De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat hij na ontvangst van de zelfregieplannen van het hoger onderwijs hierover in gesprek zal gaan met Universiteiten van Nederland (UNL) en bereid is om goede voorstellen te betrekken bij de besluitvorming over het wetsvoorstel Wet internationalisering in balans (Wib) en beide Kamers hierover te informeren.
Nummer | T04046 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 25 maart 2025 |
Deadline | 1 januari 2026 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
Kamerleden | drs. Th.W. Rietkerk (CDA) |
Commissie | commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | hoger onderwijs zelfregieplan |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025 (36.600 VIII) |
Handelingen I 2024/2025, nr.23, item 11, p. 25
De heer Rietkerk (CDA):
“Dan de opmerkingen met betrekking tot de instellingen en het overleg dat de minister met de instellingen heeft. We hebben gemerkt dat het noodzakelijk is het vertrouwen terug te winnen van de vertegenwoordigers van de instellingen in het hoger onderwijs. Dat is ook nodig, waren volgens mij de woorden die de minister bezigde. Daarbij is het nodig om een zelfregieplan vanuit het hoger onderwijs toegelicht te krijgen. Daar heb je overleg voor nodig. Wat ons betreft gebeurt dat voordat de Wet internationalisering in balans definitief wordt besproken in het kabinet om het daarna te overleggen aan de Tweede en de Eerste Kamer. We gaan er dus eigenlijk vanuit dat de minister daar een rol inneemt. Ik vraag de minister welke rol hij voor zichzelf ziet, want een zelfregieplan is natuurlijk van de sector. Echter, voordat het wetsvoorstel Internationalisering in balans er is, zou onze fractie willen zien dat het pakket in goed overleg besproken is.”
Handelingen I 2024/2025, nr. 23, item 11, p. 30
Minister Bruins:
“De heer Rietkerk vroeg ook nog of de minister kan toezeggen dat het zelfregieplan tijdig wordt aangeleverd. Instellingen bepalen zelf hun timing, zoals dat bij zelfregie gaat. Daarom is het ook zelfregie. Maar ik denk dat de instellingen ook, door het meekijken bij dit debat, goed de urgentie aanvoelen. Ik ga ervan uit dat dit ertoe leidt dat ik op korte termijn voorstellen voor zelfregie ontvang. Ik verwacht ook dat die scherpe keuzes zullen bevatten. Wij zijn op het ministerie nu aan het schrijven aan de nota van wijziging dus dat geeft ook aan dat er niet veel tijd meer is om met zelfregie te komen, want wij komen ook snel met de nota van wijziging. Dan zal de Wib ook behandeld worden.
(…)
Zoals ik al zei, zijn we de nota van wijziging nu aan het schrijven. Dus ik verwacht zeker dat die voor de zomer wordt ingediend. Dat betekent dus ook dat het zelfregieplan zeker ruim voor die tijd ingediend moet zijn om nog effect te kunnen hebben op het proces.
De heer Rietkerk vroeg mij ook welke rol ik voor mijzelf zie in de zelfregieplannen. Zodra ik ze ontvang, zal ik uiteraard het gesprek erover aangaan met UNL en eventueel ook met VH, om te verifiëren of er inderdaad scherpe keuzes gemaakt zijn, in lijn met de doelen van de Wib en de criteria van de TAO. Daarbij zeg ik toe dat ik bereid ben om, als het goede voorstellen zijn, te kijken hoe ik dit in mijn besluitvorming meeweeg. Uiteraard zal ik beide Kamers daar dan ook over informeren en het debat erover voeren. ”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 23, item 11
-
25 maart 2025
toezegging gedaan