De Eerste Kamer heeft dinsdag 20 juni 2017 gedebatteerd met minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Werkgelegenheid) over de Afschaffing van de mogelijkheid voor politieke groeperingen om lijstencombinaties te vormen.
Senator Schalk (SGP) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt om het wetsvoorstel pas in werking te laten treden als de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 achter de rug zijn. Veel partijen zijn deze verkiezingen immers reeds aan het voorbereiden. Minister Plasterk gaf aan dat er geen technische of praktische noodzaak is om de inwerkingtreding uit te stellen. Partijen hebben volgens de minister voldoende tijd om zich aan te passen aan de nieuwe regelgeving. De minister ontraadde de motie.
Senator Sini (PvdA) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt om de staatscommissie parlementair stelsel te laten onderzoeken welke alternatieven er zijn voor het huidige systeem van restzetelverdeling. De motie stelt ook voor om het wetsvoorstel aan te houden totdat de uitkomsten van dit onderzoek in de Eerste Kamer zijn besproken. Minister Plasterk gaf aan dat hij bereid is om aan de staatscommissie parlementair stelsel te verzoeken om de alternatieven voor restzetelverdeling te onderzoeken. De minister stelde dat het aan de Eerste Kamer is om de behandeling aan te houden. Als de Kamer dit wenst, dan zal de minister zich daar bij neerleggen.
Op dinsdag 27 juni 2017 wordt over het wetsvoorstel en de moties gestemd.
Samenwerking tussen geestverwanten
Senator Van Bijsterveld (CDA) betoogde dat het kabinet geen dwingende, heldere argumenten vóór het afschaffen van lijstencombinaties heeft gepresenteerd. Volgens Van Bijsterveld zijn lijstencombinaties een waardevolle manier van politieke krachtenbundeling en gezamenlijke wilsvorming. Dit staat los van de mogelijkheid die politieke partijen hebben om te fuseren. Het kiesrecht is volgens de senator van nature complex en ondoorzichtig. Juist het stelsel van lijstencombinaties is zeer transparant; door de jaren heen zijn er zowel op landelijk als op provinciaal niveau duidelijke patronen van lijstencombinaties. Als de lijstencombinaties worden afgeschaft, komen restzetels altijd toe aan de grootste partijen. Dit is volgens de senator geen goede basis voor samenwerking tussen geestverwanten. Van Bijsterveld vroeg waarom er door de regering wordt voorgesteld om de lijstverbindingen af te schaffen. Zij pleitte ervoor dat het wetsvoorstel in elk geval niet in werking treedt voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018.
Stem van de kiezer
Senator Engels (D66) betoogde dat lijstencombinaties tot wonderlijke en niet te rechtvaardigen situaties leidt. Het kan niet zo zijn dat partijen die minder stemmen hebben gekregen toch een zetel verwerven omdat ze een lijstenverbinding zijn aangegaan. Voortzetting van de lijstencombinaties is volgens de senator dan ook niet aantrekkelijk. Deze combinaties worden volgens Engels alleen gebruikt om strategisch politieke macht te verwerven. Op deze manier wordt de stem van de kiezer niet goed tot uiting gebracht. Vanuit democratisch oogpunt moet een stem op een partij ook daadwerkelijk ten goede komen aan die partij; niet aan een verwante partij. De senator noemde het "bizar" dat politieke partijen deze redenering volhouden. Daarmee dienen zij slechts hun eigen belang en niet dat van de kiezer. Tot slot vroeg de senator wanneer het wetsvoorstel in werking zal treden.
Evenredige vertegenwoordiging
Senator Schouwenaar (VVD) betoogde dat lijstencombinaties in strijd zijn met het principe van evenredige vertegenwoordiging. Om die reden moet het wetsvoorstel volgens de senator dan ook worden afgeschaft. Het schrikbeeld dat reststemmen bij een partij terecht komen die totaal anders denkt, is volgens Schouwenaar onterecht. De partij met de meeste stemmen moet de meeste zetels krijgen. Samenwerking tussen partijen is volgens de senator ook zonder lijstencombinaties mogelijk. Het afschaffen van lijstencombinaties kan volgens de senator weliswaar nadelig uitpakken voor kleinere partijen, maar ideaal wordt het systeem nooit. Bovendien was het nooit de bedoeling om compensatie te bieden aan kleine partijen voor het stelsel van Grootste Gemiddelden. Het aanhouden van dit wetsvoorstel tot er een beter systeem van restzetelverdeling is gevonden, kan volgens Schouwenaar lang duren en biedt geen garantie voor succes.
Nadeel voor kleine partijen
Senator Bikker (ChristenUnie) betoogde dat de regering voorbij gaat aan het advies van de raad van State om de lijstenverbindingen niet los te zien van de verdeling van restzetels. De regering kiest nu wel voor schrappen van het een, zonder maatregelen te nemen voor de effecten bij het andere. Bikker vroeg of het huidige stelsel niet al lange tijd naar tevredenheid heeft gefunctioneerd. Het aangaan van lijstencombinaties is voor kleine partijen een "gelukkig correctie" voor het feit dat zij nadeel ondervinden van het stelsel van grootste gemiddelden. Bikker betoogde dat de raadsverkiezingen van maart 2018 zeer dichtbij zijn en dat er juist lokaal veel weerstand is tegen dit voorstel. Zij pleitte ervoor dat het wetsvoorstel wordt aangehouden tot het advies van de staatscommissie parlementair stelsel is gepresenteerd.
Geen nooodzaak
Senator Lintmeijer (GroenLinks) stelde dat er geen groot gevoel van maatschappelijk onbehagen of brede maatschappelijke discussie ten grondslag ligt aan dit wetsvoorstel. Sinds de invoering van de lijstverbinding is er door talrijke lokale, provinciale en landelijke partijen volop gebruik van gemaakt. Met het feit dat geestverwanten elkaar opzoeken om reststemmen uit te wisselen is volgens de senator weinig mis. Dit zou zelfs goed kunnen zijn voor het vertrouwen in de politiek. Lintmeijer vroeg wat er mis gaat met het kiesstelsel als het wetsvoorstel niet wordt aangenomen.
Evenredige vertegenwoordiging
Senator Köhler (SP) betoogde dat het stelsel van evenredige vertegenwoordiging een groot goed is. Volgens de senator is het huidige systeem van restzetelverdeling op zichzelf niet slecht en voldoende transparant. Het leidt er echter wel toe dat er meer zetels terechtkomen bij partijen die een verwante partij hebben gevonden, dan bij partijen die dat niet hebben. Bovendien is het verbinden van lijsten geen belangrijk middel om nauwe samenwerking van partijen te bevorderen. Köhler gaf aan dat zijn fractie voorstander is van een systeem waarin restzetels gaan naar de partij met de grootste overschotten. Op die manier wordt de evenredige vertegenwoordiging zo zuiver mogelijk gediend.
Beide verdedigbaar
Senator Ten Hoeve (OSF) gaf aan dat hij niet het gevoel heeft dat door lijstverbindingen het kiesproces of de zetelverdeling ondoorzichtiger wordt. Het systeem van verdeling op basis van grootste gemiddelden en het systeem van grootste overschotten zijn volgens Ten Hoeve uit democratisch oogpunt beiden verdedigbaar. Het huidige systeem is verdedigbaar omdat extra zetel een evenredige vertegenwoordiging geeft: weliswaar niet aan één specifieke partij, maar wel aan een groep toch op hoofdzaken gelijkgestemden. Bovendien is het huidige systeem inzichtelijk. Ten Hoeve stelde voor dat de definitieve beslissing over dit wetsvoorstel wordt uitgesteld tot het onderzoek van de staatscommissie parlementair stelsel is afgerond.
Onduidelijk systeem
Senator Van Hattem (PVV) betoogde dat het huidige systeem van lijstverbindingen onduidelijk, onvoldoende transparant en onwenselijk is. Het kiesstelsel in Nederland staat volgens de senator onder druk. Volgens Van Hattem worden er stemmen niet geteld dan wel beïnvloed. Partijen die met geestverwanten willen samenwerken, kunnen volgens de senator fuseren of gezamenlijke kieslijsten opstellen. Van Hattem noemde het onwenselijk en onterecht dat het huidige systeem een bonus uitkeert aan partijen die op elkaar lijken. Tot slot vroeg de senator of het wetsvoorstel al van kracht wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.
Naïef systeem
Senator Nagel (50PLUS) stelde dat het idee dat lijstverbindingen fusies tussen partijen zou bevorderen achteraf "naïef" te noemen is. Het systeem heeft volgens de senator soms vreemde uitwerkingen. Zo betoogde hij dat GroenLinks zonder de lijstverbindingen wellicht niet de huidige partijleider had gehad. De huidige restzetelverdeling is volgens de senator niet goed voor het vertrouwen in de politiek. Het kan immers ook gebeuren dat een stem op een oppositiepartij toekomt aan een coalitiepartij.
Uitstel tot na gemeenteraadsverkiezingen
Senator Schalk (SGP) stelde dat het idee van evenredige vertegenwoordiging is om de verkiezingsuitslag zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij wat de bevolking kiest. Daarbij is het volgens de senator logischer dat een stem uitkomt bij een partij die ideologisch verwant is. Schalk vroeg de minister om alsnog te overwegen of de inwerkingtreding niet even kan wachten tot na de verkiezingen maart 2018. Veel politieke partijen en vrijwilligers zijn immers al volop bezig met aanwijzen van lijsttrekkers, vaststellen van kandidatenlijsten en opstellen van verkiezingsprogramma's. Het afschaffen van lijstencombinaties zal veel extra werk opleveren. Bovendien zal dit volgens de senator allerlei gevoelige politieke consequenties hebben.
Twijfels
Senator Sini (PvdA) gaf aan dat zijn fractie twijfels heeft over het doel van het wetsvoorstel. Sini vroeg de minister om aan te geven welk probleem hiermee wordt opgelost. Kiezers willen immers dat hun stem ten gunste komt aan de partij die hun voorkeur heeft, of anders aan een partij die hieraan verwant is. Sini stelde ook dat veel partijen nu al bezig zijn met het voorbereiden van samenwerking tijdena de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Als het wetsvoorstel voor die tijd wordt ingevoerd, leidt dit tot onvermijdelijk tot problemen. Verder stelde de senator dat het niet verstandig is om dit onderwerp te laten onderzoeken door de staatscommissie parlementair stelsel. Sini vroeg de regering hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot het feit dat er steeds meer kleine politieke partijen zijn. Een verdere toename van politieke partijen zou volgens de senator immers aanleiding kunnen geven voor krachtenbundeling en verdergaande samenwerking. Lijstverbindingen zouden dit kunnen bevorderen.
Politieke wens
Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Werkgelegenheid) merkte op dat het wetsvoorstel is voortgekomen uit een motie die door een meerderheid van de Tweede Kamer is aangenomen. De minister gaf aan dat hij na beraad met de regering heeft besloten dit wetsvoorstel in te dienen. Plasterk betoogde dat het huidige stelsel van lijstverbindingen binnen de Grondwettelijke kaders past. Het huidige systeem is duidelijk en transparant en democratisch verantwoord. De reden dat de minister toch het wetsvoorstel heeft ingediend is dat er in de Tweede Kamer breed politiek draagvlak voor is. Het is volgens de minister aan politieke partijen om te besluiten wat wenselijk is. Bovendien zijn er geen onoverkomelijke praktische bezwaren om dit aan te passen.
Het is volgens Plasterk technisch mogelijk om het wetsvoorstel voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in werking te laten treden. Of dat wenselijk is, is volgens de minister een andere kwestie.
De minister merkte op dat ook het stelsel van de grootste overschotten ook grote nadelen heeft. Aan beide stelsels kleven voor- en nadelen. Over de toename van het aantal politieke partijen merkte de minister op dat het stelsel dergelijke schommelingen altijd goed heeft kunnen opvangen.
Deel dit item: