Verslag van de plenaire vergadering van dinsdag 17 april 2018



Parlementair jaar 2017/2018, 27e vergadering

Aanvang: 13.30 uur

Sluiting: 14.30 uur

Status: gecorrigeerd


Bekijk de video van dit verslagpunt

Opening

Voorzitter: Broekers-Knol

Tegenwoordig zijn 70 leden, te weten:

Aardema, Van Apeldoorn, Atsma, Baay-Timmerman, Backer, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Dercksen, Diederik van Dijk, Don, Duthler, Engels, Ester, Fiers, Flierman, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, De Grave, Van Hattem, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Ton van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Koffeman, Köhler, Kok, Kox, Kuiper, Lintmeijer, Lokin-Sassen, Martens, Nagel, Nooren, Oomen-Ruijten, Overbeek, Postema, Prast, Van Rij, Rinnooy Kan, Rombouts, Ruers, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Sent, Sini, Van der Sluijs, Stienen, Van Strien, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vlietstra, Vos, Wezel en Van Zandbrink,

en de heer Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Faber-van de Klashorst en Peter van Dijk, wegens ziekte;

De Vries-Leggedoor, Meijer en Pijlman, wegens persoonlijke omstandigheden.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Herdenking van de heer J.W. van Hulst

Aan de orde is de herdenking van de heer J.W. van Hulst.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de heer J.W. van Hulst. Ik verzoek de leden te gaan staan.

"De zon scheen als weleer. Zijn dagen

waren geteld, de zon bescheen

zijn handen die gevouwen lagen

in zijn schoot en de zon bescheen

het vergezicht dat stil en open

lag tot in alle verten heen.

Hij keek tot hij met open ogen

en voorgoed in zichzelf verdween."

Dit gedicht met de titel Einde werd opgetekend door Adriaan Roland Holst. Roland Holst was een geliefd dichter van Johan van Hulst. Op 22 maart jongstleden overleed de oud-senator voor de CHU en het CDA op 107-jarige leeftijd. De heer Van Hulst was bijna 25 jaar lid van de Eerste Kamer, van 3 juli 1956 tot 10 juni 1981.

Johan Wilhelm van Hulst werd op 28 januari 1911 geboren in Amsterdam, als tweede van vier kinderen in een hervormd middenstandsgezin. Zijn vader was meubelstoffeerder. Hij doorliep de lagere school en de mulo. Van Hulst slaagde in 1929 voor zijn Lager Onderwijs-akte van de kweekschool. In 1931 behaalde hij de hoofdakte. Van 1929 tot 1938 was hij onderwijzer op lagere scholen in Oudewater en Utrecht.

Intussen studeerde hij aan de Vrije Universiteit, eerst Geschiedenis, later Psychologie, Pedagogiek en Letteren. Van 1938 tot 1942 was hij docent Geschiedenis aan de hbs in Purmerend en docent Nederlands en Geschiedenis aan de Hervormde Kweekschool in Amsterdam, waarvan hij in 1940 onderdirecteur werd. Van 1942 tot 1960 was hij directeur van diezelfde Kweekschool.

Toen in 1943 werd verordonneerd dat alle joden gedeporteerd moesten worden, werden ze ondergebracht in de Hollandsche Schouwburg, die tegenover de Kweekschool lag. De kinderen werden van de ouders gescheiden en gingen naar de crèche waarvan de tuin aan die van de Kweekschool grensde. Van Hulst had vage vermoedens wat er met gedeporteerde joden gebeurde. Samen met de directrice van de crèche bedacht hij een plan om kinderen te laten ontvluchten. De medewerksters van de crèche brachten 's avonds laat kleine groepjes kinderen via de tuin naar de Kweekschool, waar Van Hulst ze opving en via de voordeur aan klaarstaande verzetsmensen doorgaf. Op die manier ontsnapten binnen een paar maanden honderden kinderen aan de deportatie. Johan van Hulst zei later over deze periode: "Je probeert je plicht te doen. Dat de mensen later niet kunnen zeggen: hij stond erbij en hij keek ernaar." Op enig moment werd hij verraden en dook hij tot het einde van de oorlog onder. In 1945 zette hij zijn werk als directeur van de Kweekschool voort.

In 1960 maakte Johan van Hulst de overstap naar de academia, om precies te zijn de Vrije Universiteit. Daar was hij verbonden aan de afdeling Pedagogiek van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte. Op 9 maart 1962 promoveerde hij en op 1 juli 1963 werd hij benoemd tot hoogleraar Pedagogiek. Dat zou hij blijven tot aan zijn pensionering in 1976, meer dan 40 jaar geleden.

De politieke loopbaan van de heer Van Hulst ving aan in 1956 toen hij door de CHU, waarvan hij op zijn 18de lid was geworden, gevraagd werd zitting te nemen in de Eerste Kamer. Hij zei ja en werd in deze Kamer op 3 juli 1956 beëdigd. Hij was — hoe kan het ook anders — onderwijswoordvoerder voor zijn partij. Tevens was hij van 1961 tot 1968 lid van het Europees Parlement. Van 1969 tot 1972 was hij bovendien partijvoorzitter van de CHU. Van 1968 tot zijn vertrek uit de Kamer op 10 juni 1981 was hij fractievoorzitter, vanaf 1977 voor het CDA. De heer Van Hulst nam destijds contrecoeur afscheid vanwege de door zijn partij gestelde leeftijdsgrens van 70 jaar.

In deze Kamer voert hij vanaf het begin strijd tegen de Mammoetwet. Hij noemt deze een monsterslang die het onderwijs zal wurgen. Als enkele jaren na de daadwerkelijke invoering van de Mammoetwet het voorstel voor de middenschool wordt gedaan, zegt Van Hulst in het debat met minister Van Kemenade van Onderwijs: "Het onderwijs kan tot een chaotische situatie worden als wij de ene structuur over de andere heenjagen. (...) Elke nieuwe structuur eist uitgebalanceerde experimenten. Wij experimenteren echter niet met kiezelstenen of met bloembollen, maar met kinderen, met jeugd. Een mislukt schoolexperiment kan een schaduw werpen over een mensenleven."

Het kenmerkt hem: onderwijzer en politicus ineen. Naast Onderwijs voerde de heer Van Hulst ook het woord over Buitenlandse Zaken en Defensie. Als fractievoorzitter noemde hij het kabinet-Van Agt/Wiegel bij de vorming ervan in 1977 "zeker geen noodzakelijk kwaad" maar "evenmin een bovennatuurlijk goed."

In zijn biografie met de titel "Johan W. van Hulst pedagoog, politicus, verzetsman" uit 2015 zegt Van Hulst over zijn tijd in de senaat: "Ik hecht aan stijlvol politiek bedrijven, aan een verzorgde redevoering. (...) Tegenstanders bestreed je, desnoods scherp, maar je bleef netjes tegenover elkaar, respectvol."

Tot slechts enkele jaren geleden nam Johan van Hulst nog trouw deel aan bijeenkomsten van het Genootschap van Oud-Senatoren. Tegen collega's zei Van Hulst: "Het lichaam wil niet meer, maar het hoofd is nog goed." Dat was ook het geval toen hij drie jaar geleden sprak in deze zaal, ter gelegenheid van de presentatie van zijn biografie.

Collega Nagel bespreekt in deze biografie zijn schaakvriendschap met Van Hulst. Samen namen zij vanaf 1980 deel aan het Parlementaire Kampioenschap van het Hoogoventoernooi. Nagel schrijft: "Met het schaken gaat het goed. Johan speelt al zo'n 93 jaar. Ik ken niemand die zo veel ervaring heeft."

Van de presentatie herinner ik me levendig hoe Van Hulst de aanwezigen in zijn dankwoord met krachtige stem en een helder verhaal toesprak. Maar bovenal herinner ik me zijn bescheidenheid. Zo zei hij over de biografie: "Dacht je nou werkelijk dat ik mezelf zo belangrijk vond?" En hij citeerde deze strofen van Roland Holst: "Wij werden voor ons komen niet gemist, en na ons heengaan zal het niet anders wezen." In het licht van zijn indrukwekkende staat van dienst die in vele in memoriams de afgelopen weken is beschreven, zal dat laatste waarschijnlijk nooit gebeuren.

De heer van Hulst is veelvuldig onderscheiden. In 1967 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het Europees Parlement verleende hem in 1969 de gouden medaille. De Israëlische onderscheiding Yad Vashem ontving hij in 1973, en in 1981 werd hij bij zijn afscheid van dit huis benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.

Johan van Hulst leidde een buitengewoon leven. We zullen hem herinneren als icoon van de democratie. Zijn leven als pedagoog, politicus en verzetsman stond in het teken van de democratische waarden van vrijheid en gelijkheid.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn grote verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel.

Ik schors de vergadering voor een kort moment.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal d.d. 10 april 2018 houdende aanwijzing van de heer W.W. van Zandbrink tot plaatsvervangend lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad in plaats van mevrouw K.A.E. van den Hul.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Hamerstukken

Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen) (34666);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof (34717);

het wetsvoorstel Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) (Uitvoeringswet verordening overlegging openbare documenten) (34803);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie (34815).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De leden van de fracties van GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV wordt conform artikel 121 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof (34717) te hebben kunnen verenigen.

De leden van de fractie van de PVV wordt conform artikel 121 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) (Uitvoeringswet verordening overlegging openbare documenten) (34803) te hebben kunnen verenigen.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Voorgenomen deelname Nederland Europees Openbaar Ministerie

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het voorstel voor een verordening tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie (E130041);

en van:

de brief van de minister van Justitie en Veiligheid d.d. 23 februari 2018 inzake het voornemen tot deelname aan het Europees OM (33709, letter AE),

en van:

de motie-Van Hattem c.s. over het afzien van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie (33709, letter AF);

de motie-Wezel c.s. over de gevolgen van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie voor de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit (33709, letter AG);

de motie-Duthler c.s. over de eventuele uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie (33709, letter AH).

(Zie vergadering van 10 april 2018.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de heropening van het debat over de voorgenomen deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid van harte welkom in de Eerste Kamer.

Ik breng de Kamer in herinnering dat de Eerste Kamer op 3 april 2018 met de minister van Justitie en Veiligheid heeft gedebatteerd over de voorgenomen deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM). Tijdens het debat werd een drietal moties ingediend. In de plenaire vergadering van 10 april jongstleden heeft mevrouw Duthler aangegeven dat zij haar motie 33709 onder de letter AH wil wijzigen en dat zij een nieuwe motie wenst in te dienen. Daartoe heropenen wij heden het debat voor een korte derde termijn.

De beraadslaging wordt heropend.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Duthler.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Duthler i (VVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Twee weken geleden hebben wij het debat gevoerd over de deelname van Nederland aan een Europees Openbaar Ministerie. Wij hebben toen uitgebreid stilgestaan bij het mandaat van het huidige Europees Openbaar Ministerie en een eventuele uitbreiding daarvan. Nu het doel en daarmee ook het mandaat van het EOM beperkt is, te weten het bestrijden van fraude met EU-gelden, kan mijn fractie instemmen met deelname van Nederland aan een Europees Openbaar Ministerie. Daarmee is echter niet gezegd dat dit bij voorbaat ook geldt voor een eventuele uitbreiding van het mandaat. Omdat het mijn fractie er vooral om gaat dat deze Kamer over een voornemen tot eventuele uitbreiding van het mandaat wordt geconsulteerd en op dat moment alsnog kan besluiten om daarover een debat met de minister te voeren, zou ik de volgende gewijzigde motie willen indienen.

(Er wordt gehoest)

Mevrouw Duthler (VVD):

Gezondheid!

De voorzitter:

Ik dacht dat het alarm afging, maar dat is niet zo.

(Hilariteit)

De voorzitter:

De motie-Duthler c.s. (33709, letter AH) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet voornemens is aan de Raad en de Europese Commissie bekend te maken dat Nederland zal deelnemen aan een Europees Openbaar Ministerie;

overwegende dat daarmee niet automatisch de deur wordt opengezet naar verdere uitbreiding van bevoegdheden van een Europees Openbaar Ministerie;

overwegende dat besluitvorming over eventuele uitbreiding van het mandaat van het EOM na instemming van het Europees Parlement en consultatie van de Commissie moeten plaatsvinden door de Europese Raad, die daarover bij unanimiteit beslist;

overwegende dat daarvoor dan ook de uitdrukkelijke instemming van Nederland nodig is;

verzoekt de regering de Kamer te informeren over de uitkomsten van de evaluatie die voorzien is voor 2025, en de Kamer ten aanzien van elke eventuele uitbreiding van het mandaat van het EOM op welk moment in de toekomst dan ook en voorafgaande aan besluitvorming daarover in de Europese Raad eerst te consulteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter AI, was letter AH (33709).

Mevrouw Duthler (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Het debat twee weken geleden was nodig omdat de regering in december 2016 aan deze Kamer had toegezegd het eindoordeel van beide Kamers te betrekken bij de definitieve standpuntbepaling over het al dan niet deelnemen van Nederland aan het EOM. Dat eindoordeel moet nog formeel worden vastgesteld. Om dat eindoordeel te kunnen vaststellen, zou ik graag de volgende motie willen indienen.

De voorzitter:

Door het lid Duthler wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er op 17 juli 2013 een verordening is voorgesteld tot instelling van een Europees Openbaar Ministerie dat tot doel heeft fraude met EU-gelden te bestrijden;

overwegende dat de Kamer tegen de instelling van een Europees Openbaar Ministerie op 17 oktober 2013 een subsidiariteitsbezwaar heeft ingediend;

overwegende dat in 2017 zeventien lidstaten besloten tot een procedure voor versterkte samenwerking voor de oprichting van een EOM dat in 2020 operationeel zal zijn;

overwegende dat Nederland nog geen besluit heeft genomen tot deelname aan het EOM, omdat de regering tijdens een debat op 6 december 2016 aan de Kamer heeft toegezegd het eindoordeel van beide Kamers der Staten-Generaal te betrekken bij haar definitieve standpuntbepaling over het al dan niet deelnemen aan een Europees Openbaar Ministerie door Nederland;

overwegende dat de voordelen van deelname aan een Europees Openbaar Ministerie opwegen tegen de nadelen en dat de Kamer van mening is dat het in het belang van Nederland is om deel te nemen aan een Europees Openbaar Ministerie;

stemt in met het voornemen van de regering om te besluiten tot deelname aan het EOM,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter AJ (33709).

Er staat "instemt" ...

Mevrouw Duthler (VVD):

Dat de Kamer instemt.

De voorzitter:

Dat staat er even niet. Dat de Kamer instemt ... De Kamer stemt in. Die zinsnede is niet helemaal prachtig, maar oké. Dit taalkundige missertje wordt wel even aangepast, mevrouw Duthler. Dank u wel.

Ik zou nu de vraag stellen: wenst een van de andere leden nog het woord in derde termijn? Aan de heer Van Hattem vraag ik: wilt u interrumperen of wilt u het woord voeren?

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik wil interrumperen, want als ik het woord ga voeren, kan ik niet direct in discussie met mevrouw Duthler. In de gewijzigde motie die mevrouw Duthler van de VVD heeft ingediend, staat "te consulteren". Wat verstaat u concreet onder "consulteren"? Dat kan inhouden dat er een briefje naar de Kamer wordt gestuurd waarin staat "wij gaan het zo doen en that's it". Of hebt u daarbij de gedachte dat er expliciet moet worden ingestemd door de Staten-Generaal? Wat verstaat u concreet onder "consulteren"?

Mevrouw Duthler (VVD):

Dat op het moment dat er sprake is van een eventuele uitbreiding van het mandaat, de minister deze Kamer daarvan op de hoogte brengt en deze Kamer in de gelegenheid stelt om desgewenst, als de Kamer dat wil, met de minister daarover van gedachten te wisselen. Op dat moment kan deze Kamer bezien of zij vindt dat er echt een debat moet plaatsvinden of niet, of dat zij vindt dat er misschien zelfs een uitspraak moet komen over al of niet uitbreiden van het mandaat.

De heer Van Hattem (PVV):

Dus op voorhand is duidelijk dat er geen expliciete instemming wordt verwacht, dus dat als het kabinet dat wil, ze gewoon door kunnen gaan als ze een brief hebben gestuurd, tenzij er verder actie wordt ondernomen. Maar het is dus eigenlijk boterzacht wat de VVD nu stelt.

Mevrouw Duthler (VVD):

Nee, want op het moment dat er sprake is van uitbreiding — ik ga in herhaling vallen — is het aan de Kamer om te bepalen wat ze met dat eventuele voorstel wil doen. De Kamer is dan aan zet en heeft op dat moment de mogelijkheid om verder hierover van gedachten te wisselen en eventueel een standpunt in te nemen.

De voorzitter:

Meneer Van Hattem, tot slot.

De heer Van Hattem (PVV):

Dan mijn tweede punt, over de nieuwe motie. Daarin zegt de VVD dat er eerder een subsidiariteitsbezwaar is geuit, maar dat ze nu toch gaat instemmen met het EOM. Na instemmen met het EOM is er geen weg meer terug, want we kunnen er niet meer uitstappen zoals u weet. Waarom is volgens de VVD nu opeens het eerder geuite subsidiariteitsbezwaar wel van tafel? Waarom stemt u er dan toch mee in?

Mevrouw Duthler (VVD):

Wij hebben twee weken geleden uitgebreid van gedachten gewisseld met de minister over het eerder geuite subsidiariteitsbezwaar. Het EOM is een feit. We kunnen het daarmee eens zijn of niet, het leuk vinden of niet, maar het is er. De VVD-fractie is van mening dat je dan beter kunt meegaan met die versterkte samenwerking, dus dat je beter kunt deelnemen aan het EOM in plaats van aan de zijlijn te gaan staan, en gaat samenwerken. Als het er eenmaal is, kan je maar beter meedoen.

De voorzitter:

Helemaal tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Dat zegt niks over de beginselen van de subsidiariteit. Dan heb ik nog een vraag. Hoe verhoudt uw motie om nu in te stemmen zich met de positie van de Tweede Kamer? U zegt nu dat wij als Eerste Kamer expliciet moeten instemmen met het EOM, maar blijkbaar hoeft dat in de Tweede Kamer niet. Hoe ziet u dat staatsrechtelijk gezien?

Mevrouw Duthler (VVD):

Wij hebben in het debat op 6 december 2016 expliciet aan de regering gevraagd om alvorens een toezegging te doen om deel te nemen aan het EOM eerst het standpunt van deze Kamer af te wachten. Met het debat twee weken geleden en de afronding daarvan nu met beide moties, wordt dat debat afgerond.

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Ik had u gezegd "helemaal tot slot", meneer Van Hattem. Zijn er nog andere leden die wensen te interrumperen of die zelfstandig het woord wensen te voeren op dit punt? Meneer Van Dijk, een interruptie?

De heer Diederik van Dijk i (SGP):

Een interruptie. U daagt zo uit dat ik die kans niet wil laten lopen.

Even een vraagje over de gewijzigde motie. De VVD is bij uitstek de partij die altijd bijzonder kritisch is op het indienen van overbodige moties. Het trof mij ook dat de fractievoorzitter van de VVD er niet onder staat, dus misschien is dat veelzeggend of kan het een verrassing bieden. Los daarvan: welke aanleiding heeft u om te denken dat de minister niet hoe dan ook gaat voldoen aan dit verzoek, een heel simpel verzoek om informatievoorziening, wat helemaal hoort bij de gewone omgangsvormen tussen regering en Kamer? Is deze motie niet volstrekt overbodig?

Mevrouw Duthler (VVD):

We leggen nu de bal bij de regering neer, dus wij verwachten nu dat de regering het initiatief neemt om deze Kamer te informeren. In het andere geval hadden wij alle agenda's van de JBZ-Raad goed in de gaten moeten houden en goed moeten opletten of dit onderwerp, uitbreiding van het mandaat, niet toevallig op de agenda zou staan. Wij leggen het initiatief nu bij de minister in plaats van dat wij zelf heel goed moeten gaan opletten. Doorgaans doen we dat natuurlijk, maar soms kan er iets tussendoor glippen. Dat willen we op deze manier voorkomen.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister op deze motie.

De voorzitter:

Nogmaals, dank u wel, mevrouw Duthler. Mevrouw Wezel, u wilt het woord voeren? Een stemverklaring? Ik geef eerst de minister de gelegenheid om te reageren, want we hebben een debat in derde termijn. Dan mag de minister ook in derde termijn het woord hebben. Het woord is aan de minister van Justitie en Veiligheid.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Minister Grapperhaus i:

Mevrouw de voorzitter. Het is een bijzonder voorrecht om, met een kleine onderbreking van vorige week dinsdag, vandaag toch weer met uw Kamer van gedachten te mogen wisselen over het Europees Openbaar Ministerie. Ik vind het zelfs heel bijzonder dat ik allereerst mag reageren op een motie die qua afkorting kunstmatige intelligentie vertegenwoordigt. Ik moet wel zeggen dat het in de eerste plaats sinds jaar en dag een goed gebruik is dat beide Kamers van de Staten-Generaal tijdig worden geïnformeerd over vergaderingen in EU-verband waaraan leden van het kabinet deelnemen. Ik wil dat hier nog eens luid en duidelijk gezegd hebben. Dat geldt zeker voor raadsvergaderingen over JBZ-aangelegenheden. Tijdens het debat van twee weken geleden heb ik ook aangegeven dat ik vind dat dat met de kwestie rondom het mandaat van het EOM zeker aan de orde is. Dat staat zelfs los van de extra verzekering die mijn voorvoorganger in 2016 op dat punt heeft gegeven. U mag er dus van uitgaan dat ik de kalender heel goed zal bijhouden of ik op JBZ-Raden ga praten over het EOM en dat ik ervoor zorg dat beide Kamers tijdig daarvan kennisnemen, zodat we met elkaar een goed debat daarover kunnen voeren. U mag uit het voorgaande afleiden dat ik de motie overbodig acht, maar ik laat verder het oordeel aan uw Kamer.

De tweede motie, met letters AJ. Ik stel vast dat de motie wordt ingeleid met de woorden "stemt in" of zo u wilt "instemt". U wilt het mij misschien vergeven dat ik hier toch een kleine preliminaire kanttekening wil maken en signaleer dat uw Kamer staatsrechtelijk gesproken geen instemmingsrecht in deze kwestie heeft. Strikt genomen zou in het Nederlands de term "verwelkomt" of "ondersteunt" waarschijnlijk beter passen bij de juridische context. Maar ik wil uitdrukkelijk gezegd hebben dat uw Kamer uiteraard zelf de tekst van moties bepaalt en dat, ook wanneer u toch zou menen dat een ander woordgebruik alleen maar meer ondersteuning en enthousiasme uitdrukt, ik het oordeel daarover volledig aan uw Kamer overlaat.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Stemmingen

Stemmingen moties Voorgenomen deelname Nederland Europees Openbaar Ministerie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het voorstel voor een verordening tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie (E130041) en de brief van de minister van Justitie en Veiligheid d.d. 23 februari 2018 inzake het voornemen tot deelname aan het Europees OM (33709, letter AE),

te weten:

de motie-Van Hattem c.s. over het afzien van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie (33709, letter AF);

de motie-Wezel c.s. over de gevolgen van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie voor de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit (33709, letter AG);

de gewijzigde motie-Duthler c.s. over de eventuele uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie (33709, letter AI, was letter AH);

de motie-Duthler c.s. over instemming met de voorgenomen deelname aan het EOM (33709, letter AJ).

(Zie vergadering van heden.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Dan gaan we nu over tot de stemmingen. Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is kennelijk het geval.

We stemmen eerst over de motie 33709 onder de letters AF, de motie van het lid van Hattem c.s. over het afzien van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie.

Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Ik geef daarbij aan dat het niet de bedoeling is dat de indiener van een motie een stemverklaring aflegt over zijn eigen motie. Wie wenst een stemverklaring af te leggen over de motie-Van Hattem c.s.? Er zijn geen stemverklaringen over deze motie.

Dan stel ik voor om te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van Hattem c.s. (33709, letter AF).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de OSF en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Aangezien we nu gestemd hebben over de meest verstrekkende motie, namelijk de motie van het lid Van Hattem, geef ik de leden die een stemverklaring willen afleggen de gelegenheid om dat over alle drie de overige moties te doen, dat wil zeggen over de motie 33709 onder de letters AG van mevrouw Wezel c.s., over de gewijzigde motie 33709 onder de letters AI van mevrouw Duthler en over de nieuwe motie van mevrouw Duthler 33709 onder de letters AJ.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Wezel i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil een stemverklaring afleggen over de motie onder de letters AJ. De SP-fractie is voor een versterking van de aanpak van fraude met EU-gelden. Dit kan naar haar mening beter door de versterking van opsporings- en vervolgingsinstanties in de lidstaten en het versterken van de samenwerking tussen de lidstaten. Hiervoor is geen deelname aan een Europees Openbaar Ministerie nodig. Om die reden stemt de SP-fractie tegen de tweede motie-Duthler. Dank u.

De voorzitter:

De SP-fractie stemt dus tegen de motie onder de letters AJ. Dan geef ik het woord aan mevrouw Bikker.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. De fractie van de ChristenUnie heeft altijd haar grote aarzelingen verwoord ten aanzien van het het oprichten van en toetreden tot een Europees Openbaar Ministerie. Nu echter reeds twintig landen samenwerken en de bevoegdheden zich daadwerkelijk beperken tot de bestrijding van fraude met EU-gelden, zullen wij het voornemen van het kabinet het voordeel van de twijfel geven. Daarbij zijn echter twee punten zeer belangrijk. Het eerste is dat dit geen sluipende, stilzwijgende beweging wordt richting een EOM met meer bevoegdheden. Onze handtekening staat daarom onder de motie-Duthler met de letters AI. Het tweede ziet op het op peil houden van de Nederlandse opsporings- en vervolgingscapaciteit. Daarom zal mijn fractie de motie-Wezel steunen. Indien deze beide moties worden aangenomen, kunnen wij instemmen met het voornemen van het kabinet tot toetreding zoals verwoord in de motie-Duthler, die overigens terecht de vinger legt bij de kritische meerderheden in beide Kamers in het voortraject. Daarmee is ook duidelijk gebleken waarom wij zojuist tegen de motie-Van Hattem hebben gestemd.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan is het woord aan de heer Van Hattem.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank u, voorzitter. Allereerst over de motie-Wezel. Deze verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie niet ten koste gaat van de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit. Wat de PVV betreft mag de capaciteit van onze nationale strafrechtketen zeker niet worden aangetast. Maar de beste manier om dat te waarborgen, is door niet deel te nemen aan het EOM. De voorliggende motie-Wezel is dan ook slechts een halfzachte poging om dit te voorkomen, daar zij a priori uitgaat van Nederlandse deelname aan het EOM. Met zo'n zwakke motie zal de PVV-fractie daarom ook niet instemmen.

Hetzelfde geldt voor de motie-Duthler. De gewijzigde motie heb ik het dan over. Ook hierin wordt Nederlandse deelname aan het EOM als uitgangspunt genomen. Als we nu niet instemmen met het EOM, hoeven we in 2025 ook niet te vrezen voor een uitbreiding van het mandaat. Als Nederland eenmaal in het EOM zit, is er immers geen uitstapmogelijkheid meer. Een evaluatie in de verre toekomst doet daar niets aan af. Omdat deze motie daarmee slechts een schijnkritische show voor de bühne is om de VVD-steun aan de toetreding te maskeren, kan de PVV-fractie dan ook niet met deze motie instemmen. Wij verwachten van de minister dat hij als er sprake is van een bevoegdheidsuitbreiding, een uitbreiding van het mandaat, gewoon terugkomt naar de Kamer en dat hij hier om instemming gaat vragen en dit niet ongemerkt laat passeren. Dat is een goed gebruik en dat moet gewoon gerespecteerd worden. Daar zou deze VVD-motie helemaal niet niet voor nodig hoeven zijn. Daarom gaan wij niet mee in dit verhaal.

Tot slot de motie van de VVD om in te stemmen met het EOM. Het is wat de PVV-fractie betreft totaal onaanvaardbaar dat we onze nationale bevoegdheden weg gaan geven aan de EU en wij gaan de VVD zeker niet steunen om hierin mee te gaan. Integendeel. Wij zullen ten stelligste tegen deze motie stemmen.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Zijn er nog andere leden die een stemverklaring wensen af te leggen? Dat is niet het geval.

Dan stemmen we allereerst over de motie op stuk nr. 33709 onder de letters AG, de motie van het lid Wezel c.s. over gevolgen van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie voor de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit.

We stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt de motie-Wezel c.s. (33709, letter AG).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Duthler c.s. (33709, letter AI, was letter AH).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, 50PLUS, de OSF, de SP en D66 voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Duthler c.s. (33709, letter AJ).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de OSF en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

Stemmingen moties Algemene Europese Beschouwingen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de Algemene Europese Beschouwingen,

te weten:

de motie-Van Apeldoorn c.s. over de (on)mogelijkheden van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (34841, letter D);

de motie-Teunissen c.s. over het beëindigen van subsidies voor de fok van vechtstieren (34841, letter E).

(Zie vergadering van 10 april 2018.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Dan stemmen we nu over de moties, ingediend tijdens de Algemene Europese Beschouwingen. Allereerst stemmen we over de motie 34841 onder de letter D van het lid Van Apeldoorn c.s. over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schaap i (VVD):

Voorzitter. Staat u mij toe de motie op letter D en die op letter E beide tegelijk hier van een stemverklaring te voorzien?

De voorzitter:

U wilt ook een stemverklaring afleggen over de motie 34841 onder letter E, de motie van het lid Teunissen. Het antwoord is ja, u krijgt toestemming.

De heer Schaap (VVD):

Voorzitter. Het gaat ten eerste over de motie-Van Apeldoorn. De minister heeft tijdens het debat een- en andermaal toegezegd deze motie uit te voeren, zelfs als deze niet zou zijn ingediend. Het had voor de hand gelegen de motie terug te nemen. De VVD is tegen het in stemming voorleggen van overbodige moties ...

(Hilariteit)

De heer Schaap (VVD):

... en de VVD is ook voor het entameren van ironie.

(Hilariteit)

De heer Schaap (VVD):

Dus wij gaan tegenstemmen.

Iets soortgelijks geldt voor de motie-Teunissen; ja, we houden niet op. In zijn brief heeft de minister toegezegd het in de motie gevraagde in generieke zin te steunen, en dit binnen de invulling van de cross compliance. Dit weer als randvoorwaarde van de subsidieverlening binnen het GLB. Deze toezegging maakt de motie overbodig en dus zal de VVD-fractie ook aan deze motie haar stem onthouden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schaap.

Meneer Knapen, brengt u ons ook aan de lach, of valt dat mee?


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Knapen i (CDA):

Voorzitter. De motie-Van Apeldoorn is onze fractie buitengewoon sympathiek. We zijn het eens met de inhoud, maar dat was de minister ook. En aangezien onze fractie doorgaans tégen overbodige moties stemt, stemmen wij tegen deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Knapen. Meneer Backer wil ook een stemverklaring afleggen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Backer i (D66):

Voorzitter, het is mooi dat er toch altijd weer nuances zijn, en er is ironie. Over de motie-Van Apeldoorn dachten wij: dat is een traject wat al heel lang loopt en wat niet genoeg ondersteuning kan krijgen. Dus wij gaan deze motie steunen.

Dat geldt niet voor de motie-Teunissen. Hoewel de inhoud ons sympathiek is, vinden wij dat, gezien het beschouwende karakter van het debat, wij ons niet op het niveau moeten begeven van uitvoering en van details, hoe belangrijk het onderwerp ook is dat mevrouw Teunissen aan ons voorlegt. Die laatste motie zullen wij dus niet kunnen steunen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. Meneer Kuiper.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kuiper i (ChristenUnie):

Voorzitter. We hebben nog eens goed nagelezen wat de minister heeft gezegd over de motie-Van Apeldoorn en we hebben het woord "overbodig" niet kunnen vinden in de tekst. Nou kan dat een oordeel van een fractie zijn, maar hier kun je twee kanten op; dat hebben we al gehoord. Óf je doet het niet, óf je doet het wel. Wij doen het wel, dus wij steunen de fractie van Van Apeldoorn vanwege de zaak. Het is natuurlijk belangrijk genoeg wat daarin aan de orde wordt gesteld.

De motie-Teunissen zullen we niet steunen. De minister heeft erop geantwoord en er wordt met Spanje gesproken over het stierenvechten. Ik vind niet dat hier dan zo'n geïsoleerde uitspraak moet worden gedaan. Die motie zal dus onze steun niet krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel meneer Kuiper. Meneer Diederik van Dijk.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Diederik van Dijk i (SGP):

Voorzitter, de SGP neemt moties buitengewoon serieus, dus u hoort geen ironie van mijn kant. Toetreding van de EU tot het EVRM steunt de SGP, en derhalve steunen wij ook de betreffende motie.

Wat betreft de motie over stierengevechten: wij mogen dieren gebruiken, mensen zijn door God boven dieren gesteld. Dat schept vooral verplichtingen en het geeft mensen zeker niet het recht om dieren, puur uit vermaak, te kwellen en een wrede dood te bezorgen, laat staan dat we dit als overheid zouden subsidiëren. De SGP steunt daarom de motie. Olé.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Nou. U gaat Spaans spreken. En ik had zonet, naar aanleiding van de stemverklaring van de heer Kuiper, bijna Latijn willen spreken. Want hij doet eigenlijk "in dubiis pro reo" in plaats van "in dubiis abstine". Dit zeg ik voor de goede verstaander.

Zijn er nog anderen die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval.

Dan gaan wij over tot de stemming. We stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt de motie-Van Apeldoorn c.s. (34841, letter D).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Teunissen c.s. (34841, letter E).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, het CDA en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Ik sluit de vergadering.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Sluiting

Sluiting 14.30 uur.


Bijlages

Lijst van besluiten en ingekomen stukken

Lijst van besluiten:

De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:

a. de stemmingen over de volgende moties te doen plaatsvinden op 17 april 2018:

Motie van het lid Van Hattem (PVV) c.s. over het afzien van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie (33709, AF);

Motie van het lid Van Wezel (SP) c.s. over de gevolgen van deelname aan het Europees Openbaar Ministerie voor de nationale FIOD opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit (33709, AG);

Motie van het lid Duthler (VVD) c.s. over de eventuele uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie (33709, AH);

Motie van het lid Van Apeldoorn (SP) c.s. over de (on)mogelijkheden van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (34841, D);

Motie van het lid Teunissen (PvdD) c.s. over het beëindigen van subsidies voor de fok van vechtstieren (34841, E);

b. de derde termijn Kamer en regering van het volgende debat te doen plaatsvinden op 17 april 2018:

Voorgenomen deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM);

c. de plenaire behandeling van de volgende hamerstukken te doen plaatsvinden op 17 april 2018:

Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen) (34666);

Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof (34717);

Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) (Uitvoeringswet verordening overlegging openbare documenten) (34803);

Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie (34815);

d. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid te doen plaatsvinden op 15 mei 2018:

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herziening van de regeling inzake de meerdaadse samenloop in strafzaken (herziening regeling meerdaadse samenloop in strafzaken) (34126);

e. de plenaire behandeling van de Algemene Politieke Beschouwingen te doen plaatsvinden op 30 oktober 2018.

Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. het volgende door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstel:

Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) (Uitvoeringswet verordening overlegging openbare documenten) (34803).

Dit wetsvoorstel zal in handen worden gesteld van de desbetreffende commissie;

2. de volgende regeringsmissives:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van de kabinetsreactie advies van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) inzake de latere overeenstemming en latere praktijk met betrekking tot de interpretatie van verdragen (griffienr. 162894);

een, van alsvoren, ten geleide van een lijst van in voorbereiding zijnde verdragen waarover thans wordt onderhandeld, met als peildatum 31 maart 2018 (griffienr. 162892);

een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 16 april 2018 (griffienr. 162891);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake Wet op de architectentitel (griffienr. 162831);

een, van alsvoren, inzake reactie brief Clyde van Putten d.d. 25 februari 2018 (griffienr. 162830);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, inzake beleidsreactie op de Staat van het Onderwijs 2016-2017 (griffienr. 162902);

een, van de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, ten geleide van het Jaarverslag College voor Toetsen en Examens 2017 (griffienr. 162890);

een, van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ten geleide van de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 16 april 2018 (griffienr. 162826);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake Gemeentenieuws van SZW (vh Verzamelbrief aan gemeenten 2018-1) (griffienr. 162904);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van de geannoteerde agenda informele EU-Gezondheidsraad Socia (Bulgarije) 23 april 2018 (griffienr. 162898).

De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;

3. de volgende missive:

een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van het jaarverslag over 2017 (griffienr. 162901).

De Voorzitter stelt voor deze missive voor kennisgeving aan te nemen. De bijlage is neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;

4. de volgende geschriften:

een, van L.L.B.G., inzake privacy en identiteitsfraude (griffienr. 162887).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Justitie en Veiligheid;

een, van R.S., inzake wetsvoorstel 34 832 (Samenvoeging gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout) (griffienrs. 162828 en 162828.01);

een, van F.A.H.B. te A., inzake raadgevend referendum )(34854) (griffienr. 162578.09);

een, van M.A.S. te A., inzake herstel van de hoek van de Alblasserwaard (griffienr. 162535.01);

een, van W.F., inzake verbouwing Binnenhof versus directe omgeving Lange Poten (griffienr. 158269.22).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning;

een, van J.J., inzake neurotische rusteloosheid (griffienr. 162833);

een, van H.D., inzake persoonlijk verzoek (houtstook) (griffienr. 162534.01).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving;

een, van P.L.J. te W., inzake open e-mail aan alle leden van Eerste en Tweede Kamer inzake seniorbescherming (griffienr. 162885);

een, van E.N., inzake boosheid over de zorgverzekeringswet (griffienr. 162915).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

een, van J.P.M.Z., inzake NL in 2022 ...19 miljoen inwoners (griffienr. 162827).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad.

De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.