34.870

Wet bekostiging financieel toezicht 2019



Met dit wetsvoorstel wordt de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) vervangen. De aanleiding hiervoor is de vijfjaarlijkse evaluatie van de kostenverdeling over de onder toezicht staande (rechts)personen. Deze evaluatie heeft in 2017 plaatsgevonden, met als uitkomst dat de kostenverdeling aanpassing behoeft. Tevens is gebleken dat de huidige wet onvoldoende beantwoordt aan de behoefte van toezichthouders en ondertoezichtstaanden om noodzakelijke wijzigingen tijdig door te voeren.

De Wbft regelt in detail de heffingen voor zowel de eenmalige handelingen als voor het doorlopend toezicht. De toezichthouders (De Nederlandsche Bank NV (DNB) en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM)) hebben in de afgelopen jaren nieuwe taken gekregen die wijziging van de Wbft noodzakelijk maakten. Dit heeft tot vele wijzigingen geleid en vanwege de doorlooptijd van een wetswijziging van gemiddeld twee jaar liep de verdeling van de kosten in de Wbft regelmatig achter bij de toezichtpraktijk. Met een andere opzet van de wet sluiten de toezichtpraktijk en wettelijke kostenverdeling beter op elkaar aan. Nu een wetswijziging nodig is vanwege de aanpassing van de procentuele kostenverdeling, wordt door het kabinet de gelegenheid aangegrepen om de vormgeving van de wet aan te passen. Met dit voorstel blijven de uitgangspunten van de doorberekening in de wet geregeld, maar wordt de uitwerking van de heffingen gedelegeerd naar lagere regelgeving. Dit past beter bij de aard van de bepalingen en maakt dat noodzakelijke aanpassingen voortvarender doorgevoerd kunnen worden.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 12 juni 2018 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 oktober 2018 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

25 januari 2018

titel

Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging financieel toezicht 2019)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt, met uitzondering van artikel 21, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
  • 2. 
    Artikel 21 treedt, onder toepassing van artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Documenten

4