Rappelabele toezeggingen Buitenlandse Zaken (Rappel februari 2019)



Dit is het rappel tot 02-01-19.

 




Toezegging Vergadering Parlementaire Assemblee en werklast EHRM (32.125 en 32.123 V) (T01191)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Kox, toe na de verkiezingen een vergadering van de Parlementaire Assemblee bij te zullen wonen. De minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Strik, toe dat hijzelf of de minister van Buitenlandse Zaken – afhankelijk van de werklast en prioriteiten - een vergadering van de Parlementaire Assemblee bij zal wonen.

zie ook


Kerngegevens

Nummer T01191
Status deels voldaan
Datum toezegging 20 april 2010
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Parlementaire Assemblee
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2009-2010 (32.125)
Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2010 (32.123 V)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1134

De heer Kox (SP): Morgen worden de voorstellen van Jagland besproken. Is de minister daar zelf bij of is daar iemand anders van onze regering bij? Mij is opgevallen dat de huidige secretaris-generaal van de Raad van Europa buitengewoon bij de tijd is en buitengewoon inspirerend werkt, maar ook choquerend kan werken. Een opmerking van hem die op mij veel indruk maakte, was dat tegenwoordig bij heel veel organisaties wordt gesproken over synergie, maar dat bij deze organisatie sprake is van -- ik vertaal het maar even in het Nederlands -- "nynergie": ongeveer alles werkt tegen elkaar in; wat het ene orgaan doet, wordt door het andere orgaan gesaboteerd. Er moet daar dus opgeruimd worden. In die zin begrijp ik dat regeringen en ministers niet altijd klaar staan met een zak geld om problemen op te lossen bij de Raad van Europa. De Raad van Europa moet eerst zelf een hoop problemen oplossen, maar op het eind van de dag zullen toch middelen beschikbaar moeten zijn om al het werk te kunnen verrichten dat de Raad van Europa inmiddels, zeker in de afgelopen vijftien jaar, op zijn bordje heeft gekregen. Misschien is het goed dat wij samen -- de Nederlandse delegatie, de Eerste Kamer en de minister -- nadenken over de list die wij moeten verzinnen om anderen tot een redelijkere opstelling te krijgen. Misschien is het goed als de minister op korte termijn naar Straatsburg komt. Wij zien daar altijd graag ministers verschijnen om de assemblee toe te spreken. Dan zou de minister daarop kunnen wijzen. Het geluid van een minister en een regering dat het geld mag kosten als het goed is en als het geld moet kosten, zouden wij daar best kunnen gebruiken. Ik ondervraag altijd alle ministers op dit punt. Het zou mij genoegen doen als ik de Nederlandse minister zou kunnen ondervragen en als die dan zegt: ja natuurlijk, dat weet je toch? Dat zou erg nuttig kunnen zijn.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1136

Mevrouw Strik (GroenLinks): Toen nog staatssecretaris Albayrak is eerder uitgenodigd voor de junisessie van de Parlementaire Assemblee om haar vreemdelingenbeleid uit te leggen. Het zou geweldig zijn als de minister van Justitie die uitnodiging kan overnemen. Wellicht dat hij dan de kans krijgt om de zaak verder uit te leggen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Minister Verhagen: Ik dank de heer Kox, ook voor de waarderende woorden over de communicatie. Hoewel ik werd gesouffleerd en op het goede pad werd gezet door zijn fractiegenoot die mij de suggestie aan de hand deed, was ik al van plan om naar de Raad van Europa te gaan. Dat was al min of meer gepland in mijn agenda. Ik was van plan om naar Straatsburg toe te gaan. Toen kwam ik in de omstandigheid dat ik niet alleen meer minister van Buitenlandse Zaken was, maar ook minister voor Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris van Europese Zaken. Daarbij zullen er op korte termijn verkiezingen van de Tweede Kamer plaatsvinden en ben ik door mijn partij geschikt bevonden om op de kandidatenlijst te staan. Derhalve is mijn agenda ietwat druk geworden. Ik heb Straatsburg nog steeds staan, maar ik hoop daar na de verkiezingen van 9 juni heen te kunnen gaan. Ik ben het met de heer Kox eens dat het van belang is dat er ook ministers komen. Ik zal dus zo snel mogelijk na de verkiezingen bekijken hoe mijn nieuwe agenda

eruitziet.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Als minister!

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1141

Minister Verhagen: Dan zijn er eerst heel lange onderhandelingen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

De voorzitter: Wij zullen het erbij schrijven op het toezeggingenlijstje.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Verhagen: Dat is goed!

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Voorzitter. Ik heb nog een aantal vragen liggen waaronder de vriendelijke opwekking van mevrouw Strik om een inhoudelijk verhaal in Straatsburg te komen houden, maar die is inmiddels ingehaald door de vraag van de heer Kox aan minister Verhagen om geld naar Straatsburg te komen brengen. Ik begrijp nu hoe de volgorde van prioriteiten is. Ik wacht even op het moment waarop deze reacties op een, voor degene die de Handelingen maakt, hoorbare vorm worden uitgesproken.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

De heer Kox (SP): Staatssecretaris Albayrak zou eind juni bij de aanbieding van twee rapporten over migratie en vluchtelingen aanwezig zijn. Als de minister daar de regering zou willen vertegenwoordigen – hij is bij wijze van spreken al genoteerd, want er is al genoteerd dat Nederland een spreker zal leveren – is hij van harte welkom. Als hij minister Verhagen dan ook nog meeneemt die wellicht ook nog iets over geld kan zeggen, zullen zij een geweldig populair duo zijn. Ik meen dat de aanwezigheid van de minister – en nu ben ik serieus – eind juni bij de behandeling van die rapporten op prijs zal worden gesteld.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26 – blz. 1142

Minister Hirsch Ballin: Ik dank de heer Kox voor deze toelichting. Ik tast nu even in het duister of voor mevrouw Strik de prioriteiten ook zo liggen. Zij knikt ja. Ik zal uiteraard rekening houden met de agenda. Minister Verhagen heeft al gezegd dat hij de taken van onze vroegere collega's Koenders en Timmermans heeft moeten overnemen. Ik heb de taken moeten overnemen van onze vroegere collega's Albayrak en Ter Horst. Dus ik kom in een combat des générosités met collega Verhagen wat betreft de werklast en de prioriteiten, maar u mag uit onze reacties in combinatie afleiden dat voor ons beiden de Raad van Europa zeer hoog genoteerd staat.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over toetreding EU tot EVRM (33.877) (T01941)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kox (SP), toe de Kamer op de hoogte te houden van ontwikkelingen ten aanzien van de toetreding van de Europese Unie tot het EVRM.


Kerngegevens

Nummer T01941
Status openstaand
Datum toezegging 15 april 2014
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen EVRM
staat van de Unie
toetreding
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2014 (33.877)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 27, item 3 - blz. 19

De heer Kox (SP):

Ik hoor ook graag wanneer de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens eindelijk zou kunnen plaatsvinden. We wachten daar eigenlijk al veel te lang op. Of zijn er nieuwe beren op de weg verschenen?

Handelingen I 2013-2014, nr. 27, item 8 - blz. 35

Minister Timmermans:

Nederland hecht aan toetreding van de Europese Unie tot het EVRM. We werken daar hard aan. De Commissie heeft advies gevraagd aan het EU-hof. Dat advies wordt over een paar maanden verwacht, na de zomer. Om de toetredingsakkoorden te optimaliseren, zullen we ook interne toepassingsregels moeten opstellen. Dat ligt stil tot het advies van het hof beschikbaar is. Samen met een aantal andere lidstaten hebben we er bij de Commissie op aangedrongen om daarmee toch door te gaan, ondanks het feit dat we nog op het advies van het hof zitten te wachten. Ik zal de Kamer goed op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dat vlak.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Rechtsbescherming als basisvoorwaarde voor het al dan niet instemmen met TTIP (34.166) (T02124)

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD), toe dat hij de rechtsbescherming in de onderhandelingen over TTIP zal verdedigen en dat de rechtsbescherming tevens een basisvoorwaarde vormt voor het al dan niet instemmen met TTIP. De minister zal deze regeringsinzet met de Kamer uitwisselen.


Kerngegevens

Nummer T02124
Status openstaand
Datum toezegging 19 mei 2015
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden drs. N.K. Koffeman (PvdD)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen rechtsbescherming
staat van de Unie
TTIP
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 31, item 12 - blz. 16

Minister Koenders:

(...) Wij onderhandelen en de Kamer kan het resultaat beoordelen. Ik juich een breed debat hierover toe. Het kabinet staat een hoog beschermingsniveau voor wat betreft gezondheid, sociale standaarden, milieuwetgeving, consumenten- en rechtsbescherming. Dat staat niet ter discussie.

In onderhandelingsdocumenten van de EU over sanitaire en fytosanitaire maatregelen staat ook niets over chloorkippen en hormoonvlees. We willen hier namelijk ook helemaal niet over onderhandelen. Er staat wel heel duidelijk dat we ons eigen recht om mens, dier en plant te beschermen en onze eigen regelgevende kaders mogen behouden. Dat geldt dus ook voor chloorkippen en hormoonvlees. De wederzijdse erkenning van standaarden in TTIP is alleen mogelijk als de standaarden een gelijk niveau van bescherming bieden. Is dat niet het geval, dan erkennen wij iets niet. Voor mij is het simpel: TTIP mag onder geen beding afbreuk doen aan onze democratie en onze rechtsbescherming (...).

Handelingen I 2014-2015, nr. 31, item 12 - blz. 17

De heer Koffeman (PvdD):

Ik ben ook erg blij met de toezeggingen van de minister over rechtsbescherming. Daarover bestaat namelijk heel veel onzekerheid. Het is prettig dat de minister die zo expliciet gedaan heeft. Ik ga ervan uit dat de rechtsbescherming vanaf de inwerkingtreding van het verdrag geldt en niet dat er naar herstel van de rechtsbescherming wordt gestreefd. Ik ga ervan uit dat de toezeggingen die de minister doet, echt een basisvoorwaarde vormen voor ja of nee tegen TTIP zeggen. Klopt dat?

Minister Koenders:

Ja, dat klopt (...).

Handelingen I 2014-2015, nr. 31, item 12 - blz. 27

De heer Koffeman (PvdD):

Met betrekking tot de ontwikkelingen in Europa, met name de vrijhandelsverdragen, ben ik heel blij dat de minister heeft toegezegd dat hij een belangrijke waarde die we in het debat gewisseld hebben, wil verdedigen en dat hij die ook als uitgangspunt wil zien voor het wel of niet steunen van de onderhandelingen over de vrijhandelsverdragen.

Handelingen I 2014-2015, nr. 31, item 12 - blz. 37

Minister Koenders:

Dan kom ik op de punten van de heer Koffeman. Met betrekking tot TTIP zeg ik dat het inderdaad gaat om de verdediging van belangrijke waarden. Hierover zal het debat nog verder gevoerd worden. We staan hier heel integer in. We willen dit ook democratisch met de Kamer uitwisselen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Top over de toekomst van de Raad van Europa (34.166) (T02273)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Elzinga (SP), toe open te staan voor een top over de toekomst van Raad van Europa.


Kerngegevens

Nummer T02273
Status voldaan
Datum toezegging 8 maart 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Raad van Europa
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2015 en Voorzitterschapseditie voor het jaar 2016 (34.166)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr 22, item 8 blz. 8

De heer Elzinga (SP):

(...)

Ik noem ook de Raad van Europa, Europa's oudste en breedste verdragsorganisatie, gefundeerd op het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest en een groot aantal andere buitengewoon belangrijke conventies. Mijn partij pleit al langer voor minder EU en meer Raad van Europa, ook in financiële zin. Het blijft bizar dat de Europese unie per dag meer uitgeeft en meer middelen ter beschikking heeft dan de Raad van Europa in een heel jaar. Nederland is niet de slechtste contribuant, maar overall kleden wij de Raad van Europa steeds verder uit, terwijl wij de Europese Unie blijven spekken. Het is zonde om de organisatie waarin alle Europese landen, inclusief binnenkort Belarus, zo aan haar lot over te laten. In een land als Oekraïne, waar de Raad van Europa zijn grootste missie heeft, wordt goed werk geleverd ter verbetering van de rechtsstatelijkheid en de beperking van de corruptie. Kan de minister aangeven hoe hij de mogelijkheden van de Raad van Europa inschat en of de Nederlandse regering steun geeft aan de oproep van onder andere de Parlementaire Assemblee om op korte termijn een nieuwe topbijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders bijeen te roepen, teneinde besluiten te nemen over de toekomst van de raad? De vorige top was in 2005 in Warschau. Hoog tijd om een nieuwe te organiseren, vindt onze fractie.

Handelingen I 2015-2016, nr. 22, item 10 blz. 11

Minister Koenders:

(...) De heer Schrijver kent de Raad van Europa goed omdat hij in de Parlementaire Assemblee zit, wat heel goed is. Het is een organisatie die vaak een tikje in de schaduw werkt. Als er bepaalde uitspraken van het Hof komen of als er bepaalde rapporten uitkomen, komt hij ineens naar boven en dat is terecht. De heer Schrijver vroeg volgens mij ook naar de mogelijkheid van een top. De laatste heeft volgens mij ongeveer tien jaar geleden plaatsgevonden, in 2005. In chronologisch opzicht zou je kunnen zeggen dat we dat weer eens zouden moeten doen. Misschien kunnen we ernaar kijken. Als ik me niet vergis, is Bulgarije nu de voorzitter daarvan. Die moet dat dan doen. Het zou een beetje gek zijn als wij dat zouden doen, maar ik sta in die zaak voor alles open.

Handelingen I 2015-2016, nr. 22, item 10 blz. 25

De heer Elzinga (SP):

Voorzitter. Ik begon mijn eerste termijn met grote zorgen over de Europese samenwerking. Ik besprak grote tegenstellingen binnen Europa en verschillende crises en ik eindigde met een verzoek tot meer samenwerking, via onder andere de Raad van Europa. Ik deed daarvoor en ook voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa concrete suggesties. Ik ben blij dat de minister openstaat voor een Raad-van-Europatop over de toekomst van deze verdragsorganisatie en ik moedig hem aan, dit ook bij zijn Europese collega's uit te dragen. Ik heb ook nogmaals de steun voor rechtspersoonlijkheid van de OVSE en de bescherming van medewerkers op de grond genoteerd, waarvoor dank.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Financiering OVSE en Raad van Europa (34.775) (T02488)

De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kox (SP) en Strik (GroenLinks), toe dat de regering nog eens goed kijkt naar de financiering van de OVSE en de Raad van Europa en daarover rapporteert in de gebruikelijke rapportages aan de Kamer.


Kerngegevens

Nummer T02488
Status voldaan
Datum toezegging 5 december 2017
Deadline 1 juli 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen financiering
OVSE
Raad van Europa
Kamerstukken Miljoenennota 2018 (34.775)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 10, item 3 - blz. 20

De heer Kox (SP): Met haar conventiestelsel heeft die verdragsorganisatie Europabrede bindende regels opgesteld over klassieke en sociale mensenrechten, rechten van vrouwen, kinderen, nationale minderheden. En over dataprotectie en cybercrime en mensenhandel en matchfixing en culturele erfenissen. Ik mocht er onlangs een rapport over maken, dat nu voorligt bij het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Bij de algemene Europese Beschouwingen zouden we het daar graag met de regering over hebben. En ook over de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, die belangrijk werk in doet in Europese conflictzones waar geweld heerst of dreigt. De Raad van Europa en OVSE zijn ook dé podia waarop Rusland en Turkije nog meedoen en dus gehouden kunnen worden aan hun internationaalrechtelijke verplichtingen. Aan de minister-president dus de vraag of hij wil bewerkstelligen dat het qua centen wel een onsje minder mag bij de EU, waardoor het gemakkelijk een kilootje meer kan voor al die andere Europese organisaties die er ook zijn om vrede, veiligheid en vooruitgang te bevorderen. Nu kost de Europese Unie per dag wat de Raad van Europa per jaar kost, om maar een vergelijking te geven.

(...)

Handelingen I 2017-2018, nr. 10, item 3 - blz. 39

Mevrouw Strik (GroenLinks): We zijn blij dat het kabinet zich blijft inzetten voor de mensenrechten in Europa. Daarvoor is de Raad van Europa een onmisbare waakhond. Die organisatie maakt financieel zware tijden door. Zint de regering op een strategie om de Raad van Europa effectief te houden?

(...)

Handelingen I 2017-2018, nr. 11, item 3 - blz. 31-32

De heer Kox (SP): De minister-president betuigde opnieuw zijn betrokkenheid bij de Raad van Europa en het unieke Europese mensenrechtenstelsel. Dank daarvoor. Maar eerlijk gezegd weten we dat al. In Straatsburg praten we driemaandelijks met onze ambassadeur over de inzet van de Nederlandse regering. Zowel GroenLinks als wij hebben concreet de vraag gesteld of de regering nog eens positief kritisch wil kijken naar de mogelijkheden om de financiering van de twee andere grote verdragsorganisaties, de OVSE en de Raad van Europa, te verbeteren. Op dit moment is het zelfs voor mij, als Nederlander en als socialist, dus dubbel zuinig, soms stuitend om te zien hoe in Straatsburg moet worden omgegaan met dubbeltjes en kwartjes, terwijl aan de overkant van het water de euro's rijkelijk vloeien. Ik denk dat er met een lichte verschuiving in de budgetten ruimte zou kunnen komen. Dat is temeer nodig, omdat we, als we de Raad van Europa niet hebben, het platform waarin we zowel met de Russen, de Turken en de Oekraïners kunnen overleggen, kwijtraken. In hetgeen hier ooit in het Congres van Den Haag ontstaan is, liggen de wortels van dit unieke systeem. Dus ik zou de minister-president willen vragen — hij hoeft dat nu niet te doen — om nog eens te kijken of Nederland op dit punt nog een beter voorbeeld kan geven dan het al doet.

Minister Rutte: Waar we al een heel ingewikkelde discussie in Europa hebben over het budget voor de komende jaren met het vertrek van de Britten, lijkt het mij kansloos om het budget "overall" te verlagen en dat te verschuiven naar andere organisaties. Ik zie natuurlijk wel het belang van de OVSE en de Raad van Europa. Wij dragen daar overigens evenredig aan bij. Alleen, je moet de Raad van Europa en de OVSE niet op gelijk niveau stellen van dat van de Europese Unie. Dat is toch echt een heel andere organisatie met een heel andere omvang en een heel ander direct belang voor Nederland. Het zijn niet alleen heel verschillende afkortingen maar er gaan ook heel verschillende organisaties achter schuil. Wat de heer Kox hier doet is zeggen van: je hebt de Europese Unie, een soort hollebolle gijs, en dan heb je die arme OVSE en Raad van Europa die bijna niets te besteden hebben.

De heer Kox (SP): Wat daarachter schuilgaat gaat, meneer de minister-president, is dat we 835 miljoen Europeanen allemaal onder één uniek mensenrechtenstelsel bescherming bieden compleet met een Hof met bindende uitspraken. Dat is een prestatie die in de naoorlogse geschiedenis niet herhaald is. De Europese Unie heeft alles te maken met dat mensenrechtenstelsel van de Raad van Europa.

Minister Rutte: Ja, ja, dan hebt u het over de financiering.

De heer Kox (SP): Maar ik vraag ook niet of we een heel grote hoeveelheid geld bij de Europese Unie weg kunnen gaan halen. Ik constateer dat de Europese Unie per dag opmaakt wat de Raad van Europa per jaar opmaakt. Dan zeg ik niet om het dan maar fiftyfifty te doen maar tot nu toe wordt ook in Nederland de Raad van Europa gefinancierd vanuit Buitenlandse Zaken. Buitenlandse Zaken heeft in feite geen geld maar in essentie gaat het om rechtszekerheid en rechtsbescherming. Als Nederland creatief zou gaan kijken, zou het misschien wat ruimte kunnen vinden en zou het daar vooral ook collega-landen op kunnen aanspreken. Te herhalen wat ik allang weet, is niet zo productief. Wat betreft die uitgestrekte hand, meneer de minister-president: dit is in het verleden ook al een Kamerbrede wens geweest, dus wilt u er nog eens naar kijken?

Minister Rutte: Laten we het dan even in de spirit of compromise loskoppelen. Ik hoor de heer Kox steeds het vergelijk maken met de Europese Unie en dan ga ik haperen. Dan denk ik: nu ben je echt appels en peren aan het vergelijken. Maar als de heer Kox ons vraagt om nog eens goed te kijken naar de financiering van de OVSE en de Raad van Europa of daar genoeg geld is, dan wil ik dat doen. Dan kijken we daar nog eens even naar, zonder dat ik nu toezeggingen doe. Misschien dat ik daardoor even het misverstand had. De heer Kox zei letterlijk: een kilootje minder voor de EU en kan dat dan naar die organisaties? Toen blokkeerde ik omdat we al zo'n ingewikkelde discussie hebben de komende jaren over de financiering van de EU.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Ik ben heel blij met de toezegging van de premier.

Minister Rutte: Alleen dat ik ernaar kijk.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Met die toezegging ben ik zelfs al blij. Kunnen we er dan wel op korte termijn over geïnformeerd worden?

Minister Rutte: Nee, dan werken toezeggingen niet. Als nu meteen gevraagd wordt om morgen te besluiten waar het geld heen gaat …

Mevrouw Strik (GroenLinks): Die korte termijn bedoel ik wat ruimer en relatiever. Kunnen we daar dan in ieder geval over geïnformeerd worden ergens in de loop van begin volgend jaar of zo?

Minister Rutte: Dan neem ik het mee in de gebruikelijke rapportages. Er zijn regelmatig rapportages aan de Kamers over Europa en over allerlei zaken. Dan betrekken we het daarin, maar geen aparte brieven want ik moet echt oppassen dat we het met de steeds kleiner wordende departementen allemaal wel aankunnen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren Eerste Kamer over Nederlandse inzet voor transparantieagenda (34.841) (T02583)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP), toe ook de Eerste Kamer blijvend te informeren over de inzet van de Nederlandse regering over de transparantieagenda in Europa.


Kerngegevens

Nummer T02583
Status openstaand
Datum toezegging 10 april 2018
Deadline 1 januari 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Openbaarheid van Raadsdocumenten
raad
transparantie
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2018 (34.841)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 26, item 8 - blz. 38

Van Apeldoorn (SP):

Er wordt al jaren gedebatteerd over het zogenaamde democratische tekort van Europa. Er wordt alleen bar weinig aan gedaan. De besluitvorming in de EU is te veel aan het zicht van de burger, maar ook van nationale parlementen onttrokken. De commissies Europese Zaken van de Tweede en de Eerste Kamer hebben in het najaar het paper Opening up Closed Doors gepresenteerd aan de collega-parlementariërs van de COSAC en het vervolgens met de steun van maar liefst 26 EU-parlementen aan de voorzitter van de

Europese Raad, Tusk, verstuurd. Ik refereerde hier al aan tijdens een interruptie. Het stelt de SP-fractie buitengewoon teleur dat er nog geen enkele reactie van de Raad vernomen is. Men heeft de mond vol over de versterking van de rol van parlementen en de noodzaak van een politieke dialoog maar als door 26 EU-parlementen een initiatief wordt gesteund dat oproept tot transparantie, een noodzakelijk voorwaarde voor de uitoefening van onze controlerende taak als parlementen, dan is het oorverdovend stil.

Hoe kijkt het kabinet hier tegenaan? Is er door de regering in de Raad voor gepleit om in ieder geval met een antwoord te komen? In een kabinetsreactie op het paper zegt de

regering zich te blijven inspannen op dit gebied. Dat verheugt ons. Maar graag horen wij van de minister wat de actuele stand van zaken in dezen is. Waar hebben die inspanningen tot nog toe, ook bij recente toppen, uit bestaan en wat hebben die opgeleverd? Welke inspanningen mogen wij op dit gebied nog wanneer verwachten? Zou de minister kunnen toezeggen ook deze Kamer periodiek te informeren over de inspanningen ten aanzien van

de transparantieagenda die hij zo proactief zegt te omarmen?

[...]

Minister Blok:

Transparantie en het initiatief van deze Kamer om tot een COSAC-advies te komen om die transparantie te bevorderen. De Nederlandse regering heeft op een aantal terreinen

steeds gepleit voor meer transparantie. Tegen die achtergrond juichen wij ook het initiatief van dat COSAC-document zeer toe. Het zal op 26 april worden besproken in de Raadswerkgroep Informatie, dus het staat op de agenda. De Nederlandse inzet blijft dat er stappen worden gezet wat betreft die transparantie. We zullen de Kamer daar ook over blijven informeren.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren stand van zaken en juridische analyse toetreding EU tot EVRM (34.841) (T02584)

De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP) en naar aanleiding van de motie-Van Apeldoorn (SP) c.s. (EK 34.841, D), toe de juridische analyse door de Europese Commissie van de openstaande kwesties ten aanzien van de toetreding van de EU tot het EVRM aan de Eerste Kamer te doen toekomen en de Kamer te informeren over de precieze stand van zaken in het verplichte toetredingsproces en over (on)mogelijkheden die de regering ziet om de toetreding van de EU tot het EVRM op afzienbare termijn te realiseren.

zie ook T01941 en T02499


Kerngegevens

Nummer T02584
Status voldaan
Datum toezegging 10 april 2018
Deadline 1 januari 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Europese Commissie
juridische analyse
toetreding EU tot EVRM
Kamerstukken Staat van de Europese Unie 2018 (34.841)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 26, item 8 - blz. 38

De heer Van Apeldoorn (SP):

Het verheugt de SP-fractie dat het de inzet blijft van de regering om toetreding van de Europese Unie tot het EVRM te realiseren. De minister stelt dat het vastzit, want er ligt

een uitspraak van het Europese Hof in Luxemburg van vier jaar geleden dat er juridisch gezien een bepaald probleem zou zijn. Mijn vraag is: waar zit het hem dan precies in? In

een weging van dit kabinet? Wat ziet het kabinet als de mogelijkheden en onmogelijkheden om dat alsnog te realiseren? Met andere woorden, hoe wordt die inzet concreet vormgegeven? We wachten er namelijk eigenlijk al op sinds de ratificatie van het Verdrag van Lissabon.

Minister Blok:

De Europese Raad waar Nederland in vertegenwoordigd is, heeft de Europese Commissie gevraagd om met een analyse te komen van de juridische kwesties die nu nog spelen en om die ook snel af te ronden. Het Europees Parlement heeft hetzelfde gedaan. Met die analyse kan ik uw vraag beantwoorden, maar de Commissie is hier "in the lead". Zodra die analyse er is, zullen we die natuurlijk graag met de Kamer delen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26, item 8 - blz. 57

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ten slotte het EVRM en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het betreft hier een essentiële instelling in Europa dat een waardengemeenschap zal zijn en waarin de waarden van de democratische rechtsstaat centraal staan. Het ligt daarom dus voor de hand dat de EU, die deze waarden in zich draagt, toetreedt tot het EVRM. Niet alleen ligt dat voor de hand, maar het is al heel erg lang het plan, want het staat ook in artikel 6, lid 2 van het Verdrag van Lissabon. We hebben de regering hiernaar gevraagd. De minister heeft gewezen op een uitspraak van het Europees Hof van Justitie van eind 2014, maar sindsdien zit de zaak eigenlijk vast. We begrijpen en waarderen ook dat het kabinet zich er verder voor in zal zetten, maar we hadden toch wel gehoopt op een concreter plan van aanpak. We willen graag ook wat preciezer weten waarom en hoe de regering mogelijkheden ziet om deze toetreding alsnog te realiseren. Daarom dien ik bij dezen de volgende motie in.

[...]

De heer Postema (PvdA):

Voorzitter, mag ik via u de heer Van Apeldoorn vragen waarom deze vraag niet gewoon gesteld is, per brief of in eerste termijn?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dank voor deze vraag. Volgens mij heb ik deze vraag ook gesteld. Alleen was het antwoord nogal kort en eigenlijk weinig bevredigend. Waar het ons om gaat, is het volgende. Dit dossier ligt nu al heel erg lang stil. Het kabinet zegt telkens: dit ondersteunen wij; wij zetten ons hiervoor in. Maar vervolgens wordt verwezen naar de uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Wat ons betreft is dat niet voldoende. Wij willen graag in kaart gebracht hebben wat volgens het kabinet de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn om dit alsnog op afzienbare termijn te realiseren. Daar zouden wij graag een duidelijk antwoord op willen krijgen. Het kan zijn dat we die duidelijkheid straks in de beantwoording in tweede termijn alsnog krijgen. Maar daarom hebben we deze motie ingediend.

Handelingen I 2009-2010, nr. 26, item 8 - blz. 62

Minister Blok:

De motie over de toetreding tot het EVRM valt ook in de categorie van zaken waarover wij echt niet van mening verschillen. Ik wil die dus graag uitvoeren, ook als u haar niet in stemming brengt. Maar we moeten ook niet naar verschillen zoeken waar die er niet zijn. Ik heb ook aangegeven dat de Commissie de partij is die de juridische uitspraak

moet implementeren. Wij vinden ook dat dat snel moet gebeuren, maar ik heb echt de reactie van de Commissie nodig om te kunnen beoordelen welke vervolgstappen er

genomen moeten worden. Die wil ik wel graag snel met de Kamer delen. Het kabinet wil graag dat de EU snel tot het EVRM toetreedt. Als de motie wordt ingetrokken, zullen we haar dus uitvoeren, en als ze toch wordt ingediend, zullen we haar ook uitvoeren.


Brondocumenten


Historie