T02704

Toezegging De Eerste Kamer per brief nader informeren over de Nederlandse lopende rekening (CXXXI)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Reuten (SP), toe de Eerste Kamer een afschrift te sturen van zijn brief aan de Tweede Kamer over het Nederlandse saldo op de lopende rekening.


Kerngegevens

Nummer T02704
Status voldaan
Datum toezegging 23 april 2019
Deadline 1 juni 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen handelsoverschot
lopende rekening
structurele overschot
Kamerstukken Europees Semester 2019 (CXXXI)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2018-2019, CXXXI-D-n1, blz. 2-3

De heer Reuten (SP):

Mijn tweede vraag betreft de lopende rekening. De Europese Commissie zegt daarover -- dat is een belangrijk punt -- dat de winsten, en dan vooral de winsten van multinationals, bijdragen aan dat structurele overschot op de lopende rekening. Het kabinet, de minister van EZK, antwoordt dan: ja, dat is een punt. Daar zal ik dan maar meteen op reageren. Is dat wellicht een reden voor de regering om wat minder multinationals binnen te halen? Die zorgen voor die structurele onevenwichtigheid. De minister zegt ook: een belangrijk punt is de vergrijzing van de bevolking, waarbij de huidige besparingen in de toekomst zullen worden gebruikt voor consumptie door gepensioneerden. Dat staat op bladzijde 4. Ik begrijp daar helemaal niets van.

De voorzitter:

Dat is uw vraag?

De heer Reuten (SP):

Nee, die ga ik nu stellen. Ik begrijp daar niets van omdat besparingen niet betekenen dat die niet omgezet worden in investeringen. Dat heeft voor mij helemaal niets te maken met de lopende rekening en de verhouding tot het buitenland. Ik weet wel dat een heleboel pensioenfondsen in het buitenland beleggen, maar dat heeft hier ook niets mee te maken. Ik zou graag opheldering hebben over die passage.

(…)

Kamerstukken I 2018-2019, CXXXI-D-n1, blz. 14-15

Minister Hoekstra:

Dan heb ik volgens mij nog één vraag van de heer Reuten over, over de structurele onevenwichtigheid van de lopende rekening, waar denk ik een paar opmerkingen bij passen. Het eerste wat goed is om te zeggen, is dat die discussie over de lopende rekening natuurlijk wel van een heel andere categorie is, als ik het zo mag zeggen, dan de discussie over het Stabiliteits- en Groeipact en het niet-handhaven van de begrotingsregels. Ik snap best dat sommigen het prettig vinden om dan Nederland en Duitsland ook een verwijt maken, maar het is van een ander soortelijk gewicht.

De heer Reuten (SP):

Ik doe dit niet, maar de Commissie.

Minister Hoekstra:

Zeker. De Commissie maakt er wel een paar kwalificerende opmerkingen over, maar brengt daar wat mij betreft ook wel echt nuance aan en doet niet alsof elke onevenwichtigheid even zwaar zou moeten wegen.

Vervolgens zitten er volgens mij twee stukjes in de discussie. Het eerste is: is het een probleem en, zo ja, is het aan de overheid om het probleem op te lossen? Ik betwijfel of het echt een probleem is.

De heer Reuten (SP):

Is voor Griekenland het omgekeerde ook geen probleem?

Minister Hoekstra:

Een van de misverstanden -- maar dan neem ik even een halve stap naar voren -- die ook wel eens optreedt over die handelsoverschotten is, dat bij sommigen toch wel eens het idee bestaat dat Nederland en Duitsland zich misdragen, want die hebben handelsoverschotten, wat leidt tot handelstekorten bij een aantal zuidelijke lidstaten. Dat is niet juist. Een groot gedeelte van ons handelsoverschot is juist door onze handel met Duitsland. Een aantal van de zuidelijke landen hebben zelf ook een handelsoverschot. Dus dat is wel een kanttekening die daarbij past.

Dan is vervolgens een tweede substukje in die discussie: zou je nou meer moeten uitgeven? Daar zijn economen ook verdeeld over. Het IMF zegt dan tegen Nederland: "het zou niet gek zijn". De Raad van State zegt: "zorg nou dat je aan je automatische stabilisatoren denkt, juist vanwege die volatiele economie". En mijn antwoord was vorige week bij het IMF: "we proberen eigenlijk twee dingen te doen, te zorgen dat we buffers opbouwen én te zorgen dat we nog meer gaan uitgeven, want dat gaat het kabinet doen, volgend jaar en ook het jaar daarna".

De minister-president zegt altijd dat wij meer uitgeven dan het kabinet-Den Uyl. En ik heb laatst in NRC Handelsblad gelezen dat dat ook grotendeels waar was volgens de fact check. Los van wat dat voor mij betekent, gaan we dus wel degelijk ook nog meer uitgeven.

De laatste opmerking gaat over de multinationals, waar de heer Reuten natuurlijk ook naar vroeg. Dat is eigenlijk een beetje het terrein van de heer Wiebes. Het kabinet probeert natuurlijk multinationals aan te trekken voor zover ze echte banen opleveren. Zo moet je het, denk ik, toch formuleren. Daarbij is de lopende rekening geen onderdeel van de discussie. Wij proberen een aantrekkelijke vestigingsplaats te zijn en als bedrijven met echte banen en met echte productiviteitsgroei willen komen, dan heel graag, uiteraard onder een aantal voorwaarden, maar we kijken daar niet naar de lopende rekening als een soort sturingsvariabele.

(…)

Toen ik de vraag opschreef, vreesde ik al dat de heer Reuten en ik dit niet in dit overleg, en vermoedelijk ook niet in deze ambtstermijn, gaan oplossen. Ik heb overigens veel met zijn partijgenoten in de Tweede Kamer over dit onderwerp van gedachten gewisseld. Misschien is het goed dat ik de langere schriftelijke gedachtewisseling ook nog een keer met de Eerste Kamer deel, want die heb ik met de Tweede Kamer gedeeld, ik denk precies op een moment dat de Eerste Kamer de heer Reuten even moest missen. En mocht het dan nodig zijn om vervolgens de conversatie, al niet schriftelijk, daarover te hervatten, dan doe ik dat natuurlijk dolgraag.

De heer Reuten (SP):

Dat is een toezegging. Dus dat is mooi.


Brondocumenten


Historie