Beslispunt

Kunt u instemmen met het voorstel om op grond van artikel 36, lid 1 Reglement van Orde Eerste Kamer het overleg van hedenmiddag met de Vice-President van de Raad van State in beslotenheid (=geen livestream) te laten plaatsvinden?

Toelichting:

Hedenmiddag staat een overleg gepland van de commissies BIZA en J&V met de vice-president van de Raad van State over het Jaarverslag 2024 van de Raad. Gelet op de hoofdregel dat commissievergaderingen in de Eerste Kamer openbaar zijn, is gecommuniceerd naar de Raad dat ook dit gesprek in beginsel openbaar is. Daarop heeft een intensieve gedachtewisseling op diverse niveaus plaatsgevonden, waarin is vast komen te staan dat de Raad om hem moverende redenen het gesprek alleen in de beslotenheid wenst te voeren. Mocht beslotenheid niet mogelijk blijken, dan is de Raad helaas niet in de gelegenheid om aan het verzoek van de Kamer te voldoen.

Artikel 36, lid 1 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer biedt commissies de mogelijkheid te besluiten in beslotenheid te vergaderen ("De vergaderingen van de commissies zijn openbaar, tenzij een commissie besluit dat een vergadering, of een gedeelte daarvan, besloten zal zijn."). Uw voorzitters stellen voor om van deze in het reglement geboden mogelijkheid gebruik te maken en te besluiten deze vergadering besloten te houden, zodat de gedachtewisseling met de Vice-President van de Raad van State hedenmiddag doorgang kan vinden.

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het voorstel verder te behandelen?

Beslispunt

Welke leden leveren heden inbreng voor nader schriftelijk overleg inzake de gedeeltelijke opheffing van het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet?

Toelichting

Bij brief van 21 februari 2025 hebben de toenalige minister van BZK en de staatssecretaris Rechtsbescherming de Kamer de contourennota constitutionele toetsing aangeboden. De bewindslieden informeerden de Kamer o.a. over het voornemen om twee herzieningsvoorstellen in te dienen: één voorstel voor de gedeeltelijke opheffing van het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet en één voorstel voor de instelling van een grondwettelijk hof.

Op 6 mei jl. werd een brief met vragen van de leden van de fracties van de BBB, VVD, GroenLinks-PvdA, D66, PvdD, JA21, SGP, Volt en OPNL aan de minister gestuurd. De minister van BZK en de staatssecretaris Rechtsbescherming antwoordden bij brief van 13 juni 2025 op de vragen over de wijziging van artikel 120 Grondwet. Niet alle vragen uit de uitgaande brief werden dus beantwoord. De brief bevatte hierover de volgende zinsnede:

'Ten behoeve van de spoedige voortgang van het wetgevingstraject ter invoering van de rechterlijke bevoegdheid om wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet te toetsen en de aanpassing van de beperkingssystematiek ontvangt u hierbij de antwoorden op de gestelde vragen over het daartoe in voorbereiding zijnde wetsvoorstel (de wijziging van artikel 120 van de Grondwet). De antwoorden op de vragen die zien op het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel ter instelling van een grondwettelijk hof ontvangt u naar verwachting spoedig na het zomerreces.'.

De antwoorden op de overige vragen zijn op dit moment nog niet ontvangen.

In uw vergadering van 1 juli jl. hebt u besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijke overleg ten aanzien van het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet.

Beslispunten

• - 

  wenst de commissie de status van toezegging T03913 ongewijzigd (openstaand) te laten?
• - 

  wenst de commissie de status van toezegging T03914 als 'voldaan' aan te merken?
• - 

  welke leden leveren heden inbreng voor schriftelijk overleg?

Toelichting

De toenmalige minister van BZK heeft op 24 juni 2025 de Kamer een brief gestuurd over Meedoen in democratie en samenleving. Het (inmiddels demissionaire) kabinet kondigde in het regeerprogramma een agenda aan voor versterking van de democratische rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop. Dit beoogt een agenda te zijn gericht op verbinding: verbinding tussen burgers en de overheid en tussen mensen onderling. In de brief zette de minister de eerste uitwerking van de plannen en acties voor een krachtige samenleving uiteen.

Daarnaast ging de minister in haar brief in op drie toezeggingen en één motie uit het debat over de Wet versterking participatie op decentraal niveau. In uw commissievergadering van 1 juli jl. hebt u de status van toezegging T03923 als 'voldaan' aangemerkt en de uitvoeringsstatus van de motie-Hartog (36.210, F) als 'deels uitgevoerd' aangemerkt. De beoordeling van de status van toezeggingen T03913 en T03914 is aagehouden tot heden in verband met de afwezigheid van het lid Van der Goot (OPNL). Tevens is in de voornoemde vergadering besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg over de brief van 24 juni 2025.

Toezegging Aanbestedingen voor maatschappelijke initiatieven uitdaagrecht monitoren (36.210) (T03913) aan het lid Van der Goot (OPNL). De minister geeft aan dat bij de geplande 1-meting van de Monitor burgerparticipatie ook meegenomen wordt waar maatschappelijke initiatieven die gebruikmaken van het uitdaagrecht tegenaan lopen bij aanbestedingen. Ambtelijk wordt geadviseerd om de status van de toezegging (thans 'openstaand') ongewijzigd te laten.

Toezegging Right to challenge binnen Raad van Europa bespreken (36.210) (T03914) aan het lid Van der Goot (OPNL). N.a.v. deze toezegging heeft het ministerie van BZK de wet en het uitdaagrecht onder de aandacht gebracht bij het stuurcomité democratie van de Raad van Europa in oktober 2024. Daarmee kan desgewenst de status van de toezegging als 'voldaan' worden aangemerkt.

Beslispunt

Zijn de vragen afdoende beantwoord of wenst de commissie in nader schriftelijk overleg te treden?

Toelichting

Bij brief van 31 maart 2025 informeerde de toenmalige minister van BZK, mede namens de minister van IenW, de Kamer over de voortgang van het instrument uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO). Dit instrument faciliteert het vroegtijdige gesprek tussen Rijk en medeoverheden over uitvoerbaar beleid. Op 27 mei 2025 is een brief met vragen aan de minister van BZK gestuurd. Zij heeft op 7 juli jl. geantwoord. Het verslag van een schriftelijk overleg ligt heden ter bespreking voor.

Beslispunten

• - 

  wenst de commissie in overleg te treden met de (huidige) minster n.a.v. de brief van zijn voorganger van 4 juli 2025 en de toezeggingen als 'openstaand' te handhaven?
• - 

  wenst de commissie de toezeggingen af te voeren?

Toelichting

Op 17 maart 2025 informeert de minister van BZK de Kamer over de voortgang van de uitvoering van de maatregelen en toezeggingen inzake de Wet Open Overheid (Woo). In haar brief gaat zij in op twee toezeggingen met betrekkingn tot het verdrag van Tromsø:

In uw commissievergadering van 1 april jl. hebt u besloten de status van beide toezeggingen ongwijzgd te laten aangezien de minister in haar brief aankondigde dat zij de Kamer over die toezegging nader zou informeren in de eerste helft van 2025.

De minister heeft op 4 juli jl. de aangekondigde brief gestuurd. Op pagina 4 van haar brief (33328, AN) gaat zij in op de twee toezeggingen en geeft aan dat er geen onderzoek zal worden uitgevoerd. Anders gezegd, de toezeggingen worden niet uitgevoerd. De commissie wordt gevraagd hoe zij - gegeven de verstrekte informatie - verder wenst te handelen m.b.t. deze toezeggingen.

Beslispunt

Welke leden leveren heden inbreng voor nader schriftelijk overleg?

Toelichting

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) op 8 oktober 2024 is het volgende tussen het lid Van der Goot (OPNL) en de minister-president gewisseld.

Van der Goot (OPNL):

"De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft hierover op 30 september een kritisch advies uitgebracht. Volgens de ROB is deze besparing van 10% niet onderbouwd en niet realistisch. Daarom het volgende verzoek aan de minister-president. Met het oog op de Algemene Financiële Beschouwingen in november is het van het grootste belang dat het kabinet binnenkort, voor 31 oktober, met een eerste appreciatie komt van de kanttekeningen van de ROB. Graag ontvangt de OPNL-fractie hierover een toezegging van het kabinet, zodat deze Kamer ook op dit punt de AFB goed kan voorbereiden."

Schoof:

"Voorzitter. De heer Van der Goot vraagt om voor de Algemene Financiële Beschouwingen met een reactie te komen op het ROB-advies over de SPUK's. Dat verzoek leid ik door naar de ministers van Financiën en BZK als zijnde de fondsbeheerders."

De kabinetsreactie met bijlagen op het bedoelde advies is door de minister van BZK, mede namens de staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, op 17 december 2024 aan de Eerste Kamer toegezonden. Op 5 februari is een brief aan de regering gestuurd met vragen en de minister heeft op 18 maart jl. geantwoord op deze vragen. In uw vergadering van 8 juli hebt u besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Beslispunt

Welke leden leveren heden inbreng voor schriftelijk overleg?

Toelichting:

Conform de Kamernotitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hier ter bespreking de Stand van de Uitvoering Rijksvastgoedbedrijf. In uw commissievergadering van 8 juli jl. hebt u besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de minister van VRO.

Tweede Kamer

De commissie VRO heeft de brief van de minister geagendeerd voor het nog ongeplande commissiedebat Rijksvastgoed en renovatie Binnenhof.

Beslispunten

• - 

  wenst de commissie de status van toezegging T03707 als 'voldaan' aan te merken?
• - 

  wenst de commissie in overleg te treden met de minister van BZK n.a.v. haar brief van 9 juli 2025?

Toelichting

Tijdens het mondeling overleg met de minister van BZK over (de bouwstenen voor een kabinetsreactie op) het rapport 'Gelijk recht doen' van de Parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving op 16 mei 2023, heeft zij de Kamer, op verzoek van het lid Vos (VVD), toegezegd om het ministerie van EZ te vragen om in de kabinetsreactie op het rapport in te gaan op diversiteit en inclusie als tegenhanger van discriminatie en de coordinerende taak van de minister van BZK als het gaat om de aanpak van discriminatie.

Aangezien in de kabinetsreactie op het rapport niet specifiek is ingegaan op dit thema informeert de minister de Kamer hierover bij brief van 9 juli 2025.

Beslispunt

Zijn de vragen afdoende beantwoord of wenst de commissie in nader schriftelijk overleg te treden?

Toelichting

Per 1 januari 2022 zijn de Brabantse gemeenten Landerd en Uden samengevoegd tot de gemeente Maashorst. De minister van BZK informeerde de Kamer bij brief van 2 april 2025 over de evaluatie van deze nieuwe gemeente. Eerder had uw commissie de opzet van deze evaluatie gemonitord (Toezegging T03262: Toezegging Toezending opzet evaluatie fusiegemeente (35.619)). Op 27 mei 2025 is een brief met vragen van de leden van de PVV-fractie gestuurd aan de minister van BZK, zij heeft op 12 augustus geantwoord. Het verslag van een schriftelijk overleg ligt heden ter bespreking voor.

Minister van BZK

Op vrijdag 5 september 2025 is de heer Frank Rijkaart (BBB) benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zijn takenpakket is hieronder bijgevoegd.