Plenair Goossen bij voortzetting behandeling Wet financiële defensieverplichtingen



Verslag van de vergadering van 17 juni 2025 (2024/2025 nr. 34)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 13.50 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Goossen i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. De BBB vindt het wetsvoorstel goed en zal dit van harte steunen. Het is mooi om te zien dat enkele initiatiefnemers de witte anjer dragen. Daarmee spreken ze, vooruitlopend op Veteranendag, erkenning en waardering uit voor veteranen. Dank u wel daarvoor.

Ik wil graag aandacht vestigen op een belangrijke kwestie, die nog niet voldoende is aangepakt door de minister. Tijdens de recente toelichting over de onderbouwing van de 2%-norm heb ik gemerkt dat er onvoldoende aandacht is voor de nazorg en waardering voor onze veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Deze mannen en vrouwen hebben zich ingespannen voor onze veiligheid en verdienen onze erkenning en ondersteuning. Dat geldt vooral op het gebied van financiële compensatie. In het bijzonder wil ik de ongelijkheid onder de aandacht brengen die bestaat rondom de bijzondere invaliditeitsverhoging, de BIV. Momenteel wordt voor deze groep geen belasting over smartengeld ingehouden, terwijl dat bij de BIV wel gebeurt. Dit leidt tot een oneerlijke situatie, omdat militairen met een geüniformeerde achtergrond anders worden behandeld dan andere geüniformeerde slachtoffers, zoals die van politie en brandweer. Gezien de waardering en erkenning die zij verdienen, is het van groot belang dat deze ongelijkheid wordt rechtgezet. Daarom vraag ik de minister om nu de toezegging te doen dat deze ongelijkheid wordt aangepakt. Kan de minister zich ertoe verbinden om de BIV voortaan, en met terugwerkende kracht, netto uit te keren, zodat de uitkering niet langer wordt belast en rechtdoet aan de inzet en de offers van onze militairen?

Overigens zal de BBB voor deze wet stemmen. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Goossen. Ik maak u erop attent dat dit wel tegen de grens van het debat zit en dan wel aan de verkeerde kant van die grens. Het is meer iets voor een debat over de begroting. Maar wellicht wil de minister er toch iets over zeggen.

Ik geef het woord aan mevrouw Aerdts namens D66.