Verslag van de vergadering van 7 juli 2025 (2024/2025 nr. 37)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 12.31 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Janssen-van Helvoort i (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Op 20 mei 2025 kregen wij deze suppletoire begroting aangeboden. Het is een verwerking van de afspraken uit de Voorjaarsnota in de begroting van 2025. Ik wil graag ingaan op een drietal aspecten.
Het eerste is de huurbevriezing. De inkt van de Voorjaarsnota was nog niet droog of de minister liet ons op 3 juni weten dat een belangrijk onderdeel van de Voorjaarsnota, de huurbevriezing, niet door zou gaan. De afspraak, gemaakt in de nacht van de Voorjaarsnota, bleek ondoordacht en had enorme gevolgen voor het woningbouwprogramma. Huurbevriezing zonder compensatie voor de woningcorporaties was een voorbeeldje van gratis bier, dat achteraf toch niet zo gratis was. Hoe kijkt de minister aan tegen de rolvervaging tussen parlement en regering, waar hier toch zeker wel sprake van was? Heeft de minister ook overwogen om wél voldoende compensatie te zoeken voor de woningcorporaties, zodat de huurbevriezing wél kon doorgaan? Hoe gaat de minister de motie van SP en GroenLinks-PvdA over de winstbelasting en de ATAD voor woningcorporaties uitvoeren? Deze motie is ingediend en aangenomen bij de behandeling van deze wijziging van de begrotingsstaat. Collega Martens vroeg er ook al naar, bij de behandeling van de Voorjaarsnota vorige week. Ik vraag de minister om ook de Eerste Kamer op de hoogte te houden van haar plan hierover, naar aanleiding van die motie uit de Tweede Kamer.
Voorzitter. Het niet doorgaan van de huurbevriezing en het als gevolg hiervan ook niet doorgaan van de boodschappenbonus betekent geen verbetering van de inkomenspositie van de laagste inkomensgroep in onze samenleving. Dat weegt heel zwaar voor GroenLinks-Partij van de Arbeid. In de memorie van toelichting op deze begroting staat dat voor 2025 nog 83,3 miljoen gereserveerd wordt voor de boodschappenbonus. Klopt dat eigenlijk nog wel? Is dat nog actueel? En zo niet, waarom kregen we dan geen update met de juiste, actuele cijfers?
Het tweede punt dat ik wil aansnijden, is de huisvesting van de statushouders. Bij de herverdeling van taken heeft deze minister de verantwoordelijkheid gekregen voor de huisvesting van asielzoekers. De regering vindt dat de statushouders niet meer met voorrang een sociale huurwoning moeten krijgen. Na de stemmingen in de Tweede Kamer vorige week mogen ze zelfs geen voorrang meer hebben als ze om een andere reden in de doelgroep met voorrang vallen. Het lijkt erop dat de statushouders de schuld krijgen van het feit dat er te weinig sociale huurwoningen zijn. Ik kreeg het voorbeeld aangereikt van een statushouder die al lange tijd in een flatje woont in de sociale huursector. Er ontstaat geheel buiten de schuld van de bewoners schade aan dat flatgebouw en iedereen moet verhuizen. Iedereen krijgt dan met urgentie een nieuwe huurwoning. Maar aan de statushouder zou dat op dat moment niet aangeboden mogen worden. Die zou geen voorrang meer mogen krijgen op een sociale huurwoning. Heel concreet vraag ik de minister: is het nou echt de bedoeling dat statushouders onder geen enkel beding meer met urgentie een woning mogen krijgen? Graag een antwoord op deze vraag, ook in het kader van zo'n voorbeeld.
Het plaatst de gemeenten voor een onmogelijke opgave als het gaat om de huisvesting van de statushouders. De azc's blijven volledig op slot. Op welke termijn gaat de minister voldoende doorstroomwoningen realiseren voor deze groep? Hoe staat het daarmee? En wat betekent dit de komende jaren voor de begroting van VRO?
Tot slot de invoeringskosten van de Omgevingswet. Op de suppletoire begroting wordt 80,7 miljoen beschikbaar gesteld voor transitiekosten voor de andere overheden voor de uitvoering van de Omgevingswet. Inmiddels blijkt uit een rapport van de Evaluatiecommissie Omgevingswet dat er ook structureel lastenverzwaring plaatsvindt bij de gemeenten door de invoering van die wet. Hoe gaat de minister deze financiële tegenslagen tot 2031 opvangen? Is zij voornemens om via het Gemeentefonds ook deze extra kosten te vergoeden voor de gemeenten?
Voorzitter. Dit waren mijn vragen. Ik zie uit naar de reactie van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Lievense heeft een vraag namens de BBB-fractie.
De heer Lievense i (BBB):
Even terugkomend op de huisvesting van de statushouders. De fractie van BBB vindt het belangrijk dat iedereen huisvesting krijgt op een eerlijke manier, dus ook statushouders. Maar als we die bijzondere status behouden, hebben onze eigen jongeren minder kans op huisvesting. Ik wil daar graag een reflectie op van mevrouw Janssen. Hoe kijkt de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid daartegen aan? Het is nu feitelijk gelijkgetrokken.
Mevrouw Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA):
Ik vind het ook eerlijk dat het gelijkgetrokken wordt, zeker als het gaat om statushouders die nu al in een huurwoning zitten en die huurwoning kwijtraken door scheiding of wat dan ook. Als je die daarna niet meer urgent mag noemen, terwijl je dat bij een Nederlands gezin, als het dat overkomt, wel mag doen, dan vind ik dat echt oneerlijk. Ik vraag me af of dat wel standhoudt bij de toetsing op rechtmatigheid.
De heer Lievense (BBB):
Ik ben blij te horen dat het inderdaad eerlijker is. Zo begreep ik het net namelijk niet. Ik wacht de beantwoording van de minister verder af.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Kemperman namens de Fractie-Kemperman.