Rappelabele toezeggingen Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Rappel juli 2019)



Dit is het rappel tot 02-07-19.

 




Toezegging Het informeren van de Kamer over de uitkomsten van het overleg met pensioenfondsen en toezichthouders over de in de evaluatie van de Wet Aanpassing Financieel Toetsingskader gesignaleerde knelpunten (33.972) (T02574)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten (CDA) - toe, deze te informeren over de uitkomsten van het overleg met pensioenfondsen en toezichthouders over de in de evaluatie van de Wet Aanpassing Financieel Toetsingskader gesignaleerde knelpunten. Het betreft in het bijzonder de knelpunten die zijn gesignaleerd ten aanzien van de vormgeving van de haalbaarheidstoets, de wijze van berekenen van de reële dekkingsgraad en de reikwijdte van de beleidsdekkingsgraad.


Kerngegevens

Nummer T02574
Status voldaan
Datum toezegging 14 juni 2018
Deadline 1 juli 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden M.G.H.C. Oomen-Ruijten (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Schriftelijk overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen dekkingsgraden
evaluaties
Financieel Toetsingskader
haalbaarheidstoets
Kamerstukken Wet aanpassing financieel toetsingskader (33.972)


Uit de stukken

Kamerstukken I, 2017-2018, 33972, AD, p.1:

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

De leden van de CDA-fractie merken op dat de aanpassingen van het financieel toetsingskader (FTK) in 2015 los stonden van de ook toen reeds gevoelde noodzaak om het pensioenstelsel te vernieuwen. De discussie over het nieuwe pensioencontract is op dit moment nog gaande tussen de sociale partners en dit vraagt volgens deze leden derhalve grote terughoudendheid. In die zin steunen zij de regering in de zienswijze dat daar waar de evaluatie knelpunten blootlegt, fundamentele wijzigingen in het FTK nu niet aan de orde zijn.

Waar u in uw brief ook meldt dat u het overleg wil aangaan met toezichthouders en pensioenfondsen over de gesignaleerde knelpunten in de vormgeving van de haalbaarheidstoets, de wijze van berekenen van de reële dekkingsgraad en de reikwijdte van de beleidsdekkingsgraad, moedigen de leden van de CDA-fractie dat overleg graag aan. Wilt u deze leden toezeggen hen te informeren over de afspraken en uitkomsten van dit beraad?

Minister Koolmees:

Gaarne zeg ik toe dat ik u zal informeren over de uitkomsten van mijn overleg met pensioenfondsen en toezichthouders over deze in het onderzoek gesignaleerde knelpunten.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Informeren over de voortgang van de invoering van de MKB-verzuim- en ontzorgverzekering (35.074) (T02724)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten (CDA), toe de Eerste Kamer in juni 2019 te informeren over de voortgang van maatregelen rond de verplichtingen van werkgevers in het MKB bij ziekte en arbeidsongeschiktheid van werknemers, de zogenoemde verzuim- en ontzorgverzekering.


Kerngegevens

Nummer T02724
Status voldaan
Datum toezegging 20 mei 2019
Deadline 1 juli 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden M.G.H.C. Oomen-Ruijten (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen arbeidsongeschiktheid
loondoorbetaling
verzuim- en ontzorgverzekering
MKB
Kamerstukken Wet arbeidsmarkt in balans (35.074)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, nr. 29, item 3 p. 18

Mevrouw Oomen-Ruijten:

Voorzitter. Wij zien dat de regering met betrekking tot de zzp'ers wel aankondigt met nieuw beleid te komen, maar dat dit nieuwe beleid vooralsnog geen definitieve horizon

krijgt, noch door een datum, noch door voorstellen. Bovendien wordt verwezen naar de commissie-Borstlap, die nog dit jaar zou moeten komen met onderzoek naar en

een advies over fundamentele vragen over de toekomst van de regulering van werk. Maar de minister geeft in zijn antwoord aan dat dit advies er is voor de lange termijn. Als

wij naar de analyse van de arbeidsmarktproblematiek kijken, dan zien wij dat toch gezocht moet worden naar meer fundamentele oplossingen, die verder gaan dan ingrijpen op contracten en in sectoren.

Voorzitter. Tot op heden missen wij node een fundamentele oplossing. Werkgevers en zeker het mkb wentelen risico's af en kiezen voor flexibele contracten omdat de loondoorbetaling bij ziekte en het ontslagrecht zo veel kosten met zich meebrengen. Ik zou de minister willen vragen om ook daarop in te gaan en ons mee te nemen in de mogelijkheden die hij ziet om ook daarvoor oplossingen aan te reiken. Dat zou wellicht al leiden tot het meer aanbieden van vaste contracten.

Handelingen I 2018-2019, nr. 29, item 5 p. 18

Minister Koolmees:

Andere stappen zijn ook reeds gezet, of ben ik aan het zetten. Ik werk namelijk parallel aan maatregelen rond de verplichtingen van werkgevers bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. Mevrouw Oomen refereerde er ook aan dat de loondoorbetaling bij ziekte een groot risico is voor heel veel werkgevers. De akkoorden die ik daarover voor de kerst met werkgevers heb afgesloten— trouwens, ook met werknemers — heb ik voor de kerst gepresenteerd. Een deel van deze maatregelen wordt dus op 1 januari 2020 ingevoerd. Dit is de mkb verzuim- en ontzorgverzekering, in combinatie met een premiekorting. In juni wordt de Tweede Kamer, en ook uw Kamer, geïnformeerd over de

voortgang op dit terrein. Ik ben het met mevrouw Oomen eens dat het een groot risico is voor werkgevers, en juist voor die mkb-werkgevers, om mensen een vast contract aan te bieden. Hiermee proberen we dus echt een risico weg te nemen op de arbeidsmarkt.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Doorlenen uitzendkrachten leidt niet tot herkwalificatie als payrolling (35.074) (T02727)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van de Ven (VVD), toe dat onder de feiten van de opgebrachte specifieke casus van doorlenen – en in vergelijkbare casusposities – een uitzendovereenkomst niet leidt tot herkwalificatie in een payrollovereenkomst onder de definitie van ‘payrolling’ in de Wet arbeidsmarkt in balans.


Kerngegevens

Nummer T02727
Status openstaand
Datum toezegging 20 mei 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Mr. M.P.M. van de Ven (VVD)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen herkwalificatie
payrollovereenkomst
Uitzendovereenkomst
Kamerstukken Wet arbeidsmarkt in balans (35.074)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, item 3 p. 15

De heer Van de Ven:

Mevrouw de voorzitter. De minister heeft vragen van mijn fractie beantwoord over een mogelijke herkwalificatie van een uitzendovereenkomst in een payrollovereenkomst onder de definitie van payrolling in de WAB. Mijn fractie is er nog niet gerust op dat het gevaar van rechtsonzekerheid is geweken. Mijn fractie verzoekt de minister daarom om een eenduidige toezegging dat onder de feiten van het volgende voorbeeld, maar ook in vergelijkbare casusposities, "uitzenden" niet leidt tot een herkwalificatie in "payrolling". Een opdrachtgever verzoekt aan uitzendbureau A tien werknemers ter beschikking te stellen. Uitzendbureau A werft en selecteert vijf werknemers en stelt ze ter beschikking aan de opdrachtgever. Op hen is dan het uitzendregime van toepassing. De andere vijf werknemers worden door uitzendbureau B doorgeleend aan uitzendbureau A, dat ze ter beschikking stelt aan de opdrachtgever. Ik vraag de minister om bevestiging dat op hen dan niet het nieuwe payrollregime van toepassing is.

(…)

Handelingen I 2018-2019, item 5 p. 14

Minister Koolmees:

Tot slot vroeg de heer Van de Ven om de toezegging dat er in het door hem genoemde voorbeeld, waarin een uitzendbureau vijf werknemers doorleent aan een ander uitzendbureau, dat deze werknemers ter beschikking stelt, sprake is van uitzenden en niet van het nieuwe payrollregime. Deze casus is ook besproken in de memorie van antwoord. Ik heb toen aangegeven dat er in deze casus inderdaad geen sprake is van payrolling maar van uitzenden. Ik denk dat het belangrijk is dat ik dit ook in deze wetsbehandeling toezeg aan de heer Van de Ven. Immers het uitzendbureau dat zijn werknemers uitleent aan een ander uitzendbureau, blijft formeel de werkgever en heeft de werknemer zelf geworven en geselecteerd. Hij heeft in dat geval een actieve rol gespeeld in het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Of er in een vergelijkbare casus sprake van is, hangt af van de specifieke omstandigheden, maar in dit geval kan ik helder zijn; het blijft uitzenden.

De voorzitter:

Meneer Van de Ven? Ja, u stond daar zo te wachten.

De heer Van de Ven (VVD):

Nee, dat is helemaal correct. Het ging mij ook om andere casusposities omdat je niet altijd alles kunt vangen, maar de minister heeft zo-even bevestigd dat dit ook in vergelijkbare casusposities zal gelden. Dus ik dank de minister zeer voor deze toelichting.

(…)

Handelingen I 2018-2019, item 5 p. 29

De heer Van de Ven:

Mijn fractie is de minister zeer erkentelijk voor zijn toezeggingen op het vraagpunt dat uitzendcontracten niet worden omgekat in payrollcontracten en ook voor het uitstel met één jaar van de invoering van de payrollpensioenregeling tot 1 januari 2021


Brondocumenten


Historie