Een parlementaire enquête is een onderzoek naar een onderwerp van regeringsbeleid of naar een besluitvormingsproces.

Zowel Tweede en Eerste Kamer als de Verenigde Vergadering kunnen besluiten tot het houden van een parlementaire enquête. De Eerste Kamer kreeg het recht in 1887. Zo'n onderzoek gebeurt buiten de regering om door een Kamercommissie met vergaande bevoegdheden. Zo kunnen getuigen onder ede worden gehoord.

Over het rapport van de commissie wordt door de betreffende Kamer vergaderd. In een aantal gevallen hebben de conclusies van enquêtes tot het vertrek van bewindslieden geleid.

De Eerste Kamer heeft overigens nog nooit een enquête gehouden. In 1981 is door de leden Mol (PvdA), Trip (PPR) en Vis (D66) voorgesteld door de Eerste Kamer een enquête te laten houden naar overeenkomsten met Frankrijk en Groot-Brittannië over de verwerking van radioactief afval (15.920). De voorstellers wilden inzage krijgen in geheime contracten die daarover gesloten waren. Het voorstel werd echter verworpen.


Parlementair onderzoek

De Kamer kan ook besluiten tot een parlementair onderzoek. Het verschil tussen een parlementaire enquête en een parlementair onderzoek is dat de Kamercommissie in kwestie bij een enquête dwangbevoegdheden op basis van de Wet op de parlementaire enquête 2008 heeft, en bij een onderzoek niet. Een enquête is dus een zwaarder middel.

In 1962 deed de Eerste Kamer een onderzoek naar onregelmatigheden in de Europese handel in schroot (verslag) en in 2011/2012 onderzocht een parlementaire onderzoekscommissie (POC) het Nederlandse beleid van de afgelopen decennia op het gebied van privatisering en verzelfstandiging (Kamerstuk C). In 2021 werd onderzoek gedaan naar de effectiviteit van antidiscriminatiewetgeving. (Kamerstuk CXLIII).