T03418

Toezegging Brief vormgeving enquête ervaringen bij de bevoegd gezagen Omgevingswet (33.118/34.986)



De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (PvdA), toe de Kamer een brief te sturen over de vormgeving van de enquête naar de ervaringen bij de bevoegd gezagen met de voorbereidingen op de invoering van de Omgevingswet.


Kerngegevens

Nummer T03418
Status afgevoerd
Datum toezegging 28 juni 2022
Deadline 1 september 2022
Verantwoordelijke(n) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Kamerleden drs. M.C.T. Fiers (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bevoegd gezag
Omgevingswet
vormgeving enquête
Kamerstukken Invoeringswet Omgevingswet (34.986)
Omgevingsrecht (33.118)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 35, item 8, blz. 7-8

Mevrouw Fiers (PvdA):

(…)

Dat brengt mij op de belangrijkste vraag van deze hele korte inbreng: op basis van welke informatie gaan wij hier in oktober beslissen? Ik heb er behoefte aan om, naast het

standpunt van de koepels, in oktober een goed en objectief beeld te krijgen van de uitvoeringspraktijk. Daarom ben ik blij dat de minister in het mondeling overleg heeft toegezegd om te komen met de enquête naar de ervaringen bij de bevoegd gezagen. Als ik het goed heb begrepen, dan is die enquête al een aantal malen uitgevoerd. Ik heb gezocht.

Ik heb twee oude rapporten gevonden, namelijk uit 2017 en 2018. Ik verzoek daarom de minister om meer duidelijkheid te geven over die enquête. Hoe zorgt de minister dat hij en wij in oktober een goed en betrouwbaar beeld krijgen van die uitvoeringspraktijk?

Handelingen I 2021-2022, nr. 35, item 8, blz. 11

Minister De Jonge:

De heer Janssen vroeg hoe we meer duidelijkheid kunnen geven over die enquête. Ik haal de SP en de PvdA door elkaar, zie ik. Wat zegt dat eigenlijk? Daar ga ik even over nadenken. Zegt dat iets over mij, of ... Die enquête is zeker van belang. Eerder hebben we een halfjaarsenquête gedaan. Die is een aantal keren afgenomen. Daarna is die veranderd in een soort voortdurende checklist. Daarmee kunnen gemeenten checken hoever ze zijn met de invoering. Dat kunnen zij dus voortdurend doen en dat geeft ook een beeld van de ondersteuningsbehoefte. In de aanloop naar oktober wil ik gemeenten vragen om deze vragenlijsten met aandacht in te vullen, juist ook door de mensen uit de uitvoeringspraktijk, om op deze manier een realistisch beeld te kunnen schetsen als toevoeging aan het beeld dat ik zo compleet mogelijk voor het voetlicht probeer te brengen

in oktober.

(…)

Mevrouw Fiers (PvdA):

Dan ga ik mijn kostbare interruptie daaraan wijden. Ik heb namelijk een paar mensen gebeld en gevraagd of ze ooit een enquête gezien hebben. Nee, nooit een enquête gezien.

Ik zoek dus naar ... Om te voorkomen dat we hier in oktober weer staan en een heel verschillend beeld hebben van wat de uitvoeringspraktijk ervan vindt, zou ik heel graag van de minister willen zien hoe die enquête wordt aangepakt en hoeveel mensen die ingevuld hebben. Ik hoor dus dat niemand een enquête invult. Anders blijven we met een verschillend beeld zitten.

Minister De Jonge:

U heeft een enquête gedaan om te kijken hoeveel mensen eigenlijk de enquête hebben ingevuld?

Mevrouw Fiers (PvdA):

Ik heb me platgebeld. Ik kan u vertellen dat echt iedereen zegt: dit moet je niet willen, want dit is helemaal geen duidelijkheid; zeg "ja" of "nee", want "ja, mits" brengt ons in

grote problemen. De mensen die ik dat vraag — ik heb er wel 50 gesproken — zeggen dat allemaal. Ik ben dus echt oprecht verbaasd dat de koepels en u zeggen dat iedereen

het een goed idee vindt. Ik wil dus voorkomen dat we hier in oktober weer staan en u een heel ander beeld heeft. Wij moeten dus op een of andere manier met elkaar zicht willen krijgen op die uitvoeringspraktijk. Anders blijft het zo dat iedereen wat rondbelt en een beeld heeft.

Minister De Jonge:

Allereerst over het beeld. Ik zeg niet: iedereen vindt het een goed idee. Ik zeg dat we heel intensief contact hebben, echt alle dagen van de week, met de koepels en met degenen

die daar verantwoordelijk zijn voor de implementatie.

Iedereen zegt: duidelijkheid geven over 1 januari is ongelofelijk van belang. Ik hoop dus dat de Eerste Kamer die duidelijkheid vandaag ook uitspreekt. Dat zal zeer betekenisvol

zijn, juist voor medeoverheden, voor alle mensen die ervoor verantwoordelijk zijn om deze implementatie op een goede manier uit te voeren.

U zegt: als we een enquête houden waarbij we mensen die ermee moeten werken, vragen stellen van het type "Hoe zien jullie het? Lukt het? Wat heb je nog nodig in de ondersteuning?", laat dit dan ook een representatieve enquête zijn. Daar wil ik voor instaan, heel graag zelfs, want dat vind ik ook terecht. Anders hebben we inderdaad in

oktober een dispuut over de vraag of dit nou een eerlijk beeld is of niet.

Mevrouw Fiers (PvdA):

Kunnen we misschien nog één stapje verdergaan? Kunnen we misschien kijken of een onafhankelijk onderzoeksbureau kan nagaan of dit een representatieve steekproef is, zodat

we met elkaar een gelijk beeld kunnen hebben over die uitvoeringspraktijk?

Minister De Jonge:

Laat ik het anders doen. Ik stuur u een brief waarin ik uitleg hoe die enquête gaat plaatsvinden. Het is sowieso waar dat dit degelijk moet, maar ik ben ook een beetje beducht om nu allerlei nieuwe dingen in te richten. Er moet zo ongelofelijk veel aandacht en energie gericht worden op die implementatie. Alles wat daarvan afleidt, vind ik gewoon

niet verstandig.

(…)

Mevrouw Fiers (PvdA):

Als wij een brief krijgen, dan zullen we die delen en iedereen vragen om bij zijn baas te vragen waar die enquête is, zodat die zeker ingevuld wordt.

Minister De Jonge:

Heel goed, doe dat.

Handelingen I 2021-2022, nr. 35, item 8, blz. 17

Minister De Jonge:

Dat brengt mij bij de enquête. Ik ga een brief sturen over de wijze waarop we die enquête vormgeven, opdat we niet in oktober aanleiding geven om de uitkomsten van die

enquête ter discussie te stellen. Dat lijkt me goed.


Brondocumenten


Historie