Verslag van de vergadering van 30 september 2025 (2025/2026 nr. 02)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 14.46 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Bezaan i (PVV):
Voorzitter, dank voor het woord. De Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. Als chambre de réflexion toetsen wij in dit huis op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, zo ook voor deze wet.
De PVV waarschuwde al in 2013 voor versnippering en bureaucratie na decentralisatie, problemen die nu duidelijk zichtbaar zijn, met name de al eerder genoemde lange wachttijden, overbelaste hulpverleners en instortende instellingen. Deze wet biedt stappen in de goede richting, maar blijft voorzichtig. Wij hebben de antwoorden van de staatssecretaris en de aangenomen amendementen bestudeerd. Die pakken de zorgen deels aan, maar laten hiaten achter. De PVV heeft in de Tweede Kamer voor deze wet gestemd om verdere afbraak te voorkomen, maar ik wil hier vandaag graag vragen stellen over een aantal onbeantwoorde punten.
Laten we beginnen met de regionale samenwerking die versnippering moet tegengaan. We hebben tijdens de behandeling in de Tweede Kamer gevraagd: blijft de gemeentelijke autonomie intact of dicteert het regionale niveau welke zorg een kind krijgt; leidt dit tot kortere lijnen of meer vergaderen? De staatssecretaris beloofde standaardisatie met een reductie van 30% in inkoopverbanden om bureaucratie te verminderen. Het amendement op stuk nr. 24, dat wachttijden in de regiovisie verankert, en het amendement op stuk nr. 25, dat samenwerking van expertteams met lokale teams en onderwijs regelt, helpen hierbij.
Toch blijft de vraag: hoe wordt autonomie juridisch geborgd, met concrete sancties bij falen? Als voorbeeld opperen wij een drempel van maximaal 20% administratielast per professional, een suggestie gebaseerd op sectorvergelijkingen, zoals met de Wlz, waar administratie efficiënter is. Dit cijfer wordt voorgesteld als realistische norm om de last te meten en te reduceren. Kunt u toezeggen dat dit wordt onderzocht en geborgd, zodat gemeenten hun regie behouden en handhaving niet verzandt? Graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter. Vanuit die samenwerking komen wij bij de overgang van 18-min naar 18-plus — dan heb ik het over "jaar" — een blijvend knelpunt. Wij hebben gevraagd naar de uitvoering van de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Crijns over Big Five-voorbereidingen, zoals onderwijs, werk, wonen en financiële zorg vanaf 16,5 jaar. De staatssecretaris noemde het voorbeeld Eindje Verder in Eindhoven en beloofde updates maar gaf geen harde toezegging.
De motie zelf bevatte geen expliciete eis voor meetbare reductie van abrupte afkapping, het abrupte einde van zorg op 18 jaar, maar wij bedoelen hiermee het percentage jongeren dat na die leeftijd zonder ondersteuning komt te zitten. Het amendement op stuk nr. 43 over overleg met belangenorganisaties en het amendement op stuk nr. 72 over jeugdigen en inspraak versterken de continuïteit. Toch blijft de vraag: is de motie uitgevoerd? Zo nee, wanneer gebeurt dat dan wel, met meetbare resultaten, zoals een daling in het aantal abrupte afkappingen? Hoe voorkomt u dat gemeenten dit afschuiven onder budgetdruk? Is het een idee om bijvoorbeeld met een wettelijke pilotverplichting te komen? De PVV ziet het als een verplichting voor gemeenten om regionale pilots op te zetten, ondersteund door het Rijk, om de Big Five-aanpak te testen en te verbeteren. Dit helpt de motie uit te voeren door praktische inzichten te leveren voor een soepele overgang, terwijl het afschuiven door budgetdruk wordt tegengegaan met centrale financiering en toezicht. Wij overwegen een motie op dit punt in de tweede termijn. Ik krijg graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter. Dat brengt mij bij de wachttijden; die zijn vandaag al eerder genoemd. Het is een schrijnend probleem, met acht tot negen maanden wachttijd voor kinderen. We hebben gevraagd hoe de wet deze concreet verkort en hoe initiatieven zoals BOOST in Utrecht landelijk uitgerold kunnen worden. De staatssecretaris wees vervolgens op datatekorten en tienduizenden geholpen kinderen, maar miste sancties. Het amendement op stuk nr. 39, over afstemming op schaarste, helpt. Maar welke boetes volgen er via de NZa bij overschrijding van maximale termijnen? Wij verzoeken de staatssecretaris om toe te zeggen dat er een jaarlijks NZa-onderzoek komt met reductiepercentages, zodat de effectiviteit kan worden gemonitord. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Dan de stabiliteit en fusies. Wij hebben gevraagd waarom gemeenten geen goedkeuringsrecht hebben bij fusies, terwijl dat bij coöperaties wel het geval is. Dat is een ongelijkheid die leidt tot radeloze ouders en wisselende hulpverleners. De staatssecretaris beloofde NZa-overleg, maar gaf geen commitment. Het amendement op stuk nr. 12, dat evaluatie van lagere regelgeving verplicht, biedt een basis voor monitoring. Toch blijft de vraag: hoe borgt u continuïteit met een vast aanspreekpunt per kind, ondersteund door NZa-reacties bij verstoring? Graag wederom een reactie van de staatssecretaris. Dit raakt namelijk aan de rechtmatigheid voor gemeenten, aan het goedkeuringsrecht.
Tot slot de afbakening van de Jeugdwet. Wij hebben gevraagd hoe jeugdzorg geen vangnet wordt voor schulden of vechtscheidingen, die primair de verantwoordelijkheid van de ouders zijn. De staatssecretaris wees op criteria met het amendement op stuk nr. 40 over cliëntenraden. De vraag blijft hoe AMvB-criteria zorgen voor een duidelijke indicatiestelling, zodat alleen de serieuze jeugdzorgproblemen worden behandeld, en de lichte gezinsproblemen niet. Hoe biedt de IGJ een effectief klachtenmechanisme als gemeenten toch afschuiven, met bindende uitspraken en opvolging? Dit is ons inziens essentieel voor een werkbaar stelsel. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter, ik rond af. De PVV ondersteunt deze wet, mede dankzij de aangenomen amendementen. Toch verzoeken wij de staatssecretaris om duidelijke toezeggingen, onderbouwd in de evaluatie, en een update in de najaarsbrief, om deze wet rechtmatig, uitvoerbaar en handhaafbaar te maken. Laten we samen zorgen dat deze wet geen loze belofte blijft, maar een solide basis wordt voor een betere jeugdzorg.
Voorzitter, ik dank u voor uw tijd.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Van Aelst-den Uijl van de SP. Zij spreekt mede namens de Partij voor de Dieren.