T03115

Toezegging De Kamer na de zomer informeren over afrekenbare stoffenbalans (35.600)



De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kluit (GroenLinks) en Pijlman (D66), toe de Kamer na de zomer te informeren over de ontwikkeling van een afrekenbare stoffenbalans en zal daarbij ook aangeven, als het wordt ingevoerd, wanneer het eventueel zou kunnen draaien en of er in Europa nog goede voorbeelden hiervan zijn.


Kerngegevens

Nummer T03115
Status voldaan
Datum toezegging 2 maart 2021
Deadline 1 januari 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Natuur en Stikstof
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Drs. H.J. Pijlman (D66)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen afrekenbare stoffenbalans
stikstofproblematiek
Kamerstukken Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600)


Uit de stukken

Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 17-19.

Minister Schouten:

(…)

Mevrouw Kluit vroeg heel specifiek naar de norm voor stikstofbinding op percelen en of ik die wil opnemen in de Omgevingswet. We hebben nu regelgeving op nationaal niveau, waarin bijvoorbeeld de stikstofbinding op percelen onderdeel is van de mestwetgeving. Daar kijk je ook naar wat de stikstofbinding daar is en hoe je daarop maatregelen zou kunnen nemen, bijvoorbeeld voor hoe je uitspoeling beperkt et cetera. De afrekenbare stoffenbalans op bedrijfsniveau kan mogelijk op termijn een bedrijf een doel geven. Die wens is er, ook bij mij, zeg ik maar vast, maar we zijn daar gewoon nog niet. Dus dat is ook nog echt iets wat in ontwikkeling is. We zijn aan het kijken hoe we dat kunnen gaan vormgeven, want dat moet je natuurlijk wel goed kunnen borgen. We zijn dat nu aan het verkennen, ook hoe we dat eventueel zouden kunnen opzetten. Als je dat verder uitwerkt, kun je ook natuurlijk gaan kijken welke normen je daar weer aan zou willen gaan hangen. Om dan nu al een norm in de Omgevingswet te zetten op perceelniveau; dat kan eigenlijk helemaal niet berekend worden. Dat zou ook zwaar ingewikkeld worden voor die boeren, want die denken: hoe moet ik bewijzen of hoe laat ik zien wat ik aan het doen ben?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik hoor bij de minister wel een positieve grondhouding om het uit te werken en te kijken of het ontwikkeld kan worden.

Minister Schouten:

De Afrekenbare Stoffenbalans zeker, want die zat natuurlijk ook in het rapport van de commissie-Remkes. Die zei: probeer op die manier te kijken wat erin gaat, wat eruit gaat, en het verlies ga je belasten of, nou ja, daar kun je van alles mee doen. Wat het vervolgens betekent, hoe je dat vastlegt in de normering, vind ik echt een discussie die je moet voeren op het moment dat je dat op orde hebt. Ik vind het te vroeg om daar nu al conclusies aan te verbinden, voordat we dat goed kunnen vaststellen met elkaar.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Welke termijn denkt de minister dat hiervoor nodig is?

Minister Schouten:

We zijn nu met de verkenning bezig naar hoe je zo’n afrekenbare stoffenbalans zou kunnen vormgeven. Ik verwacht daar na de zomer meer over te kunnen zeggen. Dat wil nog niet zeggen dat die dan ook echt draait. Dus nogmaals, daarvan moeten we echt helemaal goed weten of het werkt en of het loopt.

(…)

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Op zich kan ik daarmee leven. Ik zou het wel fijn vinden als de minister bij de uitwerking steeds de stap wil meenemen van de mineralenbalans op het bedrijf zelf versus de ruimtelijke instrumenten die je daarachter mee zou kunnen nemen. Want dat was de oorspronkelijke vraag: kun je als gemeente, provincie of waterschap eisen stellen aan de stikstofbinding door middel van bijvoorbeeld beplanting?

Minister Schouten:

Maar dat is echt een nationale competentie op het moment. Wij hebben nationale mestwetgeving. We hebben ook nationale wetgeving over … In het actieprogramma Nitraatrichtlijn leggen wij vast welke maatregelen wij nemen op landelijk niveau om te zorgen dat bijvoorbeeld stikstof gebonden wordt. Als elke gemeente of provincie daar nu nog weer eigen regels aan gaat plakken, wordt het wel heel onoverzichtelijk voor de boer. Daar wil ik ook nog wel even voor waarschuwen.

(…)

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Dat klopt, maar dat is ook waar we voor gekozen hebben met de Omgevingswet: dat de gemeentes dat kunnen. Maar het zou ook een oplossing kunnen zijn om juist rondom die kwetsbare natuurgebieden extra stappen te zetten, waardoor er meer kan.

Minister Schouten:

Ik ben het eens met mevrouw Kluit dat wij ook moeten kijken hoe je bijvoorbeeld de ecoregelingen — maar dan kom ik echt in het GLB terecht, het gemeenschappelijk landbouwbeleid, daar komen ecoregelingen in voor — zou kunnen inzetten om hier de goede stappen te zetten in het kader van stikstof. Dat kan inderdaad door bepaalde gewassen te telen die stikstof binden. Je kan daarvoor ook nog allemaal andere opties verzinnen. Maar als gemeenten en provincies hier ook nog een extra stap op zetten, maakt dat het voor een boer wel tamelijk complex, denk ik, om te weten wat nou de regelgeving is. Je hebt dan landelijke regelgeving en dan moet hij ook nog eens provinciaal of lokaal eraan gaan voldoen. Dat vereist dus wel een discussie op zich, laat ik het zo maar zeggen.

De heer Pijlman (D66):

Begrijp ik de minister goed? Zij zegt dat ze in het najaar op de afrekenbarestoffenbalans terugkomt, maar dat het voornemen is om hem in te voeren. Vervolgens heeft zij terecht gewezen op mogelijke fraudegevoeligheid. Daarom werd het systeem door Europa afgewezen. Maar is het haar stellige voornemen om dit te gaan invoeren?

Minister Schouten:

Ik geloof inderdaad dat wij toe moeten naar een situatie waarin we veel meer op bedrijfsniveau kunnen afrekenen, want dan kun je ook laten zien wie het goed en minder goed doen. Dan kun je degenen die het goed doen meer belonen en degenen die het minder goed doen extra aansporen om nog een stapje erbij te zetten. Dat is nu best ingewikkeld, want we hebben generiek beleid. Dat is dus mijn streven. Dat wil ik heel goed kunnen doen, zodat we niet nog een keertje nat gaan op dit punt.

De heer Pijlman (D66):

Zijn daar internationale ervaringen mee die we kunnen delen en die Europa verder kunnen interesseren? Want ik kan mij voorstellen dat iedereen met hetzelfde worstelt. En toch nog ook … Mevrouw Kluit vroeg ernaar en wij houden u er niet aan, maar wanneer denkt u, als het een beetje meezit, dat zo'n systeem werkzaam kan zijn?

Minister Schouten:

Ik wil heel graag toezeggen dat we het bij wijze van spreken zo snel mogelijk hebben draaien, maar dat vind ik echt riskant. Ik informeer u na de zomer over waar we staan. Mag ik dan voorstellen dat ik meteen de vraag meeneem: als je dit zou doen, wanneer zou het dan eventueel kunnen draaien en hebben wij in Europa nog goede voorbeelden? Ik weet dat de problematiek breder speelt in Europa, niet zozeer op stikstof maar iets meer op nitraat en dat soort zaken. Dan wil ik kijken of er in vergelijkbare situaties nog andere systemen zijn die mogelijk ook soelaas kunnen bieden.

De voorzitter: Meneer Pijlman, derde.

De heer Pijlman (D66): Dank u wel.


Brondocumenten


Historie