30.578

Verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken



Dit wetsvoorstel creëert een aantal wettelijke voorzieningen, waarmee onder andere tegemoet wordt gekomen aan de aanbevelingen genoemd in het advies van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW).

Met dit voorstel worden bevoegdheden en verantwoordelijkheden verduidelijkt, en een adequate aanpak van de stedelijke wateropgave gewaarborgd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 15 februari 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 juni 2007 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 276 van 16 augustus 2007.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 277 van 16 augustus 2007.


Kerngegevens

ingediend

17 oktober 2006

titel

Wijziging van de Gemeentewet, de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer in verband met de introductie van zorgplichten van gemeenten voor het afvloeiend hemelwater en het grondwater, alsmede verduidelijking van de zorgplicht voor het afvalwater, en aanpassing van het bijbehorende bekostigingsinstrument (verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

inwerkingtreding

  • De onderdelen A tot en met D van artikel II treden in werking met ingang van 22 december 2006. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 21 december 2006, treden genoemde onderdelen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
  • De overige bepalingen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Hoofdlijnen

Het wetsvoorstel voorziet in:

  • splitsing van de nu in de Wet milieubeheer (Wm) geregelde zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater in twee afzonderlijke zorgplichten. Daarbij wordt de zorgplicht in de Wm beperkt tot de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, en wordt in de Wet op de waterhuishouding (Wwh) een zorgplicht voor de gemeente met betrekking tot afvloeiend hemelwater opgenomen;
  • een in de Wwh op te nemen zorgplicht voor de gemeente voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort;
  • het creëren van een heffingsbevoegdheid in de Gemeentewet, die de gemeenten in staat moet stellen de kosten te verhalen die gepaard gaan met de gemeentelijke wateropgave;
  • de mogelijkheid voor gemeenten om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater;
  • verbreding van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) door in de Wm op te nemen dat gemeenten in hun GRP naast de reeds bestaande planverplichting voor de inzameling en transport van afvalwater ook aandacht besteden aan hun zorgplicht voor grond- en hemelwater;
  • het doorvoeren van aanpassingen in de Wm die volgen uit de herijking van het regenwaterbeleid en de herijking van de VROM-regelgeving.

Ten slotte wordt een aantal kleine wijzigingen in de Wwh voorgesteld om enkele technische onvolkomenheden te repareren die in de 'Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water' zijn ontstaan.



Documenten

8