Verslag van de plenaire vergadering van dinsdag 7 oktober 2014



Parlementair jaar 2014/2015, 3e vergadering

Aanvang: 13.30 uur

Sluiting: 13.58 uur

Status: gecorrigeerd


Opening

Voorzitter: Broekers-Knol

Tegenwoordig zijn 69 leden, te weten:

Backer, Barth, Beckers, Van Beek, Beuving, Van Bijsterveld, De Boer, Van Boxtel, Bröcker, Broekers-Knol, Bruijn, Van Dijk, Duivesteijn, Dupuis, Duthler, Elzinga, Engels, Essers, Ester, Faber-Van de Klashorst, Franken, Frijters-Klijnen, Ganzevoort, Gerkens, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koffeman, Kok, Koning, Koole, Kops, Kox, Kuiper, De Lange, Van der Linden, Linthorst, Martens, Meijer, Nagel, Popken, Postema, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Slagter-Roukema, Van Strien, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vlietstra, De Vries-Leggedoor, De Vries en Van Zandbrink,

en de heer Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.


Mededelingen

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Brinkman, wegens verblijf buitenslands;

Holdijk, Lokin-Sassen en Sörensen, wegens ziekte.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.


Hamerstukken

Hamerstuk

Aan de orde is de behandeling van:

- het wetsvoorstel Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (33892).

Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.


Mededelingen stemmingen


De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer.

Het woord is aan mevrouw Strik.


Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Het gaat over mijn motie CVIII, letter J, waarin de Kamer de regering verzoekt om onderzoek te doen naar nut en noodzaak van onafhankelijk toezicht bij andere overheidsinstanties buiten de AIVD en MIVD naar de wijze van verzamelen en uitwisselen van data. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het onafhankelijk toezicht er is. Dat heb ik ook van het College bescherming persoonsgegevens begrepen. Om die reden wil ik de motie graag intrekken.

Mijn zorg blijft wel of dat toezicht voldoende is toegerust voor zijn taak. Dit betreft een onderdeel van een veel groter veld waarop toezicht moet worden gehouden. De Kamer heeft dan ook besloten om zich verder te gaan buigen over de vraag in hoeverre het toezicht voldoende is toegerust. Dat staat los van deze motie.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Strik c.s. (CVIII, letter J) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.


De heer Van Boxtel i (D66):

Voorzitter. Ik hecht eraan om voor het verslag het volgende op te merken. Mevrouw Strik noemde het niet, maar de commissie gaat zich buigen over zowel het toezicht van het CBP als dat van de CTIVD.


Stemmingen

Stemming Programmatische aanpak stikstof

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof) (33669).

(Zie vergadering van 9 september 2014.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.


De heer Reuten i (SP):

Voorzitter. Mijn fractie ging het debat over het wetsvoorstel programmatische aanpak stikstof zoals haar betaamt kritisch in, doch — zoals ik in het debat aangaf — zeker niet als een principieel tegenstander. Cruciaal voor het wetsvoorstel — de staatssecretaris erkent dit — is de zogenoemde ontwikkelruimte en de berekening daarvan via het AERIUS-model. Helaas kon de staatssecretaris de zwaktes van het model niet voldoende weerleggen. Bovendien onthoudt de staatssecretaris de Kamer bestaande relevante informatie daarover. Zij weigerde een rapport van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet over de discrepantie tussen modelberekeningen en feitelijke stikstofmeting vóór de stemmingen over het wetsvoorstel aan de Kamer te overleggen. Deze redenen nopen mijn fractie om zich te onthouden van steun aan het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en D66 voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, 50PLUS, de PvdD en de OSF ertegen, zodat het is aangenomen.


De voorzitter:

De fractie van de SGP is afwezig bij deze en bij de volgende stemmingen.

Stemmingen moties Programmatische aanpak stikstof

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof),

te weten:

- de motie-Vos c.s. inzake onafhankelijk toezicht op overheidsinstanties (33669, letter F);

- de motie-Reuten c.s. over het informeren van de Kamer over het verloop en de stand van de stikstofemissie en -depositie (33669, letter G).

(Zie vergadering van 9 september 2014.)


De voorzitter:

Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Vos c.s. (33669, letter F).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.


De voorzitter:

Het woord is aan de heer Reuten.


De heer Reuten i (SP):

Voorzitter. Mijn motie onder letter G vraagt de regering eenvoudig om de Kamer tweejaarlijks te informeren over het verloop en de stand van de stikstofemissie en -depositie. De staatssecretaris heeft mij gesuggereerd om de motie aan te houden en te bezien of de informatie die zij wel zal geven, voldoende is. Ik wacht de informatievoorziening aan deze Kamer af en ik houd de motie intussen aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Reuten stel ik voor, zijn motie (33669, letter G) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Stemming Elektronische dienstverlening burgerlijke stand

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand) (32444).

(Zie vergadering van 30 september 2014.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.


De heer Hoekstra i (CDA):

Voorzitter. Het was een onverwacht geanimeerd debat vorige week, waarin we helder hebben gekregen wie in welke mentale staat en onder welke voorwaarden aangifte heeft gedaan van een geboren zoon of dochter. Daarnaast hebben we helder gekregen wat de voors en tegens waren van dit wetsvoorstel. In het bijzonder hebben we meer helderheid gekregen over de veiligheid. Dat was voor ons van cruciaal belang.

Het is, denk ik, eerlijk om te zeggen dat we niet precies weten wat we niet weten. Veiligheid blijft een buitengewoon ingewikkeld ding, zeker op het gebied van ICT, maar we hebben gemeend het wetsvoorstel het voordeel van de twijfel te moeten geven. Vandaar dat wij voor het wetsvoorstel zullen stemmen.


De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Hoekstra.

Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor dit wetsvoorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Stemmingen Privacy en toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over privacy en toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten,

te weten:

de motie-Franken c.s. over het in overeenstemming brengen van de wetgeving en het toezicht op de activiteiten van inlichtingendiensten met de normen van het EVRM en de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming (CVIII, letter D);

de motie-Gerkens c.s. over een onderzoek door het Rathenau Instituut naar de wenselijkheid van een adviescommissie over de ethische kant van de digitalisering van de samenleving (CVIII, letter E);

de motie-De Vries c.s. over een onderzoek naar de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van organisaties, die het grondwerk doen voor de standaardisering van beveiligingsprotocollen (CVIII, letter F);

de motie-De Vries c.s. over het door inlichtingen en veiligheidsdiensten openbaar maken van internetkwetsbaarheden (CVIII, letter G);

de motie-De Vries c.s. over overleg met de Verenigde Staten over de bescherming van de privacy van alle burgers (CVIII, letter H);

de motie-Duthler c.s. over verbetering betrouwbaarheid DigiD (CVIII, letter I).

(Zie vergadering van 23 september 2014.)


De voorzitter:

Ik begrijp dat de heer Franken het woord wenst.


De heer Franken i (CDA):

Voorzitter. Het is van belang om mee te delen dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij brief van 29 september 2014 heeft aangegeven dat hij bij nadere beoordeling de motie op letter D niet zal ontraden, maar dat hij haar ziet als een ondersteuning van het ingezette wetgevingstraject tot wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en daarom het oordeel daarover graag aan de Kamer overlaat.


De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Franken.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.


De heer De Vries i (PvdA):

Voorzitter. De mededeling van de heer Franken was voor mij ook heel erg bevrijdend, hoewel mijn naam al onder zijn motie stond.

Ik wilde aangeven wat mijn fractie nog overwogen heeft naar aanleiding van correspondentie van de regering met betrekking tot het onderzoek naar organisaties voor standaardisering van veiligheidsprotocollen. Dat betreft de motie op letter F. De staatssecretaris heeft meegedeeld dat hij een onderzoek niet opportuun oordeelt. Dat heeft mij zeer bevreemd. Als aan deze Kamer door deskundigen zou worden meegedeeld dat er ernstige gebreken zouden zijn aan auto's of aan medicijnen, zouden wij insisteren op een onderzoek en dan zou de opportuniteitsvraag volstrekt niet aan de orde zijn. Ik geloof dat het in het belang van de burgers is om zeker te weten waar ze wel, en misschien ook niet, op kunnen vertrouwen. Het antwoord van de staatssecretaris heeft mijn fractie dus niet kunnen overtuigen, zodat we de motie graag in stemming gebracht willen zien.

Mevrouw Strik heeft met een aankondiging van een vervolgtraject haar motie ingetrokken. Ik denk dat het van groot belang is dat de Kamer dat traject ook ingaat.


Mevrouw Duthler i (VVD):

Voorzitter. Ik begrijp dat we alle moties tegelijkertijd behandelen in een stemverklaring. Mijn fractie heeft er behoefte aan om aan te geven dat zij de motie op letter E zal steunen, omdat de regering ons weliswaar heeft laten weten dat de ethische kant van digitalisering in het WRR-onderzoek wordt meegenomen, maar dat bedoeld onderzoek van mevrouw Gerkens breder is en verder gaat. Die motie zullen wij dus steunen.

De motie-Franken op letter D betreft de ondersteuning van het ingezette wetgevingstraject. Wat ons betreft is die motie overbodig.

Ik kom bij de motie-De Vries op letter F. De governance van organisaties die standaarden en beveiligingsprotocollen voor het internet beheren en ontwikkelen vormt voor mijn fractie geen aanleiding om de motie te steunen.

De motie van het lid De Vries op letter G wordt door mijn fractie gesteund. Zij vindt het van groot belang dat kwetsbaarheden van het internet op een zorgvuldige wijze openbaar worden gemaakt, zodat niet alleen burgers maar ook bedrijven en publieke instellingen adequate maatregelen kunnen treffen.

De motie-De Vries op letter H zal mijn fractie niet steunen, omdat bedoeld overleg met de VS in Europees verband reeds plaatsvindt.

De voorzitter:

Ik vermoed dat u de motie op letter I wel zult steunen: de motie van het lid Duthler.

Er zijn geen andere leden die een stemverklaring willen afleggen. Dan stel ik voor, over alle moties te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Franken c.s. (CVIII, letter D).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Gerkens c.s. (CVIII, letter E).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Vries c.s. (CVIII, letter F).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD en de OSF ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Vries c.s. (CVIII, letter G).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Vries c.s. (CVIII, letter H).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD en de OSF ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Duthler c.s. (CVIII, letter I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Sluiting

Sluiting 13.58 uur.


Bijlages

Lijst van besluiten en ingekomen stukken

Lijst van besluiten:

De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:

a. de stemmingen van de volgende wetsvoorstellen en moties doen plaatsvinden op 7 oktober 2014:

Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand) (32444);

Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof) (33669);

Motie van het lid Vos (GroenLinks) c.s. inzake structurele metingen van emissie en depositie van stikstof (33669, F);

Motie van het lid Reuten (SP) c.s. over het informeren van de Kamer over het verloop en de stand van de stikstofemissie en -depositie (33669, G);

b. de plenaire behandeling van het volgende hamerstuk te doen plaatsvinden op 7 oktober 2014:

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (33892);

c. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Financiën te doen plaatsvinden op 7 oktober 2014:

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2015) (33918);

d. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport te doen plaatsvinden op 14 oktober 2014:

Regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg) (33891);

e. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie te doen plaatsvinden op 11 november 2014:

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het verlengen van de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en de invoering van een langdurige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten (langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking).

Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende regeringsmissives:

een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, ten geleide van een afschrift van zijn brief van 29 september 2014 aan de Tweede Kamer inzake antwoorden op vragen van de heer Van Raak (SP) van 19 augustus 2014 (griffienr. 155931);

een, van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, inzake geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken over handel op 15 oktober 2014 (griffienr. 155944);

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, inzake het verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, Stockholm, 22 mei 2001 (griffienr. 155953);

een, van alsvoren, houdende goedkeuring van de op 18 december 2013 te Brussel tot stand gekomen samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's (Trb. 2014, 44), alsmede een toelichtende nota bij het verdrag (griffienr. 155954);

een, van alsvoren, houdende goedkeuring van het op 22 juli 2014 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake de privileges en immuniteiten van verbindingsofficieren die door de Republiek Moldavië bij Europol gedetacheerd worden (Trb. 2014, 134 en 171), alsmede een toelichtende nota bij het verdrag (griffienr. 155940);

een, van alsvoren, ten geleide van zes fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. Aanbeveling online kansspelen (griffienr. 155935);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, inzake nahang vaststelling bedragen programma's van eisen PO en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverband 2015 (griffienr. 155957);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het verslag van de Eurogroep en informele Ecofin-Raad van 12 en 13 september 2014 te Milaan (griffienr. 155761.01);

een, van alsvoren, inzake ontwerpbegrotingsplan 2015 te verzending naar de Europese Commissie (griffienr. 155908);

een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin-Raad van 13 en 14 oktober 2014 te Luxemburg (griffienr. 155936);

een, van alsvoren, inzake geannoteerde agenda jaarvergadering IMF (griffienr. 155938);

een, van de minister van Infrastructuur en Milieu, inzake nahang besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en diverse andere algemene maatregelen van bestuur (griffienr. 155956);

een, van alsvoren, inzake consultatie inzake Drinkwaterkwaliteit in de EU (griffienr. 155942);

een, van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, inzake besluit tot wijziging van het Besluit hernieuwbare energie vervoer en Besluit brandstoffen luchtverontreiniging (griffienr. 155934);

een, van de minister van Economische Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu, inzake windenergie op zee (griffienr.155929);

een, van de minister van Economische Zaken, inzake verslag van de doeltreffendheid en de effecten van de Postwet 2009 in de praktijk (griffienr. 155955);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, inzake voorhangprocedure wijziging Besluit houders van dieren in verband met het stellen van huisvestingsregels voor nertsen (griffienr. 155910);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake rapport Aard en omvang van gelijkwaardige alternatieven (griffienr. 155907);

een, van alsvoren, inzake afschrift aan de Tweede Kamer met daarin de toelichting eerste nota van wijziging op de Verzamelwet 2015 (griffienr. 155943);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake jaarverslag 2013 Regionale toetsingscommissies euthanasie (griffienr. 155945).

De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;

2. de volgende geschriften:

een, van K.S. te M., inzake het inzetten van Nederlandse F16's in de strijd tegen IS (griffienr. 155959).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking;

een, van A.S., inzake ongelijke behandeling (griffienr. 155912).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning;

een, van C.N., inzake pijnlijke experimenten met 39 labradors aan de Universiteit van Maastricht (griffienr. 155961).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken;

een, van J.v.V., inzake afwas economie (griffienr. 155962).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

een, van W.F. te S., inzake bezwaar tegen nieuwe regels voor Nederlandse pensioenfondsen (griffienr. 155914).

een, van W.v.H., inzake UWV een verzekeringsbank (griffienr. 155964).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.