Verslag van de vergadering van 20 mei 2025 (2024/2025 nr. 29)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 21.45 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter, dank. Een woord vooraf richting de initiatiefnemers, want ik heb dat niet gedaan in de eerste termijn, omdat ik daar de tijd niet voor had ingeruimd. Het recht van initiatief, dat voorbehouden is aan de Tweede Kamer, is een groot goed en daarom verdient ieder initiatiefwetsvoorstel, los van de inhoud, op voorhand al een compliment voor het werk dat door de Kamerleden, zowel de initiatiefnemers als hun opvolgers, en hun ondersteuning is verzet. Dat compliment geven wij hier graag. Ook dank voor de antwoorden zoals die nu gekomen zijn.
Voorzitter. Waar ik in dit debat toch een beetje op ben blijven hangen, is de aanname dat bij een verbod van een organisatie de bedreiging van burgemeesters zou stoppen en de criminele activiteiten zouden stoppen. Dat is natuurlijk niet zo. Het vehikel wordt wel verboden, maar de koppeling dat daarmee ook die bedreigingen en de activiteiten stoppen, is niet een-op-een te maken. En we hebben de route via de civiele rechter al. Hoeveel maakt het dan nog uit dat het, als dat al zo is, een week, twee weken, drie weken of een paar weken langer duurt voordat dat verbod er is? In de tussentijd moet je de activiteiten waar het om gaat — de criminele activiteiten, die ernstige misdrijven en die bedreigingen — immers stoppen via een andere weg, via het strafrecht. Die ga je niet stoppen met een bestuurlijk verbod op een organisatie.
Voorzitter. Collega Talsma had er ook al even over — daarom vroeg ik de minister ook even naar de richtlijn — dat er heel veel meer moet gebeuren, als je iets wil met het bevriezen of confisqueren van goederen, middelen et cetera. De minister zei ook: ja, maar met dit bestuurlijk verbod kunnen we ze verrassen en dan kunnen ze niet plotseling geld gaan wegsluizen. Ik parafraseer het nu even. Toen we vorige week op bezoek waren bij Europol en Eurojust, waren we in een coördinatiecentrum waar internationale acties werden voorbereid. Daar werd binnen twee uur internationaal van alles geconfisqueerd. Er werd op allerlei dingen beslag gelegd. Dat kan allemaal, als je het op een goede manier doet. De verrassing kan dus ook komen door een goede afstemming met het strafrecht. Dan kan het civielrechtelijke verbod daarna komen of parallel daarmee lopen. Ik vraag dus aan de minister wat de rol zal zijn van de richtlijn als die eenmaal geïmplementeerd is. Juist omdat het gaat over non-convictional, dus voordat er een veroordeling is, is het van belang dat er al geconfisqueerd en bevroren kan worden. Dat zou hierbij toch eigenlijk ingezet kunnen worden? Dat kan al in de loop van volgend jaar.
De minister gaf zelf eerlijk aan dat er eigenlijk niets te zeggen is over de tijdwinst, terwijl dat toch de basis is van de irritatie. Dit begon zesenhalf jaar geleden. Het duurde allemaal erg lang, terwijl het toch zo veel sneller kon. De minister geeft zelf aan dat dat nog uit de praktijk moet blijken. Wat mij nog het meest intrigeerde, is dat de minister, ondanks het signaal dat het gaat om 84 OMG's die aan het eind van vorig jaar al geïdentificeerd waren, toch zegt dat het bestuurlijk verbod echt een noodgreep blijft: het is echt een ultimum remedium. Het is dus niet zo dat de minister zegt dat hij voor die 84 nu echt een bestuurlijk verbod nodig heeft. Nee, dat kan gewoon via een andere weg, want ondanks die 84 blijft de minister toch bij de noodgreep en het ultimum remedium. Ik hoorde de minister een aantal keren zeggen: "ik zou dat niet doen", "wat mij betreft" en "bij mij ligt de lat voor aanwijzingen heel hoog". Maar het is wel aan de persoon gebonden. Wij creëren namelijk een situatie waarin een andere minister zou kunnen zeggen: ik ga dat wél doen en wat mij betreft doe ik het heel anders, dus ik ga strooien met aanwijzingsbevoegdheden richting het OM. We creëren met dit wetsvoorstel een situatie die de SP niet wil.
Voorzitter. Ik ben blij dat de minister zegt dat hij er nog steeds van uitgaat dat de kabinetsreactie op het rapport De gebroken belofte van de rechtsstaat voor de zomer bij deze Kamer binnenkomt. Dat betekent dat wij het op 30 september geplande debat dan eventueel ... 7 oktober is het geworden, hoor ik inmiddels van de voorzitter van de commissie. In ieder geval kunnen we het debat op afzienbare tijd na de zomer plannen.
De richtlijn moet geïmplementeerd worden. Als voorzitter van de commissie Justitie en Veiligheid van het Benelux-parlement heb ik een vraag daarover aan de minister. Wordt er met de collega-buurlanden gesproken over hoe die geïmplementeerd gaat worden, zodat daar ook enige saamhorigheid in kan ontstaan? Dat is misschien wel bevorderlijk voor de resultaten in de samenwerking.
Voorzitter. Alles overziend en alles concluderend zal ik mijn fractie adviseren om tegen dit wetsvoorstel te stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is ten slotte het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.