Verslag van de vergadering van 3 juni 2025 (2024/2025 nr. 31)
Aanvang: 13.36 uur
Status: ongecorrigeerd
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Aan de orde is de herdenking van de heer H. Wiegel (VVD).
De voorzitter:
Dan is nu aan de orde de herdenking van het oud-Eerste Kamerlid de heer H. Wiegel. Ik verzoek de leden en alle overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune die daartoe in de gelegenheid zijn te gaan staan.
Collega's. We hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te herdenken. Vandaag gedenken wij Hans Wiegel, die maandag 19 mei jongstleden op 83-jarige leeftijd overleed. Hij was voor de VVD bijna vijf jaar lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 13 juni 1995 tot 1 april 2000. Zijn overlijdensdatum is 26 jaar eerder opgenomen in ons collectieve geheugen als de Nacht van Wiegel, die op 19 mei 1999 in de Eerste Kamer plaatsvond.
Ik heet ook zijn familie van harte welkom bij deze herdenking.
Hans Wiegel wordt op 16 juli 1941 geboren in Amsterdam. Na het gymnasium in Hilversum keert hij terug naar zijn geboorteplaats om eerst enkele maanden Nederlands recht te studeren en vervolgens zijn kandidaats in de politicologie te halen. Op zijn 20ste jaar wordt hij politiek actief bij de Gooische afdeling van de JOVD en vijf jaar later is hij het jongste Tweede Kamerlid tot dan toe. Zijn studie afmaken, zoals hij eigenlijk wil? In Wiegels woorden: "Nou, dat zat er gewoon niet in."
Hij is elf jaar Tweede Kamerlid in de periode van 1967 tot 1982, met een onderbreking van vier jaar als minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier in het eerste kabinet-Van Agt. Bovendien is hij zeven jaar voorzitter van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. De partij groeit onder zijn leiding uit tot een brede volkspartij, omdat hij opkomt voor zowel ondernemers als geschoolde arbeiders. In 1982 stopt hij met de landelijke politiek en wordt hij commissaris van de Koningin in Friesland. Het orakel uit Ljouwert is geboren. Een bijnaam die hij nooit zal kwijtraken, al woont hij al jaren niet meer in de Friese hoofdstad. Bij zijn afscheid als commissaris preludeert hij op het lidmaatschap van de senaat. Tegen Het Parool zegt hij in 1994: "Ik zou wel in de Eerste Kamer passen. Zo'n onafhankelijke positie, weer echt het dualisme beoefenen."
Anderhalf jaar later is het zover. De senaat bevalt hem opperbest, laat hij weten. Zijn debuut in de Eerste Kamer is een debat met minister-president Kok over de begroting van het ministerie van Algemene Zaken. Hij is de enige spreker van de kant van de Kamer. Het zal geen toeval zijn geweest dat hij juist dat debat koos. Zo vaak komt de premier immers niet naar de senaat.
Het lukt Wiegel opnieuw op de late avond van 18 mei 1999. Het debat met de minister van Binnenlandse Zaken over het correctief referendum duurt al de hele dag wanneer om 23.30 uur 's avonds de premier de plenaire zaal van de Eerste Kamer betreedt. "Het zindert door de zaal en de gangen", zoals een senator het later omschrijft. De zindering wordt anderhalf uur later gevolgd door een schokgolf. Hans Wiegel stort met een kort "nee" het eerste paarse kabinet in een crisis. Tegen HP/De Tijd zegt hij dat hij een voorbeeld wilde stellen: politici moeten moed tonen en onaangename beslissingen durven nemen.
Een jaar later kondigt hij tot ieders verrassing zijn vertrek uit de Eerste Kamer aan. Per brief aan de Eerste Kamervoorzitter, zoals dat te doen gebruikelijk is. Maar Wiegel zou Wiegel niet zijn als hij daarnaast niet ook even zelf het Torentje belt en de premier op de hoogte stelt van zijn vertrek. Hij vreest dat hij het Kamerlidmaatschap niet langer kan verenigen met zijn andere functies. Bij zijn afscheid noemt hij de dinsdagen in de Eerste Kamer "het snoepje van de week, een toetje". "Eén dag in de week kon ik mijn politieke ei kwijt."
Na zijn afscheid blijft hij zeer actief. Hij is onder meer voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, lid van vele raden van commissarissen en informateur bij meerdere collegeonderhandelingen. Bovendien laat hij zich als columnist met regelmaat uit over de gebeurtenissen in de landelijke politiek.
Hans Wiegel beoefende de politiek als vak dat het waard is beoefend te worden en combineerde dit met een grote interesse in mensen. Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek u een moment stilte in acht te nemen.
(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)
De voorzitter:
Dank u wel. Neemt u plaats.
Ik nodig u uit om, nadat ik de vergadering heb gesloten, de condoleances over te brengen aan de familie.
Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van de vergadering. Ik dank alle leden, de medewerkers die deze vergadering mogelijk hebben gemaakt en de aanwezigen op de publieke tribune voor hun komst naar de Kamer. De vergaderdag van de Eerste Kamer wordt vanmiddag en vanavond voortgezet in verschillende commissievergaderingen, die u hier en thuis kunt volgen. Ik sluit de vergadering.