Attendering: Op de agenda van de commissie BIZA staat vandaag onder 2. een agendapunt vermeld dat ook voor de leden van de commissie J&V is bedoeld.

Het betreft de vraag of u kunt instemmen met het voorstel om op grond van artikel 36, lid 1 Reglement van Orde Eerste Kamer het overleg van hedenmiddag met de vice-president van de Raad van State in beslotenheid (=geen livestream) te laten plaatsvinden.

Beslispunt

Wenst de commissie:

• 1. 

  een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een tweede verslag?
• 2. 

  het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
• 3. 

  aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

Toelichting

• - 

  Het wetsvoorstel is op 7 november 2022 is ingediend.
• - 

  Met dit wetsvoorstel worden wijzigingen doorgevoerd in de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO), de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra), de Wet op de Raad van State, de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement (Wise) en enige andere wetten. De wijzigingen hebben als verbindende factor dat zij ertoe strekken de onafhankelijkheid en integriteit van rechters en andere rechterlijke ambtenaren verder te waarborgen.
• - 

  Tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer zijn meerdere amendementen ingediend, waaronder de amendementen 8 (Helder, BBB) en 9 (Vondeling, PVV) die ertoe strekken dat de reikwijdte van het voorgestelde functieverbod wordt uitgebreid naar leden van gemeenteraden en provinciale staten (en waterschappen).
• - 

  Omdat beide amendementen 8 en 9 een substantiële uitbreiding van het voorliggende voorstel van wet omvatten en naar verwachting consequenties hebben voor de uitvoering, heeft het kabinet besloten om advies over de amendementen in te winnen bij de Afdeling advisering van de Raad van State. De Raad van State heeft op 4 september 2024 geadviseerd terughoudend om te gaan met met het regelen van onverenigbaarheden die verder gaan dan het wetsvoorstel van de regering. Vervolgens heeft het kabinet deze amendementen ontraden (zie bijlages).
• - 

  Op 18 maart 2025 is het wetsvoorstel in de Tweede Kamer aangenomen, inclusief enkele amendementen waaronder amendement 8 dat door het kabinet op advies van de Raad van State is ontraden.
• - 

  Op 8 april 2025 heeft de commissie inbreng voor het verslag geleverd. De nota naar aanleiding van het verslag (EK 36.243, C) met de antwoorden van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is op 15 augustus 2025 ontvangen.

Beslispunt

Welke fracties wensen vandaag inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

• - 

  Bij brief van 23 mei 2025 is door de minister van Buitenlandse zaken (mede namens de minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris Rechtsbescherming) bijgaande "Rapportage 2024 - Internationale Mensenrechtenprocedures" aan de Kamer aangeboden. Deze bevat zoals gebruikelijk samenvattingen van uitspraken en beslissingen van internationale mensenrechtenorganen in zaken van het Koninkrijk, een overzicht van de stand van zaken betreffende de tenuitvoerlegging door het Koninkrijk van uitspraken, alsmede cijfermateriaal betrekking hebbend op zaken van het Koninkrijk bij de genoemde organen en overige relevante informatie.
• - 

  Op verzoek van het lid Veldhoen (GroenLinks-PvdA) besloot de commissie op 27 mei 2025 deze brief te agenderen voor de eerstvolgende commissievergadering.
• - 

  Vervolgens heeft de commissie op 17 juni 2025 besloten tijdens de eerste vergadering na het zomerreces gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.

Beslispunten

• - 

  Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van de minster van OCW van 3 juli 2025 (EK 35.925 VI / 35.968, AR) in schriftelijk overleg te treden of neemt zij deze brief voor kennisgeving aan?
• - 

  Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03479 als voldaan aan te merken?

Toelichting

• - 

  Op 21 juni 2022 heeft de voormalig staatssecretaris voor Cultuur en Media de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toegezegd schriftelijk te reageren hoe persoonlijke belangen worden gewogen in verhouding tot de openbare toegankelijkheid van archiefstukken van de overheid (T03479).
• - 

  Bij brief van 3 juli 2025 (EK 35.925 VI / 35.968, AR) gaat de minister van OCW in op de wijze waarop persoonlijke belangen worden gewogen ten opzichte van de openbare toegankelijkheid van archiefstukken. Daarbij komen onder meer de termijn voor openbaarheidsbeperkingen, de belangenafweging bij inzageverzoeken en de toepassing van artikel 15, derde lid, van de Archiefwet 1995 aan de orde. Dit artikellid biedt de mogelijkheid om beperkingen op de openbaarheid op te heffen of buiten toepassing te laten, indien het belang van raadpleging zwaarder weegt dan het belang waarvoor de beperking is ingesteld. Met de brief is uitvoering gegeven aan de toezegging van de staatssecretaris aan het lid Nicolaï (PvdD).
• - 

  De commissie heeft op 8 juli 2025 besloten dit agendapunt aan te houden tot de eerstvolgende commissievergadering.

NB. Het wetsvoorstel Intrekking van de Archiefwet 1995 en vervanging door een nieuwe Archiefwet (Archiefwet 20..) 35.968 is momenteel in behandeling bij de commissie OCW.

De staatssecretaris voor Cultuur en Media zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe schriftelijk te reageren hoe persoonlijke belangen worden gewogen in verhouding tot de openbare toegankelijkheid van archiefstukken van de overheid.

Ambtelijk voorstel: de toezegging kan met de door de minister gegeven informatie als voldaan worden aangemerkt.

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van 23 juni 2025 (EK 28.844, A) in schriftelijk overleg te treden of neemt zij deze brief voor kennisgeving aan?

Toelichting

• - 

  Op 23 juni 2025 ontving de commissie het Jaarbericht Openbaar Ministerie van 2024. In het jaarbericht legt het Openbaar Ministerie verantwoording af aan de Nederlandse samenleving over de inzet, prestaties en resultaten. De minister gaat o.a. in op de toename van (digitale) strafzaken, een daling in het aantal interventiezaken, de groei van minderjarige verdachten en het terugdringen van de voorraden.
• - 

  Op 8 juli 2025 heeft de commissie op verzoek van het lid Van Gasteren (BBB) besloten het OM-bericht 2024 te agenderen voor de commissievergadering van 9 september 2025.

Beslispunt

Kan de commissie ermee instemmen de motie-Nicolaï c.s. (36.225, H) als uitgevoerd te beschouwen?

Toelichting

Bij de behandeling van het wetsvoorstel op 21 januari 2025 is de vraag besproken of de beslissing van de weegploeg om een persoon aan te melden voor bespreking in het casusoverleg radicalisering moet worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Naar aanleiding hiervan heeft de Kamer de motie-Nicolaï c.s. (36.225, H) aangenomen.

In deze motie wordt de regering verzocht om na te gaan of tegen de beslissing als bedoeld in artikel 5, derde lid van de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten, beroep openstaat op grond van de Algemene wet bestuursrecht en als dat niet het geval is, te onderzoeken of het belang van rechtsbescherming noopt om dat beroep te openen.

Met de brief van de minister van Justitie en Veiligheid (EK 36.225, J) is uitvoering gegeven aan de motie-Nicolaï c.s. De minister acht de beslissing van de weegploeg om een persoon aan te melden voor bespreking in het casusoverleg radicalisering geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en acht aanvullende rechtsbescherming niet nodig, omdat de bestaande AVG-rechten en het contactpunt voldoende waarborgen bieden. De minister merkt op dat, mocht de Afdeling bestuursrechtspraak in de toekomst tot een ander oordeel komen, dit direct gevolgen zal hebben voor de werkwijze van de casusoverleggen radicalisering en dat de wet zo nodig zal worden aangepast.

Ambtelijk voorstel: de motie-Nicolaï c.s. kan met de door de minister gegeven informatie formeel als uitgevoerd worden beschouwd.

A - GRECO rapport over corruptiebestrijding in Nederland

Op 4 juli 2025 publiceerde de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO) het addendum bij het tweede nalevingsverslag betreffende de aanbevelingen die aan Nederland worden gedaan in de vijfde evaluatieronde ter voorkoming van corruptie en bevordering van integriteit binnen centrale overheden en rechtshandhavingsinstanties. In het tweede nalevingsverslag werden een aantal tekortkomingen vastgesteld bij het tegengaan van corruptie in Nederland. In dit addendum wordt door GRECO ingegaan op de door Nederland genomen maatregelen om de tekortkomingen te herstellen. Het addendum is ter informatie bijgevoegd.

B - Overheveling dossier inburgering van J&V naar SZW

Naar aanleiding van bijgevoegd Koninklijk Besluit d.d. 18 juni 2025 is in navolging van de Tweede Kamer, in overleg met de commissievoorzitters J&V en SZW en met instemming van het Cvf (d.d. 8 juli 2025) het dossier inburgering met terugwerkende kracht tot en met 19 juni 2025 overgeheveld van de commissie J&V naar de commissie SZW. Concreet betekent dit dat de toezegging om de Kamer jaarlijks schriftelijk te informeren over de monitoring van de Wet inburgering 2021 (35.483) (T03101) van de commissie J&V is overgedragen aan de commissie SZW.

C - Stand van zaken Europese strategie voor interne veiligheid

De commissie had de wens geuit om – eventueel samen met de commissie DIGI – aan te sluiten bij een door de Tweede Kamer te organiseren technische briefing over de nieuwe Europese strategie voor interne veiligheid (COM(2025)148). Inmiddels is duidelijk geworden dat de Tweede Kamercommissie pas na de verkiezingen besluit of het rapporteurschap over deze mededeling alsnog wordt opgestart. Een eventuele technische briefing zal dan op z’n vroegst begin 2026 plaatsvinden. Zodra hierover meer duidelijk is, wordt de commissie geïnformeerd.

D - Kabinetsreactie jaarverslag Rechtspraak 2024

Op de commissieagenda van 13 mei 2025 stond onder mededelingen en informatie opgenomen het jaarverslag Rechtspraak 2024 met daarbij het jaarbericht en het bijbehorende persbericht. Op 11 juli 2025 heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming de kabinetsreactie op dit jaarverslag aangeboden.

E - Kabinetsreactie evaluatie Autoriteit Persoonsgegevens

Op 3 maart 2025 heeft de AP de Tweede Kamer de brede evaluatie over het functioneren van de AP aangeboden, die is uitgevoerd door Tilburg University en Berenschot. Op 11 juli 2025 heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming de kabinetsreactie aangeboden.

F - Toezeggingen Code Zaakstoedeling

Naar aanleiding van vragen van het lid Van Nispen van de Tweede Kamer over de noodzaak tot het wettelijk verankeren van zaakstoedeling in de rechtspraak heeft de toenmalige minister voor Rechtsbescherming de Tweede Kamer toegezegd om een rechtsvergelijkende inventarisatie te laten doen naar zaaktoedelingsregelingen in voor Nederland relevante EU-lidstaten, waarbij ook gekeken zou worden naar het Duitse model. Tevens is toegezegd de Raad voor de rechtspraak te vragen om de werking van de door de Rechtspraak opgestelde regels voor de toedeling van zaken (Code Zaakstoedeling) te evalueren, twee jaar na inwerkingtreding van de Code Zaakstoedeling (inwerkingtreding: 1 april 2021). In bijgaande brief van 11 juli 2025 informeert de staatsecretaris Rechtsbescherming de Kamer over de uitkomsten van de evaluatie en de rechtsvergelijkende inventarisatie.

G - Rapport 'De werking van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie'

De staatssecretaris Rechtsbescherming heeft het rapport 'De werking van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie' aan de Kamer aangeboden. Het onderzoek concludeert dat de verantwoordingsplicht bijdraagt aan meer transparantie bij turboliquidatie en de rechtspositie van schuldeisers verbetert, maar de beoogde preventie van misbruik beperkt. De staatssecretaris is voornemens de voorzieningen permanent in te voeren en start hiervoor een nieuw wetgevingstraject. In afwachting daarvan wordt de tijdelijke wet verlengd tot 15 november 2027. Conform artikel VI, derde lid, van de wet is met de brief tevens verslag uitgebracht en is aangekondigd dat de Kamer in het eerste kwartaal van 2026 nader wordt geïnformeerd.

H - Bewindspersonen ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V)

Per 5 september 2025 kent het ministerie van J&V de volgende bewindspersonen:

• - 

  minister van Justitie en Veiligheid: Foort van Oosten
• - 

  staatssecretaris Rechtsbescherming: Arno Rutte

Hieronder is een overzicht van de openstaande correspondentie weergegeven. Een overzicht van wetsvoorstellen die bij de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) in (schriftelijke) behandeling zijn, is hier te raadplegen.