Beslispunten
-
-
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 11 maart 2025 met de minister van I&W in nader schriftelijk overleg te treden?
-
-
Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezeggingen T03578, T03579, T03580 en T02859?
Toelichting
Bij brief van 2 december 2024 informeerde de staatssecretaris van I&W de Kamer over een aantal toezeggingen verband houdend met het onderwerp milieueffectrapportage. Het betrof de toezeggingen T03578, T03579, T03580 en T02859. De commissie heeft daarop bij uitgaande brief van 28 januari 2025 de minister van I&W vragen gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA. De commissie besloot de genoemde toezeggingen als “openstaand” te blijven beschouwen. De antwoordbrief van de minister van 11 maart 2025 is heden ter bespreking bijgevoegd. De brief was nog niet eerder in de commissie geagendeerd.
T03578 - Toezegging Verbetering kwaliteit MER
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (PvdA), toe dat de verbetering van de kwaliteit van de milieueffectrapporten een onderdeel wordt van het verbeterplan voor het VTH-stelsel en dat de Kamer de tweejaarlijkse evaluaties zal ontvangen. In het geval uit deze tweejaarlijkse evaluaties blijkt dat er nog aanvullende zaken nodig zijn om de kwaliteit van de milieueffectrapporten te verbeteren, dan zal de staatssecretaris de Kamer hierover informeren tegen de tijd dat die rapportage bekend is.
T03579 - Toezegging Inrichting rapportage VTH, kwaliteit MER
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe dat bij de tweejaarlijkse rapportage van VTH, waar ook de (kwaliteit van de) MER onderdeel van uitmaakt, verschil wordt aangebracht tussen de verschillende bestuurslagen, zodat duidelijk wordt bij welke milieueffectrapporten van de bevoegde gezagen ruimte voor verbetering is.
T03580 - Toezegging Toezending VTH-rapportages aan Kamer
De staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat de rapportages betreffende de kwaliteit van de MER's aan de Kamer worden gestuurd.
In antwoord op de vraag over toezeggingen T03578, T03579 en T03580 geeft de minister het volgende aan.
"Onderzoek naar de kwaliteit van VTH-taken is een wettelijke verplichting, de vorm van het onderzoek staat niet gespecificeerd in wetgeving. De invulling van het vorige tweejaarlijks onderzoek was 'Omgevingsdiensten in beeld 2023'. Voor de aankomende editie wordt het onderzoek ingevuld met de 'Staat van VTH'. De Staat van VTH maakt zichtbaar of het VTH-stelsel functioneert zoals dat is bedoeld en of de bevoegde gezagen en de uitvoerders in staat zijn de opgedragen taken naar behoren uit te voeren, gelet op de kwaliteit van de bemensing, de werkwijzen, het feitelijk optreden en de uitkomsten daarvan. Met deze nieuwe invulling wordt de scope breder dan alleen omgevingsdiensten. Het onderzoek zal worden uitgezet bij verschillende bestuurslagen en uitvoeringsdiensten: omgevingsdiensten, provincies, gemeenten, waterschappen, Rijkwaterstaat, Inspectie Leefomgeving en Transport, Staatstoezicht op de Mijnen en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Voor elke bestuurslaag wordt de vragenlijst gedifferentieerd. Milieueffectrapportage (mer) wordt meegenomen in de vragenlijst. Zo kan bijvoorbeeld bij provincies en gemeenten andere informatie worden opgehaald dan bij omgevingsdiensten. Op deze manier wordt informatie verzameld over milieueffectrapporten (MER's) van meerdere bestuurslagen
."
T02859 - Toezegging Monitoren ontwikkeling aantal, kwaliteit en onafhankelijke toetsing van milieueffectrapportages en m.e.r.-beoordelingen
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat in de loop van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daarna gemonitord zal worden op de ontwikkeling van het aantal, de kwaliteit en de onafhankelijke toetsing van milieueffectrapportages (m.e.r.). Deze monitoring heeft ook betrekking op m.e.r.-beoordelingen.
In antwoord op de vraag over toezegging T02859 geeft de minister het volgende aan.
"De monitoring van de milieueffectrapportage zoals bedoeld in deze toezegging heeft betrekking op zowel kwantiteit als kwaliteit. Ook is er onderscheid tussen enerzijds de monitoring van project-MER's en project-mer-beoordelingen (van toepassing op bijvoorbeeld omgevingsvergunningen en projectbesluiten) en anderzijds plan-MER's en plan-mer-beoordelingen (van toepassing op bijvoorbeeld omgevingsvisies en omgevingsplannen). Het DSO is daarbij slechts één van de informatiebronnen."
Daarna beschrijft de minister kort op welke wijze aanvullend de monitoring van de mer plaatsvindt.