Plenair Rietkerk bij voortzetting behandeling Wet provinciale inbesteding vervoerconcessies



Verslag van de vergadering van 28 oktober 2025 (2025/2026 nr. 05)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 15.44 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank ik de initiatiefnemers voor de gegeven antwoorden en ook de staatssecretaris voor zijn antwoorden in het kader van zijn adviesrol, zoals hij dat zelf zo mooi formuleerde. De CDA-fractie vindt het ook mooi om wat meer ideologisch, op basis van uitgangspunten, te filosoferen en na te denken. Dat bracht mij op de christelijke filosofische traditie om te spreken over soevereiniteit in eigen kring. Abraham Kuyper, onze staatsman, had daar een filosofie over. De katholieke sociale leer — de heer Holterhues sprak over subsidiariteit — geeft eigenlijk aan: als mensen zelf iets kunnen, als de gemeenschappen zelf aan zet zijn, moet je het daar vooral laten. Als je iets samen kunt doen met verenigingen, gemeenschappen en de markt, is dat ook mooi, maar op sommige punten heb je de overheid nodig. Dan begin je bij de gemeenten, vervolgens kom je bij de provincies en dan kom je bij de nationale overheid. Als je dit wetsvoorstel in dat kader beziet, blijkt dat de antwoorden op de vragen naar de financiële gevolgen en risico's vooral hierop geënt zijn: de nationale overheid kan het overlaten aan een provinciale overheid en de provinciale overheid kan het oppakken; daar liggen dan ook de financiële gevolgen en risico's. Dat is ongeveer de scherpte die dan vanuit die gedachte postvat.

Ik zal over het initiatiefwetsvoorstel, dat we zien als een extra instrument, een keuzemogelijkheid, een stok achter de deur, zoals een van de initiatiefnemers duidelijk aangaf, overigens een positief advies aan mijn fractie geven. Daarmee denk ik dat de rekensom die eerder gemaakt is, klopt en dat het wetsvoorstel volgende week brede steun zal krijgen.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Meijer van de VVD-fractie.