Plenair Van Aelst-den Uijl bij behandeling Wijziging begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 7 juli 2025 (2024/2025 nr. 37)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 12.44 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):

Dank, voorzitter. Zo hoor ik het graag, de volledig uitgesproken naam van onze partij.

Voorzitter. In de behandeling van de begroting voor dit jaar uitten wij als SP onze zorgen over huurders wier bestaanszekerheid op dit moment op de tocht staat. Waar wij toen nog stelden dat het kabinet met de mond iets anders zei dan met acties, namelijk met de mond zei betaalbare woningen te willen en met acties zei dat het dat niet wilde, zijn de acties en uitspraken nu met elkaar in lijn. Dit kabinet wil namelijk geen betaalbare woningen voor huur en koop. Dit kabinet wil ook huurders niet beschermen en ziet huurders via een omweg zelfs wederom als melkkoe. Immers, de huurbevriezing stond als bezuiniging in de Voorjaarsnota vanwege de lagere uitgaven voor de huurtoeslag. We weten inmiddels dat de huurbevriezing niet doorgaat; of nou ja, zij staat nog steeds in de stukken. Ik ben benieuwd hoe de minister dat ziet.

Maar de afweging heeft plaatsgevonden. In plaats van mensen te willen helpen, is er een bezuiniging ingeboekt. Wij vinden dat een pijnlijke constatering. Daarnaast is huurders een worst voorgehouden. Zij worden nu wederom in de portemonnee geraakt. Het kabinet zag de huurbevriezing dus niet als hulp voor huurders, maar als bezuiniging op de huursubsidie. Daarnaast moeten woningcorporaties vooralsnog nog steeds winstbelasting betalen, iets wat ook in de Tweede Kamer bij de behandeling van deze suppletoire begroting aandacht kreeg. Uiteindelijk is daar een motie over ingediend, zoals mevrouw Janssen-van Helvoort ook al zei. We zijn heel benieuwd op welke termijn de minister gaat uitvoeren dat de winstbelasting niet meer hoeft te worden betaald door woningcorporaties.

Boven op dit alles komt dat het kabinet de bescherming van huurders, die wij in deze Kamer zeer recent met de Wet betaalbare huur vastlegden, voortvarend aan het afbreken is ten faveure van zeurende pandjesbazen die meer winst willen maken en ook willen dat de overheid hun rendement garandeert. Wat is dan de volgende stap? Dat we ook van andere aandeelhouders en beleggers hun rendement gaan garanderen? Lobby en kapitaal krijgen bij dit kabinet hun zin en woningzoekenden hebben eigenlijk het nakijken.

Veel van de woningbouwplannen van het kabinet moeten met de financieel uitgemergelde gemeenten als bondgenoot worden uitgevoerd, een bondgenoot die door de bezuinigingen op het Gemeentefonds geen kant op kan. In de suppletoire begroting wordt over bijvoorbeeld de flexwoningen gemeld dat ze later gematcht gaan worden en later geplaatst gaan worden en dat daardoor de ontvangsten later komen. Echter, iedereen die weleens met wethouders praat, weet dat zij lokaal niet op flexwoningen zitten te wachten en dat de kosten voor het plaatsen van een flexwoning nagenoeg gelijk zijn aan het die voor het plaatsen van een reguliere woning. We horen dan ook graag van de minister of en zo ja, waarom de plannen voor plaatsing van flexwoningen nog steeds haalbaar zijn. We horen vooral ook heel graag hoe lokale overheden hiertegen aankijken.

De heer Lievense i (BBB):

Ik kom heel even terug op de korting op het Gemeentefonds. We spraken natuurlijk van een ravijnjaar. We hebben met elkaar geconstateerd dat het een daljaar is geworden. We zijn er nog lang niet, zoals we ook hier met elkaar hebben vastgesteld. Maar het komt op mij nu over alsof de SP doet alsof er het afgelopen jaar niets is gebeurd voor het Gemeentefonds.

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

Ik ben blij dat de heer Lievense deze vraag stelt. Heel eerlijk gezegd: de volledige krater is niet weggenomen in de begrotingen. De BBB weet ook dat gemeenten langjarig sluitende begrotingen moeten opleveren. Het twee jaar verlichten van de bezuinigingen, en het dus niet volledig wegnemen van die bezuinigingen, betekent dat al die gemeenten alsnog bezuiniging op bezuiniging zullen moeten stapelen om langjarig sluitende begrotingen in te kunnen dienen. Heel eerlijk: deze lichte verlichting zorgt er op dit moment niet voor dat zwembaden, preventie of alle andere voorzieningen die gemeenten zouden moeten verzorgen, niet op de tocht staan. Dus ja, het is een tijdelijke pleister. Maar nee, het is geen oplossing, zeer zeker niet met de grote opgaven die we bijvoorbeeld hebben op het gebied van woningbouw. Ik waardeer dat ook de partij van de heer Lievense zich inzet tegen het ravijnjaar, maar het is geen ravijnjaar; het is een krater die voort blijft duren en nu slechts voor twee jaar een klein beetje een brug heeft gekregen. Daarna vallen gemeenten er weer net zo hard in.

De heer Lievense (BBB):

Ik was pas bij het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waar Zijne Majesteit zelfs de opening deed. De tendens bij de wethouders, burgemeesters, maar ook de raadsleden die ik gesproken heb, is echt anders.

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

Ik denk dat de verschillende lokale bestuurders even lucht hebben gekregen en zich wellicht realiseren dat hun termijn eindigt in maart volgend jaar. Maar de problemen zijn zeer zeker nog niet opgelost. Bij volgende colleges gaat dat ook echt nog steeds tot enorme bezuinigingen leiden. Hoewel er dus een klein beetje een brug in het ravijn is gezet, hebben we geen oplossing.

De heer Kemperman i (Fractie-Kemperman):

Ik hoor mevrouw Van Aelst zeggen — het was een vrij stellige uitspraak — dat de kosten van flexwoningen eigenlijk net zo hoog zijn, of nagenoeg even hoog, als het van plaatsen van definitieve woningen. Mag ik vragen waar u deze kennis vandaan haalt?

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

De verschillende lokale bestuurders die ik spreek, zeggen allemaal dat de kosten voor het aanleggen van funderingen, riolering, stroom en gas voor de plaatsing van een tijdelijke woning, nagenoeg gelijk zijn aan die voor de plaatsing van een permanente woning. Die flexwoningen dragen daardoor op geen enkele manier bij aan het verlichten van de problemen. Zij bouwen veel liever reguliere woningen. En als u het aan ons vraagt: mensen zijn niet op zoek naar een tijdelijk huis; mensen zijn op zoek naar een thuis waar ze langdurig kunnen wonen. Die flexwoningen zijn dat gewoonweg niet. We gooien daar, heel eerlijk gezegd, geld mee weg dat we ook hadden kunnen uitgeven aan echte woningen, waarin mensen thuis kunnen zijn en een thuis kunnen opbouwen.

De heer Kemperman (Fractie-Kemperman):

Dat ben ik overigens niet met u eens, zeg ik via de voorzitter, omdat de fundering en de aansluiting, dus de hele infrastructuur die je nodig hebt om al dan niet flexwoningen te bouwen, er dan al is. Die kun je later weer opnieuw benutten. Maar kunt u mij dan verklaren, mevrouw Van Aelst, waarom de beschikbare flexwoningen die worden gebouwd met een factor tien, zo niet meer, overtekend worden door mensen die daarmee heel graag hun woningnood op dat moment willen ledigen, zodat ze, zij het maar voor tien, soms vijftien jaar, als de gemeente dat toestaat, toch een flexwoning hebben? Er is enorm animo voor. Mensen zijn er verschrikkelijk blij mee. Kunt u mij dan uitleggen waarom mensen die woningen niet zouden willen?

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

Wanneer je volledig klem zit en je een caravan aangeboden krijgt, dan zul je zelfs die caravan aannemen. Het feit dat de nood zo hoog is dat mensen ook een "niet daadwerkelijk thuis" aannemen, wil niet zeggen dat mensen dit daadwerkelijk willen. Straks, over tien jaar, als die flexwoning weer weg moet, is het probleem ook niet opgelost, en heeft die flexwoning wél heel veel geld gekost. Dat is in ieder geval waarom wij zeggen dat je beter echte huizen, echte thuizen, kunt bouwen. Nogmaals: wij horen lokaal dat de plaatsing van die flexwoningen dusdanig prijzig is dat je dat geld echt beter kunt besteden aan echte woningen voor de lange termijn.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Kemperman.

De heer Kemperman (Fractie-Kemperman):

Er is toch een verschil van opvatting, denk ik. Ik vind het namelijk geen recht doen als je het vergelijkt met een caravan, terwijl mensen in de rij staan voor een flexwoning om hun woningnood te lenigen. Ik zou bijna het voorstel willen doen om een paar flexwoningprojecten te bezoeken, omdat die woningen qua voorzieningen, afwerkingsniveau, veiligheid en comfort niet onderdoen voor echte woningen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Aelst, u vervolgt uw betoog.

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

Ik hoorde geen vraag, dus: waarvan akte.

Voorzitter. Nog een aantal andere vragen. Wij zien in de stukken dat er meer geld naar de Huurcommissie moet, omdat er een hogere zaaklast is. Wij vragen ons daarbij af: is dat omdat verhuurders zich minder aan de regels houden, of zijn huurders ineens mondiger geworden? Waarom heeft de Huurcommissie het op dit moment drukker, vragen wij de minister. Hoe kunnen we voorkomen dat het nodig is dat huurders naar de Huurcommissie stappen?

Voorzitter. Ik vroeg bij de behandeling van de begroting 2025 aan de minister hoe het Rijksvastgoedbedrijf behalve financiële winst, ook maatschappelijke winst zou kunnen boeken. Wij zijn inmiddels een halfjaar verder. We zijn benieuwd of de minister daar wat meer over kan zeggen. Op welke manier bevordert het Rijksvastgoedbedrijf met zijn gronden op dit moment betaalbare woningen?

Voorzitter. Een laatste punt, waarvan ik na de problemen met het toeslagenschandaal eigenlijk wel schrok. Er worden namelijk in deze suppletoire begroting meer inkomsten verwacht uit terugvordering van huurtoeslag. Mensen die op het randje zitten van wel of geen huurtoeslag krijgen, zijn kwetsbaar. Hen inboeken als inkomen in plaats van actie te ondernemen om te voorkomen dat zij te veel huurtoeslag ontvangen, is wat ons betreft niet de juiste keuze. Wij horen dus graag hoe deze minister voorkomt dat bij deze toch al kwetsbare mensen teruggevorderd moet worden en hoe daarmee al het leed dat met terugvordering gepaard gaat, namelijk schulden en stress, voorkomen gaat worden in plaats van ze slechts in te boeken als een stukje inkomsten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Aelst. Dan is het woord aan de heer Lievense, namens de BBB-fractie.