Plenair Petersen bij behandeling Wet financiële defensieverplichtingen



Verslag van de vergadering van 16 juni 2025 (2024/2025 nr. 33)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.01 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Petersen i (VVD):

Voorzitter. Het gebeurt niet vaak dat de heer Van Apeldoorn als inspiratiebron voor mij dient. Vanavond was dat het geval door zijn opening met de citaten. In aanvulling daarop haal ik graag ook een citaat aan: "Voorbereid zijn op oorlog is de beste manier om de vrede te handhaven." Dit is een citaat van de Amerikaanse president George Washington. Hij sprak deze woorden 250 jaar geleden, maar in mijn ogen zijn ze nog steeds relevant. Daarom is het cruciaal dat wij hier onze verantwoordelijkheid nemen. Onze nationale veiligheid, onze economie en de stabiliteit van onze samenleving zijn in het geding. De Russische agressieoorlog in Oekraïne bedreigt de veiligheid van Nederland en onze partners. Nu al ondermijnen cyberaanvallen en vijandige hybride activiteiten op het grensvlak van vrede en oorlog onze dagelijkse veiligheidssituatie. Het geweld in het Midden-Oosten, gewapende conflicten in Afrika en oorlogshandelingen door terroristische groeperingen — zoals de aanvallen van de Houthi's op de Rode Zee — hebben gevolgen voor onze samenleving. Minder direct zichtbaar, maar even relevant, is de opkomst van China als militaire supermacht. Energie en grondstoffen worden ingezet als wapen. Innovatieve vormen van oorlogsvoering, zoals de inzet van drones, bedreigen niet alleen onze opponenten, maar uiteindelijk ook onszelf. Daarnaast verwachten de Verenigde Staten, in het kader van burden sharing, dat NAVO-bondgenoten een hoger percentage van hun bruto binnenlands product aan defensie besteden en grotere verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid van het Europees grondgebied. Dat doen zij al sinds president Barack Obama binnen de VS de koers meer richtte op de Indo-Pacific. Dit alles bij elkaar heeft ook voor Nederland gevolgen.

Tegen deze achtergrond is de VVD blij met de voortvarendheid waarmee onze minister van Defensie zich inspant om de grote achterstand die hij aantrof bij de krijgsmacht in te lopen, de Europese defensie-industrie te versterken en onze defensie toekomstgericht te maken. We moeten weer voorbereid zijn op langdurige conflicten. Investeren in defensie en in de defensie-industrie is daarbij in onze ogen ook onvermijdelijk. Daarom zijn we positief over het voorliggende initiatiefwetsvoorstel, dat is geïnitieerd door een brede coalitie van helaas niet alle, maar wel een deel van de partijen van het Nederlands politiek spectrum. Het illustreert de brede consensus dat we de defensieverplichtingen die op Nederland rusten serieus moeten nemen, door een minimum aan defensie-uitgaven wettelijk te borgen. Veiligheid mag niet langer politiek wisselgeld zijn. Nederland moet een betrouwbare bondgenoot zijn die zich eenvoudigweg houdt aan gemaakte afspraken.

Ook steunt de VVD-fractie de voorgestelde procedure voor een vijftienjaarlijks defensieplan en een vierjaarlijkse defensiemonitor, die onderdeel zijn van dit wetsvoorstel. Dat helpt te komen tot een bestendig beleid dat langjarig richting geeft aan de manier waarop de beschikbare middelen zullen worden besteed. De aanschaf van onze vier nieuwe onderzeeboten heeft ons onlangs nog de noodzaak daarvan bevestigd.

Het risico dat wetgeving door de actualiteit kan worden ingehaald — het is al eerder genoemd — wordt duidelijk zichtbaar door de aanloop naar de aanstaande NAVO-top hier in Den Haag. Terwijl dit wetsvoorstel wil vastleggen dat de Defensiebegroting ten minste 2% van ons bruto binnenlands product moet bedragen, wordt verwacht dat de NAVO-verdragspartners zullen afspreken een hoger percentage van het bbp voor defensie vrij te maken. Afhankelijk van toekomstige geopolitieke ontwikkelingen kan dat in de toekomst nog verder stijgen. Daarom wil de VVD-fractie aan de indieners vragen waarom is gekozen voor het vastleggen van een percentage, en niet voor het toekomstbestendiger maken van het wetsvoorstel door wettelijk vast te leggen dat Nederland moet voldoen aan de afspraken die in NAVO-verband worden gemaakt.

Tot slot hoort de VVD-fractie graag van de minister hoe hij de voorgestelde 2%-norm beoordeelt in het licht van de hogere norm die waarschijnlijk de uitkomst zal zijn van de aanstaande NAVO-top.

We zien, onder dankzegging voor het initiatief van de initiatiefnemers, de beantwoording van deze vragen met gepaste belangstelling tegemoet.

Dank u wel.

Mevrouw Van Bijsterveld i (JA21):

Een korte vraag, voorzitter. Ik kan het toch niet laten. Is collega Petersen het met mij eens dat als deze wet er misschien tien jaar geleden al was geweest, de stand van de defensie er een stuk beter uit had gezien, ondanks het feit dat wij een aantal kabinetten-Rutte achter de rug hebben?

De heer Petersen (VVD):

Mij worden onmogelijke vragen gesteld. Het doet me wel denken aan de oude Sovjet-Unie, waarvan werd gezegd dat het verleden voorspellen lastiger was dan het voorspellen van de toekomst. Daar laat ik de beantwoording van deze vraag bij.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Peters. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de SGP-fractie.