1.Deskundigenbijeenkomst Mijnbouwschade
Aanleiding:
De commissie EZ/KGG ontving op 27 maart 2025 een brief van de minister van Klimaat en Groene Groei over de kabinetsreactie op het Advies Raad van State uitbreiding wettelijk bewijsvermoeden naar mijnbouwactiviteiten in Nederland en hoe het kabinet de positie van schademelders ten opzichte van bedrijven gaat verbeteren. De commissie besloot naar aanleiding van deze kabinetsreactie, op verzoek van het lid Van der Goot (OPNL), een deskundigenbijeenkomst te organiseren.
Blok 1: juridisch/bestuurskundig (16.30-17.30)
-
-prof. dr. H.E. Bröring (hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen)
-
-mr. dr. G.S.A. Dijkstra (universitair docent bestuursrecht Universiteit Leiden)
-
-prof. mr. M.K.G. Tjepkema (hoogleraar mijnbouwschade en overheidsaansprakelijkheid aan de Open Universiteit)
Blok 2: praktijk/techniek (17.45 - 18.45)
-
-
-
P.van der Gaag (Holland Innovation Team, Geoloog/Hydroloog)
-
-
-ir. Th. F. Kockelkoren (Inspecteur-Generaal der Mijnen)
-
-
-
S.Top (Gedeputeerde Staten provincie Groningen)
-
Motie Tweede Kamer
Op 12 maart 2024 nam de Tweede Kamer de motie Beckerman/Bushoff (TK 33529, 1219) aan, waarmee ingestemd werd met een plan dat voor heel Nederland de omgekeerde bewijslast voor alle mijnbouwactiviteiten in Nederland moet gelden. Het idee achter dat plan is dat mijnbouwbedrijven moeten zorgen voor schadeafhandeling en gedupeerden beter beschermd moeten worden.
Bij omgekeerde bewijslast wordt er op voorhand vanuit gegaan dat de fysieke schade aan huizen wordt veroorzaakt door mijnbouw. Op dit moment geldt dat voor schade door gaswinning in Groningen en een deel van Drenthe, maar niet in andere gebieden zoals Limburg. Die eerste groep kan schade melden bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Schadeafhandeling in de rest van Nederland wordt geregeld door de Commissie Mijnbouwschade.
Advies Raad van State
In opdracht van toenmalig staatssecretaris van Mijnbouw Hans Vijlbrief bracht de Raad van State (RvS) op 25 november 2024 advies uit over mogelijke uitbreiding van het wettelijk bewijsvermoeden naar alle mijnbouwactiviteiten in Nederland. Hij wilde meer duidelijkheid over de juridische uitvoerbaarheid van bovenstaande motie Beckerman/Bushoff.
De RvS ziet echter geen rechtvaardiging voor uitbreiding van de omgekeerde bewijslast, omdat het "de aansprakelijkheid [...] van mijnbouwexploitanten aanzienlijk verruimt, zonder dat dit door de feiten gerechtvaardigd wordt." Daarentegen wijst het adviesorgaan wel op andere mogelijkheden om de positie van de schademelders te versterken. Diezelfde aanbevelingen deed de Commissie Mijnbouwschade eerder al. Ook zou het volgens de RvS beter zijn wanneer andere eigenaren van gebouwen zich ook kunnen wenden tot de commissie. Nu is dat alleen het geval bij huizen van particuliere eigenaren of kleine bedrijven.
H.E. Bröring, Rijksuniversiteit Groningen
G.S.A. Dijkstra, Universiteit Leiden
M.K.G. Tjepkema, Open Universiteit
S. Top, Gedeputeerde Staten provincie Groningen
P. van der Gaag, Holland Innovation Team
Th. F. Kockelkoren, Inspecteur-Generaal der mijnen
Position Paper - Gerrit Dijkstra en Frits van der Meer (Instituut Bestuurskunde Universiteit Leiden)