Verslag van de vergadering van 7 juli 2025 (2024/2025 nr. 37)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 20.59 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):
Dank u wel, voorzitter. De heer Dittrich doet mij ineens even terugdenken aan de geboorte van onze oudste dochter. De huisarts kwam daarna bij ons thuis langs. Hij zat bij mij aan bed. Zij kwam net uit de ebi terug, omdat een van de gedetineerden in de ebi hartproblemen had. Ik moet u zeggen, en daarom noem ik het even, dat die arts zo onder de indruk was van de ebi dat ik daarover echt een halfuur met haar heb moeten praten. Die baby was gewoon aan het slapen. Niks aan de hand! Maar die arts had zoiets van: wat gebeurt daar? Vertel er eens over.
Dat is misschien wel iets wat we nog wel aan de staatssecretaris zouden kunnen meegeven: zijn artsen hier eigenlijk altijd wel goed op voorbereid? Mijn ervaring is dat het best een ding is. Je wilt openstaan voor je cliënt, voor je patiënt, maar tegelijkertijd kom je natuurlijk in een gebouw waar je eigenlijk meteen al gedesoriënteerd bent. Een kleine anekdote, voorzitter! Het kost me een minuut, maar het was te leuk.
Voorzitter. In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw werd Nederland diverse keren opgeschrikt door gewelddadige ontvluchtingen uit het Nederlandse gevangeniswezen en de huizen van bewaring. Deze ontvluchtingen gingen soms gepaard met gijzelingen en hadden enorme impact op de hele samenleving, maar vooral op het personeel in de penitentiaire inrichtingen. Er moest dus echt iets gebeuren.
Op vier plekken in het land werden extra beveiligde afdelingen ingericht, speciaal voor vluchtgevaarlijke gedetineerden. Maar helaas, in 1993 ontvluchtten zes gedetineerden De Geerhorst in Sittard. Ze hadden hiervoor het personeel bedreigd met zelfgemaakte wapens en dwongen buiten automobilisten uit hun auto's om de vlucht in te zetten naar België. Het was een ontsnapping als in een film, maar wel met blijvende schade voor de slachtoffers.
De toenmalige directeur van De Geerhorst ging moedig achter zijn mensen staan. "Voor zijn mensen staan", zou je eigenlijk moeten zeggen. En hij zei: zolang er voor zware criminelen het huidige gevangenisregime kan blijven bestaan, zijn ontsnappingen mogelijk. Maar gelukkig modderde men niet voort. Men ging alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat er een inrichting kwam van waaruit een gedetineerde niet zou kunnen ontsnappen. Dat werd de ebi in Vught, waar tot op de dag van vandaag nog niemand uit ontsnapt is.
Het was een oplossing voor gedetineerden die een echt gevaar vormen, zodat het overige gevangeniswezen enige ontspanning kon toestaan en andere afdelingen en inrichtingen een normaal beveiligingsregime overeind konden houden, waar vergaande beperkingen niet nodig zijn omdat het gevaar daar simpelweg niet aanwezig is. Mijn vraag is: herkent de staatssecretaris dit beeld?
We horen heel vaak heel vocaal alle critici op die zwaarbeveiligde afdelingen, maar we horen zelden dat die juist ervoor hebben gezorgd dat het totale gevangeniswezen nog enige ontspanning overeind kan houden, zodat je technisch — het gebeurt ook weleens hier en daar — nog kan ontsnappen uit een inrichting. Als je niet heel erg gevaarlijk bent, is dat ook niet het allerergste wat er kan gebeuren. Het gaat erom dat je een humaan detentieklimaat overeind houdt. Herkent de staatssecretaris dit en zou hij daar wat over kunnen vertellen?
Natuurlijk is niet al het gevaar geweken. Hele gewiekste gedetineerden hebben in de afgelopen tijd kans gezien om hun misdaden voort te zetten, ook al zaten ze in het zwaarst beveiligde regime. Voor met name de slachtoffers van deze zware misdadigers en hun nabestaanden is het een heel enge gedachte dat hun lange arm zelfs tot buiten de ebi reikt en dat zij dus nog altijd niet veilig zijn.
Voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad is dit voortgezette handelen ook heel problematisch. Het is hierdoor echt dweilen met de kraan open. Daarom zijn helaas aanscherpingen nodig. De georganiseerde misdaad verhardt op een manier die ons voorstellingsvermogen soms te boven gaat. Denk aan de martelcontainers, aan de vergiftiging van de advocatuur en aan de beschermingsmaatregelen voor het DJI-personeel, waaronder inmiddels ook menig ex-politicus of politicus moet leven. Het is echt bar en boos.
Het voorliggende wetsvoorstel is wat mijn fractie betreft een passend antwoord op de huidige gevaren, al moet ook mij van het hart dat de voorgeschiedenis er een is waar we ons eigenlijk voor moeten schamen als politici. Al te enthousiast had de Tweede Kamer er een drietal amendementen in gefietst, die apert in strijd zijn met de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Gelukkig zijn wij er ook nog en besloot het kabinet om die blamage met een supernovelle te corrigeren, teneinde te voorkomen dat de minister hier, in de Kamer van reflectie, een nat pak zou halen. Ontsporingen, ik zeg het maar even heel expliciet, zijn dus op te lossen. Ik zeg het met nadruk en met een knipoog tegen deze regering.
Voorzitter. Het voorliggend wetsvoorstel kan wat ons betreft de toets van de kritiek doorstaan. Ik verwijs expliciet naar die kritiek, omdat ook wij hier daar niet doof voor zijn. Natuurlijk zijn de beperkingen vergaand, maar helaas zijn ze ook bittere noodzaak, gelet op de genadeloosheid van de georganiseerde misdaad. De contacten met de buitenwereld moeten voor een hele kleine groep extreem gevaarlijke gedetineerden verder worden beperkt. Dat moet natuurlijk met alle rechtswaarborgen worden omkleed. Zo moet degene die eraan onderworpen wordt, de noodzaak ervan wel kunnen toetsen. Dat is prima.
Maar mijn fractie heeft wel een zorg en die zit niet bij de strengheid van de voorgestelde maatregelen, maar ziet op de doelgroep op wie die beperkingen straks betrekking zullen hebben. De lat moet namelijk wel echt heel hoog worden gelegd. Het kan niet zo zijn dat beperkingen gaan gelden voor gedetineerden van wie eigenlijk geen heel groot gevaar uitgaat. Het kan niet zo zijn dat misschien zelfs capaciteitskeuzes een rol gaan spelen.
Voorzitter. Kortom, daar waar critici zeggen dat de voorgestelde maatregelen te streng zijn, komen wij van een andere kant aanvliegen en willen wij de verzekering dat op de extra beveiligde afdelingen alleen die gedetineerden worden geplaatst voor wie dat regime echt noodzakelijk is. Dat dient, met de relevante plaatsingscriteria, gewaarborgd te worden in de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Wij vragen daarnaast aan de staatssecretaris om na inwerkingtreding van deze wet aan de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming inzichtelijk te maken hoe die criteria in de praktijk worden toegepast, zodat de raad zijn adviserende taak goed kan uitoefenen. Ik hoop dat daarna hun kritiek verstomt.
Voorzitter. Tot slot willen we graag dat de plaatsingscriteria worden geëvalueerd. Dit kan de staatssecretaris ook helpen. Want we weten allemaal dat met name de ebi continu onder het vergrootglas ligt. Dat zal straks voor een andere streng beveiligde afdeling niet anders zijn. Dan moet de noodzaak ervan goed kunnen worden gemotiveerd en onderbouwd. Daar is iedereen bij gebaat.
Voorzitter. Kort en goed: we geloven erin dat je beperkte maatregelen zult moeten treffen, maar kijk heel goed voor wie die van toepassing zijn. Alleen dan maken we Nederland echt veiliger.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Talsma van de fractie van de ChristenUnie.