E160052
  ruit icoon
Laatste revisie: 13-04-2023

E160052 - Voorstel voor een verordening betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels




Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.

nationaal

De brief met vragen over de rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders 2019PDF-document werd op 13 november 2019 aan de staatssecretaris van financiën verstuurd.

Op 17 december 2019 stuurde de staatssecretaris van financiën een antwoord. De commissie besprak het verslag van een schriftelijk overleg op 14 januari 2020 en besloot dit voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 11 en 12 maart 2024 (21.501-31, BR) geeft de minister van SZW in een voortgangsrapportage een overzicht van de stand van zaken van de richtlijn. De minister geeft aan dat het Belgische Voorzitterschap voortvarend te werk is gegaan met het verkennen van een alternatieve uitweg uit de politieke impasse die is ontstaan. De oplossingsvariant is in de Raadswerkgroep besproken en daarbij is brede steun onder de lidstaten uitgesproken. Het Europees Parlement heeft echter laten weten dat de voorgestelde oplossing niet wordt gesteund. Hierdoor duurt de politieke impasse voort.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004

document Europese Commissie

COM(2016)815PDF-document, d.d. 13 december 2016

rechtsgrondslag

Artikel 48 VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Behandeling Eerste Kamer

De brief met vragen over de rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders 2019PDF-document werd op 13 november 2019 aan de staatssecretaris van financiën verstuurd.

Op 17 december 2019 stuurde de staatssecretaris van financiën een antwoord. De commissie besprak het verslag van een schriftelijk overleg op 14 januari 2020 en besloot dit voor kennisgeving aan te nemen.

Op 5 november 2019 leverde de CDA-fractie (Essers) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering.

Op 27 september 2019 stuurde de staatssecretaris van Financiën een afschrift van de rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders 2019 (34.655, D en bijlagePDF-document) in het kader van de discussie over de verordening socialezekerheidsstelsels.

Op 8 oktober 2019 besloten de CDA-fractie (Essers) en de 50PLUS-fractie (Van Rooijen) om hier vragen over te stellen. De inbrengdatum voor schriftelijk overleg werd bepaald op 5 november 2019.

Op 8 juli 2019 stuurde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een antwoord (34.655, C) op de brief van 22 mei 2019.

Op 10 september 2019 besprak de commissie het verslag van een nader schriftelijk overleg en besloot dit voor kennisgeving aan te nemen.

Op 14 mei 2019 leverde de CDA-fractie (Oomen-Ruijten) inbreng voor nader schriftelijk overleg met de regering.

De brief met nadere vragen is op 22 mei 2019 aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstuurd.

Op 16 april 2019 gaf de CDA-fractie (Oomen-Ruijten) aan nadere schriftelijke inbreng te leveren op 14 mei 2019 naar aanleiding van het verslag van een nader schriftelijk overleg (34.655, B).

Op 9 april 2019 besloot de commissie om de bespreking van het verslag van een nader schriftelijk overleg (34.655, B) aan te houden tot 16 april 2019

Op 1 april 2019 stuurde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een antwoord op de brief van 15 februari 2019. De commissie bespreekt het verslag van een nader schriftelijk overleg op 9 april 2019.

Op 5 februari 2019 besloot de fractie van de CDA om inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren (34.655, A). De fractie van de VVD sloot zich hierbij aan.

Op 15 februari 2019 is de brief met nadere vragen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstuurd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 20 december 2018 zijn antwoord gestuurd op de vragen van de commissie SZW van 18 juli 2018. Het verslag van dit schriftelijke overleg (34.655, A) besprak de commissie op 15 januari 2019. De fracties van CDA, VVD en SP gaven aan op 5 februari 2019 inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren.

Op 4 december 2018 besprak de commissie SZW de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 6 december 2018 (21.501-31, G) waarin de Kamer wordt geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen over de herziening van de verordening inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Het agendapunt werd aangehouden tot 11 december 2018. Op 11 december 2018 werd de geannoteerde agenda voor kennisgeving aangenomen.

Op 10 juli 2018 leverde de fractie van het CDA inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over de ontwerpverordening naar aanleiding van de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 21 juni 2018. Op 18 juli 2018 werd een brief gestuurd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In een brief gedateerd 17 september 2018 deelde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mede de vragen van de leden van de CDA-fractie niet binnen de gestelde termijn te kunnen beantwoorden.

Op 19 juni 2018 besprak de commissie SZW de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 21 juni 2018 (21.501-31, C), waarin de minister van SZW o.a. een voortgangsrapportage geeft over het voorstel. Naar aanleiding van de geannoteerde agenda gaf de fractie van het CDA aan in schriftelijk overleg te willen treden met de regering inzake het voorstel. De inbrengdatum werd vastgesteld op 3 juli. Op 3 juli 2018 werd besloten de inbrengdatum aan te houden tot 10 juli 2018.

Op 6 maart 2018 besprak de commissie de geannoteerde agenda van de Raad voor Werkgelegenheid van 15 maart 2018 (21.501-31, A) waarin de minister van SZW o.a. de Kamer informeert met een voortgangsrapportage over het voorstel. De commissie besloot de agenda kennisgeving aan te nemen.

Op 31 oktober 2017 heeft de commissie SZW kennis genomen van de brief (34.439/34.655, C) over de voortgang van de onderhandelingen inzake de Detacheringsrichtlijn (E160003) en de herziening van de Coördinatie verordening Sociale Zekerheid.

Op 25 oktober 2017 stuurde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Eerste Kamer over de voortgang van de onderhandelingen inzake de herziening van de Detacheringsrichtlijn (E160003) en de herziening van de Coördinatie verordening Sociale Zekerheid.

Op 7 maart 2017 besloot de commissie dit dossier te blijven volgen aan de hand van de documenten die tussen de regering en de Tweede Kamer worden gewisseld.

In verband met de ontvangst van het BNC-fiche over het voorstel werd het dossier op 14 februari 2017 geagendeerd en besloot de commissie de afspraken rond het behandelvoorbehoud van de Tweede Kamer af te wachten.

Op 20 december 2016 besloot de commissie SZW het voorstel in behandeling te nemen en het BNC-fiche van de regering af te wachten.


Behandeling Tweede Kamer

Op 28 november 2019 stuurde de commissie SZW een brief aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met vragen over de trilogen over het voorstel. Op 2 december 2019 stuurde de minister een antwoord.

Op 11 november 2019 stuurde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Kamer met daarin de stand van zaken over de onderhandelingen aangaande de verordening en de aanpak van de Nederlandse regering daarbij.

Naar aanleiding van een toezegging die gedaan is tijdens het Algemeen Overleg over de Raad WSBVC van 24 oktober 2019, stuurde de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Tweede Kamer over de besluitvorming ten aanzien van de Coördinatieverordening in het Europees Parlement.

Naar aanleiding van een toezegging die gedaan is tijdens het VAO over de informele WSBVC Raad op 17 april 2019, stuurde de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 24 april 2019 een brief aan de Tweede Kamer over de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de onderhandelingen over de coördinatieverordening.

Ter voorbereiding op een Algemeen Overleg over de Informele WSBVC Raad op 3 april 2019 is een appreciatie over de stand van zaken met betrekking tot de herziening van de Verordening aan de Kamer verstuurd.

Op 28 maart 2019 dienden de leden van Rooijen en van Brenk tijdens een debat over de Europese top en de brexit een motie in over maatregelen tegen de export van WW. Op 2 april 2019 werd de motie aangenomen.

Op 26 maart 2019 vond er een debat plaats met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat Nederland weinig meer kan doen tegen verlenging van de WW-export door Brussel.

Tijdens het debat diende lid Wiersma een motie in over wijzigingen om de Nederlandse sociale zekerheid beter te beschermen tegen uitkeringstoerisme (21.501-20, 1425). Deze motie werd met algemene stemmen aangenomen.

De leden Heerma en Wiersma diende een motie in over aanpassingen van het huidige WW-stelsel om sociale zekerheid te beschermen tegen uitkeringstoerisme en fraude (21.501-20, 1427). Deze motie werd eveneens met algemene stemmen aangenomen.

Op 21 maart 2019 nam de Kamer tijdens het VSO Europese Raad van 21 en 22 maart 2019 een motie aan over het blokkeren van het voorstel over recht op exporteerbare Nederlandse WW (21.501-20, 1421). In de motie wordt de regering verzocht om binnen een maand de Kamer te informeren wat de gevolgen

zullen zijn als de coördinatieverordening wordt aangenomen. De motie werd met algemene stemmen aangenomen.

Op 25 maart 2019 reageerde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij brief op welke wijze de maatregelen geblokkeerd kunnen worden.

Op 4 december 2018 stuurde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Tweede Kamer ter beantwoording van het schriftelijk overleg over de Raad WSBVC van 6 december 2018. Hierin geeft de minister antwoord op een aantal vragen over de ontwerpverordening inzake de coordinatie van de socialezekerheidsstelsels.

Op 13 juni 2018 besprak de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 21 juni 2018 in een algemeen overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over de herziening van de Coördinatieverordening socialezekerheidsstelsels.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft naar aanleiding van het het AO over de sociale top in de Tweede Kamer op 16 november een brief op 29 november 2017 aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij uitleg geeft over de knelpunten in de regels rond A1-verklaringen. Dit heeft betrekking op de Detacheringsrichtlijn (E160003) en de verordening Coördinatie socialezekerheidsstelsels.

Op 23 februari 2017 heeft de Tweede Kamer besloten het behandelvoorbehoud bij het voorstel over de herziening van de coördinatie van sociale zekerheidsstelsels te beëindigen, middels het voorstel in de brief van de commissie Europese Zaken (34.655, 4).

Het VAO over het behandelvoorbehoud bij onderhavig voorstel werd op 22 februari 2017 gevoerd. Hierbij werd ook een motie ingediend (34.655, 3). Op 23 februari 2017 is de motie bij stemming aangenomen.

Op 15 februari 2017 vond in de Tweede Kamer een algemeen overleg plaats over het behandelvoorbehoud bij het voorstel.

Op 13 februari 2017 reageerde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid per brief op het behandelvoorbehoud waarin hij aangeeft op welke wijze de kamer geïnformeerd zal worden over het voorstel.

De Tweede Kamer heeft op 24 januari 2017 een behandelvoorbehoud geplaatst bij het voorstel.


Standpunt Nederlandse regering

Op 8 februari 2017 stuurde de minister het BNC-fiche bij het voorstel. Daarin laat het kabinet weten positief te zijn over de subsidiariteit van het voorstel omdat het als doel heeft de coördinatie van sociale zekerheid tussen lidstaten te moderniseren en bepaalt de verordening wie in welke gevallen een beroep kan doen op een nationale wettelijke sociale zekerheidsbepaling. Met het voorstel wordt namelijk niet beoogt sociale zekerheidsstelsels te harmoniseren. Ook wat betreft de proportionaliteit is het kabinet positief. Het kabinet wacht de uitvoeringstoetsen af om te nauwkeurig te kunnen inschatten welke financiële gevolgen het voorstel heeft.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 19 december 2016 per brief gemeld het BNC-fiche later dan de geldende drie weken termijn aan de Kamer toe te zenden.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Met de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 is met ingang van 1 mei 2010 een gemoderniseerd systeem voor de coördinatie van de sociale zekerheid van toepassing geworden, waarmee het voor werknemers, werkzoekenden en gepensioneerden makkelijker wordt zich elders in de EU te vestigen zonder dat socialezekerheidsrechten verloren gaan. Het doel van het voorliggende voorstel tot wijziging van deze verordeningen is door te gaan met de modernisering van de EU-wetgeving op dit gebied, door het burgers gemakkelijker te maken hun rechten uit te oefenen en tegelijkertijd de rechtszekerheid, een billijke verdeling van de financiële lasten tussen de lidstaten en administratieve eenvoud en uitvoerbaarheid van de regels te waarborgen. De regels zijn gericht op een betere aansluiting van de nationale socialezekerheidsstelsels, zodat kan worden bepaald tot welk stelsel een mobiele burger behoort.

Het voorstel actualiseert de EU-regelgeving op vier punten:

  • 1. 
    Toegang van economisch inactieve burgers tot sociale uitkeringen: op basis van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie verduidelijkt dit voorstel in welke gevallen de lidstaten deze toegang kunnen beperken.
  • 2. 
    Coördinatie van prestaties bij langdurige zorg: het voorstel verduidelijkt wat uitkeringen bij langdurige zorg zijn.
  • 3. 
    Coördinatie van werkloosheidsuitkeringen voor grensarbeiders - de lidstaat waar een grensarbeider de laatste 12 maanden heeft gewerkt, is verantwoordelijk voor de werkloosheidsuitkering - en voor werkzoekenden: de export van werkloosheidsuitkeringen wordt verlengd van drie naar zes maanden
  • 4. 
    Coördinatie van gezinsuitkeringen, waarmee wordt bepaald dat uitkeringen moeten worden behandeld als een individueel en persoonsgebonden recht in plaats van een uitkering voor het gezin als geheel; de regels voor de export van kinderbijslag worden niet gewijzigd.

Behandeling Raad

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 11 en 12 maart 2024 (21501-31, BR) geeft de minister van SZW in een voortgangsrapportage een overzicht van de stand van zaken van de richtlijn. De minister geeft aan dat het Belgische Voorzitterschap voortvarend te werk is gegaan met het verkennen van een alternatieve uitweg uit de politieke impasse die is ontstaan. De oplossingsvariant is in de Raadswerkgroep besproken en daarbij is brede steun onder de lidstaten uitgesproken. Het Europees Parlement heeft echter laten weten dat de voorgestelde oplossing niet wordt gesteund. Hierdoor duurt de politieke impasse voort.

In de geannoteerde agendavan de WSBVC raad van 10 - 12 januari 2024 (21501-31, BN) geeft de minister van SZW in een voortgangsrapportage een overzicht van de stand van zaken van de richtlijn. Hierin geeft de minister aan dat de richtlijn is besproken in Coreper van 8 december 2023. Het Spaanse Voorzitterschap heeft in Coreper gevraagd om een aangepast Raadsmandaat, waarvoor onvoldoende steun was.

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 9 oktober 2023 (21501-31, BJ) geeft de minister van SZW in een voortgangsrapportage een overzicht van de stand van zaken van de richtlijn. Hierin geeft de minister aan dat het Spaanse voorzitterschap ambitie toont om een akkoord te bereiken. Het Voorzitterschap heeft op 19 juli en 4 september 2023 Raadswerkgroepen georganiseerd over het herzieningsvoorstel.

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 3 en 4 mei 2023 (21.501-31, BD) geeft de minister van SZW in een voortgangsrapportage een overzicht van de stand van zaken van de richtlijn. Op 29 maart 2023 vond onder het Zweedse Voorzitterschap een tweede Raadswerkgroep plaats om de herziening van de Verordening 883/2004 te bespreken.

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 16 juni 2022 (21.501-31, AV) geeft de minister van SZW in een voortgangsrapportage een overzicht van de stand van zaken van de richtlijn.

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 14 maart 2022 (21.501-31, AT) wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken van de onderhandelingen over de richtlijn.

In het verslag van de Raad WSB van 6 december 2021 (21.501-31, AQ) informeert de staatssecretaris van SZW dat tijdens de afronding van de Raad het Sloveens voorzitterschap een kort overzicht gaf van de stand van zaken van de onderhandelingen en gaf daarbij aan dat er de afgelopen maanden intensief is gesproken met het Europees Parlement en de Europese Commissie op zowel technisch als politiek niveau en dat er goede voortgang is geboekt. Partijen zijn dichterbij elkaar gekomen en het zou mogelijk moeten zijn om tot een gebalanceerd pakket te komen, aldus het voorzitterschap. Op 16 december 2021 zal een triloog plaatsvinden over de laatste openstaande punten. Niet uitgesloten kan worden dat de op dit moment bestaande kwetsbare blokkerende minderheid geen standhoudt en er een akkoord tot stand zal komen.

In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 6 december 2021 (21.501-31, AC) wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken van de onderhandelingen over de richtlijn.

In de geannoteerde agenda van de Raad WSBVC van 8 en 9 juli 2021 (21.501-31, AL) geeft de regering een overzicht van de stand van zaken van de onderhandelingen over de herziening van de Coördinatieverordening.

De Nederlandse regering informeert middels de geannoteerde agenda van de informele WSBVC Raad van 14 juni 2021 (21.501-31, AJ) over de voortgang van de onderhandelingen over de richtlijn.

De Nederlandse regering informeert middels de geannoteerde agenda van de informele WSBVC Raad van 15 maart 2021 (21.501-31, AG) over de voortgang van de onderhandelingen over de richtlijn. Het Portugese voorzitterschap heeft dit dossier inmiddels opgepakt. Na een ronde van besprekingen met individuele lidstaten heeft het voorzitterschap op 24 februari 2021 een mandaat verkregen van de lidstaten voor de verdere onderhandelingen met het Europees Parlement en de Commissie. Dit mandaat ziet op een beperkt aantal onderwerpen. Een aantal voor Nederland belangrijke onderwerpen uit het werkloosheidshoofdstuk maken er geen onderdeel vanuit. Op basis van dit mandaat vond op 1 maart een triloog plaats.

De Nederlandse regering informeert middels de geannoteerde agenda van de informele WSBVC Raad van 22 februari 2021 (21.501-31, AF) over de voortgang van de onderhandelingen over de Coördinatieverordening.

In de geannoteerde agenda van de WSBVC Raad van 13 oktober 2020 (21.501-31, AB) geeft de regering de stand van zaken weer met betrekking tot dit voorstel. Zij informeert dat het Duitse voorzitterschap de onderhandelingen weer oppakt en een poging zal doen tijdens haar voorzitterschap een akkoord te bereiken. Op het gebied van het voorstel dat ervoor moet zorgen dat detacheringen vooraf aan het verantwoordelijke sociale zekerheidsorgaan moeten worden gemeld, wil het voorzitterschap verkennen of er een digitale administratieve oplossing gevonden kan worden. Ook zal het voorzitterschap het onderwerp "werkloosheid" ter discussie brengen, waar eerder nog geen consensus tussen de lidstaten gevonden kon worden.

De Nederlandse regering informeert middels de geannoteerde agenda van de WSBVC Raad van 13 maart 2020 (21.501-31, U) over de voortgang van de onderhandelingen over de Coördinatieverordening.

Tijdens de WSBVC raad op 10 december 2019 heeft het Finse voorzitterschap de stand van zaken van de onderhandelingen toegelicht. In reactie hierop gaf de nieuwe Eurocommissaris Schmit aan dat de nog voor december geplande triloog op aangeven van het EP niet doorgaat. Dit betekent dat het nieuwe Kroatische voorzitterschap dit dossier verder zal oppakken.

De Nederlandse regering informeert middels de geannoteerde agenda van de WSBVC Raad van 10 december 2019 (21.501-31, S) over de voortgang van de onderhandelingen over de Coördinatieverordening.

De Nederlandse regering informeert middels de geannoteerde agenda van de WSBVC Raad van 24 oktober 2019 (21.501-31, Q) over de voortgang van de onderhandelingen over de Coördinatieverordening in de Raad.

De Nederlandse regering informeert aan de hand van de geannoteerde agenda van de WSBVC Raad van 13 juni 2019 (21.501-31, M) over de voortgang van de onderhandelingen over de Coördinatieverordening in de Raad. Daarnaast wordt ingegaan op de UWV-cijfers met betrekking tot export van WW-uitkeringen naar Polen en de resultaten van de gesprekken met Polen.

De Nederlandse regering informeert aan de hand van de geannoteerde agenda van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 10 en 11 april 2019 (21.501-31, K) dat er op 19 maart 2019 overeenstemming is bereikt in de triloog tussen het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad over de verordening.

Aan de hand van het verslag van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 15 maart 2019 (21.501-31, J) informeert de regering dat Nederland samen met andere gelijkgezinde lidstaten zorgen heeft geuit over zowel het proces als de inhoud van het voorstel. Hierbij geeft de regering aan dat sommige andere lidstaten hun voorkeur hebben uitgesproken voor een snel compromis.

De Nederlandse regering informeert de Kamer met een voortgangsrapportage over de verordening in de geannoteerde agenda voor de raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 15 maart 2019. (21.501-31, I).

Tijdens de Raad WSBVC van 21 juni 2018 is een algemene oriëntatie bereikt met betrekking tot de ontwerpverordening. Nederland stemde tegen.

De Nederlandse regering informeerde de Kamer met een voortgangsrapportage over de verordening in de geannoteerde agenda voor de raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 15 maart 2018 (21.501-31, A).

De raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid vergaderde op 7 december 2017 over het voorstel en heeft een gedeeltelijke algemene oriëntatie bereikt op de onderdelen langdurige zorg en gezinsbijslagen.

Op 23 oktober 2017 is de raad voor Werkgelegenheid tot een gedeeltelijke algemene oriëntatie van het voorstel gekomen.

Tijdens de informele raad Werkgelegenheid in Estland op 19 en 20 juli 2017 werd het voorstel besproken. Hier is niets over opgenomen in het verslag van de regering van deze raadsvergadering.

De Raad voor Werkgelegenheid besprak op 15 juni 2017 een voortgangsrapport over het voorstel.

De Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC) besprak op 3 maart 2017 het voorstel. Zij bespraken daarbij een discussiedocumentPDF-document voorbereid door de Voorzitter.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Dit voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zij in 2022 aanzienlijke vooruitgang boeken.

Op 16 april 2019 vond er een plenair debat plaats over de ontwerpwetgevingsresolutiePDF-document die op 23 november 2018 door de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken is aangenomen.

Op 18 april 2019 werd besloten om de stemming over de ontwerpwetgevingsresolutie uit te stellen zodat het nieuwe Europees Parlement zich hierover kan uitspreken.

Op 23 november 2018 stemde de commissie voor werkgelegenheid en sociale zaken in met het verslag over het voorstel. Hierbij werd een ontwerpwetgevingsresolutiePDF-document aangenomen waarmee een standpunt over het voorstel is vastgesteld.

Op 30 april 2018 bracht de commissie voor Verzoeksschriften (PETI) een adviesPDF-document uit over de ontwerpverordening.

Op 15 december 2017 bracht de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) een briefingPDF-document uit over de coördinatie van Sociale Zekerheidssystemen in Europa.

Op 20 november 2017 bracht de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) een ontwerpverslagPDF-document uit over de ontwerpverordening.

Op 15 november 2017 bracht de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) een briefingPDF-document uit inzake de coördinatie van sociale zekerheidsstelsels.

Op 6 maart 2017 bracht de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement een briefingPDF-document uit over de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over de herziening van de coördinatie van sociale zekerheidsstelsels.

Op 15 januari 2017 bracht de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement een briefingPDF-document met een beoordeling van de bestaande Europese wetgeving inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels.

De commissie voor het Budget, de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken en de commissie voor de Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid besloten geen advies in te dienen voor dit voorstel.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor het Budget (BUDG), de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE), de commissie voor de Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid (FEMM) en de commissie voor Verzoekschriften (PETI) ingesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 29 april 2017 nam het Parlement van Denemarken een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar was 9 maart 2017.

Op 10 maart 2017 nam de Bondsraad van Duitsland een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 9 maart 2017 diende de Senaat van Frankrijk een subsidiariteitsbezwaar in bij de Europese Commissie met betrekking tot dit voorstel.

Op 8 maart 2017 nam de Senaat van Tsjechië een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat hoewel de Senaat het eens is met een aantal voorzieningen uit het voorstel, dat zij de mogelijkheid van lidstaten om personen die na minder dan 3 maanden werkloos raken geen vergoeding hiervoor kunnen aanvragen op basis van eerdere werkervaring in een andere lidstaat niet ondersteunt. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 6 maart 2017 nam de Cortes Generales van Spanje een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 21 februari 2017 nam de Senaat van Polen een resolutiePDF-document aan waarin wordt gesteld dat de Senaat het niet eens is met een aantal voorgestelde amendementen. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen