E040067 - Mededeling: Evaluatie van het milieubeleid 2003 - Versteviging van de milieupijler van duurzame ontwikkeling
In COM(2003)745 wordt de eerste evaluatie van het milieubeleid van de Europese Unie en de lidstaten gegeven. De evaluatie "Environmental Policy Review" is uitgevoerd op basis van meerdere Europese besluiten/ontwikkelingen.
De rapportage moet bezien worden binnen de context van de Lissabonstrategie (economische en sociale vernieuwing teneinde in 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te worden). Tijdens de Europese Raad van Göteborg (juni 2001) werd aan de Lissabonstrategie - overeenkomstig de Europese strategie inzake duurzame ontwikkelingen die tijdens deze Raad werd aangenomen - een derde pijler toegevoegd: milieu.
De evaluatie zal tevens bijdragen aan de controle op de tenuitvoerlegging van het zesde Milieu actieprogramma van de Europese Unie (vastgesteld september 2002).
Tenslotte wordt de evaluatie uitgevoerd op basis van de conclusies van de Europese Voorjaarsraad (2003) waarin werd vastgelegd "het voornemen jaarlijks de balans op te maken van het proces van Cardiff inzake integratie van milieuoverwegingen en een regelmatige evaluatie van het milieubeleid uit te voeren opdat de resultaten daarvan kunnen bijdragen aan de verslagen aan de voorjaarsbijeenkomsten van de Europese Raad.
Geconcludeerd wordt dat een versnelling van de hervormingen inzake de verbeteringen van het milieu in de EU, hoofdzakelijk door de economische groei los te koppelen van druk op het milieu, zeer wenselijk is. Verdere inspanningen moeten gericht zijn op de tijdige tenuitvoerlegging van bestaande milieuwetgeving, de versterking van beleidscohesie en beleidsintegratie, de interne en mondiale stimulering van duurzame ontwikkeling, de succesvolle uitbreiding van de EU en overkoepelend het vestigen van een stevige basis voor toekomstig milieubeleid.
De toekomstige uitdagingen uit de "Environmental Policy Review" en de politieke context waarbinnen deze zich bevinden zijn hieronder weergegeven bij "Bevindingen uit COM(2003)745"
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
document Europese Commissie
COM(2003)745, d.d. 3 december 2003
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
De commissie Europese Samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 6 april 2004 besloten de onderhavige mededeling ter informatie aan te bieden aan de commissie Milieu.
De commissie Milieu heeft de onderhavige mededeling voor kennisgeving aangenomen.
Aangezien het een mededeling betreft is toetsing aan het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel niet van toepassing in fiche 5.
De eerste standpuntbepaling van de Nederlandse regering ten aanzien van de evaluatie is zeer positief. Het is een goed instrument om de milieupijler uit de Lissabonstrategie te versterken en derhalve moet een jaarlijkse evaluatie nagestreefd worden. In de toekomst zouden de evaluaties desalniettemin een ietwat meer strategische invalshoek mogen kennen. M.h.o.o. het vraagstuk van integratie en synergie wenst de regering in de toekomst dat ook bezien moet worden middels voortgangsrapportages hoe de integratie van milieu in andere beleidssectoren plaatsvindt.
Op basis van o.a. de veranderde politieke context worden in de "Environmental Policy Review" vijf grote uitdagingen voor het toekomstige milieubeleid geformuleerd. Deze worden hieronder weergegeven.
De politieke context
De laatste twee jaren is de context van het Europese milieubeleid zowel als gevolg van directe besluitvorming als door wijzigingen op bredere beleidsterreinen veranderd. Het concept van duurzame ontwikkeling en de nastreving daarvan heeft daarbij een centrale rol gespeeld.
Beslissingen die direct van invloed zijn geweest op het milieubeleid zijn o.a. de Europese strategie voor duurzame ontwikkeling (Göteborg, juni 2001); het zesde Milieu actieprogramma (beleidsstrategie voor de komende tien jaren); de Wereldtop over duurzame ontwikkeling (Johannesburg 2002); de nationale strategieën voor duurzame ontwikkelingen die sinds 2001 in aantal zijn toegenomen alsmede de lokale en regionale agenda's 21. Daarnaast is de context veranderd als gevolg van een toenemende belangstelling voor duurzame ontwikkeling van het bedrijfsleven (sociaal en ecologisch verantwoord ondernemen)
Ontwikkelingen die de agenda inzake duurzame ontwikkeling mede bepalen zijn o.a. de uitbreiding van de Europese Unie, het debat over de toekomst van Europa (consolidering/versterking van milieubescherming en duurzame ontwikkeling in het Verdrag); de hogere politieke agendering van groei en werkgelegenheid (rekening houden met milieuoverwegingen) en de toenemende bezorgdheid over de veiligheid wat gevolgen heeft ook voor milieuveiligheid (bijvoorbeeld het verband tussen hulpbronnen en conflicten).
Toekomstige uitdagingen
Het Europese milieubeleid zal in de nabije toekomst te maken krijgen met vijf belangrijke uitdagingen, te weten:
-
A)de milieudimensie volledig integreren in de Lissabonstrategie. De economische en sociale vooruitzichten op de lange termijn zijn in hoge mate afhankelijk van het vermogen het milieu te zien als een centraal onderdeel van de Lissabonstrategie. Het verwaarlozen van de milieudimensie zal de verwezenlijking van deze strategie hinderen.
-
B)er dienen oplossingen ontwikkeld te worden waar zowel het milieu als de economie baat bij hebben. Een sterke milieupijler die stoelt op marktinstrumenten en kosteneffectiviteit zal de doelstellingen van de Lissabonstrategie helpen behalen, hierbij is een goede afweging tussen economische en milieudoelstellingen van groot belang. Tevens kan het nieuwe kansen creëren bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe technologieën.
-
C)de inspanningen voor duurzame ontwikkeling moeten voor alle bestuurslagen helderder uiteen worden gezet zodat de activiteiten gezamenlijk beter worden afgestemd op een gemeenschappelijk doel. De open coördinatiemethode - die tot op heden nog niet gebruikt is op milieugebied - kan daarbij een kernrol vervullen.
-
D)van de uitbreiding van de Europese Unie dient ook op milieugebied een succes te worden gemaakt. Er moeten nog grote institutionele en financiële problemen worden opgelost om de Europese milieuwetgeving goed te implementeren en na te leven in de nieuwe EU-lidstaten. Daar tegenover moet rekening gehouden worden met de legitieme verwachtingen van de burgers (levensstandaard, infrastructuur) in de toetredende lidstaten in relatie tot de grotere druk die dat zal opleveren voor het milieubeleid.
-
E)de EU dient voort te bouwen op de internationale credibiliteit die zij de laatste jaren heeft verworven (teneinde andere landen te betrekken bij de duurzame ontwikkeling).
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.