Dinsdag 27 mei 2025, commissie Justitie en Veiligheid (J&V)




Agenda

1.Vaststellen agenda


2.36.372 en 36.583

Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie; Wijzigingswet Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie

Beslispunt

Welke fracties leveren vandaag inbreng voor verslag?

Toelichting

  • Aangezien de wetsvoorstellen 36.372 en 36.583 nauw met elkaar verbonden zijn - het voorstel Wijzigingswet Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie (36.583) wijzigt immers het voorstel Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie (36.372) - zijn beide voorstellen als één punt geagendeerd.
  • Op 18 februari 2025 heeft de commissie besloten het ministerie te verzoeken een geconsolideerde versie van beide voorstellen aan de Kamer te sturen alvorens eventueel inbreng te leveren voor het verslag. Op 7 maart 2025 heeft de staatssecretaris van J&V aan dit verzoek voldaan in de vorm van een document zonder track changes omdat deze (schone) versie het meest duidelijk aangeeft wat de regering aan wetswijzigingen voorstelt, aldus het ministerie.
  • Vervolgens heeft er op verzoek van de commissie op 15 april 2025 een besloten technische briefing plaatsgevonden door ambtenaren van het ministerie van J&V. Voorafgaand aan deze briefing is in aanvulling op de eerder verzonden 'schone' geconsolideerde versie een versie met track en changes toegezonden. Aansluitend werd die dag de RSJ als deskundige gehoord en bevraagd.
  • De commissie besloot op 22 april 2025 om vandaag, 27 mei 2025, gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor het verslag.

Tweede Kamer

Het voorstel 36.372 is op 6 maart 2024 plenair behandeld. Daarbij zijn meerdere amendementen ingediend waaronder amendementen 9 (Ellian, VVD), 10 (Helder, BBB) en 12 (Ellian, VVD). Op 12 maart 2024 voorgenoemde amendementen aangenomen. Op 19 maart 2024 is verzocht de stemming over het wetsvoorstel uit te stellen in afwachting van een kabinetsreactie op de aangenomen amendementen. Die appreciatie is op 22 maart 2024 ontvangen (TK 36.372, 24). Toenmalige minister voor Rechtsbescherming gaf aan: ‘Het wetsvoorstel zoals het in tweede lezing is komen te luiden, is naar het oordeel van het kabinet strijdig met artikel 6 EVRM en artikel 17 Grondwet. […] Deze omstandigheden geven mij aanleiding over de amendementen – en hun verhouding tot de grondrechten – (spoed)advies te vragen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.’. Dat spoedadvies is op 24 mei 2024 gedeeld, inclusief kabinetsreactie (TK 36.372, 25). Geconcludeerd werd dat de aangenomen amendementen onder nrs. 9, 10 en 12 onverenigbaar zijn met de Grondwet, het EVRM en het unirecht. De minister heeft daarop de Wijzigingswet (36.583) op 26 juni 2024 ingediend. Deze Wijzigingswet is vervolgens behandeld op 21 januari 2025 en aangenomen op 4 februari 2025, zonder aangenomen amendementen. Ook is wetsvoorstel 36.372 aangenomen op 4 februari 2025.

Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Cf. de notitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:

36.372

Internetconsultatie heeft niet plaatsgevonden.

36.583

Internetconsultatie heeft niet plaatsgevonden.

(Zie Hoofdstuk 4. Financiële gevolgen en uitvoeringsgevolgen)


Inbreng



3.35.646

Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties

Beslispunt

Welke fracties leveren vandaag inbreng voor verslag?

Toelichting

  • Het wetsvoorstel is op 1 april 2025 aangenomen door de Tweede Kamer. Plenaire behandeling vond plaats op 4 februari 2025 en 20 maart 2025.
  • Dit wetsvoorstel wijzigt het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de economische delicten waardoor maatschappelijke organisaties verplicht worden om inzicht te geven in donaties die afkomstig zijn van buiten de EU of de EER. Ook worden stichtingen verplicht om hun balans en staat van baten en lasten te deponeren bij het handelsregister. Dit wetsvoorstel heeft geen betrekking op politieke partijen.
  • Op 8 april 2025 heeft de commissie het voornemen uitgesproken om voorlichting te vragen aan de Afdeling advisering van de Raad van State wegens amendering van het wetsvoorstel en besloten de procedure van dit wetsvoorstel aan te houden.
  • Op 22 april 2025 heeft de commissie besloten af te zien van dit voornemen en vandaag 27 mei 2025, gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor het verslag teneinde daarna te bezien of er behoefte bestaat aan een deskundigenbijeenkomst.

Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Cf. de notitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:


Inbreng

4.36.364

Wet drempelverlaging omgang grootouders

Beslispunt

Welke fracties leveren vandaag inbreng voor het tweede verslag?

Toelichting

  • Het voorstel is op 25 juni 2024 aangenomen door de Tweede Kamer.
  • Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zodat de drempel wordt verlaagd voor grootouders om tot omgang met hun kleinkinderen te kunnen verzoeken. Met dit wetsvoorstel wordt tegemoetgekomen aan de knelpunten zoals die blijken uit het WODC-onderzoek 'Omgang tussen grootouders en kleinkinderen, een sociaalwetenschappelijke en rechtsvergelijkende studie'. Ook wordt invulling gegeven aan de motie-Van Toorenburg c.s. (TK 31.265, 87) over verlagen van de drempel voor grootouders om tot omgang te kunnen verzoeken. Momenteel moeten grootouders bij de rechter kunnen aantonen of er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking met hun kleinkind(eren) voordat het verzoek voor omgang in behandeling kan worden genomen. Onderhavig wetsvoorstel beoogt hier verandering in te brengen door een nauwe persoonlijke betrekking als vanzelfsprekend te zien.
  • Op 24 september 2024 is gelegenheid geboden voor het leveren van inbreng voor het verslag bij het wetsvoorstel. De Kamer heeft de nota naar aanleiding van het verslag op 25 april 2025 ontvangen (EK 36.364, C herdruk).
  • De commissie heeft op 13 mei 2025 besloten om vandaag, 27 mei 2025, gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor het tweede verslag.

Inbreng tweede verslag

5.33.996, AB

Brief van de staatssecretaris Rechtsbescherming ter aanbieding van de monitoringsrapportage online kansspelen voorjaar 2025; Organiseren van kansspelen op afstand

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 14 april 2025 (EK 33.996, AB) in overleg te treden met de staatssecretaris Rechtsbescherming of neemt zij deze brief voor kennisgeving aan?

Toelichting

  • Op 8 april 2025 besloot de commissie de brief (EK 33.996, Z) voor kennisgeving aan te nemen en dit onderwerp weer te agenderen na publicatie van de Monitoringsrapportage online kansspelen 2025 van de Kansspelautoriteit.
  • Bij brief van 14 april 2025 heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming naar aanleiding van de toezegging T02765 van 5 februari 2019, na een vraag van het lid Dercksen (PVV), om de Kamer jaarlijks te informeren inzake aantallen spelers, het aantal afgegeven vergunningen, de ontwikkeling van de markt en het effect van reclame, een afschrift gestuurd van zijn brief aan de Tweede Kamer waarin de ‘Monitoringsrapportage online kansspelen voorjaar 2025’ wordt gedeeld (EK 33.996, AB).
  • De commissie besloot op 22 april 2025 het agendapunt aan te houden teneinde na te gaan of en hoe de Tweede Kamer de monitoringsrapportage behandelt.
  • Op 24 april 2025 besloot de Tweede Kamer in de procedurevergadering van de commissie J&V om deze brief te agenderen bij het commissiedebat Kansspelen. Voor dit debat is nog geen datum vastgesteld en de termijn waarop het zal plaatsvinden is vooralsnog onbekend. (Ter informatie: eerdere commissiedebatten over Kansspelen in de Tweede Kamer vonden plaats op 27 maart 2025 en 7 maart 2024).

Bespreking brief

6.36.222, J

Brief van de staatssecretaris van J&V ter aanbieding van het onderzoeksrapport 'Wet seksuele misdrijven: voorbereiding evaluatie en nulmeting'; Wet seksuele misdrijven

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 13 mei 2025 (36.222, J) in overleg te treden met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid of neemt zij deze brief voor kennisgeving aan?

Toelichting

  • Op 1 juli 2024 is de Wet seksuele misdrijven (36.222) in werking getreden. In reactie op vragen van diverse fracties heeft de minister van Justitie en Veiligheid aan de Kamer de toezegging gedaan om verschillende specifieke onderwerpen te behandelen bij de evaluatie van deze wet (T03886). De toezegging heeft per 14 januari 2025 de status 'deels voldaan'.
  • In opdracht van het WODC is DSP-groep (een bureau voor beleidsonderzoek) in het najaar van 2023 gestart met een onderzoek ter voorbereiding van de evaluatie. Dit heeft geleid tot het rapport 'Wet seksuele misdrijven; voorbereiding evaluatie en nulmeting', dat op 13 mei 2025 openbaar is gemaakt en diezelfde dag aan de Kamer is aangeboden door de minister van Justitie en Veiligheid (36.222, J).
  • In het rapport komen meerdere thema's aan bod die raken aan toezegging T03886, waaronder de verhouding tussen opzet en schuld, de rechterlijke beoordeling van de mentale gesteldheid van de verdachte, de strafbaarstelling van seksuele intimidatie, de capaciteit van ketenpartners (zoals de (zeden)politie) en de publiekscampagne. De inhoud van het rapport geeft echter geen aanleiding om de status van de toezegging te wijzigen omdat het betrekking heeft op de voorbereiding van de evaluatie en is om die reden niet als beslispunt opgenomen. Gezien de inhoudelijke relevantie voor de toezegging wordt het rapport ter bespreking aan de leden voorgelegd.

Bespreking


7.T03885

Toezegging Inzet transnationaal misbruik (36.222)

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de door het ministerie van Justitie en Veiligheid verstrekte informatie de status van toezegging T03885 (nu: openstaand) te wijzigingen in (deels) voldaan?

Toelichting

  • Tijdens het debat over de Wet seksuele misdrijven (36.222) op 19 maart 2024 heeft de minister van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van vragen van de leden Talsma (ChristenUnie) en Schalk (SGP), de Kamer toegezegd dat (1) de minister voor Rechtsbescherming een brief zal sturen over de effectieve inzet van instrumenten zoals de Blue en Green Notices, dat (2) voor het zomerreces in de voortgangsbrief zeden nader zal worden bericht over de voortgang omtrent artikel 24, lid a Paspoortwet en dat in deze brief ook zal worden ingegaan op de voortgang omtrent het risicotaxatie-instrument voor transnationaal seksueel kindermisbruik en (3) dat de minister voor Rechtsbescherming momenteel de mogelijkheden onderzoekt om in het kader van de motie-Kuik/Ellian uitreisverboden beter te handhaven en de Tweede Kamer hier direct na de zomer over zal informeren (T03885).
  • Naar aanleiding van de reactie van de bewindslieden van het ministerie van Justitie en Veiligheid op het halfjaarlijkstoezeggingenrappel (36.600 VI, C) heeft de commissie op 28 januari 2025 besloten de status van voornoemde toezegging (toen: openstaand) te handhaven, de deadline van de toezegging te verplaatsen naar 1 juli 2025 en ambtelijk te vragen om verduidelijking van de reactie.
  • Uit ambtelijke navraag is gebleken dat het ministerie van Justitie en Veiligheid zich op het standpunt stelt dat de toezegging op alle onderdelen als voldaan kan worden aangemerkt. De reactie van het ministerie is hieronder per onderdeel weergegeven.

    Ad 1. De minister voor Rechtsbescherming zal een brief zal sturen over de effectieve inzet van instrumenten zoals de Blue en Green Notices.

    Aan dit onderdeel is tegemoet gekomen met de Voortgangsbrief aanpak seksuele misdrijven van 19 juni 2024 waarin wordt verwezen naar het WODC rapport ‘Grenzeloos’. In dit rapport wordt op pagina 121-125 ingegaan op de effectieve inzet van instrumenten zoals de Blure en Green Notices onderzocht is (zie pagina 121-125).

    Ad 2. De minister van J&V zegt de Kamer toe dat voor het zomerreces in de voortgangsbrief zeden nader zal worden bericht over de voortgang omtrent artikel 24, lid a Paspoortwet en dat in deze brief zal ook worden ingegaan op de voortgang omtrent het risicotaxatie-instrument voor transnationaal seksueel kindermisbruik.

    In de Voortgangsbrief aanpak seksuele misdrijven van 19 juni 2024 staat onder kopje 11 het volgende vermeld:

    "Artikel 24, onder a, van de Paspoortwet biedt een bestuursrechtelijke grondslag voor weigering of vervallenverklaring van een paspoort op verzoek van de minister die het aangaat. Dit is mogelijk in het geval het “gegronde vermoeden” bestaat dat de houder van dat paspoort nogmaals een vergelijkbaar strafbaar feit

    als waarvoor die persoon reeds in de afgelopen tien jaar onherroepelijk is veroordeeld, zal begaan in het buitenland. Uitvoering van deze maatregel kan in potentie reisbewegingen buiten de Europese Unie voorkomen in het kader van transnationaal seksueel kindermisbruik. Een nader werkproces wordt momenteel

    uitgewerkt door mijn ministerie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aanwijzen van een organisatie die verzoeken tot signalering kan doen voor het opnemen van personalia in het Register paspoortsignaleringen (RPS) en de verdere uitwerking van het begrip “gegrond vermoeden” in beleidsregels. "

    "Ten aanzien van risico-taxatieinstrumenten geldt dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) momenteel een onderzoek uitvoert naar de profielen, werkwijze en risicotaxatie bij plegers van transnationaal seksueel kindermisbruik. Mijn ministerie zal in zijn beleidsreactie op het uiteindelijke onderzoek meenemen in hoeverre de ontwikkeling van een nieuw risicotaxatieinstrument een logische en noodzakelijke stap is in de aanpak van dit fenomeen ."

    Ad 3. De minister voor Rechtsbescherming onderzoekt de mogelijkheden om in het kader van de motie-Kuik/Ellian uitreisverboden beter te handhaven. Daarover zal de minister voor Rechtsbescherming de Tweede Kamer direct na de zomer informeren.

    Hier wordt nog aan gewerkt. Zodra dit is afgerond zal de Kamer hierover worden geinformeerd.


8.E250005

Nieuwe Europese strategie voor interne veiligheid

Beslispunt

Welke fracties wensen vandaag inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de Europese Commissie en/of de regering over het voorstel voor een nieuwe Europese strategie voor interne veiligheid?

U wordt verzocht in uw inbreng duidelijk onderscheid te maken tussen de vragen aan de regering en vragen aan de Europese Commissie.

Toelichting

  • Op 1 april 2025 publiceerde de Europese Commissie de mededeling inzake een nieuwe Europese strategie voor interne veiligheid.
  • Dit voorstel is onderdeel van het werkprogramma van de Europese Commissie is op 15 april 2025 geprioriteerd door de commissie BIZA.
  • Op 22 april 2025 heeft de commissie J&V op verzoek van het lid Griffioen (BBB) besloten op 27 mei 2025 (vandaag) gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng.
  • Het BNC-fiche is op 9 mei 2025 door de Kamer ontvangen en is ter informatie bijgevoegd.

Tweede Kamer

  • In de Tweede Kamer wordt het voorstel behandeld in de commissie voor J&V.
  • Op 24 april 2025 is besloten het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) als rapporteur aan te stellen en om een technische briefing te organiseren over het voorstel.

Inbreng


9.Mededelingen en informatie

A - Kabinetsreactie adviesrapport van de Staatscommissie rechtsstaat.

Op 13 mei 2025 heeft uw commissie de commissievoorzitter verzocht contact op te nemen met de minister van BZK om aandacht te vragen voor het uitblijven van de kabinetsreactie op het adviesrapport van de Staatscommissie rechtsstaat. De minister heeft laten weten dat de kabinetsreactie voor het zomerreces wordt verwacht. Het beleidsdebat ex art. 51 RvOEK over de Staat van de rechtsstaat is verplaatst naar 7 oktober 2025.

B - Implementatie van de richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten

Op 25 april 2025 ontving de Kamer de eerste kwartaalrapportage van de implementatie van richtlijnen van 2025 (21.109, BF). Hierin schrijft de minister van Buitenlandse Zaken dat de implementatie van onder andere de richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten (E220003) te laat is. De richtlijn diende uiterlijk op 12 december 2024 te zijn geïmplementeerd.

C - Jaarbericht 2024 Inspectie JenV

Op 13 mei 2025 ontving de Kamer het Jaarbericht 2024 van de Inspectie Justitie en Veiligheid van de minister van Justitie & Veiligheid, mede namens de minister van Asiel en Migratie, de staatssecretaris Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. In het Jaarbericht blikt de Inspectie JenV terug op haar toezichtactiviteiten en organisatieontwikkelingen in 2024.

D - Beleidsreactie zbo-evaluatie Onderzoeksraad voor Veiligheid

Bij brief van 21 mei 2025 informeert de minister van Justitie en Veiligheid u over de uitkomsten van de evaluatie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Tevens wordt een beleidsreactie gegeven. Deze brief, het onderzoeksrapport en de bijbehorende reacties treft u in de bijlagen aan.

E - Kamerbrief aan de Eerste Kamer inzake Rapportage 2024 – Internationale Mensenrechtenprocedures

Bij brief van 23 mei 2025 is door de minister van Buitenlandse zaken (mede namens de minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris Rechtsbescherming) bijgaande "Rapportage 2024 - Internationale Mensenrechtenprocedures" aan de Kamer aangeboden. Deze bevat zoals gebruikelijk samenvattingen van uitspraken en beslissingen van internationale mensenrechtenorganen in zaken van het Koninkrijk, een overzicht van de stand van zaken betreffende de tenuitvoerlegging door het Koninkrijk van uitspraken, alsmede cijfermateriaal betrekking hebbend op zaken van het Koninkrijk bij de genoemde organen en overige relevante informatie.






10.Rondvraag


11.Openstaande correspondentie

Hieronder is een overzicht van de openstaande correspondentie weergegeven. Een overzicht van wetsvoorstellen die bij de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) in (schriftelijke) behandeling zijn, is hier te raadplegen.

Overzicht openstaande correspondentie

Verzonden

Onderwerp (+link brief)

Reactietermijn

Toelichting

28 april 2025

Brief aan de minister van J&V over de uitvoering van de toezegging T03994 inzake het voorstel rechterlijke toetsing bij zaken met discriminatoir aspect als strafverzwaringsgrond

Link brief

2 juni 2025

 

28 april 2025

Brief aan de minister van BZK over het uitblijven van de kabinetsreactie op het adviesrapport van de Staatscommissie rechtsstaat

Link brief

2 juni 2025

 

Wetgeving

22 januari 2025

Verslag Wet versterking auteurscontractenrecht (36.536)

Link verslag

19 februari 2025

Ambtelijk gerappelleerd.

Verwachting eind mei 2025

15 april 2025

Verslag Onverenigbaarheid rechterschap met lidmaatschap Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement (36.243)

Link verslag

27 mei 2025

 

Versie: 23 mei 2025