Eerste Kamer opent debat over biotechnologie



De Eerste Kamer heeft de politieke discussie over de toepassing van biotechnologie een nieuwe impuls gegeven. Dit gebeurde dinsdag 27 januari 2009 tijdens een mede op verzoek van minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gehouden beleidsdebat over het thema genetisch gemodificeerde landbouwproducten (31.700 XIV). Aan het slot diende senator Schuurman (CU) namens vrijwel alle fracties een motie (EK 31.700 XIV, G) in die volgende week bij de stemming op een royale meerderheid kan rekenen. Minister Verburg zei over de motie dat zij deze ziet als ondersteuning van het beleid. Indiener Schuurman verwees naar een patstelling die over dit onderwerp in de Tweede Kamer is ontstaan. Hij hoopte dat de Eerste Kamer met deze motie de patstelling kan helpen doorbreken.

De motie verzoekt de regering om in Europees verband nadere studie van nieuwe veredelingstechnieken te bevorderen om na te gaan van welke veredelingstechnieken een eventueel vereenvoudigd toelatingsregiem zou kunnen gaan gelden. Voorts wordt de regering verzocht daarbij te bewaken dat de gangbare - organische of biologische - voedselketen wordt behouden, zodat daarmee de keuzevrijheid van de consument om niet genetisch gemodificeerd voedsel te kunnen kopen gewaarborgd blijft.

Het debat in de Eerste Kamer was voorbereid tijdens een expertmeeting en met een excursie naar de Wageningen Universiteit. De minister wees op het belang van biotechnologie voor het duurzaam maken van de landbouw. Het beleid van de overheid is gericht op een zorgvuldige en veilige toepassing. Een randvoorwaarde blijft de keuzevrijheid van de consument: er moet dus ook altijd niet-genetisch-gemodificeerd voedsel beschikbaar blijven.

Senator Koffeman van de Partij voor de Dieren nam een afwijzend standpunt in. Hij ondersteunde de motie-Schuurman als enige spreker niet.

SP-senator Peters droeg vooral alternatieven aan. Hij neigde meer naar het standpunt 'nee, tenzij' dan naar 'ja, mits'. De overige senatoren wilden wel eventueel genetische modificatie toelaten, maar onder strikte voorwaarden. VVD-senator Schaap was de meest uitgesproken voorstander.

Volgens Schaap moet de veiligheid van mens en milieu voorop staan maar moet het debat niet worden gedomineerd door emoties. "Er kunnen fouten worden gemaakt, maar over het algemeen hebben technologische ontwikkelingen zegeningen gebracht".

Volgens de VVD-senator gaat het niet om blind vertrouwen in de techniek, maar moet techniek ook niet blind worden gewantrouwd.

Schaap zei dat voordelen van genetische modificatie vaak worden gebagatelliseerd, terwijl de nadelen juist worden uitvergroot.

De VVD-senator pleitte ervoor het voorzorgprincipe te laten varen en te vervangen door een gedegen risicobenadering. Het resistent maken van planten tegen ziekten en plagen noemde Schaap een van de beste bijdragen aan ontwikkelingssamenwerking.

Senator Willems van de CDA-fractie zei dat technologie de samenleving veel zegeningen heeft gegeven, maar dat er ook negatieve gevolgen zijn geweest en dat daarom voorzichtigheid geboden is, in het bijzonder waar het gaat om voedsel dat wij dagelijks innemen.

Willems wees erop dat de genetische modificatie vooral wordt toegepast in de VS, Zuid-Amerika, China, India en Zuid-Afrika bij maïs, soja, katoen en koolzaad. Deze producten worden ook in Europa gebruikt in veevoeders en bij industriële toepassingen. In Europa wordt de technologie zelf alleen nog toegepast in Spanje, Frankrijk en Tsjechië bij maïs.

De CDA-senator wees op het bestaan van een Nederlands concept: cisgenese. Dit bestaat uit het inbrengen uit een gen uit dezelfde soort. De klassieke veredeling bestaat uit het kruisen van rassen teneinde tot een beter ras te komen langs 'natuurlijke' weg. Willems heeft begrepen dat het eindproduct tussen cisgenese en klassieke veredeling principieel nihil is, maar dat via cisgenese veel sneller en zuiverder kan worden gewerkt. Volgens de CDA-senator gaat er nu om een debat te voeren over de maatschappelijke acceptatie van genetisch gemodificeerde gewassen. "Hoe organiseren wij met elkaar de discussie over duurzaam produceren en duurzaam consumeren en welke randvoorwaarden zijn er om te kunnen oordelen en hoe maak je die objectief, zodat er vertrouwen is bij de consument en producent om de stap naar gg-gewassen te zetten", zei Willems.

De CDA-senator pleitte ervoor om openlijk over de risico's te spreken. "Maar een 100 procent risicoloze samenleving is er niet", zei Willems. Bij wijze van tegenstelling verwees hij naar de 1800 doden die er jaarlijks door medische fouten in Nederlandse ziekenhuizen zijn te betreuren, terwijl er nog niet één dode als gevolg van genetische modificatie is genoteerd.

SP-senator Peters pleitte voor een sociaal-maatschappelijke vorm van biotechnologie. Daarbij gaat het om het toepassen van biologische fertillizers en van biologische pesticiden en van herbiciden, locaal geproduceerd naar behoefte van de fytosanitaire situatie ter plekken.

Over cisgenese zei SP-senator Peters: "Dit is geen traditionele veredeling". Volgens hem moet van geval tot geval beoordeeld worden of de biotechnologie hetzij van de ene op de andere soort, hetzij binnen de soort niet gepaard gaat met onzekerheden bij het vermarkten, waardoor bijvoorbeeld de eigen agrarische ontwikkeling stagneert en de winsten grotendeels in de zak van enkele multinationals belanden.

Senator Sylvester pleitte er namens de PvdA-fractie voor dat de overheid strikte randvoorwaarden stelt aan het toepassen van genetisch gemodificeerde gewassen, zodat niet langer een halt wordt toegeroepen aan innovatie en de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven beter wordt. Omdat deze bedrijven noch in Nederland, noch elders in Europa hun vleugels kunnen uitslaan, verplaatsen zij hun activiteiten naar bijvoorbeeld Azië. Ook vond mevrouw Sylvester dat kleinere bedrijven meer toegang tot deze sector moeten krijgen. Zij vond tevens dat Europa sneller moet reageren op aanvragen. Zij verwees naar de genetisch gemodificeerde aardappel van BASF die al 12 jaar in behandeling is. Minister Verburg beloofde deze zaak bij de Europese Commissie aan te kaarten en de senaat schriftelijk te rapporteren over het antwoord. Zij zag geen aanleiding voor een grote publiekscampagne, waar mevrouw Sylvester om vroeg. Wel zal zij twee seminars organiseren.

Senator Laurier van GroenLinks die tevens sprak namens D66 herinnerde eraan dat de discussie al woedt sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. "Scheppers naast God" - "Minnaars van moeder Aarde" - "Ziedende bintjes" waren destijds actiegroepen die van zich deden spreken. Laurier dacht dat de voordelen van gg-gewassen vooral ten goede moeten komen aan kleine boeren in de derde wereld. Ook zou er een bijdrage aan de biodiversiteit geleverd moeten worden.

Senator Schuurman benaderde het vraagstuk namens de fracties van ChristenUnie en SGP wetenschappelijk en filosofisch. Volgens hem leidt het wetenschappelijk technisch beheersingsideaal tot een te eenzijdige kijk op de werkelijkheid. Volgens hem leidt biotechnologie tot verlies van vele natuurlijke plantensoorten. De ernst van de ontwikkeling blijkt uit het oprichten van kunstmatige genenbanken. In transgenese zag Schuurman een technisch model, een machinemodel, waarin van meet af aan van het leven is afgezien. Hij zei dat het de westerse mens in het bloed zit om bij nieuwe technische ontwikkelingen bij voorbaat alleen de winst te zien en geen aandacht te geven aan de nadelen, terwijl de les van de geschiedenis is dat er altijd onvoorziene nadelige gevolgen aan nieuwe technieken vastzitten. Senator Schuurman pleitte daarom voor voorzichtigheid en terughoudendheid met transgene planten. Hij vond dat er vooral aandacht voor cisgenese moet zijn als een vorm van biotechnologie die geen soortgrenzen overschrijdt. Toelating is volgens Schuurman alleen mogelijk bij voldoende beheersing en controle.


Deel dit item: