T04058

Toezegging Brief uitleg koppeling 0,7%-norm (36.725)



De minister van Financiën zegt naar aanleiding van een vraag van het lid Martens (GroenLinks-PvdA) toe, een brief aan de Kamer te sturen waar in detail zal worden uitgelegd hoe de koppeling van de bijdrage aan het ODA-budget aan de 0,7%-norm van het BNI in de praktijk wordt gebracht. Dit zal gebeuren voorafgaand aan de stemming over de eerste suppletoire BHO-begroting.


Kerngegevens

Nummer T04058
Status openstaand
Datum toezegging 1 juli 2025
Deadline 1 juli 2026
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden R.O. Martens MSc (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, begroting
ODA-definitie
ontwikkelingssamenwerking
rekenkamer
Kamerstukken Voorjaarsnota 2025 (36.725)


Uit de stukken

Handelingen I 2024-2025, nr. .., item .. - blz. XXX

De heer Martens (GroenLinks-PvdA):

“Ik vroeg mij af hoe het komt dat deze discussie zo moeilijk loopt. Wij begrijpen hier natuurlijk heel goed dat uitgaven gedekt moeten worden. Dan roep ik graag in herinnering dat vanuit het hoofdlijnenakkoord in eerste instantie helemaal niet duidelijk was dat de koppeling was losgelaten. Dat suggereert dat het loslaten van die koppeling ook niet ingeboekt was. Ik herinner mij het debat waarin de motie-Huizinga-Heringa is aangenomen dan ook zo dat dit op dat moment nog helemaal niet duidelijk was. Nu zegt de minister van Financiën hier terecht: hier is een dekking voor nodig. Dat deel ik. Uitgaven moeten gedekt worden, anders valt de bodem onder de rijksbegroting weg. Maar nu is het ook zo, en dat moeten we met elkaar zien te verenigen, dat deze Kamer in meerderheid heel duidelijk aangeeft dat die koppeling hersteld zou moeten worden. Dat heeft gevolgen voor de aanvaardbaarheid van begrotingswetsvoorstellen in de toekomst. Dat betekent dus dat er een opgave is. De minister van Financiën schetst die opgave ook. Hij geeft de Eerste Kamer de opdracht mee om een dekking te vinden. Die zaken zullen we misschien vandaag nog niet helemaal met elkaar verenigen, maar in de toekomst moeten we ze wel met elkaar zien te verenigen, want wetsvoorstellen — begrotingswetsvoorstellen incluis — moeten hier wel op een meerderheid kunnen rekenen.”

Minister Heinen:

“Laat ik dan in verhelderende zin aangeven dat hier eigenlijk twee discussies aan ten grondslag liggen, enerzijds de 0,7%-norm die we nastreven en waar verschillende leden van uw Kamer naar hebben gevraagd. Die vergt een impuls in het budget van de ontwikkelingssamenwerking en daar is natuurlijk ook een dekking voor nodig. Ik constateer dat ik nog geen dekkingsvoorstellen heb gezien en dat het kabinet zelf ook geen dekking heeft kunnen vinden. Daarnaast heb je ook nog de koppelingsdiscussie over hoe budget in de tijd meegroeit. Daarvan kan ik aangeven dat die koppeling er is. De koppeling is toegepast in de Voorjaarsnota op basis van het CEP. Dan kan die volgend jaar bij het CEP 2026 weer toegepast worden. Dat kan elk kabinet opnieuw wegen, maar die koppeling is niet weg. Die is nu toegepast.

Waar deze Kamer op wijst, is denk ik dat er ook nog een bijstelling van het bni was bij de MEV, en die heeft het kabinet vanuit budgettaire overwegingen niet toegepast. Maar het is dus niet zo dat de koppeling weg is. Die is in ere hersteld en daarnaast geven in ieder geval een aantal partijen aan om graag naar die 0,7%-norm te willen gaan. Dat vergt echt een budgettaire opgave en dan wijs ik er wel op dat er meerdere prioriteiten liggen. Het kabinet stond daar ook voor. Ik noem maar een paar. Denk aan de gemeentefinanciën; ik heb ook veel leden gehoord over het befaamde ravijnjaar. Bij de WIA zaten honderden miljoenen tegenvallers; daar was ook de wens om niet te bezuinigen op de sociale zekerheid. Er was een wens om extra te investeren in defensie, en velen wensten ombuigingen terug te draaien. Maar je kan een euro maar één keer uitgeven en het kabinet heeft daar de keuze in gemaakt om de koppeling dan maar in ere te herstellen, zij het niet met terugwerkende kracht, omdat er ook nog andere prioriteiten zijn. Ik wil in die zin ook uw Kamer vragen om daar keuzes in te maken, want we kunnen het gewoon niet allemaal doen, tenzij we massaal de belastingen gaan verhogen of de schulden laten oplopen. Ik denk dat inmiddels bij u bekend is geworden hoe ik daartegen aankijk: ik vind dat onverstandig en acht het in strijd met de afspraken die ik gemaakt heb in de coalitie en in de Tweede Kamer.”

Handelingen I 2024-2025, nr. .., item .. - blz. XXX

De heer Martens (GroenLinks-PvdA):

“Er lopen twee discussies door elkaar heen: die over de 0,7% en die over een andere berekeningswijze, die geënt is op de 0,7% maar die om een lager percentage kan gaan. De Rekenkamer zegt dat dit leidt tot heel andere bedragen. Ik zou de minister willen vragen om een brief hierover, waarin staat hoe dit nu zit, voordat wij stemmen over de suppletoire BHOS-begroting. Ik begrijp dat dat na het reces is, maar dat werd me niet helemaal duidelijk.”

Minister Heinen:

“De heer Martens vroeg om een brief. Die zullen we u doen toekomen.”



Historie

  • 1 juli 2025
    toezegging gedaan