Plenair Schalk bij behandeling Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie



Verslag van de vergadering van 7 juli 2025 (2024/2025 nr. 37)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.23 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Wat is het toch goed dat er een Eerste Kamer is waar wetten alsnog worden getoetst op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Daarom zit er een bijzondere veiligheidsklep op het wetgevingsproces. Dat kan na een wetsbehandeling in de Eerste Kamer leiden tot een novelle, maar in dit geval is sprake van een soort prenovelle. Het wetsvoorstel Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie is voor stemming aangehouden totdat er een wijzigingswet op hetzelfde onderwerp gereed stond. In de wijzigingswet zijn de amendementen die de toets der Grondwet niet konden doorstaan vakkundig opgelost. In ieder geval blijkt de veiligheidsklep dus te werken.

Voorzitter. In feite draait het hier om aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie. Welnu, uiteraard is de SGP tegen iedere vorm van criminaliteit. Tegenover criminaliteit staat straf, zo nodig een gevangenisstraf. Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat als een crimineel wordt opgepakt, hij of zij het criminele gedrag rustig voortzet vanuit de gevangenis. Daarom juicht de SGP het toe dat de regels hierover worden aangescherpt. En ja, in de praktijk kan dat schuren met grondrechten. Grondrechten hebben een bijzondere taak. Enerzijds bieden ze vrijheid; anderzijds beperken ze die. Dat schuurt soms. Immers, niemand is vrij om maar te doen waar hij of zij zin in heeft. Dat kunnen mensen niet aan; dat is een oude waarheid die helaas al direct na de schepping in het paradijs tot uitdrukking kwam. Wij mensen zoeken blijkbaar heel vaak de grenzen op.

Zodra iemand buiten die kaders stapt en dus buiten zijn boekje gaat, dan volgt straf. In sommige gevallen is dat vrijheidsontneming. Dat is in zichzelf een schending van een mensenrecht, zou je kunnen zeggen. Maar die is gerechtvaardigd en dat kunnen misdadigers ook weten. Bij het plegen van strafbare feiten hebben ze immers het risico aanvaard om gepakt en gestraft te worden, tot gevangenisstraf toe. Bij die gevangenisstraf horen ook weer kaders en grenzen. Dat zijn grenzen die door gedetineerden niet zonder meer geaccepteerd en gerespecteerd worden. Criminelen gaan soms gewoon door met hun criminele activiteiten, of ze voegen er andere verwerpelijke zaken aan toe, zoals bedreiging tegen personeel van instellingen of aan het adres van anderen, of er worden bedreigingen geuit tegen getuigen of tegen andere criminelen. Ook onderhoudt men soms banden met de georganiseerde misdaad. Om dat te voorkomen, is het goed dat er scherpe afspraken komen over de mogelijkheden, met name om te communiceren met de buitenwereld gezien vanuit de gevangenis, zeker daar waar veiligheidsrisico's te verwachten zijn.

In artikel 40 van het wetsvoorstel lees ik wel dat de minister het contact tijdelijk kan verruimen, maar ik lees niet dat de minister het contact bij dergelijke veiligheidsrisico's kan beperken. Welke mogelijkheden zijn er nu om af te wijken van de wettelijke ondergrens, ten nadele van de gedetineerde? Is het niet wenselijk om bij zeer zware incidenten de mogelijkheid te creëren om contactmogelijkheden nog verder te beperken? Welke criteria zouden daarvoor kunnen gelden?

Voorzitter. De vertegenwoordigers van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming benoemden tijdens de deskundigenbijeenkomst dat contactbeperkingen voor sommige gedetineerden in een extra beveiligde inrichting of op een Afdeling Intensief Toezicht noodzakelijk zijn, maar voor sommigen ook niet. Welke instrumenten, zou ik willen weten, zijn er op dit moment om maatwerk te leveren voor deze gedetineerden, zodat de goeden niet hoeven te lijden onder de kwaden? Daarmee wordt dan ook direct een prikkel gegeven om goed gedrag te belonen en slecht gedrag te straffen.

Voorzitter. Met deze wet worden grenzen gesteld aan contact met de buitenwereld rond de frequentie van bezoek, het aantal bezoekers en de mogelijkheden voor telefonisch contact. Blijft er op de een of andere manier een ondergrens bestaan, ook bij verkeerd gedrag? Dat is een lastige vraag, maar ik stel deze omdat het voor een gedetineerde uiteraard van belang is om bijvoorbeeld in contact te blijven met eigen gezinsleden. Als de ondergrens helemaal wegvalt, kan dat contact in gevaar komen. Zijn er ook situaties denkbaar dat zelfs het contact met gezinsleden moet worden vermeden, vraag ik aan de staatssecretaris. Op welke wijze kan in ieder geval geborgd worden dat contact met het eigen gezin niet geheel wordt verbroken?

Voorzitter. Het aanpassen van de rechten van een gedetineerde blijft moeilijk, maar blijkt ook noodzakelijk, en dus moet de wetgever ingrijpen. Dat is niet gemakkelijk maar onvermijdbaar. Daarom zal mijn fractie deze wet steunen. Ik zie uit naar de reactie van de staatssecretaris op mijn vragen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van de Sanden van de fractie van de VVD.