30.034

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)



Dit wetsvoorstel voorziet in een geheel nieuwe arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het voorstel beoogt activering van arbeidsgeschiktheid en biedt inkomensbescherming bij arbeidsongeschiktheid. De WIA sluit aan bij de Wet verbetering poortwachter en de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 en maakt onderscheid tussen enerzijds gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid en anderzijds duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid.

Het voorstel stelt arbeidsgeschiktheid in plaats van arbeidsongeschiktheid voorop en het voorziet in instrumenten die de reïntegratie van mensen in het arbeidsproces mogelijk moeten maken en in financiële prikkels voor zowel werkgevers als werknemers om die reïntegratie aantrekkelijk te maken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 30 juni 2005 aangenomen door de Tweede Kamer. D66, Groep Wilders, VVD, CDA, SGP en LPF stemden voor. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 1 november 2005. Tijdens de behandeling is de Motie-Westerveld (PvdA) c.s. inzake openstelling van de instrumenten premiekorting en no-riskpolis voor arbeidsgehandicapte werkzoekenden die onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen (EK 30.034 / 30.118, G) ingediend. De Eerste Kamer heeft deze motie op 8 november 2005 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, SP, GroenLinks en OSF stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 november 2005 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA, GroenLinks en SP stemden tegen.

Dit wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (30.118).

De wet is opgenomen in Staatsblad 572 van 22 november 2005.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 619 van 8 december 2005.

Een wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten is opgenomen in Staatsblad 621 van 8 december 2005.

De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 4 juli 2006 het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de verenigbaarheid van de WIA met het ILO- verdrag nr.121 uitgebracht.

Naar aanleiding van de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (EK 30.034, M) van 6 juli 2010 inzake toezegging T00630 betreffende de bezwaarprocedure heeft de commissie gereageerd bij brief van 18 augustus 2010. Daarop heeft de minister weer bij brief van 9 september 2010 (opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg, EK 30.034, N) gereageerd. De commissie heeft de minister bij brief van 28 september 2010 (EK 30.034, O) een nadere specificatie gegeven van wat de commissie bij de eindevaluatie WIA onderzocht wil zien.

De commissie heeft op 5 april 2011 de brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 maart 2011 (EK 30.034, P) met het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, inclusief toezegging T00630, besproken. De commissie beschouwt de toezegging als afgedaan. Bij de brief van de staatssecretaris van 25 maart 2011 horen de volgende bijlagen: Onderzoek evaluatie WIAPDF-document, Beleidsdoorlichting inkomensvoorziening voor arbeidsongeschikte en zieke werknemersPDF-document, Beoordeling beleidsdoorlichtingPDF-document en Sanctieoplegging en bezwaarprocedures bij eigen risicodragers WGAPDF-document.

De commissie heeft op 21 juni 2011 het verslag van het schriftelijk overleg (EK 30.034, Q) met de staatssecretaris van SZW over het onderdeel 'transparantie' van het kabinetsstandpunt, voor kennisgeving aangenomen.


Kerngegevens

ingediend

15 maart 2005

titel

Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

  • Gedurende de eerste twee ziektejaren is de activering en reïntegratie van zieke werknemers primair de verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer zelf. De wettelijke plicht tot loondoorbetaling legt de verantwoordelijkheid voor inkomensbescherming bij de werkgever. Na afloop van de periode van loondoorbetaling beoordeelt het UWV eerst of de werkgever en de werknemer voldoende hebben gedaan om de werknemer terug te doen keren in het arbeidsproces. Vervolgens stelt het UWV op basis van een keuring vast of de werknemer ofwel volledig én duurzaam arbeidsongeschikt is, ofwel gedeeltelijk arbeidsgeschikt, waaronder ook tijdelijk volledige arbeidsongeschiktheid wordt verstaan.
  • In het geval van volledige én duurzame arbeidsongeschiktheid is activering niet aan de orde. De inkomensvoorziening van de arbeidsongeschikte is dan primair de verantwoordelijkheid van de overheid.
  • In het geval van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid is activering wél aan de orde. De verantwoordelijkheid voor activering ligt bij het UWV of -als de werkgever eigenrisicodrager is- bij de werkgever en werknemer. De overheid draagt, voor zover nodig, zorg voor inkomensbescherming.
  • Het verschil tussen deze beide groepen -volledig én duurzaam arbeidsongeschikt versus gedeeltelijk arbeidsgeschikt- is een essentieel onderdeel van de wet. De eerste groep bestaat uit personen die geen mogelijkheden tot het verrichten van arbeid hebben, terwijl de tweede groep die wel heeft, en dus gestimuleerd wordt hun mogelijkheden te benutten en zoveel mogelijk te reïntegreren.
  • In de WIA wordt onderscheid gemaakt tussen de Inkomensregeling Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA). Binnen de WGA bestaan er drie soorten uitkeringen: de loongerelateerde uitkering, de loonaanvullingsuitkering en de vervolguitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld door het UWV.


Documenten

7