2020 Uitgelicht

Contacten met de wetgever

Advies over wetsvoorstellen
De president en de procureur-generaal kunnen advies geven over wetsvoorstellen. Betrokkenheid aan de ‘voorkant’, waarbij meestal wel een grote mate van terughoudendheid in acht wordt genomen. Bij deze advisering moet immers voorkomen worden dat de Hoge Raad vooruitloopt op een cassatieprocedure over de uitleg en toepassing van voorgestelde, mogelijk toekomstige, wettelijke bepalingen. In de regel wordt geadviseerd over voorgenomen wetgeving die de organisatie van en de afstemming binnen de rechtspraak betreft en over aanpassingen van het procesrecht. Politieke aspecten en keuzes blijven buiten de advisering. De adviezen van de president en de procureur-generaal worden gegeven op verzoek van de minister van Justitie en Veiligheid. Ze worden gepubliceerd op de website van de Hoge Raad. In 2020 hebben de president en procureur-generaal 4 inhoudelijke adviezen (in 2019: 3) uitgebracht over voorgenomen wetgeving. Het betrof:

  • Advies Tijdelijke wet Groningen
  • Advies Hoge Raad en Raad van State, reactie op de motie Van der Lee – Sienot (Kamerstuk 35 250, nr. 27) inzake Tijdelijke wet Groningen
  • Advies concept-wetsvoorstel tot wijziging Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
  • Advies ontwerp rijkswetsvoorstel tot wijziging van artikel 118, lid 1 van de Grondwet

Signalen aan de wetgever
Sinds 2017 geeft de Hoge Raad in het jaarverslag een overzicht van uitspraken die een signaal aan de wetgever bevatten. In 2020 heeft de Hoge Raad in 8 uitspraken een signaal aan de wetgever gegeven. Dat waren er 4 in 2019, 10 in 2018 en 14 in 2017.

Aan de selectie van de gesignaleerde uitspraken ligt geen systematische benadering ten grondslag. Het overzicht wordt verstrekt tegen de achtergrond van de taken van de Hoge Raad om de rechtseenheid en rechtsvorming te bevorderen en rechtsbescherming te bieden. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht hebben wettelijk elk eigen verantwoordelijkheden bij de inzet van wetgeving. Zij delen onder meer het maatschappelijke belang bij effectieve wetgeving die rechtszekerheid biedt aan rechtzoekenden en de samenleving. Bij het dienen van dit belang verkeren zij ook in een wisselwerking met elkaar. In die wisselwerking ziet de Hoge Raad aanleiding een attendering op te nemen bij juridisch-technische knelpunten die hij in zaken voorbij ziet komen bij de toepassing van wetgeving. Zo kan bovendien worden bevorderd dat voor de rechtspleging in de samenleving inzichtelijk is welke juridisch-technische knelpunten de Hoge Raad tegenkomt bij de behandeling van zaken. Soms kan de Hoge Raad binnen de bandbreedte van zijn taken een oplossing voor zo’n knelpunt bieden in de uitspraak in een zaak. Soms blijkt uit een uitspraak dat dit op grond van het toepasselijke recht juist niet mogelijk is. Het gaat in het bijzonder om (juridisch-technische) aandachtspunten zoals leemtes in de wet, regels die in strijd zijn met voorschriften van hogere orde, onduidelijke regelingen of regelingen die niet goed op elkaar zijn afgestemd. Signalen van de Hoge Raad aan de wetgever zijn beperkt tot kwesties die de Hoge Raad bij de behandeling van zaken tegenkomt. Ze hebben geen betrekking op keuzes die niet aan de rechter zijn, zoals politieke keuzes.