorgt het secretariaat van de raad van bestuur.
3.  De voorzitter roept de raad van regelgevers ten minste viermaal per jaar in gewone zitting bijeen. De raad van regelgevers kan in uitzonderingsgevallen ook bijeenkomen op initiatief van zijn voorzitter, op verzoek van de Commissie of op verzoek van ten minste eenderde van zijn leden. De raad van regelgevers kan eenieder wiens advies van belang kan zijn, uitnodigen om als waarnemer aan zijn vergaderingen deel te nemen. De leden van de raad van regelgevers kunnen zich op de door het reglement van orde bepaalde wijze laten bijstaan door adviseurs of deskundigen.
Amendement 111
Voorstel voor een verordeningArtikel 25 – lid 4
4.  De besluiten van de raad van bestuur worden met een meerderheid van tweederde van de aanwezige leden genomen.
4.  De besluiten van de raad van regelgevers worden met een meerderheid van tweederde van de aanwezige leden genomen tenzij anders bepaald in deze verordening, de kaderrichtlijn en de bijzondere richtlijnen. Deze besluiten worden ter kennis van de Commissie gebracht.
De raad van regelgevers keurt het reglement van orde van het ETO met tweederde meerderheid goed. Het reglement van orde waarborgt dat de leden van de raad van regelgevers steeds tijdig voor elke vergadering de volledige agenda en de ontwerpvoorstellen krijgen zodat zij vóór de stemming amendementen kunnen voorstellen.
Amendement 112
Voorstel voor een verordeningArtikel 25 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis.  Bij de uitoefening van de taken die hem bij deze verordening worden toebedeeld, is de raad van regelgevers onafhankelijk en vraagt of aanvaardt hij geen instructies van lidstaten of van publieke of particuliere belangengroeperingen .
Amendement 113
Voorstel voor een verordeningArtikel 25 – lid 5 ter (nieuw)
5 ter.  Het ETO verzorgt voor de raad van regelgevers het secretariaat .
Amendement 114
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – titel en lid 1
Taken van de raad van bestuur
Taken van de raad van regelgevers
1.  Na de raad van regelgevers te hebben geraadpleegd, benoemt de raad van bestuur de directeur overeenkomstig artikel 29, lid 2 .
1.  De raad van regelgevers benoemt de algemeen directeur overeenkomstig [artikel 26 (lid 13 ter)]. De raad van regelgevers neemt alle besluiten met betrekking tot de uitoefening van de taken van het ETO als vermeld in artikel 3.
Amendement 115
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 2
2.  Na de directeur te hebben geraadpleegd, benoemt de raad van bestuur het hoofd netwerkbeveiliging overeenkomstig artikel 31, lid 2.
Schrappen
Amendement 116
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 3
3.  De raad van bestuur benoemt de leden van de raad van regelgevers overeenkomstig artikel 27, lid 1.
Schrappen
Amendement 117
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 4
4.  De raad van bestuur benoemt de leden van de raad van beroep overeenkomstig artikel 32, lid 1.
Schrappen
Amendement 118
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 5
5.  De raad van bestuur stelt jaarlijks vóór 30 september na advies van de Commissie en na goedkeuring overeenkomstig artikel 28, lid 3, van de raad van regelgevers het werkprogramma van de Autoriteit voor het volgende jaar vast en zendt het toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De vaststelling van het werkprogramma geschiedt onverminderd de jaarlijkse begrotingsprocedure.
5.  Na raadpleging van de Commissie, stelt de raad van regelgevers overeenkomstig artikel 30, lid 4 en in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 37 vastgestelde ontwerpbegroting jaarlijks vóór 30 september het werkprogramma van het ETO voor het volgende jaar vast en zendt het toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
Amendement 119
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 6
6.  De raad van bestuur oefent zijn begrotingsbevoegdheden uit volgens de artikelen 36 tot en met 38.
Schrappen
Amendement 120
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 7
7.  De raad van bestuur beslist, na akkoord van de Commissie, over de aanvaarding van alle legaten, schenkingen en subsidies die afkomstig zijn uit andere bronnen van de Gemeenschap.
Schrappen
Amendement 121
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 8
8.  De raad van bestuur treedt als tuchtraad op ten aanzien van de directeur en het hoofd netwerkbeveiliging .
8.  De raad van regelgevers treedt als tuchtraad op ten aanzien van de algemeen directeur.
Amendement 122
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 9
9.  De raad van bestuur bepaalt waar nodig het personeelsbeleid van de Autoriteit overeenkomstig artikel 49, lid 2.
Schrappen
Amendement 123
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 10
10.  De raad van bestuur stelt de bijzondere bepalingen vast inzake het recht van toegang tot de documenten van de Autoriteit overeenkomstig artikel 47.
10.  De raad van regelgevers stelt, namens het ETO, de bijzondere bepalingen vast inzake het recht van toegang tot de documenten van het ETO overeenkomstig artikel 47.
Amendement 124
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 11
11.  De raad van bestuur stelt het jaarverslag over de activiteiten van de Autoriteit op en doet dit uiterlijk op 15 juni toekomen aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de Rekenkamer. Overeenkomstig artikel 28, lid 4, bevat dit verslag een door de raad van regelgevers goedgekeurd afzonderlijk hoofdstuk over de regelgevingswerkzaamheden van de Autoriteit tijdens het verslagjaar .
11.  De raad van regelgevers stelt het jaarverslag over de activiteiten van het ETO op en doet dit uiterlijk op 15 juni toekomen aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de Rekenkamer. Het Europees Parlement kan de voorzitter van de raad van regelgevers of de algemeen directeur vragen zich tot het Parlement te richten voor relevante zaken met betrekking tot de werkzaamheden van het ETO.
Amendement 125
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 13
13.  De raad van bestuur brengt advies bij de Commissie uit over de administratieve vergoedingen die de Autoriteit bij het uitvoeren van haar taken van ondernemingen kan eisen overeenkomstig artikel 16.
Schrappen
Amendement 126
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 13 bis (nieuw)
13 bis.  De raad van regelgevers geeft de algemeen directeur aanwijzingen voor de uitoefening van zijn of haar taken.
Amendement 127
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 13 ter (nieuw)
13 ter.  De raad van regelgevers benoemt de algemeen directeur. De raad neemt dit besluit met een meerderheid van drievierde van zijn leden. De algemeen directeur neemt niet deel aan de voorbereiding van of de stemming over dit besluit.
Amendement 128
Voorstel voor een verordeningArtikel 26 – lid 13 quater (nieuw)
13 quater.  De raad van regelgevers keurt het in artikel 26, lid 11, en artikel 30, lid 8, vermelde afzonderlijke hoofdstuk in het jaarverslag goed over raadgevende werkzaamheden .
(Herplaatsing van de tekst van artikel 28(4).)
Amendement 129
Voorstel voor een verordeningArtikel 27
Artikel 27
Schrappen
De raad van regelgevers
1.  De raad van regelgevers bestaat uit één lid per lidstaat, die aan het hoofd staat van de onafhankelijke nationale regelgevende instantie die verantwoordelijk is voor de dagelijkse toepassing van het regelgevingskader in de lidstaat, de directeur en één vertegenwoordiger van de Commissie zonder stemrecht. De nationale regelgevende instanties benoemen één plaatsvervanger per lidstaat.
2.  De directeur is de voorzitter van de raad van regelgevers.
3.  De raad van regelgevers kiest uit zijn midden een vicevoorzitter. De vicevoorzitter vervangt de voorzitter als deze zijn of haar taken niet kan uitoefenen. De ambtstermijn van de vicevoorzitter bedraagt tweeënhalf jaar en kan worden verlengd, maar loopt in elk geval af wanneer hij/zij geen lid meer is van de raad van regelgevers.
4.  De raad van regelgevers beslist met een gewone meerderheid van stemmen. Met uitzondering van de directeur en de vertegenwoordiger van de Commissie heeft elk lid of diens plaatsvervanger één stem.
5.  De raad van regelgevers stelt zijn reglement van orde vast.
6.  Bij de uitoefening van de taken die hem bij deze verordening worden toebedeeld, is de raad van regelgevers onafhankelijk en verlangt of aanvaardt hij geen instructies van regeringen van lidstaten of van publieke of particuliere betrokken partijen.
7.  De Autoriteit verzorgt het secretariaat van de raad van regelgevers.
Amendement 130
Voorstel voor een verordeningArtikel 28
Artikel 28
Schrappen
Taken van de raad van regelgevers
1.  De raad van regelgevers brengt advies uit bij de directeur alvorens de in de artikelen 4 tot en met 23 vermelde adviezen, aanbevelingen en beslissingen die binnen zijn bevoegdheid vallen, worden vastgesteld. Voorts geeft de raad van regelgevers de directeur richtsnoeren bij de uitoefening van zijn of haar taken.
2.  De raad van regelgevers brengt advies uit over de kandidaat die overeenkomstig
artikel 26, lid 1, en artikel 29, lid 2, wordt voorgedragen als directeur. De raad neemt dit besluit met een meerderheid van drievierde van zijn leden. De directeur neemt niet deel aan de voorbereiding van of de stemming over deze adviezen.
3.  De raad van regelgevers keurt overeenkomstig artikel 26, lid 5, en artikel 30, lid 4, en in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 37 opgestelde ontwerpbegroting het werkprogramma van de Autoriteit voor het volgende jaar goed.
4.  De raad van regelgevers keurt het in artikel 26, lid 11, en artikel 30, lid 9, vermelde afzonderlijke hoofdstuk over regelgevingswerkzaamheden in het jaarverslag goed.
(De leden 1, 3 en 4 van artikel 28 worden overgenomen in respectievelijk de leden 13 bis, 13 sexies en 13 quater van artikel 26.)
Amendement 131
Voorstel voor een verordeningArtikel 29 – lid 1
1.  De Autoriteit wordt geleid door de directeur, die onafhankelijk is bij de uitoefening van zijn/haar taken. Onverminderd de respectieve bevoegdheden van de Commissie, de raad van bestuur en de raad van regelgevers verlangt of aanvaardt de directeur geen instructies van regeringen of andere organen.
1.  Het ETO wordt geleid door de algemeen directeur, die bij de uitoefening van zijn/haar taken verantwoording schuldig is aan en optreedt volgens de instructies van de raad van regelgevers . De algemeen directeur verlangt of aanvaardt verder geen instructies van regeringen of andere organen.
Amendement 132
Voorstel voor een verordeningArtikel 29 – lid 2
2.  De directeur wordt – na overleg met de raad van regelgevers – op grond van verdiensten, bekwaamheden en ervaring op het gebied van elektronische-communicatienetwerken en -diensten door de raad van bestuur benoemd uit ten minste twee door de Commissie voorgedragen kandidaten . Vóór de benoeming kan de door de raad van bestuur gekozen kandidaat worden verzocht een verklaring voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement af te leggen en vragen van de commissieleden te beantwoorden.
2.  De algemeen directeur wordt op grond van verdiensten en de bekwaamheden en ervaring op het gebied van elektronische-communicatienetwerken en -diensten door de raad van regelgevers benoemd. Vóór de benoeming kan de geschiktheid van de door de raad van regelgevers gekozen kandidaat worden onderworpen aan een niet-bindend advies van het Europees Parlement en de Commissie. Hiertoe wordt de kandidaat verzocht een verklaring voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement af te leggen en vragen van de commissieleden te beantwoorden.
Amendement 133
Voorstel voor een verordeningArtikel 29 – lid 3
3.  De ambtstermijn van de directeur bedraagt vijf jaar. In de loop van de negen maanden voordat deze periode afloopt, voert de Commissie een evaluatie uit. Daarbij kijkt de Commissie onder meer naar:
3.  De ambtstermijn van de algemeen directeur bedraagt vijf jaar.
(a) de prestaties van de directeur;
(b) de taken en verplichtingen van de Autoriteit tijdens de volgende jaren.
Amendement 134
Voorstel voor een verordeningArtikel 29 – lid 4 – alinea 1
4.  Na overleg met de raad van regelgevers kan de raad van bestuur op voorstel van de Commissie en rekening houdend met het evaluatieverslag de ambtstermijn van de directeur eenmaal met ten hoogste drie jaar verlengen, als dit op grond van de taken en verplichtingen van de Autoriteit kan worden verantwoord.
4.  De raad van regelgevers kan, rekening houdend met het evaluatieverslag, de ambtstermijn van de algemeen directeur, eenmaal met ten hoogste drie jaar verlengen, als dit op grond van de taken en verplichtingen van het ETO kan worden verantwoord.
Amendement 135
Voorstel voor een verordeningArtikel 29 – lid 5
5.  De directeur kan alleen uit zijn of haar ambt worden ontzet nadat de raad van bestuur na overleg met de raad van regelgevers daartoe heeft besloten. De raad van bestuur neemt dit besluit met een meerderheid van drievierde van zijn leden.
5.  De algemeen directeur kan alleen uit zijn of haar ambt worden ontzet nadat de raad van regelgevers, rekening houdend met het advies van het Europees Parlement, daartoe heeft besloten. De raad van regelgevers neemt dit besluit met een meerderheid van drievierde van zijn leden.
Amendement 136
Voorstel voor een verordeningArtikel 29 – lid 6
6.  Het Europees Parlement of de Raad kunnen de directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitvoering van zijn of haar taken.
6.  Het Europees Parlement en de Raad kunnen de algemeen directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitvoering van zijn of haar taken. Zonodig kan de ter zake bevoegde commissie van het Europees Parlement de algemeen directeur verzoeken vragen van leden te beantwoorden.
Amendement 137
Voorstel voor een verordeningArtikel 30 – lid 2
2.  De directeur bereidt de werkzaamheden van de raad van bestuur voor en neemt, zonder stemrecht, deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur .
2.  De algemeen directeur bereidt de agenda van de raad van regelgevers voor en neemt, zonder stemrecht, deel aan de werkzaamheden van de raad van regelgevers.
Amendement 138
Voorstel voor een verordeningArtikel 30 – lid 3
3.  De directeur stelt na akkoord van de raad van regelgevers de in de artikelen 4 tot en met 23 vermelde adviezen, aanbevelingen en beslissingen vast.
Schrappen
Amendement 139
Voorstel voor een verordeningArtikel 30 – lid 4
4.  De directeur stelt jaarlijks een ontwerpwerkprogramma van de Autoriteit voor het volgende jaar op en dient het voor 30 juni van dat jaar bij de raad van regelgevers en de Commissie in.
4.  De algemeen directeur stelt jaarlijks het ontwerpwerkprogramma van het ETO voor het volgende jaar op en dient het bij de raad van regelgevers in. De raad van regelgevers stelt het ontwerpwerkprogramma vast overeenkomstig artikel 26, lid 5.
De directeur legt het werkprogramma vóór 1 september ter goedkeuring aan de raad van bestuur voor.
Amendement 140
Voorstel voor een verordeningArtikel 30 – lid 5
5.  De directeur zorgt voor de uitvoering van het jaarlijks werkprogramma van de Autoriteit . Hij/zij volgt daarbij de aanwijzingen van de raad van regelgevers en van het hoofd netwerkbeveiliging en staat onder het toezicht van de raad van bestuur .
5.  De algemeen directeur ziet toe op de uitvoering van het jaarlijks werkprogramma van het ETO, die geschiedt volgens de aanwijzingen van de raad van regelgevers.
Amendement 141
Voorstel voor een verordeningArtikel 30 – lid 8
8.  De directeur stelt jaarlijks het ontwerpjaarverslag over de activiteiten van de Autoriteit op met een hoofdstuk over de regelgevingswerkzaamheden van de Autoriteit en een hoofdstuk over financiële en administratieve aangelegenheden.
8.  De algemeen directeur stelt jaarlijks het ontwerpjaarverslag over de activiteiten van het ETO op met een hoofdstuk over de raadgevende werkzaamheden van het ETO en een hoofdstuk over financiële en administratieve aangelegenheden.
Amendement 142
Voorstel voor een verordeningArtikel 30 – lid 9
9.  De directeur oefent jegens het personeel van de Autoriteit de in artikel 49, lid 3, vermelde bevoegdheden uit .
9.  De raad van regelgevers kan de uitoefening van de in artikel 49, lid 3, vermelde bevoegdheden jegens het personeel van het ETO aan de algemeen directeur delegeren .
Amendement 143
Voorstel voor een verordeningArtikel 31
Artikel 31
Schrappen
Het hoofd netwerkbeveiliging
1.  Het hoofd netwerkbeveiliging is verantwoordelijk voor de coördinatie van de taken van de Autoriteit op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging. Het hoofd netwerkbeveiliging ressorteert onder de directeur en brengt bij de directeur verslag uit. Hij/zij stelt jaarlijks het ontwerpwerkprogramma voor deze activiteiten op.
2.  Het hoofd netwerkbeveiliging wordt op grond van verdiensten, bekwaamheden en ervaring op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging door de raad van bestuur voor een periode van vijf jaar benoemd uit ten minste twee door de
Commissie voorgedragen kandidaten.
3.  Het hoofd netwerkbeveiliging kan alleen uit zijn of haar ambt worden ontzet nadat de raad van bestuur na overleg met de directeur daartoe heeft besloten. De raad van bestuur neemt dit besluit met een meerderheid van drievierde van zijn leden.
4.  Na overleg met de directeur kan de raad van bestuur op voorstel van de Commissie de ambtstermijn van het hoofd netwerkbeveiliging eenmaal met ten hoogste drie jaar verlengen, als dit op grond van de taken en verplichtingen van de Autoriteit kan worden verantwoord.
Amendement 144
Voorstel voor een verordeningArtikel 32
Artikel 32
Schrappen
De permanente groep van belanghebbenden
1.  Het hoofd netwerkbeveiliging richt een permanente groep van belanghebbenden op bestaande uit deskundigen die de belanghebbenden – met name uit de sector van de informatie- en communicatietechnologie – vertegenwoordigen, consumentengroepen en academische deskundigen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging. Hij stelt in overleg met de directeur de procedures vast, met name in verband met het aantal leden, de samenstelling van de groep, de benoeming van de leden en het
functioneren van de groep.
2.  Het hoofd netwerkbeveiliging fungeert als voorzitter van de groep. De ambtstermijn van de leden bedraagt tweeënhalf jaar. De leden van de groep mogen geen lid van de raad van bestuur of de raad van regelgevers zijn.
3.  Vertegenwoordigers van de Commissie kunnen de vergaderingen van de groep bijwonen en aan de werkzaamheden van de groep deelnemen.
4.  De groep kan het hoofd netwerkbeveiliging adviseren bij de uitvoering van zijn/haar taken in het kader van deze verordening, het formuleren van een voorstel voor de betreffende delen van het werkprogramma van de Autoriteit en het waarborgen van de communicatie met de belanghebbenden over alles wat met het werkprogramma te maken heeft.
Amendement 145
Voorstel voor een verordeningArtikel 33
Artikel 33
Schrappen
De raad van beroep
1.  De raad van beroep bestaat uit zes leden en zes plaatsvervangers die gekozen worden uit het huidige of voormalige hogere personeel van de nationale regelgevende instanties, mededingingsautoriteiten of andere nationale of communautaire instellingen met relevante ervaring in de elektronische-communicatiesector. De raad van beroep wijst zelf zijn voorzitter aan.
2.  Na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling benoemt de raad van bestuur de leden van de raad van beroep op voorstel van de Commissie en na overleg met de raad van regelgevers.
3.  De ambtstermijn van de leden van de raad van beroep bedraagt vijf jaar. Deze termijn kan worden verlengd. De leden van de raad van beroep zijn onafhankelijk bij het nemen van hun besluiten. Zij zijn niet gebonden aan enige instructie. Zij mogen geen enkele andere taak verrichten in de Autoriteit zelf of in de raad van bestuur of de raad van regelgevers van de Autoriteit. Ook mag een lid van de raad van beroep niet uit zijn/haar ambt worden ontzet, tenzij hij/zij op ernstige wijze tekort is geschoten en de raad van bestuur na overleg met de raad van regelgevers daartoe besluit.
4.  De leden van de raad van beroep mogen niet deelnemen aan de behandeling van een beroepsprocedure als zij daarbij een persoonlijk belang hebben, als zij eerder als vertegenwoordiger van een van de partijen bij de behandeling betrokken zijn geweest of als zij een rol hebben gespeeld bij het besluit waartegen het beroep is ingesteld.
Indien een lid van de raad van beroep om een van de in de eerste alinea genoemde redenen of om enige andere reden meent dat een medelid niet aan een beroepsprocedure zou mogen deelnemen, stelt hij/zij de raad van beroep daarvan in kennis. Een lid van de raad van beroep kan om een van de in de eerste alinea genoemde redenen of als aan zijn/haar onpartijdigheid wordt getwijfeld, door een partij in de beroepsprocedure worden gewraakt. Wraking kan niet zijn gegrond op de nationaliteit van leden en is niet ontvankelijk als de partij in de beroepsprocedure, terwijl zij op de hoogte was van een reden tot het maken van het bezwaar, reeds een procedurehandeling heeft verricht.
5.  De raad van beroep beslist in de in lid 4 vermelde gevallen zonder deelname van het betrokken lid over de te nemen maatregelen. Voor het nemen van deze beslissing wordt het betrokken lid in de raad van beroep vervangen door zijn plaatsvervanger, tenzij deze in een vergelijkbare situatie verkeert. In dat geval wijst de voorzitter een van de andere beschikbare plaatsvervangers aan.
Amendement 146
Voorstel voor een verordeningArtikel 34
Artikel 34
Schrappen
Beroep
1.  De raad van beroep beslist over beroepen die tegen besluiten of maatregelen van de Autoriteit op de gebieden van artikel 8, lid 1, zijn ingesteld.
2.  De besluiten van de raad van beroep worden genomen met een gekwalificeerde meerderheid van minstens vier van de zes leden. De raad van beroep wordt wanneer nodig samengeroepen.
3.  Een overeenkomstig lid 1 ingesteld beroep heeft geen schorsende werking. De raad van beroep kan echter, indien hij van oordeel is dat de omstandigheden dit vereisen, de toepassing van het bestreden besluit opschorten.
4.  Het beroep wordt tezamen met de uiteenzetting van de gronden voor het beroep binnen twee maanden na de kennisgeving van het besluit of de maatregel aan de betrokken onderneming, dan wel bij gebreke daarvan, binnen twee maanden na de dag van publicatie van het besluit of de maatregel door de Autoriteit, schriftelijk bij de Autoriteit ingediend. De raad van beroep neemt binnen twee maanden na instelling van het beroep een besluit ter zake.
5.  Indien het beroep ontvankelijk is, onderzoekt de raad van beroep of het gegrond is. Hij nodigt de partijen in de beroepsprocedure zo vaak als noodzakelijk is uit om binnen een bepaalde termijn opmerkingen te maken naar aanleiding van de kennisgevingen van de raad zelf of de mededelingen van de andere partijen in de beroepsprocedure. Het is partijen in de beroepsprocedure toegestaan een mondelinge uiteenzetting te geven.
6.  De raad van beroep kan binnen de voorwaarden van dit artikel elke bevoegdheid uitoefenen die binnen de bevoegdheid van de Autoriteit valt, dan wel de zaak terugverwijzen naar het bevoegde orgaan van de Autoriteit. Dit orgaan is gebonden aan de beslissing van de raad van beroep.
7.  De raad van beroep stelt zijn reglement van orde vast.
Amendement 147
Voorstel voor een verordeningArtikel 35
Artikel 35
Schrappen
Beroep bij het Gerecht van eerste aanleg en het Hof van Justitie
1.  Overeenkomstig artikel 230 van het Verdrag kan bij het Gerecht van eerste aanleg of het Hof van Justitie beroep worden ingesteld tegen beslissingen van de raad van beroep of, bij ontbreken van recht op beroep bij de raad van beroep, tegen beslissingen van de Autoriteit.
2.  Indien de Autoriteit nalaat een beslissing te nemen, kan overeenkomstig artikel 232 van het Verdrag bij het Gerecht van eerste aanleg of bij het Hof van Justitie beroep wegens nalaten worden ingesteld.
3.  De Autoriteit moet de noodzakelijke maatregelen treffen ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg of het Hof van Justitie.
Amendement 168
Voorstel voor een verordeningArtikel 36 – lid 1
1.  De inkomsten van de Autoriteit bestaan uit:
1.  De ontvangsten en middelen van BERT bestaan met name uit:
(a) vergoedingen voor door de Autoriteit verleende diensten;
(a) een subsidie van de Gemeenschap, die in de juiste rubrieken van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (afdeling Commissie) wordt opgenomen, zoals is besloten door de begrotingsautoriteit en overeenkomstig punt 47 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer;
(b) een gedeelte van de gebruiksvergoedingen die aanvragers overeenkomstig artikel 17 betalen.
(b) een financiële bijdrage van iedere NRI. De lidstaten zien erop toe dat de NRI's de noodzakelijke financiële middelen hebben om deel te nemen aan de werkzaamheden van BERT.
(c) een subsidie van de Gemeenschap, die in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (afdeling Commissie) wordt opgenomen;
(c) de helft van het personeel bestaat uit gedetacheerde nationale deskundigen (GND) afkomstig van de nationale instanties;
(d) legaten, schenkingen of subsidies zoals vermeld in artikel 26, lid 7;
(d)  De Raad van regelgevers stelt uiterlijk zes maand na inwerkingtreding van deze verordening de hoogte vast van de financiële bijdrage die iedere lidstaat overeenkomstig punt (b) dient te leveren;
(e) een vrijwillige bijdrage van de lidstaten of hun regelgevende instanties.
(e) uiterlijk op 1 januari 2014 wordt bezien of de structuur van de financiën en de naleving door de lidstaten aangepast zijn.
Amendement 149
Voorstel voor een verordeningArtikel 36 – lid 4
4.  Van alle inkomsten en uitgaven van de Autoriteit wordt een prognose gemaakt voor elk boekjaar, dat samenvalt met het kalenderjaar. Alle inkomsten en uitgaven worden in de begroting van de Autoriteit opgenomen.
4.  Van alle inkomsten en uitgaven wordt een prognose gemaakt voor elk boekjaar, dat samenvalt met een kalenderjaar. Alle inkomsten en uitgaven worden in de begroting van het ETO opgenomen.
Amendement 150
Voorstel voor een verordeningArtikel 36 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  De organisatie- en financieringsstructuur van het ETO voor januari 2014 opnieuw bezien.
Amendement 151
Voorstel voor een verordeningArtikel 37 – lid 1
1.  De directeur stelt jaarlijks uiterlijk 15 februari een voorontwerp van begroting op voor de operationele uitgaven en het werkprogramma voor het volgende boekjaar en zendt dit voorontwerp aan de raad van bestuur , tezamen met een voorlopige personeelsformatie. De raad van bestuur maakt jaarlijks op basis van het ontwerp van de directeur een raming van de ontvangsten en uitgaven van de Autoriteit voor het volgende boekjaar. De raad van bestuur dient deze raming, die tevens een ontwerp-personeelsformatie bevat, uiterlijk 31 maart bij de Commissie in. Vóór de definitieve vaststelling van de raming wordt het ontwerp van de directeur ingediend bij de raad van regelgevers, die daarover advies mag uitbrengen.
1.  De algemeen directeur stelt jaarlijks uiterlijk 15 februari een voorontwerp van begroting op voor de operationele uitgaven en het werkprogramma voor het volgende boekjaar en zendt dit voorontwerp aan de raad van regelgevers , tezamen met een voorlopige personeelsformatie. De raad van regelgevers maakt jaarlijks op basis van het ontwerp van de algemeen directeur een raming van de ontvangsten en uitgaven van het ETO voor het volgende boekjaar. De raad van regelgevers dient deze raming, die tevens een ontwerp-personeelsformatie bevat, uiterlijk 31 maart bij de Commissie in.
Amendement 152
Voorstel voor een verordeningArtikel 38 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  De algemeen directeur stelt een jaarlijks activiteitenverslag op voor het ETO, samen met een betrouwbaarheidsverklaring. Deze documenten worden openbaar gemaakt.
Amendement 153
Voorstel voor een verordeningArtikel 38 bis (nieuw)
Artikel 38 bis
Interne controlesystemen
De interne controleur van de Commissie is verantwoordelijk voor de controle van de interne controlesystemen van het ETO.
Amendement 154
Voorstel voor een verordeningArtikel 41 – lid 1
1.  Ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken en -diensten verlenen, verstrekken alle informatie – met inbegrip van financiële informatie – waarom de Autoriteit verzoekt om haar in deze verordening beschreven taken uit te voeren. De ondernemingen verstrekken deze informatie onmiddellijk op verzoek en binnen de termijn en met alle details die door de Autoriteit worden verlangd. De Autoriteit licht toe waarom het verzoek om informatie gerechtvaardigd is.
1.  Ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken en -diensten verlenen, verstrekken alle informatie – met inbegrip van financiële informatie – waarom het ETO verzoekt om zijn in deze verordening beschreven taken uit te voeren. De ondernemingen verstrekken deze informatie onmiddellijk op verzoek en binnen de termijn en met alle details die door het ETO worden verlangd. De Commissie kan het ETO verzoeken toe te lichten waarom het verzoek om informatie gerechtvaardigd is.
Amendement 155
Voorstel voor een verordeningArtikel 44 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Indien noodzakelijk wordt de vertrouwelijkheid gewaarborgd van de gegevens die overeenkomstig dit artikel worden verstrekt. Artikel 46 is van toepassing.
Amendement 156
Voorstel voor een verordeningArtikel 42
Behalve in gevallen die onder artikel 20 of artikel 21 ressorteren, raadpleegt de Autoriteit – wanneer zij voornemens is maatregelen te nemen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening – zo nodig de belanghebbende partijen en zij geeft hen de kans om de ontwerpmaatregel binnen een redelijke termijn te becommentariëren. De Autoriteit maakt de resultaten van de raadplegingsprocedure voor iedereen toegankelijk, behalve als het om vertrouwelijke informatie gaat.
Het ETO raadpleegt, wanneer het voornemens is een advies uit te brengen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening – zo nodig de belanghebbende partijen en geeft hen de kans om het ontwerpadvies binnen een redelijke termijn te becommentariëren. Het ETO maakt de resultaten van de raadplegingsprocedure voor iedereen toegankelijk, behalve als het om vertrouwelijke informatie gaat.
Amendement 157
Voorstel voor een verordeningArtikel 43 – lid 1
1.  De Commissie kan ondernemingen financiële sancties opleggen als zij de in artikel 41 vermelde informatie niet verstrekken. De sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
Schrappen
Amendement 158
Voorstel voor een verordeningArtikel 43 – lid 3
3.  Als krachtens dit artikel sancties worden opgelegd, publiceert de Autoriteit de namen van de betrokken ondernemingen, de bedragen en de redenen voor het opleggen van de financiële sancties .
3.  De Commissie wijst ondernemingen op het feit dat zij niet voldoen aan een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 41. Indien noodzakelijk kan de Commissie op verzoek van het ETO de namen van deze ondernemingen bekendmaken.
Amendement 159
Voorstel voor een verordeningArtikel 44
Het personeel van de Autoriteit – met inbegrip van de directeur, het hoofd netwerkbeveiliging en de door de lidstaten tijdelijk gedetacheerde ambtenaren – leggen een verbintenisverklaring en een belangenverklaring af, waarin zij al hun directe en indirecte belangen vermelden die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid. Deze verklaringen worden op schrift gesteld.
De personeelsleden van het ETO, de leden van de raad van regelgevers en de algemeen directeur van het ETO leggen een jaarlijkse verbintenisverklaring en een belangenverklaring af, waarin zij al hun directe en indirecte belangen vermelden die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid. Deze verklaringen worden op schrift gesteld.
Amendement 160
Voorstel voor een verordeningArtikel 45 – lid 2
2.  De Autoriteit zorgt ervoor dat het publiek en alle belanghebbende partijen waar nodig over objectieve, betrouwbare en gemakkelijk toegankelijke informatie beschikken, met name over de resultaten van haar werkzaamheden. Zij maakt ook de belangenverklaringen van de directeur, de door de lidstaten tijdelijk gedetacheerde ambtenaren en de deskundigen bekend.
2.  Het ETO zorgt ervoor dat het publiek en alle belanghebbende partijen waar nodig over objectieve, betrouwbare en gemakkelijk toegankelijke informatie beschikken, met name over de resultaten van zijn werkzaamheden. Het maakt ook de belangenverklaringen van de leden van de raad van regelgevers en de algemeen directeur bekend.
Amendement 161
Voorstel voor een verordeningArtikel 46 – lid 2
2.  Leden van de raden van de Autoriteit , de directeur, externe deskundigen en personeelsleden van de Autoriteit – met inbegrip van door de lidstaten tijdelijk gedetacheerde ambtenaren – zijn onderworpen aan de geheimhoudingsplicht van artikel 287 van het Verdrag, zelfs na afloop van hun functie.
2.  Leden van de raad van regelgevers van het ETO , de algemeen directeur, externe deskundigen en personeelsleden van het ETO zijn onderworpen aan de geheimhoudingsplicht van artikel 287 van het Verdrag, zelfs na afloop van hun functie.
Amendement 162
Voorstel voor een verordeningArtikel 47 – lid 3
3.  Tegen besluiten van de Autoriteit uit hoofde van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 kan een klacht worden ingediend bij de Ombudsman of beroep worden ingesteld bij het Hof van Justitie onder de voorwaarden van respectievelijk artikel 195 en artikel 230 van het Verdrag.
Schrappen
Amendement 163
Voorstel voor een verordeningArtikel 49 – lid 1
1.  Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen en de regels die de instellingen van de Europese Gemeenschap gezamenlijk hebben vastgesteld met het oog op de toepassing van dit statuut en deze regeling, zijn van toepassing op het personeel van de Autoriteit, met inbegrip van de directeur en het hoofd netwerkbeveiliging .
1.  Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen en de regels die de instellingen van de Europese Gemeenschap gezamenlijk hebben vastgesteld met het oog op de toepassing van dit statuut en deze regeling, zijn van toepassing op het personeel van het ETO .
Amendement 164
Voorstel voor een verordeningArtikel 53
De Autoriteit staat open voor de deelname van Europese landen die met de Gemeenschap overeenkomsten hebben gesloten en daarbij Gemeenschapsrecht op het gebied van deze verordening hebben goedgekeurd en toepassen. Overeenkomstig de betreffende bepalingen van deze overeenkomsten worden afspraken gemaakt met gedetailleerde voorschriften voor de deelname van deze landen aan de werkzaamheden van de Autoriteit , en met name voor de aard en de omvang van deze deelname. Deze afspraken omvatten met name bepalingen inzake financiële bijdragen en personeel . De afspraken kunnen voorzien in een vertegenwoordiging zonder stemrecht in de raad van regelgevers.
Het ETO staat open voor de deelname van Europese landen die met de Gemeenschap overeenkomsten hebben gesloten en daarbij Gemeenschapsrecht op het gebied van deze verordening hebben goedgekeurd en toepassen. Overeenkomstig de betreffende bepalingen van deze overeenkomsten worden afspraken gemaakt met gedetailleerde voorschriften voor de deelname van deze landen aan de werkzaamheden van het ETO , en met name voor de aard en de omvang van deze deelname. Krachtens een besluit van de raad van regelgevers kunnen deze afspraken voorzien in een vertegenwoordiging zonder stemrecht in de bijeenkomsten van de raad van regelgevers.
Amendement 165
Voorstel voor een verordeningArtikel 55
De Commissie publiceert uiterlijk vijf jaar na het begin van de werkzaamheden en daarna elke vijf jaar een algemeen verslag over de werkzaamheden van de Autoriteit en de procedures van deze verordening . De resultaten van de Autoriteit en haar werkmethoden worden geëvalueerd in het licht van haar in deze verordening en in de jaarlijkse werkprogramma's vastgestelde doelstelling, opdracht en taken. Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met de standpunten van de betrokken partijen op zowel communautair als nationaal niveau. Het verslag en eventuele begeleidende voorstellen worden bij het Europees Parlement en de Raad ingediend.
De Commissie publiceert uiterlijk drie jaar na het begin van de werkzaamheden een evaluatieverslag over de werkzaamheden van het ETO . De resultaten van het ETO en zijn werkmethoden worden geëvalueerd in het licht van zijn in deze verordening en in de jaarlijkse werkprogramma's vastgestelde doelstelling, opdracht en taken. Het evaluatieverslag houdt rekening met de standpunten van de betrokken partijen op zowel communautair als nationaal niveau en wordt bij het Europees Parlement en de Raad ingediend. Het Europees Parlement brengt advies uit over het evaluatieverslag.
Amendement 166
Voorstel voor een verordeningArtikel 56
Artikel 56
Schrappen
Overgangsbepalingen
1.  De Autoriteit wordt op 14 maart 2011 verantwoordelijk voor alle vóór deze datum door het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging ondernomen activiteiten die binnen de werkingssfeer van deze verordening vallen.
2.  Het eigendomsbelang in roerend goed dat zich op de in lid 1 vermelde datum in het bezit van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging bevindt, wordt met ingang van die datum aan de Autoriteit overgedragen.
Amendement 167
Voorstel voor een verordeningArtikel 57 – alinea 1 bis (nieuw)
Voor 1 januari 2014 vindt een evaluatie plaats om te beoordelen of het noodzakelijk is het mandaat van het ETO te verlengen. Indien verlenging gerechtvaardigd is, worden de procedurele en begrotingsregelingen en het personeelsbestand herzien

(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

Laatst bijgewerkt op: 26 september 2008Juridische mededeling